donderdag 27 augustus 2015

O nee, onze methode is geen religie, dus geen ethiek bij vipassana. Klopt dat? Fronsdal's analyse. Pleidooi voor ethische meditatie-vormen en nascholing

In m'n blog van 1 augustus constateerde ik dat de vipassana van Mettavihari geen ethische dimensie had, ik noemde deze methode het Nobele Eénvoudige Pad en zette daar tegenover het Nobele Achtvoudige Pad, inclusief o.a. samatha-meditatie en ethiek.
Maar Mettavihari is niet de enige die deze benadering koos.
De bekende Birmese leraar U Silananda antwoordt bv op de vraag (in Q&A 6 ):
Do I have to be a Buddhist to practice Vipassana?: There is nothing which can be called particularly Buddhist in Vipassana meditation. There is no element of religion. It is a scientific investigation and examination of yourself.

Waarom het zo erg zou zijn als vipassana wel als religie, d.w.z. als onderdeel van het beoefenen van een religie, zou worden gezien, wordt niet duidelijk. Wel dat het kind met het badwater dreigt te worden weggegooid: geen religie, dus geen ethiek, het gaat om een wetenschappelijke, ik zou zeggen: om een technische, methode. Is hij bang dat Westerlingen zo'n afkeer van religie (bv van de christelijke) hebben, met haar ge- en verboden, dat hij ze wil bezweren dat daar hier geen sprake van is?
Maar misschien interpreteer ik Silananda niet goed. Want hij zegt ook (Q&A 8):  “Also in Theravada Buddhism, purity of morals is emphasized because without pure moral conduct, there cannot be good concentration or peace of mind.“  Alleen vertelt hij niet, hoe je dat beoefent, hoe je die 'purity' verwerft. Een typische monniken-opmerking waar je als leek weinig aan hebt.

Een andere, door degenen die bij hem gemediteerd hebben geroemde leraar is U Pandita. Sila zou in zijn retraites veel meer aandacht krijgen, verbonden met de meditatie.
Dat kan zijn maar zijn tekst hierover, weergegeven in Bijlage 1 maakt op mij geen diepe indruk. Het is een tegenstrijdigheid waar ook Gil Fronsdal (hieronder) op wijst.

Natuurlijk, je wordt geacht je aan de vijf voorschriften te houden (wel van boeddhistische oorsprong en dus religieuzer dan sommigen kennelijk lief is): (1) niet doden, (2) niet nemen wat niet gegeven is, (3) geen seksueel wangedrag, (4) niet incorrect spreken en (5) geen verdovende middelen.
En tijdens een retraite - bij sommige leraren - aanvullend aan de acht voorschriften: helemaal geen seksuele activiteiten, (6) niet eten na twaalf uur 's middags, (7) geen vermaak of opsmuk en (8) geen luxueus bed.
Maar die 'voorschriften neem je aan', je wordt geacht je er aan te houden (en je leraar ook !), maar er wordt niet verder over gesproken, je hoeft ze niet te oefenen om ze te beoefenen, lijkt het wel. Behalve dan dat niet eten na twaalven, dat is een helder en concreet voorschrift maar in mijn opvatting over wat 'ethiek' is, geen ethisch voorschrift, meer heilzame voorwaarde t.b.v. de meditatie.

Thich Nhat Hanh heeft trouwens een fraaiere term dan (de 5 of meer) 'voorschriften', hij spreekt van 'Aandachtsoefeningen '. Hier de Vijf ; en hier de Veertien .

Toch wordt ethiek, met name de laatste maanden in de Nederlandse vipassana-wereld belangrijk gevonden. Maar dan blijkt het te gaan over 'grensoverschrijdend gedrag' van de leraar, niet over door de mediterende beoefende sila als één van de drie themagebieden die permanent in en buiten een retraite aan de orde zijn, naast samadhi en panna.
De drie padfactoren van sila, onderdeel van het Achtvoudige Pad, zijn:
juist spreken, juiste activiteiten en juiste levensonderhoud: deels overlapping en deel uitbreiding van bovengenoemde 'voorschriften'. Zie voor details bijlage 2

Zwart wit is het niet. Zo beschrijft bv Peter Baert (een van de veertien Mettavihari-leerlingen-leraren) in een artikel ( Bron: hier ) waarin hij mindfulness en vipassana vergelijkt:
Daarnaast besteedt het Boeddhisme en dus ook Vipassana veel aandacht aan de ethiek, die er op neer komt dat je bij de anderen - mensen , dieren en natuur - geen schade aanricht en -positief geformuleerd - de intentie heb om het goede te doen. Dit doe je in het dagelijks leven. Dana ( vrijgevigheid) is een belangrijk facet in je gedrag met anderen. Zonder de beoefening van ethiek, wordt het meditatie proces aanzienlijk bemoeilijkt.
Dat is een beginnetje, maar ethiek is voor mij toch wel iets meer als 'het goede doen'.
'Niet zwijgen als men moet spreken' (en dat verwijt ik de 14 leraren en een aantal SIMmers-niet-leraren), hoort er bv ook bij.

=======================================================================

Een Amerikaanse publicatie over dit onderwerp brengt ons misschien verder.
Een eyeopener was voor mij  dit artikel , uit 2002 al weer:
'Virtues without Rules: Ethics in the Insight Meditation Movement ' door Gil Fronsdal (de leraar met de meest uitgebreide verzameling Dharmatalks en Guided meditations; hier ) .

Fronsdal heeft voor deze studie vooral het werk van de voorlieden van de IMS en Spirit Rocks bestudeerd. Een samenvatting van zijn studie in de vorm van vertaalde citaten.
Hij meldt dat Joseph Goldstein in z'n eerste boek (uit 1976) over meditatie het nauwelijks over ethische zaken heeft, alleen heel kort de vijf 'voorschriften' en de 'perfecties' noemt. Goldstein benadrukt daarentegen zijn geloof dat 'als je bewust bent, is er automatisch de juiste actie.'
In latere teksten is er wel wat meer belangstelling voor ethische zaken, maar dan gericht op het doel van de (meditatie)beoefening: het uiteindelijke doel heeft ook een ethische component, bepaalde morele deugden en gedrag dat wordt verwacht.
Als voorbeeld voor de geringe belangstelling, zeker tot eind negentiger jaren, voor ethiek en de 'voorschriften' in het bijzonder noemt hij het voor de inzichtsmeditatie gezaghebbende tijdschrift Inquiring Mind. Vanaf de oprichting in 1984 verscheen hierin tot 1999 geen enkel artikel over de 'voorschriften'! Een buitenstaander die zich verdiept in de vipassana, zou gemakkelijk kunnen concluderen dat de 'voorschriften' geen rol spelen in het leven van een gemiddelde beoefenaar.

