donderdag 4 april 2013

Een aantal reacties van mij opgenomen in het Boeddhistisch dagblad

Ook de laatste maanden schrijf ik af en toe een reactie op een artikel in het ' Boeddhistisch Dagblad ' .
Een selectie hieruit, voornamelijk over de Dhamma/Dharma (ik neem aan dat de lezer het verschil tussen deze twee termen kent); niet zozeer de kibbelreacties.


M'n blog ' De kracht van negatief denken- Waarheid, melancholie en een tragisch levensgevoel hier werd op 15 december 2012 overgenomen in het BD
Het riep veel reacties op; te veel om hier over te nemen en selecteren doet de schrijvers tekort.
Daarom slechts een verwijzing.
Een vrolijke discussie !


Op 23 december 2012 schreef Dick Verstegen het artikel ' Het is alles of niets in de bodhisattvagelofte ', hier .
Dit riep veel reacties op, het waren dan ook de kerstdagen. Ook ik deed mee:

Joop Romeijn zegt:
30 december 2012 om 10:29
De bodhisattva-belofte(n) hebben me als niet-mahayana-boeddhist vaak beziggehouden. Ze doen me denken aan een dichtregel van Marsman die ik als adolescent graag sprak: groots en meeslepend wil ik leven … . Nu ben ik zo ambitieus niet meer, heb ook geen arhat-gelofte en wil slechts losjes verbonden zijn met het universum.
Verder denk ik dat het voor iemand met katholieke wortels makkelijker is deze belofte te reciteren dan voor iemand met protestante wortels, de laatste denk al snel: kan ik dat echt wel uitvoeren, en wil ik het wel echt? Vooral dat alle poorten binnen willen gaan , daar komt het vaak niet van.
Maar via een irrationele transformatieregel van Dogen (‘irrationeel’ is voor mij geen negatief oordeel, slechts feitelijk bedoeld) maakt Dick er een gans andere gelofte van die me wel weer aanspreekt.
Alleen die derde regel weer, ik weet niet of ik dat wel ga doen, daarom wordt het voor mij:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Er is geen weg dus er is niets te volgen
Hoe lang het duurt maakt mij niet uit.


Dick Verstegen zegt:
Wat leuk Joop! Mooie derde regel. Er is verschil tussen weg en weg, denk ik. Zoals ik het voel is er maar één weg en dat is je eigen leven. In dat eigen leven valt er veel te ervaren en -zo bedoel ik het- dat wijst in je leven de weg. Dat is een beetje dubbelop. Maar een weg die ergens aan de andere kant van een wei ligt – nee die is er -ook voor zover ik kan zien- niet. Dus nogmaals: Leuke derde regel.
De bodhisattvagelofte drukt overigens m.i. geen ambitie uit, maar iets feitelijks. Ik ben protestant van huis uit. Had je dat verwacht?

Joop Romeijn zegt:
Dank je Dick. Blijk ik toch nog meer vooroordelen te hebben dan ik toch
al vermoedde, in dit geval dat alle ‘Zennies’ katholieke wortels hadden.
Je bent toch wel een ‘Zennie’, van Zen.Nl,of heb ik dat ook al fout?
Maar dat de bodhisattvagelofte geen ambitie zou inhouden, dat begrijp ik niet. Het gaat toch om de wens , de intentie bodhisattva te worden? En men kan alleen iets willen worden wat men nog niet is. Het is anders voor mij net zo iets ongeremds als met ‘BoeddhaNatuur’: iedereen heeft de mogelijkheid Boeddha te worden en is dan ineens ook al Boeddha. Ik geef de voorkeur aan een meer bescheiden benadering

Edel zegt:
Zouden we dat Marsman ook aandoen, zo maar even zijn gedichten herschrijven? Kan natuurlijk. De bodisattvagelofte is uiteindelijk ook maar een gedicht, dat gereciteerd wordt.
Wie is die bodhisattva wiens gelofte we reciteren? We vertalen het met ‘ik beloof’ maar een even correcte vertaling zou zijn ‘hij belooft’ of ‘zij belooft’ of ‘jij belooft’… Het is niet mijn tekst, maar ik kan hem reciteren, zoals ik een gedicht van Marsman kan reciteren.
En toch: als je ‘groots en meeslepend wil ik leven’ reciteert zindert er iets. Zo ook met de bodhisattvagelofte. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet.
Uiteindelijk is de werkelijkheid prozaïscher. Wat de bodhisattva zegt (en doet) is: ik hou er niet mee op voor het werk af is.

Joop Romeijn zegt:
Eerst even terug naar de leer. Ik heb steeds begrepen dat het Mahayana-boeddhisme er de voorkeur aan geeft te streven naar het bodhisattva worden omdat men het arhat-ideaal (dat de monniken probeerden te bereiken) van Theravada aka ‘Hinayana’ egocentrisch vond.
Van de bodhisattva-vow zijn vele varianten bekend, ook degene die Dick citeerde, men paste voortdurend aan (liever gezegd: men varieerde, als upaya).
De oudste versie (zover ik weet hoor) vond ik op wikipedia:
A Bodhisattva vow is found at the end of the Avatamsaka Sutra by Samantabhadra. In Guide to the Bodhisattva’s Way of Life, Shantideva explains that the Bodhisattva vow is taken with the following famous two verses from Sutra:
‘ Just as all the previous Sugatas, the Buddhas
Generated the mind of enlightenment
And accomplished all the stages
Of the Bodhisattva training,
So will I too, for the sake of all beings,
Generate the mind of enlightenment
And accomplish all the stages
Of the Bodhisattva training.’ ”

En wie de bodhisattva-training heeft voltooid (duurt vele levens volgens de leer) wordt bodhisattva. En dan kan het redden van alle levende wezens pas goed beginnen; terwijl een arhat (nog steeds volgens de leer) er dan mee stopt.

Edel zegt:
Joop, ik heb uiteraard de wijsheid ook niet in pacht maar dit is hoe ik het altijd begrepen hebt:
Er bestaat geen enkele traditie die zich hinayana noemt. Hinayana is een uitvinding van het mahayana. Het is niet fair de theravada daarmee te vereenzelvigen.
De mahayana sutra’s verzetten zich tegen een verkeerd begrepen visie op nirvana en de arhat, alsof die laatste enkel in de eigen bevrijding zou geïnteresseerd zijn. In de Pali canon vind ik dat niet terug. (Kijk maar naar het mooie stukje van Andre Baets).
Het is niet de bedoeling een bodhisattva te worden, je bent het al. Je kunt die potentie in jezelf afwijzen of cultiveren. Je ten dienste stellen van het welzijn van alle levende wezens is dan het meest natuurlijke wat er is. En dit pad is eindeloos.

Joop Romeijn zegt:
Edel, ik denk te begrijpen waarom jij het zo begrepen hebt.
In het vroege Mahayana (kort na het begin van onze jaartelling) was bodhisattva worden iets waarna gestreefd kan worden, wat men dus nog niet was. De Ugra-Sutra waar Jan Nattier zo mooi over geschreven heeft (‘A few good men’) is daar een voorbeeld van.
Later, met name een paar eeuwen later, in China werd de gedachte populair dat men ‘eigenlijk‘ altijd al bodhisattva was en is.
Dit spanningsveld wordt ook in je laatste allinea duidelijk, je zegt eerst ‘ je bent het al ‘ (nl bodhisattva); en meteen daarna dat het een potentie is.
In mijn simpele (vrijzinnig)Theravada-denken moet de mens wel enige moeite doen om zijn of haar potenties te verwerkelijken; ik kan bv in potentie de 100 meter binnen 10 seconden lopen maar om de een of andere reden is dat er nog niet van gekomen.
Ook verder zijn mijn ambities beperkt, d.w.z. bescheiden: ik ga echt niet proberen ‘alle levende wezens te bevrijden ‘, als het bij een paar zou lukken, zou dat al mooi zijn.

Edel zegt:
Joop
Niemand weet hoe het mahayana ooit ontstaan is en de mensen die je noemt zoals als Jan Nattier en Alan Cole, en vele anderen doen ongelofelijk interessant historisch onderzoek. Dat is zeker. Het is wel zo dat het idee dat iedereen al een bodhisattva is, centraal staat in de Lotus Sutra, een tekst die gesitueerd wordt in India in het begin van onze jaartelling.
Maar het is niet zozeer het historische dat mij hier interesseert. Dat is maar een hobby. Als ik het zo begrepen heb, komt dat uit wat ik geleerd heb in hedendaagse westerse zen. Ten slotte is het aan ons om het hier waar te maken. Ik ben geen Indiër en geen Chinees.
Daarin deel ik je westerse nuchterheid en bescheidenheid. Voor mij betekent de zin ‘alle levende wezens redden’ niet alleen in functie van mijn eigen behoeftebevrediging leven, maar ten dienste van het welzijn van iedereen die op mijn pad komt (daar hoor ik overigens zelf ook bij). En ja, dat vraagt enige moeite. En soms weet ik ook niet wat wijsheid is. En inderdaad, ik ben blij als het al eens lukt.

