zondag 27 mei 2012

Twee berichten - Het Boeddhistisch Dagblad gestart & (een dagje) Boeddhisme studeren bij de VU

Dit weekend is een eerste versie verschenen van een nieuw journalistiek webmagazine, met als titel ‘Boeddhistisch Dagblad ’. Zie hier .
Uit dit nummer: “Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk geëngageerd journalistiek web magazine. We willen op een betrokken en frisse manier nieuws en achtergronden publiceren over boeddhistische thema’s en inzichten.”
Na een ´brief aan de lezers’ gaat dit nummer o.a. over het bezoek van de Dalai Lama in Huy (België)

We worden wel verwend; ik wordt wel verwend in ieder geval. Jaren lang roep ik dat er geen boeddhistische journalistiek is die ontwikkelingen in Nederland actief en critisch volgt; dat de BOS (die daar toch voor betaald wordt) en Vorm&Leegte/BoeddhaMagazine daar nauwelijks iets aan doen en de algemene journalistiek het een te marginaal gebeuren vindt. Terwijl toch heel wat thema’s in boeddhistisch Nederland de afgelopen jarende de publieke aandacht verdienden die ze nu niet krijgen. En niet alleen de vaste onderwerpen zoals de BUN en de BOS waar ik dan in arremoede over schreef. Maar ook over bv de vraag: hoe het financieel gaat met de lokale boeddhistische organisaties, de sangha’s op dit moment? En hoe lopen de geldstromen binnen Zen.Nl precies?
En nu ineens twee internet magazines: naast het een paar maanden geleden gestarte *OpenBoeddhisme* (zie hier ) nu dus ook het Boeddhistisch Dagblad.

En ik ga ook door met m’n blog. Ik ben geen journalist, voel me vrij (als ex-sociaal wetenschapper) door elkaar over nieuws, opinies, Dharma en boeddhologie te schrijven, en als het kan soms ook nieuws te maken. Slechts begrensd door mijn ethiek en door mijn beperkte vermogen zaken te begrijpen (daarom schrijf ik weinig over het Tibetaans boeddhisme, maar gelukkig doen anderen dat genoeg).

Over de stand van zaken van twee andere media ben ik minder zeker:
* de internetversie van BoeddhaMagazine (zie hier ) lijkt een probeersel van Asoka dat niet doorgezet wordt.
* Bodhitv (zie hier ), het internetblad van de BOS mist de gedrevenheid en de persoonlijkheid van de beginjaren; het brengt geen nieuws maar publiceert ervaringen van boeddhisten en persberichten.

Ik wens de redactie van BoeddhistischDagblad veel succes toe !
Hopenlijk zijn ze vòòr het weekend van 9 juni al voldoende op stoom om de ledenvergadering van de BUN te verslaan. We weten immers niet hoe lang de BUN nog bestaat.

===============================================================================


Dan een ander nieuwsfeit dat ik niet alleen als feit wil brengen maar ook in een context plaatsen.

Als je jong bent of anderszins nieuwsgierig naar hoe bij de Vrije Universiteit in Amsterdam de boeddhologie wordt beoefend, kan je een
Dagje Boeddhisme (en Hindoeïsme) komen studeren Zie het VU-bericht hier.

Ik citeer:
Dinsdag 5 juni kan je komen ervaren hoe het is om Boeddhisme of Hindoeïsme te studeren. Je krijgt dan informatie over de studie en kan studenten vragen hoe het is om de opleiding te doen. Ook verzorgen prof. dr. André van der Braak en dr. Lourens Minnema colleges.
Aansluitend op het dagje studeren volgt de feestelijke opening van de opleidingen. Als je een dagje komt studeren ben je ook daar van harte uitgenodigd.

Lijkt me interessant, al begrijp ik het zinnetje '... en kan studenten vragen hoe het is om de opleiding te doen ’ niet, het is immers een nieuwe opleiding, ook (en misschien juist) voor niet-Christenen.
Naast de minicollege’s zijn er ook korte inleidingen door onder andere:
Artho Jansen, voorzitter van de Boeddhistische Zendende Instantie (BZI) en door
Wim Janse, decaan Faculteit der Godgeleerdheid
Hun woorden zijn onderdeel van de openingsplechtigheid maar voor de aanstaande student zouden deze ook van belang kunnen zijn.

Dat brengt me op de context van deze opening.
Het betreft uitsluitend de bachelor boeddhisme (en hindoeisme maar daar heb ik het verder niet over)
Als ik weer 18 of 19 was, zou ik deze studie misschien wel gekozen hebben, al zou ik wel wat meer over de bijvakken hebben willen weten. Toen ik studeerde, interesseerde het me absoluut niet of ik daar later een beroep in kon vinden, maar velen kunnen zich tegenwoordig deze luxe van een babyboomer niet meer permitteren.
Niet alleen de bijvakken, ook interesseert de vraag me of het (alleen) gaat om het weten, het kennen van de diverse boeddhistische tradities en hun geschiedenis, of gaat het ook om het beoefenen er van?
De VU is nogal van de inter-religieuze dialoog maar wordt ook aandacht besteed aan de relatie tussen het boeddhisme en het agnosticisme, aan het seculiere boeddhisme dus ?
Of iemand met een bachelor boeddhisme een baan kan vinden: ik zou het niet weten. Maar iemand met een volledige opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger (BGV) mogelijk wel. Dan is een bachelor niet voldoende, dan heb je daarna een master + diploma van een ‘ambtsopleiding’ nodig.
En komen die opleidingen er echt? Zwart op wit?
Al te vaak is aangekondigd door de VU en/of de BZI dat die er komen: eerst zou het in 2011 zijn, toen in 2012 en nu wordt er over 2013 als startdatum van de master gesproken. (Aankondigingen vooral om het ministerie van Justitie te gerieven, is wel eens mijn indruk geweest).
Is die opleiding echt al door de VU bij het ministerie van Onderwijs aangevraagd? Daarover heb ik al een paar keer in mijn blog geschreven, ook deze maand, zie bv hier.
En als die ambtsopleiding er komt, mag dan iedereen die volgen of moet je aangewezen worden door een boeddhistisch leraar? De notitie (hier) van de BZI is niet zo duidelijk daarover.
En wat is de toekomst van de BZI als de toekomst van de BUN zo onzeker is? Zie hier. Doet dat er toe, om BGV-er te worden?

Dinsdag 5 juni van kwart over één tot half zes dus. Luisteren en vragen !
Ik neem aan dat ook anderen dan aspirant-studenten die middag welkom zijn.
Journalisten en bloggers bijvoorbeeld.
Of opgeven (hier ) echt nodig is, weet ik niet.