Een uitzondering is de rol in retraites. Ze worden meestal geïntroduceerd en kort besproken tijdens de openingszitting, waarbij van alle deelnemers wordt verwacht dat zij zich plegen te houden aan de vijf voorschriften voor de duur van de retraite. De vijf voorschriften worden gewoonlijk zodanig aangepast, dat de derde voorschrift wordt: volledig celibaat tijdens de retraite. Vanwege het intensieve meditatie schema en de nagenoeg volledige afwezigheid van spraak tijdens de retraites, is het voor de meeste mensen het retraite-format zelf, en niet de voorschriften, dat hun gedrag afbakent.
Tussen de leraren zijn er aanzienlijke verschillen in of en hoe de 'voorschriften' aan de orde gesteld worden. Sommigen noemen ze met grote regelmaat, terwijl anderen er nauwelijks aan refereren.

Een ander thema van deze studie van Fronsdal: wat wordt bereikt door zich aan de 'voorschriften' te houden?
Hij constateert een duidelijke verschuiving in de rol van de ethiek zoals gezien door de Inzichts meditatie beweging. Met name de vroege literatuur van de beweging benadrukte hoe het er mee bezig zijn van betekenis was voor het soteriologische pad van de beoefenaar. In de latere literatuur, de nadruk ligt op hoe ethisch leven heilzaam is voor anderen.
Nergens in deze (Amerikaanse) literatuur vindt enige vermelding plaats van het mogelijke effect van de 'voorschriften' op iemands toekomstige wedergeboorte; dit in sterk contrast met de traditionele ethische leer gevonden onder Aziatische Therava leraren.

In een tekst van Salzberg wordt uitgelegd dat ethisch gedrag ontstaat als een uiting van de motivaties van niet schaden en innerlijke toestanden van mededogen en liefde. In Steven Tipton's typologie van stijlen van ethische evaluatie, is dit 'expressieve ethiek' die 'vooral gericht op de gevoelens van de agent, de gevoelens van anderen om hem heen, en aan de specifieke situatie zelf waarin ze vinden. Deze ethiek kan ook 'relationeel' worden genoemd, omdat het gedrag wordt bepaald door onze relatie met anderen en de wereld. Deze expressieve en relationele framing van de voorschriften wordt ook gevonden in de geschriften van Steven Armstrong en Christopher Titmuss.
Gebagatelliseerd of afwezig is bij deze latere schrijvers elke overweging van een op persoonlijk nut gerichte reden voor het beoefenen van leefregels, zoals benadrukt in Goldstein's en Kornfield's vroege geschriften. Het gaat nu om de onderlinge verbondenheid en gevoeligheid ten opzichte van anderen. Salzberg zegt: moreel gedrag is de weerspiegeling van onze diepste liefde, zorg en bezorgdheid.
Hiermee nauw verbonden is een visie van onderlinge verbondenheid. Op die manier kan Titmuss schrijven: moraal vloeit voort uit het besef van de interconnectie. En Salzberg schrijft: onze diepste inzichten in geluk en goedertierenheid, evenals de perceptie dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, geven aanleiding tot een natuurlijke neiging die probeert te handelen overeenkomstig de voorschriften.

Deze expressieve en relationele motieven voor de voorschriften ligt dicht bij de Westelijke 'deugden-ethiek' waarbij ethisch gedrag wordt beschouwd als de expressie van het karakter van een persoon. Herhaaldelijk vertellen de Insight Meditation leraren dat als karakter en deugd worden ontwikkeld, ethisch gedrag automatisch volgt.
De implicatie van het leerstuk dat een persoon met een geestelijk ontwikkeld karakter en inzicht
van nature ethisch zal handelen, is dat voor een dergelijk persoon de 'voorschriften' zelf overbodig worden. Harrison zegt dat dit het meest expliciet: De Boeddha zei dat als we aandachtig genoeg zijn ["deeply established in awareness"], de 'voorschriften' niet nodig zijn.
Samenvattend: ondanks de verschillen tussen de (Amerikaanse) leraren worden de 'voorschriften' gebruikt als aanvullend op de centrale focus van de Inzichts Meditatie beweging: gericht op mindfulness en beoefening van de meditatie.

De langste en meest intensieve vipassanā opleiding aangeboden door de Insight Meditatie beweging is de drie maanden retraite van IMS elke herfst. In januari 2000 vroeg ik een vrouw die de drie-maanden retraite had gevolgd, hoeveel de 'voorschriften' besproken waren. Zonder aarzeling antwoordde ze: de hele tijd. Maar dan, daarop reflecterend, corrigeerde ze zichzelf door te zeggen dat ze zich niet kon herinneren dat de 'voorschriften' eigenlijk wel aan de orde waren geweest; afgezien dan in formele zin door het 'aannemen van de voorschriften' bij het begin van de retraite. Ze vervolgde met te zeggen dat er sprake was van een sterke ethische component in de retraite, maar niet door het voertuig van de voorschriften; haar eerste reactie kwam voort uit haar automatisch associëren van ethiek met de 'voorschriften'.
Deze anekdote wijst op de noodzaak om verder te kijken dan expliciete bespreking van de Boeddhistische 'voorschriften' om de wijze van ethische ontwikkeling, zoals bepleit door de Insight Meditatie beweging, beter te begrijpen. Wat wij vinden is dat leraren in deze traditie zich primair baseren op meditatie en mindfulness om de verschillende deugden te cultiveren die ethisch handelen motiveren. Deze leraren hebben een sterke overtuiging dat innerlijke spirituele ontwikkeling leidt tot deugd. In het bijzonder wordt de beoefening van mindfulness geleerd met de verwachting dat deze een transformerend effect heeft op de beoefenaar in zijn of haar ethische relaties met de wereld.

Elders vinden we claims waarin wordt beweerd dat mindfulness 'leidt tot compassievolle actie'.
Het is zeker te constateren dat veel van de leringen over inzichts meditatie ethische implicaties hebben. In het bijzonder instructies die bewustzijn van, en de vrijheid van, impulsen van hebzucht en haat zou, die, indien gevolgd tot onethisch gedrag leiden.
Ook is er het trainen door de Inzichts Meditatie beweging van de rol van mindfulness bij de ontwikkeling van de sensitiviteit en de verbinding met anderen vanuit de verwachting dat dit leidt tot een verhoogde ethische gevoeligheid.
Bovendien zijn er de frequente talks en oefeningen in de liefdevolle vriendelijkheid (metta), mededogen (karuna), en de andere brahmaviharas gericht op het cultiveren van deugdzaam karakter en ethisch gedrag. Kornfield schrijft dat de waardering van metta een sterk motief vormt voor het verfijnen van onze kennis en praktijk van harmonieuze actie, het niet-schaden van zichzelf en anderen.