Menno Prins zegt:
Dick, en anderen. Dank voor jullie schrijfsels, waar ik graag op reageer. Ik spreek uiteraard voor mijzelf en uit eigen ervaring.
Alle levende wezens bevrijden is hetzelfde als jezelf bevrijden van het eigen ego. De peilloze oorzaak van het lijden wegnemen, komt naar mijn idee neer op hetzelfde: want alleen het ego kan zich met lijden vereenzelvigen. Als er geen ego meer is, is er niets meer dat lijdt.
Daar zit ook meteen de moeilijkheid: je hebt dat ego niet voor niets in dit ondermaanse. Het heeft een belangrijke functie in het dagelijks leven. In theorie is het allemaal heel eenvoudig om jezelf te bevrijden van het eigen ego, maar in de praktijk valt dat (mij) vies tegen. Het blijkt noodzakelijk om voortdurend alert te blijven en het besef levend te houden dat “alles waarvan gezegd kan worden ‘Ik heb’ niet het ware wezen is van de Boeddha natuur (dat vrij is van lijden)” Mijn ego geeft zijn positie blijkbaar niet zomaar op, en beklimt te pas en te onpas weer de troon.
Menno

Dick Verstegen zegt:
Prachtig zoals deze gedachtewisseling zich ontwikkelt. Dank jullie zeer. Ik ben het met jullie allen eens. Zetten we het bodhisattva-ideaal als onbereikbaar neer in dit leven en plaatsen we het zelfs vele levens ver weg, of kunnen we zien dat het zich ook ogenblikkelijk –nu- voltrekt? Dat het al zo is dus. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet, zegt Edel. Wat is het dat die snaar raakt? In mijn beleving is dit dat het over iets gaat dat dichter bij is dan onze eigen huid. Meer, veel meer dan een niet waar te maken intentie. Wie heeft ooit de bodhisattva-training voltooid? Wie zal haar ooit voltooien? We are always halfway, even the Buddha, zei mijn Japanse zenmeester Sokun Tsushimoto ooit. Dat is geen bevestiging dat we er nooit komen, maar een bevestiging dat we er al zijn, ook met alle onthutsende stunteligheid die ons als mensen kenmerkt. Wat ik in mijn stukje probeer te zeggen is dat we ons dat op een anderszins onthutsende wijze bewust kunnen worden. Natuurlijk vergt ook dat tijd. Maar die is betrekkelijk, zoals bijvoorbeeld mag blijken uit de Maha Satipatthana Sutta.

Rob Hogendoorn zegt:
Om eerlijk te zijn: de portee van deze discussie ontgaat me.
Wat is ‘alle levende wezens’ anders dan een abstract idee of een subjectief beeld, vraag ik me af?
Welke functie vervult dat abstracte idee of die subjectieve voorstelling precies voor degenen die zich ervan bedienen?
Op welke vooronderstellingen berusten ze? Zijn er betere ideeën en beelden denkbaar? Is een andere, effectievere didactiek of pedagogiek voorstelbaar?
Waarom etaleren boeddhisten de persoonlijke voorstelling die zij zich van mededogen en liefdevolle vriendelijkheid maken zo nadrukkelijk? Hoort dat erbij?
Is er ijdelheid in het spel? Wensdenken misschien? Kun je jezelf met dit soort ideeën ook voor de gek houden? Je rijk rekenen? Is het geen loze belofte? Hoe kom je daarachter?
Doen christenen, joden, moslims, hindoes, humanisten, atheïsten, niet-religieuzen dit nét zo met noties als ‘naastenliefde’?
Of zijn de wittebroodsweken van hun ideeën daarover allang voorbij? Zijn zij over hun grootste illusies heen?
Dat laatste brengt me op het volgende. Mij is niet duidelijk welke meerwaarde het idee ‘alle levende wezens’ heeft boven het idee ‘de levende wezens om mij heen’.
Het laatste heeft als voordeel dat het aanmerkelijk concreter is, en heel wat makkelijker te operationaliseren valt. Het handelingsperspectief van het bescheidener voornemen is een heel stuk duidelijker.
Echte nadelen zie ik niet. Leef je naar je voornemen, dan komt het praktisch op hetzelfde neer: je bent (verlicht of niet) altijd ergens, en levende wezens zijn overal.
‘Alle’ levende wezens klinkt natuurlijk wel interessant en vastberaden, en je kunt je er in het publieke domein (of op verjaardagsfeestjes) prima mee vertonen.
Op mij komt de overdadige aandacht die eraan besteed wordt echter over als een zinledig tijdverdrijf dat nodeloos afleidt.
Mensen die vol zijn van hun eigen ideeën over (naasten)liefde en mededogen schieten in het dagelijks leven maar al te vaak hopeloos tekort.

Joop Romeijn zegt:
Rob toch!? De portee van deze gedachtenwisseling is dat de bodhisattvagelofte een van de meest gereciteerde Mahayana-teksten is en alleen al daarom belangrijk of op z’n minst interessant is. Ook al omdat ie kort is; de vraag is of ie – net zoals de Hart Sutra – niet-rationeel van aard is. Jij gaat er in je reactie van uit dat ie dat wel zou moeten zijn.
Het is ook geen belofte zoals mensen soms doen bij het nieuwe jaar zoals voortaan z’n vrouw niet meer slaan.
Verder is dit een van de weinige momenten dat Nederlansdse boeddhisten van diverse tradities met elkaar van gedachten wisselen, dat zou een discussie ; op kunnen leveren als de deelnemers de kennelijk sterke boeddhistisch-nederlandse impuls kunnen onderdrukken het bij voorbaat met elkaar eens te willen zijn (daar kan niemand jou overigens makkelijk van beschuldigen).
Dat zijn de deelnemers dus niet en ik begrijp niet dat Dick zegt ‘Ik ben het met jullie allen eens ‘.
Helaas moet ik nog steeds zeggen: Nederlandse boeddhisten (van diverse tradities) kunnen nauwelijks met elkaar discussiëren, dat is van gedachten wisselen, dat is in potentie met elkaar van mening verschillen. Deels is dat omdat men elkaar opvatting niet kent, ondanks de derde regel uit de bodhisattvagelofte. En deels is het het verkeerd begrijpen van de regel van ‘zuiver spreken’.


M'n blog ' Een tekst geschreven vanuit verbazing ' is (met toestemming) op 25 februari 2013 overgenomen in het B.D. M'n verbazing betrof een eerder essay van Edel Maex.
Hieronder de gedachtenwisseling over mijn tekst:

Joop Romeijn zegt:
... opmerking vooraf ...:
Het is een esthetisch plezier flarden uit de Avatamsaka Sutra zelf te lezen; een goede aanleiding weer eens te wijzen op de rijke website van White-Jade-River met haar vertalingen van en toelichtingen op veel Mahayana Sutra’s. Haar website algemeen . En de Avatamsaka Sutra .
Wat betreft de reactie van Edel: gelukkig is het misverstand over je waardering van wetenschap (en van ‘filosofie’ voeg ik er maar aan toe, hoewel filosofie geen wetenschap maar iets eigensoortigs is)
Interessant dat je ‘soteriologie’ opvat als ‘het bevrijden van alle wezens’, terwijl ik het strenger bedoelde als ‘de leer van het bevrijden’ en bovendien niet weet of men een ander wel kan bevrijden.
En dan je vraag ‘Kunnen we niet beter de ontroering haar eigen soteriologisch werk laten doen?'
Ik onderdruk mijn neiging deze mogelijkheid onmiddellijk af te wijzen als zijnde het bij zichzelf illusies opwekken.
Het ontroert worden kan zeker een rol spelen om bv gericht te raken op andere waarden dan die van consumentisme en materialisme. Maar andere processen zijn m.i. onmisbaar om ‘de werkelijkheid te zien zoals die echt is’.
Eén van die zaken is sila , het zich ethisch proberen te gedragen.
De vraag is dus eigenlijk of de gerichtheid op sila het beste vòòr of nà de ontroering kan komen? Ik denk: vòòr.