Update 30 mei
Op de website van Bodhitv is een interview met André van der Braak over deze bachelor-opleiding opgenomen, zie hier.
André stelt dat een afgestudeerde een 'boeddhistische professional' wordt. Wat is dat nu weer?
Iets anders dan 'beroepsboeddhist' kennelijk. maar ook geen 'boeddholoog'. Moet je boeddhist zijn om boeddhistisch professional te worden?

vrijdag 25 mei 2012

Regelgeving geestelijke verzorging in zorgsector, toegepast op het boeddhisme

In m’n vorige blog (zie hier ) uittte ik m’n verbazing dat het georganiseerde boeddhisme het weliswaar vaak heeft over de boeddhistische geestelijke verzorging, maar zich helemaal niet verdiept in wat het eigenlijk in houdt.
Het lijkt er op dat men zich tevreden stelde met het aanbod (aan werk voor BGV-ers) door het ministerie van Justitie en er impliciet van uit ging dat dat in andere sectoren wel op dezelfde wijze zou lukken. Niet dus.
Verder beschreef ik m’n verbazing dat in de overeenkomst van 31 maart van dit jaar tussen de BZI en de VU niet de zaken zijn geregeld die de BZI in haar brief aan de BUN-leden van november 2011 aankondigde, met name de rol van de leraren wordt in de overeenkomst met de VU niet genoemd.

Ik heb me verder verdiept in de wet- en regelgeving over de geestelijke verzorging in de zorgsector.
Het is slechts een begin, want die regelgeving is omvangrijk, en dynamisch vanwege de toenemende markwerking en vermaatschappelijking van de zorg.
De juridische basis voor de geestelijke verzorging ligt in de ‘Kwaliteitswet’, artikel 3 (vet door mij):

KWALITEITSWET ZORGINSTELLINGEN
Artikel 3
De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg. Hierbij betrekt hij de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten/consumentenorganisaties.
Voor zover het betreft zorgverlening die verblijf van de patiënt of cliënt in de instelling gedurende tenminste het etmaal met zich brengt, draagt de zorgaanbieder er tevens zorg voor dat in de instelling geestelijke verzorging beschikbaar is, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de patiënten of cliënten.


Vervolgens gaat het over de vraag wanneer een client/patiënt recht heeft op geestelijke verzorging: alleen bij een verblijf in een instelling (ziekenhuis, verzorgingshuis etc) of ook als deze thuiswonend zorg krijgt.
Het antwoord van de minister: voor degenen die in een instelling verblijven is dat geheel en voor degenen die thuiswonend zorg krijgen is dat in beperkte mate het geval. De minister volgt daarbij het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ)
Ik zou het zo zeggen: men kan – thuiswonend – zelf zorgen voor zijn of haar geestelijke zorg, door contacten met dominee, boeddhistisch leraar, humanistisch raadsman etc.
Voor het boeddhisme speelt dan een rol dat die ‘normale’ geestelijke verzorging nauwelijks bestaat. In het Aziatische boeddhisme heeft de leraar slechts bij uitzondering ook de functie van persoonlijk raadsman, van pastor. In Nederland doen leraren dat soms, uit een grote persoonlijke betrokkenheid, maar regel is dat niet. Dat betekent dat boeddhistisch geestelijke verzorging in instellingen (justitie, zorg etc) niet organisch gegroeid is of kan groeien uit de ‘normale’ geestelijke verzorging in een boeddhistische context. En dus nogal gekunsteld blijft, of hooguit langzaam kan groeien, bijvoorbeeld omdat het in andere Westerse landen zoals de VS een behoorlijke omvang heeft aangenomen. Dat laatste is nu enigszins het geval.


Uit "Kamerstuk 25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT"

(complete brief, zie hier). De minister (Ab Klink) schrijft:
“...
Het CVZ onderscheidt bij de beantwoording van de vraag drie componenten van geestelijke verzorging:
a. Begeleiding bij coping en zingevingsvraagstukken.

[Deze is ...] een normaal onderdeel van de nazorg en begeleiding bij medische zorg. Het is een vanzelfsprekend onderdeel van de zorgverlening om een cliënt te begeleiden bij de verwerking van een probleem en te ondersteunen bij het een plek geven in de persoonlijke belevingswereld ....

b. Het bieden van een vrijplaats.

[Dit ...] houdt in dat de verzekerde met levens-vragen («zaken die hem dwars zitten») bij een geestelijk verzorger terecht kan, los van de instelling of zorgstructuur waarvan hij afhankelijk is. Het CVZ oordeelt dat de noodzaak om een vrijplaats te bieden aan de orde is als de verzekerde voor zijn dagelijks bestaan afhankelijk is van een instelling. ...

c. Begeleiding bij religie en spiritualiteit.

[Deze ...] maakt volgens het CVZ geen deel uit van de zorg die instellingen hoeven te leveren als gekozen is voor zorglevering buiten de instelling ... Mensen in hun eigen woonsituatie zijn in principe zelf verantwoordelijk zich al dan niet aan te sluiten bij een kerk of bij een bepaalde levensovertuiging. De instelling hoeft dus niet te voorzien in het ondersteunen bij religie en spiritualiteit als de zorg op basis van het volledig pakket thuis wordt geleverd.”

.....
“Zoals aangegeven is de verplichting aan instellingen om te voorzien in geestelijke verzorging vastgelegd in de Kwaliteitswet zorginstellingen. Deze wet is van toepassing op zorgaanbieders en regelt dus geen aanspraken van individuele verzekerden. Zorgaanspraken zijn geregeld in de AWBZ en de Zvw. Geestelijke verzorging is geen zorg die is omschreven krachtens deze wetten. Relevante vraag is wel of de in de vorige paragraaf beschreven vormen van begeleiding onderdeel kunnen zijn van de in de wet omschreven vormen van zorg. Dit is wel het geval bij begeleiding bij coping en zingevingsvraagstukken, maar niet bij het bieden van een vrijplaats en begeleiding bij religie en spiritualiteit. Het CVZ geeft aan dat begeleiding bij coping en zingevingsvraagstukken een normaal onderdeel is van de verzekerde zorg. In de curatieve zorg is de begeleiding bij de verwerking en het omgaan met ziekte en behandeling, ook in de extramurale setting, onlosmakelijk onderdeel van de behandeling
.”


Zover ik heb kunnen nagaan, geldt de systematiek van het CVZ nog steeds.
Deze driedeling zou vanuit het boeddhisme gezien kunnen betekenen:
De ‘begeleiding bij coping en zingevingsvraagstukken' (a), hoort bij het boeddhist zijn; wel moet de BGV-er zijn of haar eigen boeddhistische traditie daarbij kunnen overstijgen en vanbinnenuit ook de andere tradities dan de eigen boeddhistische traditie kennen. (Ik leg hier de nadruk op omdat de meeste boeddhisten, inclusief de leraren, in Nederland geen kennis hebben van de andere tradities).
Voor ‘het bieden van een vrijplaats’ (b), geldt hetzelfde; het houdt ook in dat de BGV-er zelf een (mentale) autonomie, nodig om de ander een vrijplaats te kunnen bieden.
Van de ‘begeleiding bij religie en spiritualiteit’ (c), vraag ik me af of dit niet de taak van een boeddhistisch leraar is; en de BZI heeft in haar brief aan de BUN-leden van november 2011 het scherpe onderscheid gemaakt tussen een leraar en een BGV-er (ik citeer: “Door het gebruik van het begrip chaplain wordt de boeddhistisch ambtsdrager nadrukkelijk onderscheiden van de functie van dharma teacher.”). Ik denk dat dit onderscheid van de BZI niet houdbaar is, maar vanuit hun stelling mag een BGV-er deze functie c, ‘begeleiding bij religie en spiritualiteit’ niet uitoefenen. Ook als het wel is toegestaan, dan moet de BGV-er niet alleen de beoefening van de eigen traditie maar ook die van andere tradities beheersen.


Tot slot: in heel de wet- en regelgeving ben ik het begrip ‘zendende instantie’ niet tegengekomen.
Ook in de websites van de landelijke koepels van ziekenhuizen en andere zorg-instellingen wordt niet over een ‘zendende instantie’gesproken; kennelijk speelt zo’n instantie beleidsmatig geen rol.
Zoals ik verleden week schreef lijkt het BZI-bestuur (of door hen aangezochte leraren) in de overeenkomst met de VU slechts een rol te spelen in de curriculum-commissie, en niet bij het erkennen van een afgestudeerde (van master plus ambtsopleiding) als BGV-er.
Een zorginstelling die een BGV-er in dienst neemt, vraagt – zover ik het begrijp – ook niet om instemming van een zendende instantie
Samengevat: een student en afgestudeerde van deze opleiding heeft de BZI niet nodig en heeft ook niets aan de BZI om een baan te vinden in de zorgsector; en de relatie tussen de afgestudeerde BGV-er en zijn/haar boeddhistische leraar is niet duidelijk geregeld.

dinsdag 15 mei 2012

Boeddhistisch Geestelijke Verzorger, wat is dat ? Beschouwing over het beroep en opleiding daartoe

Met het beroep boeddhistisch geestelijk verzorger (BGV) is iets merkwaardigs aan de hand. Er is geen enkel document dat over de inhoud van dat beroep gaat, wat het is of (omdat het grotendeels nog moet starten) wat het zou kunnen zijn.
Zeker, er zijn een aantal stukken die over de inhoud gaan, maar betreffen slechts enkele formele aspecten.
Er is een curriculum-commissie voor de VU-opleiding maar de stukken daarvan zijn niet openbaar.
Daarom wat tastend een overzicht over wat het beroep BGV-er zou kunnen zijn en hoe de opleiding georganiseerd kan zijn. Een blog met veel vragen dus.
Het openbaar worden van de overeenkomst tussen de VU en de BZI van 31 maart jl (zie onder) is de concrete aanleiding, niet op alle antwoorden te wachten.

1. Wat is BGV?
Ik weet het niet, bij voorbaat in ieder geval omdat het iets is dat nog niet bestaat. Is het:
a. Geestelijke verzorging (g.v.) gegeven dòòr een boeddhist?
b. G.v. gegeven ààn een boeddhist?
c. G.v. volgens boeddhistische principes, door wie dan ook aan wie dan ook gegeven?
Ik vermoed dat impliciet vaak mogelijkheid c wordt bedoeld, met element van mogelijkheid a (want het gaat ook om werkgelegenheid)
Maar welke principes dan? Want de boeddhistische tradities verschillen nogal van elkaar, zeker in aspecten die g.v. raken (het gaat toch om meer principes dan die van ‘compassie’ moet ik aannemen)
En geldt dit alles zowel de BGV aan justitiabelen als aan clienten/patienten in de gezondheidszorg, want die wil de BZI ook coveren?
Wat ik tot nu toe in stukken van de BZI (of de VU) heb gelezen, geeft volstrekt geen antwoord op die vragen.


2. Waar kan je BGV-er zijn?
Als we kijken waar, door geestelijk verzorgers van andere religies/levensbeschouwingen, geestelijke verzorging wordt beoefend, dan zijn er vier plekken:

(a) Bij de DGV van het Ministerie van Veiligheid en Justitie
Er zijn sinds 2010 nu 6 parttime BGV-ers in dienst (het Hoofd BGV – Varamitra – is zelf geen geestelijk verzorger); uitbreiding is onwaarschijnlijk.

(b) Bij de krijgsmacht (het Ministerie van Defensie; zie hier)
Er zijn bij sommige beroepsboeddhisten wel eens fantasieën over BGV bij de Krijgsmacht. Ik kan daar kort over zijn: er zullen zeer weinig boeddhisten in het Nederlandse leger dienen; dat is geen probleem, en het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat Defensie er toe zal over gaan BGV-ers in dienst te nemen.

(c) Bij instellingen van gezondheidszorg
De VGVZ onderscheidt zes werkvelden waar geestelijk verzorgers werkzaam zijn: Ziekenhuizen, Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Psychiatrie, Jeugdzorg, Verstandelijk Gehandicapten en Revalidatie.
Als we vergelijken hoeveel geestelijk verzorgers andere religies daar hebben, vergeleken met het aantal van de betreffende religie bij de DGV dan zijn dat er ongeveer vier maal zoveel.
Op deze wijze berekend zouden er enkele tientallen BGV-ers kunnen werken.
Echter: het in dienst nemen gaat in tegenstelling tot bij het Ministerie van Justitie niet centraal: ieder ziekenhuis en andere gezonheidszorgvoorziening is vrij hoeveel g.v.-ers van welke denominatie men wenst aan te nemen. En die denominatie blijkt in belang af te nemen: er wordt primair gekeken naar brede kwaliteit en inzetbaarheid. Steeds minder ook worden g.v.-ers formeel ‘gezonden’; een organisatie als de BZI is ook nauwelijks nodig. Steeds meer is accreditatie van belang (zie hieronder)
Zo zijn er nu ook al (mij bekend) g.v.-ers werkzaam in de gezondheidszorg die boeddhist zijn of daar duidelijke affiniteit mee hebben, maar formeel dominee zijn. Nu heb ik zelf helemaal niets met het Christendom maar mijn indruk is dat ze het goed doen.
Ik ken geen enkel behoefteonderzoek naar BGV in de diverse werkvelden van de gezondheidszorg

(d) Vrijgevestigde geestelijk verzorgers
Dit is een betrekkelijk nieuwe ontwikkeling. Over het aantal is nog niets te zeggen: er zijn er zoveel nodig als er markt voor deze ZZP-ers is. Van een zendende instantie is helemaal geen sprake, wel (althans dat is gewenst) van accreditatie, zie hieronder.
De website van de VU suggereert dat een afgestudeerde ook geestelijk verzorger in het bedrijfsleven of het onderwijs kan worden, daarover heb ik geen verdere informatie kunnen vinden.