Dus, in plaats van zich te concentreren op gedragsregels en discipline, focussen vipassanā leraren zich meer op de ontwikkeling van inzicht en een goed karakter dat de motivatie voor ethisch gedrag vormt.
Jack Kornfield heeft geconstateerd dat de primaire focus op meditatie de traditionele volgorde van training ethiek, concentratie en wijsheid heeft omgedraaid. Verder stelt hij dat dit één van de unieke kenmerken is van de manier waarop het boeddhisme zich in het Westen ontwikkelt.

In bijlage 3 heb ik de 'Conclusions ' van  Fronsdal  overgenomen. Samengevat twee ontwikkelingen:
* Vanuit het zien van meditatie als middel tot ethische transformatie, heeft de Inzichts Meditatie
   beweging de traditionele Theravada trainings-volgorde te hebben omgedraaid. Niet meer
   ethiek meditatie (eigenlijk: 'samadhi') wijsheid  maar  wijsheid meditatie ethiek
* Terwijl de Inzichts Meditatie beweging consistent meditatie heeft gezien als basis voor transformatie, is, als we de eerste boeken over vipassana vergelijken met die van na de eeuwwisseling, een opvallende verandering in de aard van de gewenste transformatie zichtbaar.
  In de eerste teksten was de redengeving voor gedrag gebaseerd op persoonlijke resultaten richting 'bevrijding'; terwijl latere boeken in toenemende mate de nadruk leggen op de positieve betekenis van ethisch gedrag voor anderen.

Tot zover Fronsdal. Wat betreft de laatste conclusie: die zou ook geïnterpreteerd kunnen worden als toegenomen Mahayana-invloed (het bodhisattva-ideaal) op deze Theravada-filosofie.

=======================================================================

Mijn conclusies kan ik kort formuleren:
  • Uitgaan van het goede van de mens of zich alleen baseren op het 'goed zijn' of  'andere levende wezens geen kwaad doen' is onvoldoende;
  • Uitgaan van het 'vanzelf' ethisch worden als resultaat van mediteren is niet de juiste volgorde in het beoefenen;
  • ' Het boeddhisme, met z'n niet-theïstische referentiekader, baseert z'n ethiek niet op de notie van gehoorzaamheid maar op die van harmonie ' (Bhikkhu Bodhi);
  • Ethische principes, om te beginnen de hierboven genoemde rijtjes zijn stof voor contemplatie, reflectie en discussie, ook tijdens een retraite, dan maar iets minder 'edel zwijgen';
  • Speciale aandacht verdienen daarbij morele dilemma's; daarin is het Aziatische boeddhisme niet zo gespecialiseerd;
  • Mettavihari-leerlingen/leraren (en anderen) hebben nascholing over ethiek nodig; sommige hebben de gevoeligheid voor ethische thema's op andere wijze verworven dan in retraites;
  • En persoonlijk: inderdaad, ik ben een moralist, (maar verre van volmaakt).

=======================================================================

Bijlage 1

In This Very Life  -  The Liberation Teachings of the Buddha

door  Sayādaw U Pandita   Bron:  In This Very Life

1. Basic Morality and Meditation Instructions
We do not practice meditation to gain admiration from anyone. Rather, we practice to contribute to peace in the world. We try to follow the teachings of the Buddha, and take the instructions of trustworthy teachers, in hopes that we too can reach the Buddha’s state of purity. Having realized this purity within ourselves, we can inspire others and share this Dhamma, this truth.
The Buddha’s teachings can be summed up in three parts: sīla, morality; samādhi, concentration; and paññā intuitive wisdom.
Sīla is spoken of first because it is the foundation for the other two. Its importance cannot be overstressed. Without sīla, no further practices can be undertaken. For lay people the basic level of sīla consists of five precepts or training rules: refraining from taking life, refraining from taking what is not given, refraining from sexual misconduct, refraining from lying, and refraining from taking intoxicating substances. These observances foster a basic purity that makes it easy to progress along the path of practice.

A Basic sense of humanity
Sīla is not a set of commandments handed down by the Buddha, and it need not be confined to Buddhist teachings. It actually derives from a basic sense of humanity. For example, suppose we have a spurt of anger and want to harm another being. If we put ourselves in that other being’s shoes, and honestly contemplate the action we have been planning, we will quickly answer, “No, I wouldn’t want that done to me. That would be cruel and unjust.” If we feel this way about some action that we plan, we can be quite sure that the action is unwholesome.
In this way, morality can be looked upon as a manifestation of our sense of oneness with other beings. We know what it feels like to be harmed, and out of loving care and consideration we undertake to avoid harming others. We should remain committed to truthful speech and avoid words that abuse, deceive or slander. As we practice refraining from angry actions and angry speech, then this gross and unwholesome mental state may gradually cease to arise, or at least it will become weaker and less frequent.
Of course, anger is not the only reason we harm other beings. Greed might make us try to grab something in an illegal or unethical way. Or our sexual desire can attach itself to another person’s partner. Here again, if we consider how much we could hurt someone, we will try hard to refrain from succumbing to lustful desire.
Even in small amounts, intoxicating substances can make us less sensitive, more easily swayed by gross motivations of anger and greed. Some people defend the use of drugs or alcohol, saying that these substances are not so bad. On the contrary, they are very dangerous; they can lead even a goodhearted person into forgetfulness. Like accomplices to a crime, intoxicants open the door to a host of problems, from just talking nonsense, to inexplicable bursts of rage, to negligence that could be fatal to oneself or others. Indeed, any intoxicated person is unpredictable. Abstaining from intoxicants is therefore a way of protecting all the other precepts.
For those whose devotion makes them wish to undertake a further discipline, there are also sets of eight and ten precepts for lay people, ten precepts for nuns, and the Vinaya or 227 rules for monks.