Edel Maex zegt:
Joop
Ik weet niet of iedereen kan bevrijd worden, maar ik wil niemand a priori uitsluiten, vandaar alle.
Ontroert de sila jou dan niet?
Voor mij maakt het niet uit of iemand over de sila leert door de 5 leefregels of door een jatakaverhaal te horen of door een poëtische tekst te zingen. Laat iedereen aangesproken worden in zijn eigen aard en temperament.
En inderdaad: de sila is een wezenlijk onderdeel van het soteriologisch pad. Daar is geen weg om heen.

Joop Romeijn zegt:
Go, wat ben jij rolvast, Edel: “Ontroert de sila jou dan niet? "
Nou nee, maar ik probeer ook niet me te laten ontroeren. Toegegeven, de vijf aandachstoefeningen van Thich Nhat Hanh zijn esthetisch mooier dan die van de Pali Canon .
Het effect echter – niet toegeven aan m’n neiging die mug dood te slaan of dat vierde chocolaatje ook te nemen – is in principe hetzelfde.
Dus die ontroering is irrelevant.


Ook Jules Prast werd geïnspireerd door een artikel van Edel Maex.
Hij schreef op 17 februari ' De herberg van geborgenheid: kanttekeningen bij de Avatamsaka-commentaren van Edel Maex ', hier . Z'n artikel sloot Jules af met:
De geest van openheid die Edel Maex op gezag van de Avatamsaka Sutra vertolkt, zou ik graag zo opvatten: als een uitnodiging om in de onvermijdelijke pijn van de onderlinge verbroedering, in het existiële kraken en schuren van gekoesterde doctrines en heilverwachtingen, een unieke kans te ontwaren om de Dharma verder te brengen en klaar te maken voor komende generaties.
Een nieuwe synthese van zelf en ander als wenkend perspectief voor de boeddhistische wereld? Ik zou in ieder geval graag hopen op iets meer onderlinge handreiking, met behoud van eigenheid. Er moeten mensen opstaan die een pad uitzetten van dialoog. Wellicht dat het initiatief kan komen van de zengemeenschap, van de vertegenwoordigers van een traditie die er als geen andere een track record op nahoudt zichzelf bij herhaling te kunnen ‘revolutioneren’. “


Joop Romeijn zegt:
De komende weken wil ik nog eens goed nadenken over je ‘oproep’, Jules. Want zo beleef ik deze tekst.
Ik ken de teksten over ‘ One Dharma ’, bv dat van Joseph Goldstein, maar ook het commentaar er op van David Chapman.
Tot nu ervaar ik het vooral als de kip die aan het varken voorstelt (met excuses voor dit niet-vegetarische beeld) “zullen we samen het ontbijt ‘ham and eggs’ gaan verkopen, dan lever ik de eieren en jij de ham ” , wat het varken wel een goed idee leek tot zij zich realiseerde daarvoor te moeten sneven.
Het is niet dat ik hecht aan de concepten ‘samsara’ en ‘dukkha’ maar ik gooi ze toch nog niet weg ten behoeve van een poëtische eenheid. Ik ben nu eenmaal geen positivo.
M’n belangrijkste vraag is: waarom zou die verbroedering, die eenheid nodig zijn?
Waarom niet met elkaar leven vanuit de gedachte ‘we agree to disagree’?
Maar dit alles neemt niet weg die ik het debat tusen de diverse boeddhistische tradities zinnig en gewenst vindt.
Misschien is het resultaat niet het één worden maar een ‘we still disagree but on a higher level’.
Laten we dat debat maar eens in Nederland gaan voeren, niet met het doel het eens te worden noch met enig ander doel; alleen dan om het niveau van verbazing hoger te krijgen: hoe is het mogelijk dat hij/zij op deze manier denkt. Dat vind ik ook toch al behoorlijk poëtisch.
Laten we eerst maar eens Chapman gaan lezen.

Jules Prast zegt:
Beste Joop, ik ben ongelooflijk blij met jouw reactie. Mij gaat het om dialoog, je laten verbazen inderdaad, van elkaar leren. Niet om een eenheidsworst als eindresultaat, niet om voorwaarden vooraf om zeker te stellen wiens dharma de ware is. Een platform voor ontmoeting en wederzijdse stimulering. Zoiets. In eerdere artikelen in het BD schreef ik over de theravadavisie op meditatie. Kun je dat delen zonder dat je van richting hoeft te wisselen? Ik ben nieuwsgierig om over muurtjes heen te kijken maar die muurtjes mogen best blijven staan. Als je er over nadenkt (fijn dat je dat wilt), dan misschien in deze geest?