Samenvattend:
Als in 2015 of daarna afgestudeerde boeddhistisch geestelijk verzorgers een baan zoeken, maken ze daarvoor bij gezondheidszorg-instellingen de meeste kans. Hoe groot die kans is: geen idee.


3. De eisen van de VGVZ en de SKGV
VGVZ: Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen
SKGV: Stichting Kwaliteitsregister Geestelijk Verzorgers
Vereniging en stichting stellen eisen aan wie men geestelijk verzorger en opleider tot geestelijk verzorger wil noemen. Beide zijn onafhankelijk van levensbeschouwelijke organisaties, van overheden en van zorginstellingen. Zie hier en hier
Wat mij het proberen waard lijkt, is te kijken hoe en waar aan deze beroepseisen de bovengenoemde boeddhistische principes gekoppeld kunnen worden.

Uit de ‘beroepsstandaard’ van de VGVZ (zie hier)
Geestelijke verzorging in en vanuit zorginstellingen is:
* de professionele en ambtshalve begeleiding van en hulpverlening aan mensen bij hun zingeving en spiritualiteit, vanuit en op basis van geloofs- en levensovertuiging en
* de professionele advisering inzake ethische en/of levensbeschouwelijke aspecten in zorgverlening en beleidsvorming
.”

Het “en spiritualiteit” is in een recente versie toegevoegd, voor het boeddhisme relevant! De toelichting daarop (pagina 9) is een aanrader. De eerste zin ervan: “Het begrip spiritualiteit verwijst naar processen van innerlijke omvorming. Spiritualiteit laat zich omschrijven met termen als bezieling, transcendentie, verbondenheid en verdieping. Spiritualiteit betreft niet alleen mensen die een bepaalde religie aanhangen. ...”

Een andere passage uit deze toelichting:
Vanuit en op basis van geloofs- en levensovertuiging
.... Het zal niet altijd en overal mogelijk zijn pluriformiteit optimaal te realiseren. Dit zou kunnen leiden tot versnippering van de beschikbare personeelsformatie voor geestelijke verzorging en dit komt de herkenbare aanwezigheid in en betrokkenheid bij de instelling niet ten goede. Geestelijk verzorgers zijn breed inzetbaar voor patiënten van alle levensbeschouwelijke achtergronden. Dat een geestelijk verzorger staat in dezelfde levensbeschouwelijke traditie als de patiënt kan voor de laatste een meerwaarde hebben.
Wanneer een patiënt vraagt naar een ambtsdrager van de eigen denominatie, verwijst de
geestelijk verzorger hem door naar de desbetreffende collega geestelijk verzorger in dezelfde instelling, mits deze natuurlijk beschikbaar is, of h/zij maakt zonodig afspraken over inzet en eventuele vergoeding van ambtsdragers van buiten de zorginstelling.


Verder wordt (pag. 10) ook de rol van een geestelijk verzorger op het vlak van de ethische advisering van de zorginstelling waar zij of hij werkzaam is, genoemd. Gezien de toenemende euthanasie-discussie ook voor boeddhisten relevant.

Over de opleidingseisen (zie onder) wordt gezegd:
Deze opleidingseisen waarborgen twee belangrijke kwaliteiten van de geestelijk verzorger; namelijk, dat deze
a. in staat is tot tweede reflectie, dat wil zeggen dat h/zij de eigen vooronderstellingen en uitgangspunten onderkent; en
b. dat h/zij breed inzetbaar is, dus ook voor mensen van andere dan de eigen levensbeschouwelijke richting.


Over het ambtshalve karakter van dit beroep:
De geestelijk verzorger heeft als ambtsdrager een identiteit die gelegitimeerd is door een maatschappelijk erkend levensbeschouwelijk genootschap. Die identiteit kan weliswaar worden onderscheiden, maar niet los gezien van de professionaliteit.
Voor de VGVZ is het ambtshalve aspect van belang, omdat het domein van de geestelijke
verzorging (zingeving) nooit 'neutraal' is en altijd vraagt om een positiebepaling van de geestelijk verzorger. De geestelijk verzorger heeft daarbij altijd een open houding naar andere levensbeschouwingen. Een authentieke omgang met de eigen levensbeschouwing is daarvoor noodzakelijk. Het ambt en de eigen spiritualiteit behoren zo tot het hart van de professionele identiteit
.”
Ik hoop dat de BUN te zijner tijd deze en verder boven geciteerde uitspraken voor haar rekening wenst te nemen; vermoedelijk is hierop in BUN-kring tot nu toe niet gereflecteerd.

De SKGV is een onafhankelijke stichting die het beroepsregister van geestelijk verzorgers in zorginstellingen beheert en die beroepsopleidingen (zoals die van de VU) accrediteert.
Ten behoeve daarvan is een toetsingskader vastgelegd, gebaseerd op boven beschreven beroepsstandaard van de VGVZ, zie hier .
Het ‘toetsingskader’ bevat een grote serie noodzakelijk aanwezige kernkwaliteiten; deels kennis, vaardigheden en houding en deels professioneel en (voor ons relevant) ambtelijk. Te veel om op te noemen, maar zeer lezenswaardig.
Verder bevat het toetsingskader een serie Beoordelingscriteria voor initiële opleidingen. Ik neem aan dat de toekomstige VU-opleiding daaraan voldoet; immers de (VU) master Geestelijke Zorg in Organisaties en de master Islamitisch geestelijk verzorger zijn al door de SKGV geaccrediteerd.

Een rijke oogst, vind ik, om boeddhistische principes aan het beroep geestelijk verzorger te koppelen.
Het is nog veel werk, dit precies te doen. Iets voor een scriptie?



4. BGV in andere landen
Ik beperk me, omdat daarover het meeste te vinden is, tot (de opleiding in) de V.S.; de bronnen heb ik nog maar oppervlakkig bekeken.

Buddhist Chaplains Network
De site van een amerikaanse netwerk van boeddhistische chaplains.
Veel pagina’s met omschrijving van wat het beroep is, vakliteratuur enzovoorts.

Buddhist chaplains
Een met bovengenoemde vergelijkbare (waarschijnlijk kleinere) organisatie. Vooral om de persoon van ene Jennifer Block, een Buddhist chaplain in San Francisco.
Van haar is een mooi artikel opgenomen over wat dit beroep in houdt: hier .