Refinements During a Retreat
During a meditation retreat it becomes useful to change some of our conduct in ways that support the intensification of meditation practice. In a retreat, silence becomes the appropriate form of right speech, and celibacy that of sexual conduct. One eats lightly to prevent drowsiness and to weaken sensual appetite. The Buddha recommended fasting from noon until the following morning; or, if this is difficult, one could eat only a little in the afternoon. During the time one thus gains to practice, one may well discover that the taste of the Dhamma excels all worldly tastes!Cleanliness is another support for developing insight and wisdom. You should bathe, keep nails and hair trimmed, and take care to regulate the bowels. This is known as internal cleanliness. Externally, your clothing and bedroom should be tidy and neat. Such observance is said to bring clarity and lightness of mind. Obviously, you do not make cleanliness an obsession. In the context of a retreat, adornments, cosmetics, fragrances, and time-consuming practices to beautify and perfect the body are not appropriate.
In fact, in this world there is no greater adornment than purify of conduct, no greater refuge, and no other basis for the flowering of insight and wisdom. Sīla brings a beauty that is not plastered onto the outside, but instead comes from the heart and is reflected in the entire person. Suitable for everyone, regardless of age, station or circumstance, truly it is the adornment for all seasons. So please be sure to keep your virtue fresh and alive.
Even if we refine our speech and actions to a large extent, however, sīla is not sufficient in itself to tame the mind. A method is needed to bring us to spiritual maturity, to help us realize the real nature of life and to bring the mind to a higher level of understanding. That method is meditation.


=======================================================================

Bijlage 2

Sila in het Nobele Achtvoudige Pad  door  Bhikkhu Bodhi
Bron: The Noble Eightfold Path - The Way to the End of Suffering ; Chapter IV

Right Speech, Right Action, Right Livelihood

The next three path factors — right speech, right action, and right livelihood — may be treated together, as collectively they make up the first of the three divisions of the path, the division of moral discipline (silakkhandha). Though the principles laid down in this section restrain immoral actions and promote good conduct, their ultimate purpose is not so much ethical as spiritual. They are not prescribed merely as guides to action, but primarily as aids to mental purification. As a necessary measure for human well-being, ethics has its own justification in the Buddha’s teaching and its importance cannot be underrated. But in the special context of the Noble Eightfold Path ethical principles are subordinate to the path’s governing goal, final deliverance from suffering. Thus for the moral training to become a proper part of the path, it has to be taken up under the tutelage of the first two factors, right view and right intention, and to lead beyond to the trainings in concentration and wisdom.
Though the training in moral discipline is listed first among the three groups of practices, it should not be regarded lightly. It is the foundation for the entire path, essential for the success of the other trainings. The Buddha himself frequently urged his disciples to adhere to the rules of discipline, “seeing danger in the slightest fault.” One time, when a monk approached the Buddha and asked for the training in brief, the Buddha told him:
“ First establish yourself in the starting point of wholesome states, that is, in purified moral discipline and in right view. Then, when your moral discipline is purified and your view straight, you should practice the four foundations of mindfulness” (SN 47:3)

The Pali word we have been translating as “moral discipline,” sila, appears in the texts with several overlapping meanings all connected with right conduct. In some contexts it means action conforming to moral principles, in others the principles themselves, in still others the virtuous qualities of character that result from the observance of moral principles. Sila in the sense of precepts or principles represents the formalistic side of the ethical training, sila as virtue the animating spirit, and sila as right conduct the expression of virtue in real-life situations. Often sila is formally defined as abstinence from unwholesome bodily and verbal action. This definition, with its stress on outer action, appears superficial. Other explanations, however, make up for the deficiency and reveal that there is more to sila than is evident at first glance. The Abhidhamma, for example, equates sila with the mental factors of abstinence (viratiyo) — right speech, right action, and right livelihood — an equation which makes it clear that what is really being cultivated through the observance of moral precepts is the mind. Thus while the training in sila brings the “public” benefit of inhibiting socially detrimental actions, it entails the personal benefit of mental purification, preventing the defilements from dictating to us what lines of conduct we should follow.
The English word “morality” and its derivatives suggest a sense of obligation and constraint quite foreign to the Buddhist conception of sila; this connotation probably enters from the theistic background to Western ethics. Buddhism, with its non-theistic framework, grounds its ethics, not on the notion of obedience, but on that of harmony. In fact, the commentaries explain the word sila by another word, samadhana, meaning “harmony” or “coordination.”
The observance of sila leads to harmony at several levels — social, psychological, kammic, and contemplative. At the social level the principles of sila help to establish harmonious interpersonal relations, welding the mass of differently constituted members of society with their own private interests and goals into a cohesive social order in which conflict, if not utterly eliminated, is at least reduced. At the psychological level sila brings harmony and remorse over moral transgressions. At the kammic level the observance of sila ensures harmony with the cosmic law of kamma, hence favorable results in the course of future movement through the round of repeated birth and death. And at the fourth level, the contemplative, sila helps establish the preliminary purification of mind to be completed, in a deeper and more thorough way, by the methodical development of serenity and insight.

Right Speech

...
(1) Abstaining from false speech
...

(2) Abstaining from slanderous speech
...

(3) Abstaining from harsh speech
...

(4) Abstaining from idle chatter
...

Right Action
...

(1) Abstaining from the taking of life
...

(2) Abstaining from taking what is not given
...

(3) Abstaining from sexual misconduct
...

Right Livelihood

Right livelihood is concerned with ensuring that one earns one’s living in a righteous way. For a lay disciple the Buddha teaches that wealth should be gained in accordance with certain standards. One should acquire it only by legal means, not illegally; one should acquire it peacefully, without coercion or violence; one should acquire it honestly, not by trickery or deceit; and one should acquire it in ways which do not entail harm and suffering for others.
The Buddha mentions five specific kinds of livelihood which bring harm to others and are therefore to be avoided: dealing in weapons, in living beings (including raising animals for slaughter as well as slave trade and prostitution), in meat production and butchery, in poisons, and in intoxicants ...


=======================================================================

Bijlage 3

Uit het artikel 'Virtues without rules '  van  Gil Fronsdal

CONCLUSIONS

The Insight Meditation movement teachings on ethics are teleological, that is, there is an ideal ethical goal to which the practice leads. The path to this goal is through an inner transformation of the practitioner’s motivations and his or her sensitivity to others. Meditation is regarded as the primary vehicle advocated for this transformation. Meditation practice is expected to weaken and perhaps eliminate motivations leading to unethical behavior while strengthening those that lead to ethical behavior.
In relying on meditation as the means to ethical transformation, the Insight Meditation movement
can be seen as reversing the traditional Theravāda training sequence of ethics, meditation, and wisdom, which has been normative at least since the time of Buddhaghosa in the fifth century. While this study has not determined the extent to which this is unique to the modern Insight Meditation movement or whether it is a phenomenon received from the Asian Theravāda tradition, it is perhaps interesting to point out that at least some Theravāda monastics strongly oppose this form of change. Michael Carrithers, in his book The Forest Monks of Sri Lanka, tells of trying to convince some forest monks that the traditional relationship between ethics and meditation should be reversed. He reports that the monks strongly opposed the idea. He writes, “The impatience and even outrage with which the monks heard it and the unity of view with which it was rejected left no doubt that the monks place moral purity in the central position I had wished to accord with meditative experience.” Are there different consequences depending on whether moral purity or meditative experience is given central position in spiritual practice? Can one rely exclusively on meditation when engaged in the Buddhist path? Jack Kornfield has suggested that for most people this does not work. He claims that the “various compartments of our minds and bodies are only semipermeable to awareness.” This raises some question about the viability of such claims as “if you are mindful, automatically there’s right action.”
It may also be interesting to notice that whereas the Insight Meditation teachers claim that
mindfulness practice naturally brings on ethical action, the only Insight Meditation practitioners who are explicitly expected to abide by specific rules of prohibited behavior are the teachers (through the “Teacher Code of Ethics”). In that the teachers are representative of the most developed practitioners within the movement, one would expect that, by the movement’s own logic, they would be the ones with the least need for rules.
While the Insight Meditation movement has consistently seen meditation as the basis for
transformation, when we compare its earliest books on vipassanā to the more recent ones a noteworthy change is seen in the type of transformation envisioned. In the earlier writings, the rationale for ethical behavior was mostly based on the personal benefits of pursuing the goal of liberation, while the later books place an increasing emphasis on the benefits ethical behavior has for others. Further study may reveal whether or not this represents a significant change in both the path and the goal advocated by the movement. Certainly it suggests an increased valuation of interpersonal ethics. It may also represent a shift toward emphasizing this-worldly and humanistic values over traditional Buddhist soteriological ones. In fact, we find Joseph Goldstein concerned that Americans “often practice the dharma in the service of human values,” in contrast to the goal of transcendental awakening.

vrijdag 14 augustus 2015

Een reaktie van het SIM-bestuur op de zaak Mettavihari

Het SIM-bestuur heeft een paar dagen geleden een reactie op haar website geplaatst onder de titel: 'Veiligheid voorop ". Hier

De reactie is niet aan mij gericht, hoewel mijn blog van twee weken geleden ( joopromeijn.blogspot.nl/2015/08/de-zaak-mettavihari-na-drie-maanden.html ) nadrukkelijk ook aan hen geadresseerd was.
Op het belangrijkste thema er van, de lijst van leraren als beleidsinstrument, wordt niet, en al helemaal niet in beleidsmatige zin, ingegaan: wie bepaalt wie daar wel of niet op staat of mag blijven staan?

Mijn reactie kan daarom kort zijn.
Een paar citaten, met reactie.

"De leraren die in 2006 door Mettavihari zijn aangewezen om de Vipassana traditie zoals die door hem in Nederland is geïntroduceerd in de rol van leraar voort te zetten, en van wie sommigen zelf ook slachtoffer waren, zullen zich wellicht opnieuw tot hun leraarschap en de Dhamma moeten verhouden."
Heeft die 'aanwijzing' in 2006 dan nog enige waarde en betekenis?
Het zou van moed getuigd hebben als het SIM-bestuur de leraren een handreiking had gedaan, hoe dan: een kritische handreiking. Is stoppen bv (van bepaalde publieke functies) onderdeel van dat 'zich verhouden'?

"Het verschil van inzicht dat hierbij is ontstaan binnen deze lerarengroep, hoeft wat de SIM betreft niet de intentie tot een goede samenwerking in de weg te staan. "
Waarom niet? Met name het zwijgen van sommige leraren heel lang en anderen tamelijk kort is toch nog wel een dingetje?
Opvallend trouwens dat het zwijgen zelf door diverse personen (leraren en niet-leraren) niet geproblematiseerd wordt. Echt een zeer ernstige tekortkoming!

"De SIM werkt verder aan criteria t.a.v. het vipassana leraarschap en meditatiebegeleiding. En de SIM wil meewerken aan een curriculum voor opleiding en intervisie van meditatie leraren. Deze zullen verder uitgewerkt worden en bekend gemaakt worden. Dit past binnen de nieuwe fase waarin vipassana meditatie zich ontwikkelt in Nederland."
Ik zou niet weten wat die nieuwe fase dan wel is.

In mijn indeling in scenario's zit de inzichtsmeditatie in Nederland (laten we de term 'vipassana' nu echt maar niet meer gebruiken: dat is een te smalle methode) in scenario nul.

"De SIM rekent op alle betrokkenen om deze taak zo goed mogelijk te volbrengen."
Reken maar niet op mij.


Update 17 augustus

De verklaring van het SIM-bestuur verder toetsend op mijn blog van 1 augustus viel me op dat het huidige SIM-bestuur kennelijk denkt de taak waar ze zich voor ziet staan, in haar huidige samenstelling aan te kunnen.
Dat kunnen ze m.i. niet en bovendien is er meer te doen dan de SIM nu denkt.
Uitbreiding van het bestuur met bestuurlijke en beleidsmatige zwaargewichten is noodzakelijk.

zaterdag 1 augustus 2015

De zaak Mettavihari na drie maanden: geen rust maar restanten. Hoe verder? Twee echte scenario's; met de SIM als deel van het probleem of van de oplossing ?

Begin mei van dit jaar werd via diverse media bekend dat de Thaise monnik Mettavihari tientallen jaren seksueel misbruik heeft gemaakt van jongens en jongvolwassenen mannelijke leerlingen. En werd bekend dat een aantal van zijn leerlingen, nu vipassana-leraar, dit vrijwel vanaf het begin wisten en er niets aan deden, zelfs bewust onder het tapijt veegden; andere leraren wisten er in een later stadium (met diverse jaartallen) van, en zwegen.
Zowel het misbruik zelf als het zwijgen zijn te duiden als ernstig ethisch tekortschieten van de vipassana-gemeenschap, met name van de meest spraakmakenden er in. Tussen dit ethisch tekort en de vipassana (Mettavihari-stijl) zelf is er m.i. een verband. Kort door de bocht: Mettavihari meende dat ethiek een gevolg was van het inzicht als resultaat van de vipassana en daarom niet apart, expliciet en vanaf het begin van de beoefening aandacht hoefde te hebben.

Samen met z'n bagatelliseren van de samatha-meditatie heb ik dit het Edele Eénvoudige Pad (alleen aandachtigheid is nodig) in plaats van het door de Boeddha genoemde Edele Achtvoudige Pad . Op de website van Dhammadipa bv (ook bekend als 'De Pieterspoortsteeg') staat het helder, Mettavihari-achtig en m.i. onjuist want eenzijdig: 'Uitgangspunt is, dat de beoefening van vipassana een op zichzelf staande weg is die uiteindelijk leidt naar de realisatie van verlichting.' Bron:  hier .

Gelukkig hebben anderen ook de waarde van het beoefenen van sila, van samatha en de Brahmavihara's ontdekt.
Op deze plaats wil ik m'n eigen plaats nogmaals duidelijk maken: ik acht mezelf nog steeds onderdeel van de inzichtsmeditatie-gemeenschap, ik geef trouwens de voorkeur aan deze term boven 'vipassana'. Mijn beoefening is breed, mijn discipline in het zitten kan beter. Een aantal van 'de veertien' beschouw ik nog steeds - ondanks mijn kritiek op hen - als spirituele vrienden.


Het effect van het bekend worden op de vipassana-gemeenschap

Voor velen - en dan heb ik het met name over de vipassana-mediteerders - kwam de informatie als een donderslag bij heldere hemel. Maar ook bij degenen die al langer van de 'geruchten' hadden gehoord, waren de gevoelens heftig.
Dat bleek bv uit de reacties op het BoeddhistischDagblad. Maar ook uit de bijeenkomsten in lokale sangha's; in weet in ieder geval van die in Vipassana-Groningen, van Sanghametta en van Vipassana-Nijmegen die helaas informatie over hun bijeenkomst van de website heeft verwijderd. Maar ook meer informeel is er over gepraat.

Grote impact had daarbij het artikel van Frits Koster van 5 juni in het BD, helaas niet op z'n eigen website: 'Over het verzwijgen van ethisch grensoverschrijdend gedrag ', mede namens de anderen van 'de groep van zes'. Eén citaat slechts, het artikel is het waard te lezen en herlezen. "Dit artikel is dan ook niet bedoeld om onszelf te vergoelijken maar vooral om te kijken naar een in deze maand vaak tot ons gekomen terechte vraag: ‘Hoe heeft dit alles kunnen plaatsvinden en waarom hebben jullie dit nu pas naar buiten gebracht?’
We willen met dit artikel een poging doen om de dynamiek bloot te leggen, die dit ongezonde gedrag in stand houdt. ... We willen hieronder zeven ‘ziektekiemen’ van deze zwijgcultuur behandelen. ...
"

Wat er nu is, noem ik 'de restanten', brokstukken in de gefragmenteerde vipassana-gemeenschap. Er zijn mannen en vrouwen die leerlingen hebben, dus leraar zijn. Zelf hebben ze bij Mettavihari maar soms ook bij andere leraren gemediteerd. Anderen heten 'asistent-leraar' maar het onderscheid leraar-assistentleraar heeft nu even geen waarde omdat het een door Mettavihari geïnduceerde hiërarchie aangeeft. Ook de structuur is zoek; de groep van 'de veertien' die zich wilde uitbouwen tot echte organisatie met eigen website en reglementen, is uit elkaar. Er zijn slechts individuen.
Dat maakt dat degenen die willen gaan leren mediteren en degenen die naar een retraite willen gaan, geen houvast hebben; bijvoorbeeld niet aan het feit of de betreffende leraar wel of niet bij de SIM hoort (zie hieronder).


Rust

Dan het woord 'rust', in de titel van deze blogtekst. Op 31 mei zei Aad Verboom in het BD  over het misbruik, het ontkennen en het zwijgen:
"... En of het aanzien van het boeddhisme is geschaad? Over een paar maanden wordt er niet meer over deze kwesties gesproken. Het boeddhisme kan wel een stootje hebben. "
Zeker kan het boeddhisme een stootje hebben, maar de vipassana in Nederland? De rust waarvan Aad een snelle terugkeer verwachtte, zal er niet zo maar komen.


Twee scenario's over hoe het verder kan gaan het komende jaar

Hoe moet het verder in deze verbrokkelde werkelijkheid?
Ik schets twee realistische scenario's waarbij ik aan de eerste de voorkeur geef. Daarnaast nog twee niet-realistische.

Eerste scenario. De gemeenschap herneemt zich. Een lichte structuur, leerling-gericht

'Verknoei nooit een goede crisis'. Hier hebben of hadden we er een (twee eigenlijk: over het misbruik en over het zwijgen)! Er kan van geleerd worden door ethische regels tegen misbruik duidelijker bekend te maken en door vertrouwenspersonen aan te stellen. Maar er ontbreekt nu ook een ander, een meer collectief vertrouwen. Er is geen enkele reden dat als iemand iets voorstelt, anderen daar aandacht aan besteden, zelfs als het objectief een goed voorstel is. En dat in een gemeenschap van mensen die rationaliteit, organisatie en beleid toch niet erg centraal in hun denken hebben staan.
De enige kapstok die ik kan bedenken om 'het zich hernemen' vorm te geven, is het werken aan een lijst van leraren, met een gezaghebbend orgaan dat die lijst beheert. In alle relativiteit - op de lijst staan is nooit honderd procent garantie voor kwaliteit en integriteit in de meditatie-sector - kan daar een lichte structuur om heen gebouwd worden. Het gaat daarbij om individuen die op de lijst kunnen komen staan. Onderaan deze tekst werk ik het concept van 'de lijst' uit.


Tweede scenario. Vanuit de leraar: geen structuur, doormodderen. Vanuit de mediterende: zoek het maar uit

In feite is dit het continueren van de huidige situatie na drie maanden. Waarbij het SIM-bestuur geen kans heeft gezien over haar eigen schaduw heen te springen en ook anderen (onbevangenen) er niet zijn of geen zin hebben deze kar te trekken.
Gevolg: Leraren of lokale sangha's waaraan een leraar verbonden is, hebben hun eigen website met hun eigen activiteiten; de SIM is een beperkte service-organisatie die retraites organiseert.
Dat wordt ook gedaan door Sanghametta en andere sangha's die steeds zelfstandig zijn geweest: Tegen De Stroom in ; Inzicht en Bevrijding ; Sayagyi U Ba Khin en Achtzaamheid .

Is dat erg? Het is wel een situatie die extra waakzaamheid van nieuwelingen die willen gaan (leren) mediteren en van journalistieke buitenstaanders vraagt: er is immers geen centraal informatiepunt en aanspreekpunt. En ik vind het een gemiste kans.