Joop Romeijn zegt:
Goed dat je terugkomt op de post van 12 februari , pas vijf dagen geleden maar sindsdien zijn er in het BD al weer veel zinnige maar ook veel overbodige artikelen geplaatst.
Ik vond het te lastig daar goed op te reageren vanuit een (niet ‘het’) Theravada-perspectief, er is te veel uit te leggen. Toch een korte poging. Het wordt wat technisch.
Je schreef “Wat voor de ‘techniek’ van de zenmeditatie geldt, gaat eveneens op voor andere vormen van mindfulnesstraining. Je zou eens kunnen kijken wat er gebeurt wanneer je tijdens het mediteren eerst de geest kalmeert en dan omschakelt naar een actieve(re) modus waarin je de woorden van de Boeddha als object van meditatie neemt.
‘Mindfulness’ is een vereenvoudigde en geseculariseerde vorm van wat in de Theravada ‘vipassana-meditatie’ wordt genoemd en vertaald wordt als ‘inzicht’- (engels ‘insight’) meditatie. Meditatie dus en geen contemplatie op woorden; maar wel een actief soort meditatie: aandacht hebben (‘sati’ is het Pali-woord) voor wat er opkomt in je hoofd en weer verdwijnt.
De vipassana-meditatie wordt altijd vooraf gegaan door concentratie-meditatie; en dat lijkt me dicht bij wat in Zen bij het mediteren gedaan wordt.
De woorden van de Boeddha' spelen bij de vipassana-meditatie wel als een referentie-kader een rol, met name dan de drie begrippen anatta (niet-zelf), anicca (onbestendigheid) en dukkha (lijden)
Zie bv dit Simsara-artikel voor verdere toelichting. Op deze Simsara-website is veel meer van je gading te vinden, maar ook breder want de Batchelors zijn geen Theravadins.
Naast ´vipassana´ beoefent men in de Theravada de laatste jaren ook steeds meer nog een andere meditatievorm, die van metta , meestal vertaald als liefdevolle vriendelijkheid .
Wel een kanttekening bij je streven: volgens mij is het goed meer dan één meditatie-vorm te beoefenen (veel vipassana-leraren vinden overigens van niet) maar niet door elkaar en pas als men één vorm als een soort thuisbasis goed beheerst.

Edel zegt:
Je kunt het boeddhisme benaderen in zijn gelijkenissen. Dan vind je veel overeenkomsten tussen de verschillende tradities. Je kunt zelfs verder gaan en veel gelijkenissen vinden tussen verschillende religies en levensbeschouwingen.
Je kunt het ook benaderen in zijn verschillen. Dan zie je grote verschillen tussen theravada en mahayana. Maar ook het mahayana is een heel heterogeen gegeven. En ook binnen zen vind je weer heel verschillende tradities. Zelfs binnen één traditie als de soto-zen ga je grote verschillen vinden tussen de leraren. En ik vertel niets nieuws als ik zeg dat ook een en dezelfde leraar vol contradicties kan zitten.
Beide benaderingen leveren andere resultaten op. Geen daarvan is meer of minder waar.
Veel interessanter dan de vraag naar de verschillen en gelijkenissen vind ik zoals Jules zegt: de dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren.

Joop Romeijn zegt:
Na nog wat reflectie en studie heb ik – uitgedaagd door Jules – een blog geschreven over dit onderwerp. Zie hier.
Samengevat zegt ik:
A. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Dionysische richting bevorderen. ´Zen´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Apollinisch gerichte Zen-beoefenaren zijn.
B. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Apollinische richting bevorderen. ‘Theravada´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Dionysisch gerichte Theravadins zijn.
Ik hoop met dit begrippenpaar een soort neutrale taal te hebben kunnen introduceren waarin de discussie tussen beoefenaren gevoerd kan worden, zoals in het Boeddhistisch Dagblad bv Edel Maex, Dick Verstegen en Jules Prast bepleit hebben.
Mijn probleem met hun bijdragen was dat ze zelf ´poëtisch´ en ´Dionysisch´ van aard waren en dus niet perfect een gezamenlijk gedragen taal inhielden.
Want: Hoe discussieer je in godsnaam met een dichter ? Omgekeerd zouden zij mogelijk van mij kunnen zeggen:
Hoe kan je in godsnaam met een wetenschapper/filosoof komen tot een dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren ? Deze laatste vraag probeer ik te beantwoorden.
Een uitdaging voor anderen?