Upaya training chaplaincy
Een opleiding onder verantwoordelijkheid van de ook in Nederland bekende Joan Halifax Roshi.
De opleiding biedt “a two-year Certificated Buddhist Chaplaincy Training Program in Prison, End-of-Life-Care, Peacemaking, Youth, Women’s and Environmental Ministry. The training is open to those who wish to be ordained as Buddhist Chaplain Priests, Lay Chaplains, and also those who wish to deepen their understanding of service from the Buddhist and systems perspective.”
Niet helemaal vergelijkbaar met wat men in Nederland onder BGV verstaat, maar wel inspirerend.

Opleiding door de University of the West
Van de Rev. Danny Fisher. De universiteit biedt een opleiding tot Master of Divinity in Buddhist Chaplaincy.
About the Program. The Buddhist Chaplaincy program provides students with the necessary knowledge and skills to excel as Buddhist practitioners working in the field of professional chaplaincy. The program is designed to meet the needs of those who wish to engage in spiritual care and counseling work and become properly trained and certified professionals. The program incorporates the requirements of the Association of Professional Chaplains (APC)”

Opleiding van het Institute voor Buddhist Studies
Ook hun opleiding tot buddhist chaplain refereert aan de eisen van bovengenoemde APC
De beroepsinhoudelijke cursus ‘buddhist chaplaincy’ is uitbesteed (als ik het goed begrijp) aan het ‘Sati Center Buddhist Chaplaincy Training Program’, zie hier .

Naropa, het beroemde (of beruchte) instituut ooit opgericht door Chögyam Trungpa biedt o.a.: “The Master of Divinity degree prepares people for professional work in the fields of pastoral care, Buddhist chaplaincy and/or interfaith chaplaincy, dharma teaching and community development. This three-year program is firmly grounded in Buddhist Studies concerning both its philosophy and its practice of meditation practice, and strongly emphasizes an interreligious approach to individual and community care, and a pluralistic view of working with life and diversity.” Zie hier.
Eén onderdeel is apart het vermelden waard: “Interfaith Pastoral Care Training — the ability to serve the spiritual and human needs of a diverse community in a ministerial/chaplaincy role while embodying the principles and practices of one’s primary tradition”.

In deze bronnen heb ik diverse flarden gevonden van boeddhistische principes die ook bruikbaar zijn voor het beroep BGV in Nederland, maar niet systematisch genoeg om daar een rijtje van te maken. Misschien iets voor een scriptie?

Als zijlijn, een voorbeeld van activistische ‘chaplains’ komt uit de Occupy-beweging in de VS verleden jaar waar ook chaplains (in opleiding) zichtbaar actief waren, zie de jizochronicles. Ik hoop dat ook in Nederland het durven uitsteken van de nek onderdeel van een BGV-opleiding zal zijn.


5. De VU-opleiding voor BGV-ers of Boeddhistische Ambtsdragers
Hierover heb ik eerder geschreven, zie hier .

Van belang is de 'Update BZI - november 2011' zoals te vinden op de website van de BUN, het stuk geaccepteerd door de BUN-ledenvergadering. Een citaat:
Ambtsopleiding boeddhisme ...
Het huidige plan is om aan een eenjarige masteropleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger een (internationale) eenjarige boeddhistische ambtsopleiding te koppelen. Dit extra jaar stroomlijnt de opleiding inhoudelijk met die van andere religies, wat de VU noodzakelijk acht, gelet op de gelijkschakeling van de beroepsprofielen van pastoraal werkers, en geestelijk verzorgers in Nederland.
Meer dan de bachelor/master opleiding zal deze ambtsopleiding onder toezicht komen te staan van erkende Boeddhadharmaleraren in Nederland. De VU blijft echter verantwoordelijk voor de inhoud en het niveau van het onderwijs. Afgestudeerden van deze opleiding krijgen dan ook alleen het predicaat van “buddhist chaplain” met de uitdrukkelijke toestemming (zendingsbrief) van de leraar in de traditie waar de student zich bij aangesloten heeft. Deze studenten zullen worden ingeschreven in een ambtsregister.
Omdat voor academisch geschoolde ambtsdragers in het boeddhisme geen pasklare term voorhanden is, zal de internationaal gangbare term chaplains worden overgenomen. ...
Door het gebruik van het begrip chaplain wordt de boeddhistisch ambtsdrager nadrukkelijk onderscheiden van de functie van dharma teacher. ....



6. Hoe verhoudt deze intentie (waar de ledenvergadering van de BUN november 2011 zonder discussie mee ingestemd heeft) zich met de overeenkomst tussen de VU en de BZI, gesloten 31 maart 2012 ? (zie hier )
Eigenlijk komen de geciteerde punten uit de ‘Update’ van november 2011 helemaal niet aan de orde in de ‘overeenkomst’.

[Terzijde: de ‘overeenkomst’ spreekt in punt 1.2 over een “... aanvullende brief van het Bestuur van de BUN van 16 januari 2012.”; aanvullend op het – ongetekende – delegatiebesluit van 3 april 2009. Deze aanvullende brief is echter niet gepubliceerd]

Er staat bv in de overeenkomst: “1.4, De studenten van de (ambts)opleiding schrijven zich in bij de VU.”; de ‘boeddhadharmaleraren’ (ik vind het een raar en te lang woord) lijken geen rol te spelen bij deze inschrijving.
Wat er gebeurt met de afgestudeerden, komt in de overeenkomst niet aan de orde. De opvatting van de BZI (en van BUN): “afgestudeerden van deze opleiding krijgen dan ook alleen het predicaat van “buddhist chaplain” met de uitdrukkelijke toestemming (zendingsbrief) van de leraar in de traditie waar de student zich bij aangesloten heeft” komt in de overeenkomst niet voor. Dat kan ik me voorstellen: een student afhankelijk maken van de beslissing van één persoon over een paar jaar is juridisch nogal gammel; daar waagt de VU zich niet aan, denk ik.
Het toezicht van de “Boeddhadharmaleraren“ kan hoogstens vorm krijgen in de uitgebreid omschreven ‘curriculum-commissie’ maar komen daar, als ik de overeenkomst begrijp, niet expliciet in voor.
Komt er, zoals gebruikelijk is bij protestante ambtsopleidingen nog een apart ‘kerkelijk examen’ na het universitaire examen? Daarover zwijgt de overeenkomst.


Dat brengt me bij een andere vraag en een verwant thema:
7. Hoe verhoudt de intentie (van VU en BZI) voor een aldus vormgegeven ambtsopleiding zich met de intentie van de Minister van Onderwijs bij de subnsidieregeling waarvan de VU/BZI gebruik willen maken?
De 'overeenkomst' noemt de regeling (HO&S 2010/214378; juli 2010). Politiek is het bekend als Kamerstuk 31821 nr. 80. (zie hier ).
De regeling geeft als definitie “Ambtsopleidingen zijn opleidingstrajecten tot ambtsdragers of voorgangers in een geloofsovertuiging.”
Dat is merkwaardig: de ‘Update’ van de BZI uit november 2011 benadrukt nu juist dat de beoogde ambtsopleiding géén ‘voorgangers’, (het protestant-christelijke woord voor ‘leraren’) opleidt.
De vraag is dus of de gewenste opleiding wel uit de subsidieregeling van het ministerie van Onderwijs, bedoeld in de overeenkomst, gefinancierd mag en kan worden.

Al eerder heb ik het ministerie daar vragen over gesteld (zie m’n blog ) Het antwoord dat ik 27 juni 2011 ontving, luidde:
Het antwoord op uw eerste vraag is dat er bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geen verzoek loopt voor financiering van een opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger. Dat maakt het antwoord op de overige vragen overbodig.
Wat betreft de informatie die u nog in uw brief verstrekt: die zal – net als de informatie die u eerder verstrekte - bij de behandeling van een eventueel verzoek om financiering in de overwegingen worden meegenomen.

Eén van m’n vragen was en is hoeveel boeddhisten er volgens de VU er in Nederland zijn: minder dan 75 duizend, meer dan 150 duizend of daar tussen in: een aantal, bepalend voor de hoogte van de mogelijke subsidie. En zal het Ministerie de VU geloven als die – op gezag van de BZI – stelt dat er bv 170 duizend zijn?
Misschien kan het ministerie nu antwoord geven op deze vragen.
Want dit mag toch wel openbaar zijn?


8. Tot slot herhaal ik een suggestie, in februari gedaan:
Als het twijfelachtig blijft of er echt behoefte is aan expliciete boeddhistisch geestelijke verzorging in de gezondheidszorg,
en als het twijfelachtig blijft of een door de VU te starten ambtsopleiding er in 2013 kan komen,
en als het twijfelachtig blijft hoe de bestuurlijke toekomst van BUN en BZI er uit gaat zien,
zou het veel logischer zijn en minder verspilling van middelen betekenen als er een
korte applicatiecursus boeddhisme voor reeds gediplomeerde en in de zorgsectoren werkzame geestelijk verzorgers in plaats van de eigen master zou komen. Formeel heet dat ‘bij- en nascholing', zie hier .
Iets voor de VU misschien?

En incidenteel kunnen dan daarnaast – net als nu – zorginstellingen boeddhistische leraren op afroep vragen geestelijke verzorging aan een van hun clienten of patiënten te geven.


Update van 20 mei
In oktober dit jaar verschijnt het (mij bekende) eerste boek specifiek gewijd aan BGV:
"The Arts of Contemplative Care", bij Wisdom Books

Synopsis:
Due October 2012. This work collects the voices of pioneers in the exciting new domain of vocational Buddhism. This anthology captures the richness and diverse practices of socially engaged Buddhism within the context of the fields of chaplaincy and ministry that until recently were dominated primarily by Judeo-Christian faith traditions. The stories in this volume reveal to the reader how the practices and concepts of the Buddhist tradition are uniquely suited to nourishing both those who give and those who receive care. This book will inspire readers to apply their spiritual practice in engaged contexts and will provide nourishment to those called to serve as caregivers.

"This inspiring collection marks the coming of age of Buddhist chaplaincy. It will be the principal handbook for such ministries in the years to come." Christopher Queen, editor Engaged Buddhism in the West.

"A must-read for caregivers - a treasure trove of practical wisdom." Fleet Maull, founder of the Prison Dharma Network and National Prison Hospice Association.

"Destined to become the core text of Buddhist chaplaincy. A radical and wise offering to the world." Noah Levine.

donderdag 10 mei 2012

Twee aankondigingen van studiedagen komende maand en een voor- en na-aankondiging

Hoewel een paar leveranciers van studiedagen het af laten weten, zoals ik in m’n vorige blog beschreef, (zie hier ), twee initiatieven door niet-boeddhistische (!) organisaties.
Bij beide initiatieven speelt André van der Braak een rol, jaja, het boeddhistische wereldje is klein.
Ook noem ik nog twee andere zaken.

I. Lezing op 4 juni bij de VU door Brian Victoria over de rol van het Boeddhisme en haar betrokkenheid bij oorlog en geweld
De lezing en aankondiging (zie hier ) is in het Engels, daarom zie ik af van het vertalen van citaten uit deze uitgebreide aankondiging.
De tweede titel van de lezing luidt : Zen as a Cult of Death in the W.W. II Writings of D.T. Suzuki
Met zijn geruchtmakende boek ‘Zen at War’ heeft Victoria bewezen daarvoor de aangewezen man te zijn.
Ik hoop alleen dat hij zich niet beperkt tot de betrokkenheid van het Zen-boeddhisme bij oorlog en geweld. Het zou best eens kunnen dat hij ook een en ander weet over deze betrokkenheid in andere landen en bij andere boeddhistische tradities (Sri Lanka is een voorbeeld)
Ik ga André van der Braak vragen of Brian Victoria dat ook aan de orde wil stellen.


II. Symposion op 2 juni bij de Rosenkruisers in Bilthoven over “Alle verandering komt tot rust in Boeddha, de geest van het universum”
Voor de volledige aankondiging, zie hier
Ik citeer de aankondiging van de twee te houden lezingen:
"ANDRÉ ROUMEN
Boeddha, de geest van het universum
Boeddha doorzag ons bestaan als een wielwenteling van ontstaan en vergaan, als een wordingsproces waarmee ons lijden onlosmakelijk is verbonden. Verlossing van de wielwenteling vereist een inkeer in de kern, om zo deel te krijgen aan de Boeddha-natuur, die heel het universum doordringt. Zo kunnen we de keten van oorzaken die ons bewustzijn en ons bestaan in stand houden, doorzien en doorbreken. Als onwetendheid zo plaats maakt voor een nieuw bewustzijnslicht, keren we terug in de geest van eenheid, de Boeddha-natuur, de geest van het universum.
ANDRÉ VAN DER BRAAK
Dharma, de bevrijdende leer die leidt tot wijsheid voorbij alle wijsheid
De leer van Boeddha gaat primair over de bevrijding van de mens uit de gevangenschap in het wentelende rad van geboorte en dood. Boeddha formuleerde het achtvoudige pad om mensen in staat te stellen geleidelijk onwetendheid op te heffen, geen negatief karma meer te creëren en nirvana te bereiken. Het mahayana-boeddhisme (het grote voertuig) legt een ander accent. Daarin gaat het vooral om de vervolmaking van wijsheid, om het realiseren de wijsheid voorbij alle wijsheid. We kunnen de werkelijkheid hooguit benaderen. De werkelijkheid zelf is onbegrijpelijk en onuitsprekelijk. Hoe kunnen we komen tot een dergelijke paradoxale wijsheid voorbij alle wijsheid?
"

Ik krijg het gevoel dat de initiatiefnemers het boeddhisme in haar veel vormigheid wel wat selectief bekijken en het interpreteren in de richting van hun eigen Rozenkruis-filosofie. Hopenlijk dat André ook de boodschap van dukkha voor het voetlicht brengt, ook andere invullingen van het boeddhisme noemt, het niet alleen over wijsheid voorbij alle wijsheid heeft maar ook de eerste vijf paramita’s bespreekt.
Niettemin: een waardevol initiatief.


III. Vooraankondiging van een studiedag in september over “Hoe moet het verder met het georganiseerde Boeddhisme?”
Het jaar 2012 lijkt het jaar van de waterscheiding te worden t.a.v. het georganiseerde boeddhisme in Nederland. Hoe de kaart er – na de ledenbevergadering van de BUN op 9 juni en de evaluatie door het KASKI – er vandezomer uit gaat zien, is niet goed te voorspellen, maar hij kan wel eens anders uit zien dan nu.
Om dat duidelijk te maken, kan ik het makkelijkste mezelf citeren, een reactie in *openboeddhisme* (zie hier ):
Terecht schrijft de redactie: ‘Zodra komt vast te staan dat de BUN niet aan deze eisen voldoet, of dat zij zelf aangeeft haar bestuurlijke verantwoordelijkheid niet langer te kunnen dragen, komen de BOS en BZI in gevaar. Dit vloeit voort uit de toepasselijke wet- en regelgeving.’
Het gevaar voor de BOS is tot nu onderbelicht gebleven. Het is niet denkbeeldig. In 2010 gaf het Commissariaat voor de Media (CvdM) de Nederlandse Moslim Omroep geen zendtijd meer omdat niet duidelijk was welk religieus genootschap deze omroep nu eigenlijk droeg.
Dit besluit was gebaseerd op artikel 2.42 Mediawet:
‘Het Commissariaat kan eens in de vijf jaar kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag aanwijzen voor het verzorgen van media-aanbod op kerkelijk of geestelijk terrein. Voor aanwijzing komen slechts genootschappen in aanmerking die representatief geacht kunnen worden voor een in Nederland aanwezige kerkelijke of geestelijke hoofdstroming.’
Kan een noodverband van een nieuwe, snel opgerichte koepelorganisatie de BOS helpen?
Het CvdM zal de bezwaren daartegen ongetwijfeld serieus nemen. Die komen er zeker, niet alleen door organisaties en personenen maar ook door feiten: ontbrekende representativiteit.
Toch is het omvallen van de BOS geen argument om de BUN te continueren.
Er is een andere oplossing die tegelijk rekening houdt met de eis van de minister dat bij een fusie van de BOS een onafhankelijke programmaraad het boeddhistische gehalte van de programmering bewaakt.
De huidige participatieraad (PAR) is statutair onvoldoende geregeld. Ik heb in november 2011 voorstellen gedaan deze regeling te verbeteren.
Wellicht accepteert het CvdM de vernieuwde PAR (die waarschijnlijk beter een rechtspersoon kan worden) voor de komende drie jaar als opvolger van de BUN.
Volgens mij moet nog deze maand een begin met deze oplossingsrichting worden gemaakt.
Succes is niet gegarandeerd, maar het is een mogelijkheid. Míts belangenverstrengeling dit keer voorkomen wordt.”


Het lijkt me een goed idee over een en ander een studiedag te organiseren. Op een zaterdag in september dit jaar bv, in het midden van Nederland (nader te bepalen).
Samen met anderen; wie?
Misschien ook wel niet door mij, maar vooral of alleen door ‘verse boeddhisten'.
Dus meld u / je aan !


IV. Nog even terugkomen op een puntje uit m’n vorige blog over ditjes en datjes.
Een soort na-aankondiging eigenlijk.

Ik noemde het uitkomen van het eindrapport van de Werkgroep de Lotusbloem (zie hier ).
Inmiddels heb ik het gelezen en heb er inmiddels twee reacties op gegeven, waarbij ik het wel kan laten.
Aan het bestuur van de BUN (waarvan ik het rapport kreeg omdat ik een van de geinterviewden ben) schreef ik:
Ik heb er begrip voor dat niet al mijn suggesties in het gesprek dat ik begin dit jaar met de werkgroep heb gevoerd, in dit eindrapport zijn opgenomen (eigenlijk geeneen, dat komt door het uitgangspunt genoemd op pag 26 ‘We gaan uit van de bestaande organisatorische context’)
Maar speciaal vind ik het wel jammer dat niets gedaan is met mijn suggestie
de BUN biedt alsnog excuus aan aan het Commissariaat voor de Media voor het feit
. dat zij in 2009 en 2010 is meegegaan met de claim als zouden er in Nederland
. ruim 900.000 boeddhisten inclusief personen met sterke affiniteit tot het boeddhisme zijn'
. ”

Aan de onderzoekers van het KASKI, die op dit moment de BUN als zendende instantie evalueert, en die ik recent informeerde over allerlei interessant nieuws (bv in *openboeddhisme*), schreef ik:
Mijn persoonlijke mening, die ik inmiddels met anderen heb gedeeld, over de stand van zaken, na kennisneming van dit rapport :
Te weinig en te laat; het werkgroep-rapport gaat nog uit van de fictie dat de BUN een bestuurde vereniging is.”

zaterdag 5 mei 2012

Ditjes en datjes, Brian Victoria en de VU; BOSbestuurders, BoeddhaMagazine, SVB en BUN

Wat diverse korte berichten, kommentaren en aankondigingen

Brian Victoria 4 juni in Amsterdam
De website van de faculteit Godgeleerdheid van de V.U. bevat een vooraankondiging van een (engelstalige) lezing van Brian Victoria over Daisetz Suzuki. Te houden op 4 juni; het is een vooraankondiging, tijd en plaats (ik denk: het V.U.-gebouw) staan nog niet vermeld. Dat komt waarschijnlijk nog.
Brian Victoria, hier aangekondigd als professor and Soto priester, is vooral bekend door zijn boek ´Zen at war´, waarin hij als een van de eersten de deelname van sommige vooraanstaande Zen-meesters aan Japanse oorlogsmisdaden beschreef en benoemde. Zie Bol.com
Nog steeds is (in mijn strenge Theravada-opvatting) het Zen-boeddhisme, ook in Nederland, wat gemakzuchtig als het gaat om de persoonlijke ethiek. Zo zegt een hedendaags sensei `In absolute zin heeft zen niets met ethiek te maken. Vanuit het absolute perspectief gezien - vanuit de onbepaaldheid van de ervaring - is er geen slachtoffer, geen dader en geen daad. Er is alleen maar dit: dit precies zoals het is, zo, open, onbepaald en ononderscheiden. Als er geen daad is, dan is er ook geen ethiek.´ In relatieve zin heeft zen wel met ethiek te maken, zo vervolgt hij, maar eerlijk gezegd begrijp ik niet veel van dat betoog (zie hier).

Hoe zit het met de master-opleiding bij de VU? En is die straks nog relevant?
Mogelijk en hopenlijk deelt de Faculteit der Godgeleerdheid ook gelijk snel mee of ze echt in september 2013 wil gaan starten met de opleiding voor boeddhistisch geestelijk verzorger, in de vorm van een master plus ambtsopleiding. Heeft de faculteit daartoe al een aanvraag bij het ministerie van Onderwijs gedaan, bestaat het potje voor het financieren van ambtsopleidingen eigenlijk nog wel?
Zonder die ambtsopleiding blijven de september dit jaar startende bachelor en pre-master in de lucht hangen.
En komt die opleiding er toch als over een maand zou blijken dat het ministerie van Justitie en de BUN er geen behoefte meer aan hebben? De besluitvorming over het KASKI-onderzoek is immers nogal ongewis. Zie mijn blog uit april en een serie publikaties in *openboeddhisme* over deze evaluatie.

De Boeddhistische Omroep Stichting en een niet-autonoom bestuur
De BOS zoekt leden voor haar Algemeen Bestuur, zo vermeld de BOS-website deze week:
Met deze advertentie is wat merkwaardigs aan de hand.
Alleen het begin al: `De BOS is een omroep op levensbeschouwelijke grondslag die voor een breed publiek toegevoegde waarde wil bieden door op een niet-dogmatische manier te inspireren en informeren over boeddhistische thema’s en inzichten.`
Doordat er niets in staat over het feit dat de BUN de houder is van de zendmachtiging en niets over het feit dat de BOS door de minister gedwongen is te fuseren met, of eigenlijk: op te gaan in, de VPRO of de NTR, wordt ten onrechte de indruk van een autonome omroepstichting gewekt.
Dat de relatie met de zieltogende BUN niet wordt genoemd, is een lang bestaand gebrek, maar ook de opgelegde opheffing van de BOS als zelfstandige stichting blijft ongenoemd. Zie mijn eerdere blog daarover.
En dan de missie van de BOS: ´toegevoegde waarde ... bieden´. Welke waarden zijn er dan en wat wordt daar dan aan toegevoegd? Het is een leeg economistisch taalgebruik. En met de kijkers-luisteraars ´informeren over boeddhistische themas´ wordt het moeten zijn van een boeddhistische omroep wel heel minimalistisch ingevuld.
Ik ben benieuwd wat voor een type boeddhisten naar deze bestuursfuncties gaan reflecteren.
Pikant is ook dat tegelijkertijd de directeur van de IKON (ook een 2.42-omroep) is vertrokken, als gevolg van de fusie van de IKON met NCRV/KRO/RKK.

BoeddhaMagazine, de blog
Na een aankondiging en een probeersel begin februari van dit jaar is eind april een nieuw blog actief geworden: boeddhamagazine.wordpress.com; zie hier.
Tot nu toe hebben twee schrijfsters bijdragen geleverd: Connie Franssen (die achteloos, al te achteloos, Peter Sloterdijk citeert) en Moniek Zuidema (die een blog als een lang twitter-bericht ziet).
Dorine Esser en Frank Uyttebroeck fungeren als coaches, gezien het twitterverkeer tussen hen en de schrijfsters.
Ik weet nog niet precies wat ik aan dit blog heb.
Wie gaan er allemaal in schrijven?
En wat is precies de relatie met BoeddhaMagazine, het blad? Komen de twee media naast elkaar of gaat het blog het blad (op den duur) vervangen? Moet er gezien de relatie met Asoka ook geen geld mee verdiend worden, op den duur? Op de website van ´Boeddha Magazine´, d.w.z. de website van Asoka, d.w.z. de website van Milinda Uitgevers, wordt er niet naar dit blog verwezen. Komt misschien nog.
Wordt het ook een beetje journalistiek, of blijft het alleen persoonlijke expressie-verhalen bevatten?
Desalniettemin: hartelijk welkom in de blogosfeer.

En is er ook een relatie met De Verlichting? Een ander volgens de geruchten aangekondigd internet-magazine, ook met wortels in het blad Vorm&Leegte?
[Nagekomen, in de recente Nieuwsbrief van de BUN-voorzitter van vandaag lees ik:
Het Boeddhistisch Dagblad
Er is opnieuw een initiatief tot een nieuw digitaal platform over boeddhisme. Joop Hoek, tot voor kort auteur van BoeddhaMagazine, en mede-initiatiefnemer Maarten Barckhof, communicatie-specialist, hopen eind mei het eerste nummer Boeddhistisch Dagblad gereed te hebben. De journalistieke redactieformule van dit digitale tijdschrift is op boeddhistische leefregels als het juiste spreken geschoeid.

De naam is dus geworden http://boeddhistischdagblad.nl/ en niet De Verlichting
Als het eerste nummer uit komt, bespreek ik het ongetwijfeld, en juist]

De Stichting Vrienden van het Boeddhisme (SVB)
Van bevriende zijde (ik ben zelf geen donateur meer) hoorde ik dat het bestuur van de SVB dit voorjaar een brief aan haar donateurs heeft gestuurd.
De SVB ziet (definitief ?) af van het organiseren van halfjaarlijkse studiedagen, tot een jaar jaar geleden de belangrijkste functie van deze stichting (waarvan ik nog een korte tijd bestuurslid ben geweest).
De functie van de SVB is nu feitelijk nog alleen, het ‘subsidiëren' (in dit geval een wat merkwaardige term) van Asoka bij het uitgeven van vertalingen van de Pali Canon, vertalingen door Rob Janssen en Jan de Breet, bestuursleden van de SVB.
Verder participeert men, met de BUN, in een werkgroep die een ‘Nederlands Boeddhistisch Archief’ gaat oprichten.
SVB en BUN hebben wat mij betreft nog een gemeenschappelijkheid: twijfel over de zin van hun bestaan; en eigenlijk al geen twijfel meer.

Vers van de pers: het eindrapport van de (BUN)Werkgroep Lotusbloem is uit
Het rapport is openbaar en is sinds 9 mei (in geupdate versie) tevens te vinden in de nieuwsrubriek van Boeddhisme.nl, zie hier
Ik ga het eerst maar eens lezen. En kom er ongetwijfeld op terug.