[ Derde scenario dat geen realistisch scenario is: opbouw richting IMS of Spirit Rock]

Ik heb wel eens gefantaseerd dat de inzichtmeditatie in Nederland de zelfde vorm aan zou kunnen nemen als die van de 'Insight Meditation Society ' (IMS , samen met het BCBS aan de Amerikaanse oostkust of 'Spirit Rock ' aan de westkust. Beide (mede) opgericht door Jack Kornfield. Niet alleen de structuur (beleid etc) van deze centra, ook de brede interpretatie van insight meditation die ze hebben, breed maar wel puur Dhamma !

Het vergt een lang verhaal, gebaseerd op de websites van beide centra (ik ben er nooit geweest, een aantal Nederlandse mediterenden wel), om hun werkwijzen uiteen te zetten.
Maar dat doe ik hier en nu niet, want ik acht de kans dat dit in Nederland zou lukken, kansloos. Daarvoor is eenvoudigweg het talent niet aanwezig, en het aantal belangstellenden te gering.


[ Vierde scenario dat geen scenario is: doorgaan met 'de veertien', of 'twaalf' of 'zeven'
  En met het 'Vipassana Centrum Nederland ' ]

Terug naar de situatie tot begin dit jaar. In 'Gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de publicatie in het boeddhistisch dagblad van 6 mei ' (verklaring van 'de zes'), staat:
'Wij, zeven leraren die niet ondertekend hebben,
...
De lerarengroep heeft daarom nu zeven leden en gaat door vanuit de oorspronkelijke doelstellingen.
'
Dat heb ik ze na het uitkomen van deze verklaring op 9 mei 2015 niet horen herhalen of uitwerken. Ik heb ook niet de indruk dat deze zeven nog als eenheid gezien kan worden.
Een niet-realistisch scenario dus.

Alleen degenen die hier in geloven, denken wellicht dat het project 'Vipassana Centrum Nederland ' op de in de afgelopen jaren bedachte wijze kan worden gecontinueerd.
In de realistische scenario's zal men van mening zijn dat dit project beter kan worden stilgelegd of liever: doet niemand er meer iets aan. De verbrokkeldheid van het lerarenbestand en het beperkte morele gezag van een deel van de leraren maken het draagvlak voor fondsenwerving nog zwakker dan het toch al was. En bovendien: het is maar de vraag of het aantal mensen dat een meerdaagse retraite met leraar wil doen, op hetzelfde niveau als de afgelopen jaren blijft.
Nu verder fantaseren over een eigen gebouw heeft geen zin, beter kan nu gehuurd worden.
Over een jaar of twee zien we dan wel weer hoe het gaat met de inzichts meditatie in Nederland.


De Stichting Inzichts Meditatie (SIM)

Naast de leraren, collectief en individueel, is er nog een andere organisatie die zich tot op heden buitengewoon stil heeft gehouden: de SIM (Stichting Inzichts Meditatie). Mogelijk komt er aan die stilte binnenkort een einde. Houd dus de website www.simsara.nl  in de gaten.
De relatie tussen de SIM en 'de veertien' is - zeker de laatste jaren - een onduidelijke, complexe, dubbelzinnige geweest. Complexer dan 'OpenBoeddhisme' het formuleert: "de nauw met Mettavihari en de lerarengroep verbonden Stichting Inzichts Meditatie " (In 'Mettavihari en zijn volgelingen'); dit is eendimensionaal redeneren.
Maar er is een verband, zeker in de personele sfeer. Formeel was wellicht het SIM-bestuur niet van het seksueel misbruik van Mettavihari op de hoogte, feitelijk was minstens een deel van de bestuursleden het wel, hoe lang is moeilijk te bepalen.
De SIM is en was echter geen Mettavihari-vehikel en ook niet een instrument van 'de veertien'; nog meer was de andere retraites organiserende stichting (Sanghametta) dat.
Omdat ik er zelf bij betrokken raakte, ken ik wat details van een conflict een paar jaar geleden tussen één lid van 'de veertien' (waarschijnlijk gesteund door een paar anderen) en het SIM-bestuur over het op 'de lijst van leraren' van de SIM staan van Stephen Batchelor. Gelukkig handhaafde het bestuur Batchelor op die lijst.
Verder is het opvallend dat op de lijst sommigen van de voorheen de veertien wel staan en anderen niet; 'niet' omdat ze geen retraites geven, denk ik te begrijpen.
Het is volgens mij noodzakelijk dat het bestuur van de SIM zich duidelijk profileert ten opzichte van 'de veertien', c.q. 'de zes' en/of 'de zeven'; en voor zover er wel voor de komende periode een verbinding wenselijk wordt geacht tussen het bestuur en deze entiteit(en), deze expliciet wordt geformaliseerd.


De lijst van leraren als beleidsinstrument

Ik benadruk deze lijst zo omdat deze lijst HET instrument is voor de SIM - of een andere rechtspersoon als de SIM haar inertie handhaaft - om een beleidsmatig relevante organisatie te worden, naast hun functie als serviceorganisatie t.b.v. het organiseren van retraites. De SIM realiseert dit zichzelf ook, op sommige momenten; zo is één leraar (Guus Went) een paar jaar geleden van deze lijst verwijderd, zie mijn blog van 8 sept 2014 daarover, met suggesties.

'Beleidsmatig', daarmee bedoel ik: als een soort regisseur richting geven, verzoenen, inspireren; maar ook: als een bestuurder verantwoordelijkheid durven dragen.
De vraag is nu of het SIM-bestuur de geschikte groep is om de wederopbouw van de inzichts meditatie in Nederland ter hand te nemen?
Daar is twijfel over denkbaar: zoals ik boven noemde, kleeft het zwijgen over het seksueel misbruik van Mettavihari ook een aantal bestuursleden aan. En de zaak Guus Went, zojuist genoemd, heeft de SIM niet echt kunnen afsluiten door in de openbaarheid over het door haar gevoerde beleid verantwoording af te leggen.

Daarom dat ik ook de mogelijkheid van een vereniging i.p.v. de stichting SIM opper, deels dus een nieuwe organisatie.
In ieder geval een organisatie met een aantal nieuwe bestuursleden, bestuurlijke zwaargewichten, desnoods zonder veel meditatie-ervaring.

Kort na het bekend worden van het misbruik door Mettavihari ontstond er in het BoeddhistischDagblad een discussie, gestart door de (door mij) gewaardeerde boeddhiste Katinka Hesselink. Goed thema, verkeerd moment: veel te vroeg namelijk omdat de crisis zich nog moest ontplooien vòòr over een (mogelijke) oplossing gepraat kan worden.
'Op te richten: een vereniging voor boeddhistische leraren! '   link: BD van 6 juni 2015
Het voorstel: "Laten we een vereniging oprichten die mensen op basis van hele eenvoudige criteria certificeert als boeddhistische leraar, met als belangrijkste functie dat mensen die misbruik maken van hun autoriteit van de lijst af gehaald kunnen worden.
Zo’n vereniging heeft niet veel meer nodig dan:
•een website met een doorzoekbare lijst van leraren
•een bestuur
•een vertrouwenspersoon (feitelijk de belangrijkste reden om deze organisatie op te richten)
•een procedure om uit te zoeken of een aanklacht terecht is.
"

De timing was dus niet goed, maar ook waren de meeste deelnemers aan deze discussie in het BD mahayanisten, zodat ik af en toe dacht: een leraar (vooral spirituele vriend) in de Theravada is toch iets anders dan een leraar (soms guru) in Zen of Tibetaans boeddhisme met zaken als lineage en transmissie. Datzelfde geldt de in het BD overgenomen artikelen van de Zen-boeddhist Edel Maex en de meeste reacties daarop.
(Het was vast wel onzuiver, maar ik dacht ook: bemoei je met je eigen shit)
In dit voorstel was de gedachtegang dat de leraren dus zelf 'de lijst' kunnen bepalen. Wellicht is het beter, in ieder geval het overdenken waard, om het om te draaien: het is gewenst als er een vereniging van mediterenden (in de inzichtsmeditatie) komt die als een soort consumentenorganisatie een lijst van leraren beheert.
Niet iedereen was het met Katinka eens, Robert Keurntjes bv niet; alleen die sloot zijn reactie af met "Laat instituten zelf zorgen dat ze de opleiding van hun leraren goed organiseren en de traditionele terughoudendheid van jezelf als ‘boeddhistisch leraar’ beschouwen in stand houden." Nogal ironisch want er is juist geen vipassana-instituut (meer)!

Update 3 november
De redactie van het BD heeft het artikel opnieuw geplaats en het oude (met reacties) verwijderd; hier
Einde update

Eerlijk gezegd is het te hoog gegrepen (vrees ik) zo'n vereniging te hebben, zoveel organisatorisch vermogen is er niet aanwezig.
Dan als next-best een stichting waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bestaande SIM-infrastructuur. Als de SIM tenminste ....

Hoe te beginnen?

De huidige SIM-lijst is tamelijk willekeurig. Is er iets op tegen om de vier bovengenoemde zelfstandig opererende leraren (plus een aantal van vipassana.startpagina.nl) er op te zetten?
Welke criteria moeten gehanteerd worden: formele (opdracht van een internationaal erkende leraar of monnik) of inhoudelijke (zoals uitgaan van het hele Achtvoudige Pad)?
Welke rol kunnen mediterenden (zonder leraarsaspiraties) spelen bij het wel of niet op de lijst zetten/houden van een persoon?
Ik denk dat het noodzakelijk is dat een buitenlandse deskundige (op het gebied van de Theravada en de meditatie) ingeschakeld moet worden.
En een (Nederlandse) deskundige op het terrein van een andere min of meer vergelijkbare functie als die van meditatie-leraar.

===================================================================

Bijlage  -  Bronnen

NOS

* Seksueel misbruik bij boeddhisten in Nederland  d.d. 24 mei
* 'Boeddhistische monnik Waalwijk misbruikte ook 12-jarige'  d.d. 28 mei

OpenBoeddhisme

* Diepgaand onderzoek seksueel misbruik Nederlands boeddhisme
* Media-aandacht seksueel misbruik overvalt boeddhisten
* ’Die seks moet dan maar, misschien hoort het bij de meditatie’
* Minderjarigen door boeddhisten niet beschermd
* Henk Barendregt geeft zijn rol bij Buddharama onjuist weer
* Luang Pho: ’Een monnik die de ‘vinaya’ niet volgt is geen monnik’
* Barendregt geeft nalaten toe, suggereert ‘afstand’ Mettavihari
* Mettavihari en zijn volgelingen

Boeddhistisch Dagblad

* boeddhistischdagblad.nl/tag/mettavihari  Twintig artikelen; met name de weergave verklaringen van 'de zes' en 'de zeven':
* Vipassana-leraren: ‘Mettavihari pleegde grensoverschrijdend seksueel gedrag met leerlingen’ d.d. 6 mei
* Beschuldigingen tegen Mettavihari leiden tot breuk lerarenraad  d.d. 9 mei

* Moet ik een leraar hebben?  door Edel Maex d.d. 13 mei
* Over het verzwijgen van ethisch grensoverschrijdend gedrag door Frits Koster d.d. 5 juni
* Edel Maex - Wat is misbruik  d.d.5 juni

Boeddhisme Blog

* Een Verklaring Omtrent het Gedrag voor leraren ?  d.d. 4 nov. 2013
* Het boeddhisme is makkelijk uit te leggen: het Achtvoudige Pad beoefenen - Wel alle acht dan - En 'Het juiste spreken' betekent niet 'Het onjuiste zwijgen'  d.d. 12 april
* Vipassana-leraren: ‘Mettavihari pleegde seksueel wangedrag met leerlingen ’. Vandaag in het BoeddhistischDagblad  d.d. 6 mei
* Wees je eigen leraar - Organiseer je eigen retraites - En creëer je eigen sangha, als je dat wil tenminste  d.d. 12 mei
* Hoe nu verder? Het verbroken zwijgen over Mettavihari, en hoe we nu we de onaangename en verbrokkelde werkelijkheid onder ogen moeten zien  d.d. 28 mei
* Aad Verboom zou toch moeten aftreden, na z'n verklaring van gisteren? - En Henk Barendregt waarschijnlijk ook  d.d. 5 juni
* Joop Hoek misbruikt hoofdredacteurschap BoeddhistischDagblad  d.d. 20 juni

Overige bronnen

* www.vipassana-groningen.nl/grensoverschrijdend-gedrag

* sanghametta.nl/inspiratiebron/nieuwsbrief/archive/view/listid-6-mailing-alle-adressen/mailid-62-sangha-metta-nieuwsflits-mettavihari

* Aanvullende Verklaring 25 juni 2015  door Henk Barendregt

* Mettavihari, zijn leerlingen en hun 'Dhamma'  door Guus Went