donderdag 11 december 2008

Uit een discussie over 'boeddhisme en wetenschap'

(Omdat ik hier alleen mijn deel van de discussie met Rob opneem, is wellicht niet alles helemaal te begrijpen)
De evolutietheorie als belangrijk thema, al was het maar dat het in de relatie Christendom-wetenschap zo'n centrale rol speelt (zij het vooral in de VS)
In de serie Mind&Life-publicaties ben ik niet echt dit thema in titels tegengekomen. Wel bij het artikel van Flanagan dat je me ook gestuurd heb. In par. 4 (de tweede par. 4, vanaf pagina 17, de eerste begint op pag 13) staan volgens mij twee sleutelpassages.
De eerste: The Dalai Lama says: "My own view is that the entire process of the unfolding of a universe system is a matter of the natural law of causality" (2005, p. 90). Said this way, his position is perfectly consistent with the combined story of physics, chemistry, and biology.
But then His Holiness makes clear there is another kind of causality, karmic causality.
Volgens mij mij mogen deze twee causale principes niet zo naast elkaar gezet te worden, de Dalai Lama maakt volgens mij een ongeoorloofde sprong: tussen individueel niveau en niveau van de soort. 'Karma' werkt op individueel niveau, niet op dat van de soort.
Als 'karma' ingevoegd wordt in een evolutietheorie, is dat een riskante zaak: de vraag zou dan moeten zijn: is 'karma' van een soort een eigenschap die effect heeft op 'natural selection' tussen soorten ? Hebben soorten met gemiddeld veel positief karma meer kans om te overleven dan soorten met gemiddeld weinig positief karma?
Bovenal: is het terecht dat 'karma' als causaal principe wordt gezien? De Boeddha bedoelde het primair als ethisch principe: niet op het verleden gericht maar toekomst-gericht.
De tweede sleutelpassage is wat dit betreft: " Thus His Holiness asks: How do Buddhist cosmological theories envision the unfolding of the relationship between the karmic propensities of sentient beings and the evolution of a physical universe? What is the mechanism by which karma connects to the evolution of a physical system? On the whole, the Buddhist Abhidharma texts do not have much to say on these questions, apart from the general point that the environment where a sentient being exists is an "environmental effect" of the being’s collective karma shared with myriad other beings."
Eerst het begrip 'unfolding'; dat schijnbaar onschuldige woord dat in beide passages voorkomt, past m.i. niet in een evolutietheoretisch kader; het suggereert dat er iets (bv een levensvorm) al is - misschien altijd al is geweest - voor het zich 'ontvouwt'
Met de term 'collective karma' komt misschien de aap uit de mouw. Ik weet niet of dat begrip past in Tibetaans boeddhisme (ik heb het wel eens eerder gelezen in dat kader) maar in Theravada past het in ieder geval volstrekt niet.
Verder zijnis boeddhisme en evolutietheorie lastig met elkaar te verenigen omdat er in het boeddhisme geen begin is van een bepaalde soort, en al helemaal niet een soort die voortkomt uit een andere soort.
Er is een verband met thema: is er iets voor de Big Bang en komt er (weer) een Big Crunch ?
De vraag namelijk 'WAT IS TIJD' ?
En: verloopt 'tijd' lineair (Westerse natuurwetenschappelijk model, tijd als een pijl die één kant uitgaat: naar voren) of circulair (Indiase en mogelijk ook Tibetaans boeddhistische model)?
Zijn deze meta-vragen ook in Mind en Life aan de orde geweest?
Het artikel van Victor Mansfield ('Time and impermanence') gaat daar helaas nauwelijks over.

Bewustzijn als thema. Het unique selling point van een triomfalistisch boeddhisme: meditatie werkt echt en/want het effect is bij neurologisch onderzoek zichtbaar.
Toch vanuit Theravada-perspectief (ik denk tenminste dat dit in Tibetaans boeddhisme minder zwaar speelt) een kanttekening daarbij: een bepaald resultaat bij meditatie, bv zoveelste jhana, is niet waar het uiteindelijk om gaat, is slechts midel. Doel is verlichting/ontwaken en of daarover natuurwetenschappelijk iets zinnigs te zeggen is, betwijfel ik (heb ik niets over gelezen.)
(enkele dagen later)
Verder nog wat opmerkingen over evolutietheorie.
Ik ga daarbij uit van het artikel van Flanagan … Flanagan stelt: "George Johnson in his New York Times review (September 18, 2005) of the Dalai Lama’s new book, The Universe in a Single Atom (2005), suggests that there are shadows of intelligent design (ID) lurking in the text, and that there is no doubt that His Holiness, despite his close collaboration with neuroscientists, thinks the issue of the immateriality of mind is hardly ruled out scientifically.
My own view is that the proponents of ID will find no friend in His Holiness’s views about evolution. One reason is that he is barred, based on his own anti-theological views, which include finding no credibility in cosmological or design arguments, from thinking that complexity in evolution is best explained by the occasional interventions of an intelligent designer or a team of them." (pag. 8/9)
Johnson zegt in z'n boekbespreking: "But when it comes to questions about life and its origins, this would-be man of science begins to waver. Though he [de Dalai Lama] professes to accept evolutionary theory, he recoils at one of its most basic tenets: that the mutations that provide the raw material for natural selection occur at random. Look deeply enough, he suggests, and the randomness will turn out to be complexity in disguise - "hidden causality," the Buddha's smile. There you have it, Eastern religion's version of intelligent design."
Het is inderdaad ongelukkig geformuleerd deze idee van de Dalai Lama "ID" te noemen (het heetste thema in de discussie wetenschap-Chistendom in de VS) maar ze is wel in strijd met de evolutietheoretische principes.
Ik zou zeggen: HHDL gelooft in 'Design', niet zozeer in 'Intelligent Design'
Mijn vraag: waarom zegt de Dalai Lama niet gewoon tegen evolutietheoretici: we agree to disagree?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten