dinsdag 17 mei 2011

Wat is de ekonomische betekenis van het boeddhisme in Nederland ?

Eerder heb ik op een aantal plaatsen waar onderzoekers het mogelijk lezen, een aantal vragen over onderzoek over het boeddhisme in Nederland geformuleerd. Zie hier.


Ik heb een tweede serie onderzoeksvragen, misschien meer voor ekonomen (of studenten ekonomie) dan boeddhologen.
De vragen: Wat is de ekonomische betekenis van het boeddhisme in Nederland? En wat zijn de ontwikkelingen daarin?

Een aantal subvragen:
- Hoe gaat het financieel toe (bv jaarlijkse inkomsten en uitgaven) in een grote, een gemiddelde en een kleine sangha? Een belangrijk onderdeel: de huurkosten (en stijging daarvan)

- Wat zijn de ontwikkelingen van de laatste vijf of tien jaar daarin (ik hoor wel eens dat de financiële problemen gegroeid zijn)?

- Wordt in sangha's het dana-principe volledig of gedeeltelijk toegepast ?
(Onder 'gedeeltelijk' kan worden verstaan: kosten zoalos zaalhuur worden wel in een tarief
voor de deelnemer omgezet, beloning voor de leraar in de vorm van dana)

- Hoeveel sangha's zijn rechtspersoon zonder winstoogmerk (bv stichting) en hoeveel mèt winstoogmerk?
(zoals kan blijken uit de wijze van inschrijving bij de Kamer van Koophandel)

- Wat is - bij de laatsten - het 'verdienmodel' van een boeddhistische organisatie?

- Hoeveel boeddhisten kunnen (bv minstens halftime) van het boeddhisme leven?

- Welke 'boeddhistische artikelen' worden aangeboden, te denken valt aan Boeddhabeelden, kussentjes, boeken etc. ?

- Wat is de omzet daarvan en welke ontwikkelingen (groei of stagnatie) zijn er de laatste jaren?

- Welke vormen van marketing vinden zo al plaats (bv advertenties, quasi-berichten op discussie-foums, twitter-berichten) ?

- Zijn er andere ontwikkelingen, voorzover niet in deze vragen gecovered?


Joop Romeijn
een nieuwsgierige lezer, bij voorbaat