Op 31 maart 2013 werd een lang artikel van Henk Blezer geplaatst ( hier )
' Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn? ; over ervarin­gen en denk­beelden omtrent sterven en dood in de Tibetaans boed­dhistische litera­tuur.
Een deel van de discussie daarover:

Joop Romeijn zegt:
Het was opvallend dat er bijna nooit iets in het Boeddhistisch Dagblad stond over het Tibetaans boeddhisme, vergeleken met stukken vanuit Theravada en Zen.
Wel de nodige artikelen over de Tibetaanse cultuur en de onderdrukking daarvan en over zelfverbrandingen maar dat is toch wat anders dan de Dharma.
Met dit lange artikel van Henk Blezer lijkt die achterstand in één klap ingehaald.
Het is inderdaad lang maar zeer de moeite waard, er de tijd voor te nemen. (Misschien staan er juist teveel korte artikelen en non-onderwerpen in het BD)
Een probleem voor iemand die (zoals ik) bezig is met zijn of haar eigen dood is dat het tegelijk verwachtingen wekt.
Namelijk versterking van de fantasie van een ‘mooie dood’ in bed in een stille kamer met geliefden om me heen, en de verschillende fasen van het sterven ervarend.
Ik probeer juist, geen verwachtingen te hebben ; en realiseer me ook dat het er anders aan toe kan gaan, wreder bijvoorbeeld, of korter of eenzamer.
Sterven, meestal geen haastig project ‘, zegt Joop Hoek terecht, maar garanties daarop zijn er niet, en dus ook geen verwachtingen.

robbie rosmalen zegt:
Hoi Joop R,
De hierboven beschreven leringen zijn fantastische oefeningen en een schat aan praktische wijsheid. Maar als je serieus de hierboven beschreven oefeningen wilt doen dien je volgens de traditionele bronnen eerst een Mahayana/Vajrayana Spirituele Gids te vinden, van die persoon een Hoogste Yoga Tantra machtiging verkrijgen van Heroeka of Vajrayogini of andere HYT Boeddha. Dan dien je ervaring te krijgen met de leringen over onthechting, (de wens om uit samsara te ontsnappen) de aard van samsara, groot mededogen en bodhichitta en leegte. Daarna kan je beginnen om vertrouwd te raken met die leringen. Zie onder andere ; Tantrische Gronden en Paden, Gids naar Dakiniland, Mahamudra Tantra, Essentie van Vajrayana en Helder Licht van Gelukzaligheid van Eerw. Geshe Kelsang Gyatso. Stukken kan je wellicht vinden via google books, titel intypen etc..
vriendelijke groeten
Robbie
PS Boeddhistische Tantra (die kan leiden naar verlichting in 1 leven) zonder bodhichitta bestaat niet, zonder ervaring van leegte is Boeddhistische Tantra onmogelijk en zonder ervaring van de basisbegrippen van Sutra van Boeddha’s leer kan de Tantra negatieve effecten veroorzaken. (Dus door verkeerd gebruik, niet de fout van de leringen.)

Joop Romeijn zegt:
Misschien heb ik het artikel van Blezer verkeerd gelezen, Robbie.
Want ik heb het niet als een serie oefeningen opgevat maar als een beschrijving van feiten, van ervaringen.
Overigens bedankt voor de informatie; het is duidelijk een andere insteek dan Zen of Theravada. Van en over Geshe Kelsang Gyatso had ik al het een en ander gelezen: een fascinerende wereld, dat Tibetaans boeddhisme.

robbie rosmalen zegt:
Beste Joop,
het is een beschrijving van feiten/ervaringen die alleen bewust kunnen worden waargenomen door zeer ervaren en geoefende tantrische beoefenaars. De verschillende verschijningen vinden trouwens ook elke nacht plaats, tijdens het in slaap vallen en de verschillende stadia van de slaap. Dus die verschijningen ontstaan tijdens het proces van de slaap, tijdens het sterven en voor de beoefenaars tijdens meditatie waaneer men de innerlijke winden beheerst en die in het centraal kanaal kan leiden en vasthouden. Het doel van die meditatie is om in dit leven volledige verlichting/boeddhaschap te bereiken door met de gelukzaligheid van de zeer subtiele heldere licht geest te mediteren op leegte(sunyata). Het is nogal wat dus…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten