donderdag 17 januari 2013

Kom op, brave boeddhisten, doe eens wat polemisch !

Deze titel is een vrije vertaling van een recent artikel van Glenn Wallis
' Come On, X-Buddhists, Pump Up the Polemos! '. Zie hier .
‘Polemos’ was in de griekse mythologie de daemon of god van de (burger)strijd; het mag ook als ‘confrontatie’ worden vertaald.
Wallis roept de X-Boeddhisten, (‘ Brave Boeddhisten ’ noem ik ze, vrij in het Nederlands vertaald) en bijna alle Westerse boeddhisten vallen eronder, op om eens wat polemischer te zijn.
Er zijn mensen in boeddhistich Nederland die vinden dat sommigen (met name ‘ongebondenen’) zich onheus uitlaten over andere boeddhisten, op de man spelen en zich daarmee onboeddhistisch (want onzuiver sprekend ) gedragen.
Deze mensen moeten eens wat van Glenn Wallis lezen, een amerikaans boeddholoog en zeer critisch boeddhist. Zie zijn websites www.nonplusx.com en speculativenonbuddhism.com

Een aantal passages uit dit tot polemiek oproepende artikel van Wallis :
...

"Is there any such thing as x-buddhistic polemics ? Or are x-buddhists too busy primming themselves with right speech, loving kindness, and equanimity to consider such nastiness? I can imagine my x-buddhist friends asking how I can even suggest that the perpetually-grinning paragons of compassion that are their beloved teachers would even want to engage in something as ‘un-buddhist’ as polemics.
Come to think of it, I have to ask them a question right back: Is it conceivable that your myriad x-buddhist values (compassion, right speech, renunciation, loving-kindness, forbearance, right thought, etc., etc., etc.) are precisely a passive form of polemics ? ...

A speculative non-buddhist thesis holds that x-buddhism is incapable of the self-critique that might permit what Benjamin refers to as a “genuine polemics” (more on this below). One reason for x-buddhism’s failure in this regard is the centripetal force that dharmic decision exerts on the thinking and behavior of all x-buddhists. To be an x-buddhists is to be reflexively beholden, affectively and cognitively, to the force of dharmic postulation. The x-buddhist is x-buddhist precisely insofar as s/he seeks—indeed, is impelled toward—the pure point of dharmic verity.

Decisional reflexivity explains why intra-buddhist discussions and debates are so vapid. It also explains why x-buddhist blogs, magazines, dharma talks, podcasts, websites, Facebook pages, about.com sermons, and all the rest are predictable to the point of brain-corroding monotony: all of them, no matter what their particular x represents, simply spin around and around, shoulder to shoulder, on the same reeling pulpit. For decision, as the speculative non-buddhist thesis goes, is a fecund supposition of uncircumventable validity that manifests as infinite iterations of ‘x-buddhism.’

This state of affairs can explain in one swoop both the insipid nature of intra- x-buddhist dialogue and the non-existence of robust contemporary Buddhist-Non- Buddhist (Christian, etc.) polemics.
...
... a question: Why do x-buddhists behave like such disingenuous duckies when debating their views? “


Nederlandse boeddhisten die niet van polemisch boeddhisme houden, doen dat mogelijk vanuit twee argumenten:
(1) Het is ‘onzuiver spreken’ en dus strijdig met het Edele Achtvoudige Pad
De derde pad-factor is ’ juist spreken ' ; met als subthema’s:
1. Onthouding van het vertellen van leugens
2. Onthouding van het spreken van lasterende taal
3. Onthouding van het spreken van harde woorden
4. Onthouding van onzinnig gepraat
Voorzover het de bezwaarmakers om het tweede subthema (lasterende taal) gaat, hebben ze een punt; mijn opvatting is: niet op de man spelen
Voorzover ze het echter hebben over het derde subthema (harde woorden) hebben ze in mijn opvatting ongelijk : het gaat bij de critici niet om stevige taal als doel op zich maar om de Dharma; vaak: terwille van de toekomstige ontwikkeling van het boeddhisme in Nederland die we niet in de uitverkoop willen zetten.

(2) Het is onaangenaam om te horen, boeddhisten zijn toch van ‘liefdevolle vriendelijkheid’, dus aardig zijn tegen elkaar. (Om het maar niet over het modieuze ‘respect’ te hebben). Mijn reactie daarop: O ja? Waarom? De Boeddha was (in de Pali Canon en m.i. ook in heel wat Mahayana Sutra’s) bepaald niet soft tegen degenen die zaken beweerden in strijd met de Dhamma/Dharma.

Merkwaardig is daarentegen dat aan onzinnig gepraat (ook wel genoemd ‘gebabbel’), nauwelijks erg wordt gevonden door vertegenwoordigers van het georganiseerde boeddhisme.

De voordelen van ‘polemisch boeddhisme’ zijn er duidelijk ook: ze scherpen de geest, maken duidelijk wat de waarde van de Dharma nu eigenlijk is, voor zowel schrijver als lezer/toehoorder.
En het vermindert het oubollige karakter wat het boeddhisme de laatste jaren in Nederland toch wel heeft gekregen. In het verlengde daarvan: in onze (Westerse) cultuur vinden allerlei veranderingen plaats, de vorm die de Dharma daarin krijgt moet ook veranderen; niet omdat veranderen op zich zo positief is maar omdat de context van de Dharma, van het reeel bestaande boeddhisme verandert. De verandering kan alleen in discussie plaatsvinden.


Dus: Kom op, brave boeddhisten, doe eens wat polemisch !

zondag 13 januari 2013

De BUN lijkt aan het betalen van een boete niet te kunnen ontkomen

Op 13 december 2012 heeft het Commissariaat voor de Media (CvdM) een hoorzitting georganiseerd over bezwaren gemaakt tegen hun beslissing de BUN een boete op te leggen en een bedrag voor uitgevoerd onderzoek terug te vorderen. De reden was dat bij een in 2009 gedaan onderzoek ten onrechte omroepmiddelen zijn gebruikt, volgens het CvdM dan.
Ik schreef daarover eerder .

De BUN en de BOS hebben dit besluit bestreden.
De tekst van dit bezwaarschrift heb ik in november 2012 bij het CvdM opgevraagd, me baserend op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
Als reactie kreeg ik daarop in eerste instantie te horen ´... (om)dat het Commissariaat voor de beslissing op uw verzoek overleg dient te voeren met derden, is het Commissariaat niet in staat binnen vier weken te beslissen.´ Dit betekende dat ik de beslissing (en eventueel de stukken) eind januari mag verwachten.

Op basis van wat ik hoorde tijdens de hoorzitting van 13 december was mijn beeld van de aard van het bezwaar ook al duidelijk, en was ik daar behoorlijk verbaasd over. Die verbazing heb ik in een brief aan het CvdM tot uitdrukking gebracht, zie onder.

De beslissing van het CvdM over het bezwaar zelf zal er in februari nog niet zijn. Die zal uiterlijk medio maart genomen en gepubliceerd zijn (op hun website )
Als ik de door het CvdM gehanteerde logica tot nu toe goed begrijp, zullen ze dezelfde redenering volgen als ik in mijn brief en moet de BUN dus betalen. Een bedrag van € 52.500; of dat bedrag nog kan veranderen kan ik niet inschatten.
Als de terugvordering plus boete definitief zijn, zal de BUN toch eindelijk weer eens van zich laten horen. Of zullen ze ook nog naar de rechtbank willen stappen?

Centraal in dit langlopende boete-proces is de relatie tussen BUN en BOS en de wijze waarop de BUN zich heeft laten gebruiken ten behoeve van belangen van of binnen de BOS.
Toen ik een jaar geleden werd ‘gehoord’ door leden van de BUN- Werkgroep Lotusbloem , heb ik hen geadviseerd dat de BUN excuses moest aanbieden aan het Commissariaat voor de Media omdat de BUN mee is gegaan met de claim van de BOS als zouden er in Nederland zo’n negenhonderdduizend boeddhisten zijn, inclusief mensen met een ‘daadwerkelijke affiniteit’ tot het boeddhisme. De reden van die claim was dat de BOS wilde promoveren van C- naar B-omroep.
Ook na het uitkomen van het eindrapport van de Lotusbloem heb ik deze suggestie gedaan aan het BUN-bestuur.
Dat hebben ze niet gedaan. Dat kan gebeuren.
Wel is sinds een paar maanden op de website van de BUN een beschouwing opgenomen over het aantal boeddhisten waarin vooral de getallen 170.000 en 250.000 genoemd worden en verwezen wordt naar onderzoek van *OpenBoeddhisme* over de aantallen (zie hier ).
Feitelijk maar informeel heeft het BUN-bestuur zich dus van de BOS-claim gedistantieerd maar de boete is daarmee niet van de baan.

Om met een grap te eindigen: dan zullen ze de contributie die de ongeorganiseerde boeddhisten (ook wel ‘loslopende’ boeddhisten genoemd) kunnen gaan opbrengen, hard nodig hebben.

=============================================================================


Brief van medio december aan het Commissariaat voor de Media

Betreft: (Verbazing over) Bezwaar van de BOS/BUN tegen uw sanctiebesluit d.d. 5 juni 2012

Amersfoort, 16 december 2012

Geachte dames en heren van het Commissariaat voor de Media

Hierbij wil ik u informeren over mijn verbazing over een aantal zaken die ik hoorde tijdens de hoorzitting van 13 december 2012 van de directeur van de BOS en de advocaat van de BUN en de BOS. Deze betrof uw besluit d.d. 5 juni 2012 getiteld ‘Boete BUN wegens onrechtmatige besteding budget BOS ’ (Uw kenmerk: 25757/2012005156).

Vooraf wil ik mijn plaats hierbij verduidelijken: als boeddhist heb ik ernstige problemen bij de verwatering van het boeddhisme; de claim van de BUN en de BOS als zouden er in Nederland 900.000 boeddhisten zijn, versterkt dit beeld dat men van alles aan opvattingen in het boeddhisme kan projecteren. Daarom interesseert mij ook de verdediging van het tot stand komen van dat getal.

Als ik goed begrijp wat de heren Mulder en van Werven op 13 december tegen u zeiden, dan is hun bezwaar:
a. De BUN draagt ten gevolge van de delegatieovereenkomst tussen BUN en BOS geen enkele verantwoordelijkheid en de sanctie opgelegd aan de BUN is daarom ten onrechte.
b. Het NPO-onderzoek uitgevoerd door TNS/NIPO diende grotendeels een ander doel dan bepalen hoeveel boeddhisten er zijn, en was dus niet primair gericht op de concessieaanvraag 2010-2015.

Dat verbaast me omdat in de aanvraag van de BOS/BUN uit 2009 en het bezwaarschrift van de BUN tegen uw besluit daarop van 31 december 2009 in 2010 een ander geluid klonk.

In de 'zendmachtigingsaanvraag' op 29 september 2009 ingediend door dhr. Gertjan Mulder (directeurvan de BOS), mede namens de BUN zoals in de aanbiedingsbrief staat, wordt genoemd onderzoek uitgebreid genoemd. Hieronder een citaat uit pag 10 (in de pdf pag 11) en uit een bijlage (pagina 32).
Twee zaken vallen op:
1. De BUN is formeel medeaanvrager geweest; en dus (interpreteer ik) medeverantwoordelijk voor het de aanvraag onderbouwende onderzoek.
2. De resultaten van een aantal van de TNS-NIPO vragen waren wezenlijk voor de onderbouwing van de aanvraag; andere onderzoeksresultaten worden ook genoemd maar zijn duidelijk secundair.
Ook het meer kwalitatieve deel van de onderzoeksresultaten is gebruikt voor de ‘aankleding’ van de claim van meer dan (het preciese aantal varieert) 800.000 boeddhisten of mensen met daadwerkelijke affiniteit tot het onderzoek. ‘Aankleding’ in de zin dat het gebruikt werd als onderbouwing van een sociologisch noodzakelijke nieuwe betekenis van het begrip ‘daadwerkelijke affiniteit’.

Ook het bezwaarschrift op 9 februari 2010 ingediend bij het Commissariaat door B.M.van Werven, advocaat, namens zijn cliënt de BUN is wat dit betreft duidelijk.
Het is namens de BUN en (en dus niet de BOS) dat dit bezwaarschrift, gericht op de beslissing van het Commissariaat de BUN de C-status en niet de B-status toe te kennen voor de periode 2010-2015 is ingediend. Weliswaar wordt ook ander onderzoek genoemd waaruit zou zijn af te leiden dat er meer dan 500.000 boeddhisten zijn in Nederland, maar het NPO-onderzoek staat wederom centraal. De BUN neemt duidelijk de verantwoordelijkheid voor (de kwaliteit van) dit onderzoek op zich. En van relativering dat het eigenlijk of grotendeels een ander doel (een intern BOS-doel) had, is geen sprake.

Ten overvloede voeg ik beide stukken bij. Wellicht heeft u bij uw besluitvorming over het bezwaar gemaakt door de BOS (en BUN) iets aan deze overwegingen.

Met vriendelijke groet,

Hoogachtend
J.W. Romeijn
..... (adres)


Bijlage [horend bij de hierboven geciteerde brief]

Deel uit pagina 10 (in de pdf pagina 11) van de aanvraag van 29 september 2009.
“ Om die trend in kaart te brengen heeft de BOS opdracht gegeven aan de afdeling MediaOnderzoek &: -Advies van de NPO om onderzoek te doen naar de stand van het boeddhisme in Nederland. Voor dit onderzoek zijn 4.000 Nederlanders ondervraagd door TNS NIPO met een vragenlijst die mede is ontwikkeld op basis van adviezen van onder meer de hoogleraren Oosterling (EUR) en Vroom (VU) en de heren Schnabel en De Hart van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Als het Commissariaat voor de Media bij de beoordeling van de zendtijdaanvragen voor de periode 2010 - 2015 haar beleid uit het verleden continueert en zij aan het tweede deel van de definitie van de Raad van State voor de bepaling van de omvang van de aanhang van een religie of levensbeschouwelijke stroming (' ... , maar meer dan incidenteel.. .... '), dezelfde betekenis hecht als in het verleden gedaan is voor de islam, het protestantisme en het katholicisme, dan toont dit onderzoek aan dat het boeddhisme een achterbangrootte heeft van 832.895 (dat deel van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder voor wie het boeddhisme op de eerste of tweede plaats de meeste inspiratie en richting biedt, zie bijlage 3), de allochtone boeddhisten daarbij niet meetellend.
....
Het totaal van de achterban van het boeddhisme in Nederland komt dus op circa 900.000 (rekening houdend met een zekere overlap tussen onderzoek en telling allochtone achterban).



In een bijlage van deze zendmachtigingsaanvraag door BOS/BUN is het conceptrapport van de NPO/MOA-onderzoeker opgenomen.

Hierin staat onder andere:
De hoofddoelstelling van het kwantitatieve onderzoek is inzicht verkrijgen in de omvang
van de achterban van de BOS. Voor hoeveel mensen in Nederland biedt boeddhisme
tegenwoordig (de meeste) inspiratie en richting?
“ (pagina 32 van de pdf)

vrijdag 11 januari 2013

Weer een paar van mijn reacties gestuurd naar het ‘BoeddhistischDagblad’ de afgelopen maand

In de thread doorstart-discussie-over-boeddhisme-en-commercie schreef de redactie van het BD:
Naar aanleiding van onze berichtgeving over het faillissement en de doorstart van de Rotterdamse uitgeverij Asoka (tegenwoordig Milinda Uitgevers) is in het Boeddhistisch Dagblad onder lezers een discussie ontstaan over de al of niet gewenste relatie tussen boeddhisme en commercie. Is het een illusie dat het boeddhisme geïsoleerd beoefend kan worden van de markteconomie waarin wij leven?

Kees Klomp: “ Op de een of andere wijze geven veel boeddhisten blijk van een volstrekt apathische relatie met commercie. Het is wat mij betreft een aperte illusie is om te denken dat boeddhisme geïsoleerd beoefend kan worden van de markteconomie waarin we leven. Productie, consumptie en transactie zijn onlosmakelijke onderdelen van de maatschappij waarin we leven. Ook voor boeddhisten. Ook bij boeddhistische producten.

Op 17 december schreef ik:
Goed initiatief. Eerst een misverstand over : ‘ Mag een uitgeverij geld verdienen aan het maken van boeddhistische boeken? ´
Mijn mening, op basis van wat ik waarneem in Nederland maar ook wel verder in het Westen: met het boeddhisme is geen droog brood te verdienen, zelfs met Dharma-light is het geen vetpot.
Natuurlijk, iedereen probeert – soms met moeite – financieel het hoofd boven water te houden, ook idealistische ZZP-ers.
Daarom probeer ik wel een onderscheid te maken tussen enerzijds bedrijven en bedrijfjes die puur het boeddhisme gebruiken in hun marketing omdat ‘Buddhisms sells’ net zo als (bij autoverkopers bv) ‘sex sells’; en anderzijds integere initiatieven zoals dat van Bernie Glassman.
De testvraag is: wie laat het boeddhisme vallen en wie blijft het trouw, als het niet populair meer is ?
Wat mij in m’n becritiseren van de combinatie boeddhisme-commercie motiveert is dat ik graag heb dat het boeddhisme (de Dharma/Dhamma) in Nederland langer meegaat dan een paar decennia. Dat het ook als het niet meer in de mode is (want deels is het boeddhisme in Nederland een hype) toch op authentieke manier beoefend kan worden, los van de populaire beelden die de mensen ervan in hun hoofd gekregen hebben.
Aansluitend bij de vraag van Rob: de focus van Kees is impliciet – in ieder geval wil ik het zo zien – vervat in de talk van Tami Simon, Selling the Dharma .
Ze vraag zich af of het (tersluiks) vragen om dana door een leraar niet onwaardiger is dan het openlijk een tarief daar op stellen? En of leraren e.d. niet kunnen leren van effiënte commerciële organisaties wat dat betreft.
(Dat is dus een andere vraag en een andere focus dan de vraag of je geld mag verdienen aan het boeddhisme, ook als je er zelf niets mee hebt; mijn antwoord op die vraag: liever niet)
Mijn antwoord op die vraag van Tami (en van Kees, neem ik aan), is: prima dat men zich niet anders voordoet als men is, wie geld nodig heeft mag om geld vragen (leken dan hè, monniken niet) en zich niet als een liefdadige instelling voordoen. En wie winst aan een goed doel geeft, heeft ook mijn zegen.
Het probleem met haar betoog is echter: zij heeft het over en identificeert zich met degenen die geld (willen) krijgen met het geven van de Dharma. Ik identificeer me echter liever met de gever van dana wat vanuit de gever gezien – idealiter – niet als ruilmiddel wordt gegeven maar als oefening in ruimhartigheid, in wat minder gehecht raken aan bezit.
Paradoxale oplossing voor dit probleem: dana kan men het beste geven aan degene die al rijk is, die het niet nodig heeft (weggooien mag dus ook); en leraren en arme boekverkopers betalen we gewoon.
Verder denk ik dat het begrip ‘karma’ beter niet gebruikt kan worden in dit type discussies.



Op 15 december nam het BD met m’n toestemming m’n blog ‘ De kracht van het negatief denken ´ over.
Naar aanleiding van de eerste reacties schreef ik:
Gelukkig heb ik niet alleen complimenten gekregen. ...
Alluman: wellicht heb ik inderdaad ‘positief denken’ uit de populaire zelfhulp en ‘positieve psychologie’ wat makkelijk vereenzelvigd. Toch is de ‘positieve psychologie’ niet een echte wetenschap, maar nogal ideologisch geladen (ter vergelijking: geen natuurkundige haalt het in z’n hoofd over een ‘positieve natuurkunde’ te gaan spreken).
Een stukje van de site van de Maastricht University:

Well-being and happiness
Positive psychology was introduced over a decade ago by UPenn professor Dr. Martin Seligman and can be viewed as a supplementary approach to clinical psychology. The positive psychological movement formulated three aims: (1) to focus on well-being and happiness instead of abnormal behaviour and psychopathology, (2) to be concerned with building positive qualities and strengths instead of repairing damage and (3) to prevent future problems instead of correcting past and present problems.

Daar zit toch ook wel een stukje ‘positief denken’ in, vind ik. Zie ook het uitgebreide Wikipedia-lemma over ‘positive psychology’. “



Naar aanleiding van een stevige en onderbouwde reactie door Koert Boese:
Het is (in Nederland) ongebruikelijk ook maar iets van kritiek te hebben op internationale boeddhistische iconen waarin Westerlingen allerlei moois projecteren. Ik had ook Rients Ritskes van Zen.Nl als voorbeeld van boeddhistische positivo kunnen noemen, maar dat is te makkelijk.
‘Respectloos’, zeg je, Koert. Ik vind dat ‘respect’ – net als ‘geluk’ – een woord is dat te veel gebruikt wordt en dat we zulke woorden beter niet meer kunnen gebruiken.
Zeker hebben Thich Nhat Hanh en de huidige Dalai Lama een levensgeschiedenis met tragiek. Maar wat mij opvalt is dat zij de laatste jaren steeds meer een niet-tragische boodschap brengen, een aangename boodschap die hun Westerse volgelingen graag horen. Opvallend is bv dat TNH is een aantal teksten (vgl The Heart Buddhas Teaching) als ‘drie zegels’ niet-zelf, onbestendigheid en nirvana noemt. Dukkha (lijden) dus niet, dat verdonkeremaant hij een beetje.
En ook de Dalai Lama zegt tegen zijn westerse volgelingen andere, meer aangename dingen, dan hij (vermoed ik) tegen zijn Tibetaanse volgelingen zegt.
Zeker biedt met name Vierde Edele Waarheid de mogelijkheid van het beeindigen van lijden, en dat ‘niet makkelijk’ te noemen is nogal een understatement.
Het boeddhisme biedt geruststelling, zeker, maar toch ook en vooral ongemak en verontrusting . Aspecten die tegenwoordig nogal onderbelicht zijn en ik weer eens wilde noemen.
En tenslotte: dit was niet het perfecte essay over boeddhisme en positief denken en positieve psychologie maar slechts een klein tegenwicht tegen al die vele adorerende positief boeddhistische teksten; een soort kerstboodschap dus.


N.a.v. een andere reactie:
Nog een leerzame thread over TNH en dukkha:
www.buddhismwithoutboundaries.com/showthread.php?2239-Three-Marks-of-Existence .
Overigens ben ik een vrolijk mens, mijn motto is: wees blij dat het leven geen zin heeft.


Nog een reactie van Koert daarop:
` U schrijft in uw reactie dat u ook over Rients Ritskes had kunnen schrijven, maar: ‘dat is te makkelijk.’ Waarom is dat te makkelijk?
Wat ik grappig vind, is dat de benadering die Ritskes in zijn boeken (bijvoorbeeld ‘Zen en keuzes maken’) naadloos aansluit op wat u aan de hand van de auteurs Held en Woolfolk bepleit. Namelijk (in mijn eigen woorden): niet een ‘positief-denken-paradigma’, maar dat inzicht in onze negatieve kanten belangrijk én verrijkend is. Dat het kunnen begrijpen en accepteren daarvan een bevrijding is – en misschien wel de basis voor werkelijk ‘geluk’.
Nogmaals, u mag best kritiek hebben op Ritskes, sterker nog: ik juich een goede, kritische beschouwing toe. Maar dan wel op basis van zijn boeken en niet met een aantal selectieve quotes die her en der op het internet te vinden zijn, zoals nu vaak het geval is. (Daarmee bedoel ik voor alle duidelijkheid niet u).
U noemt zichzelf ‘een denker’. Mag ik u erop wijzen dat dit – i.i.g. in de zenboeddhistische traditie – niet bepaald een compliment is? Denken – zowel negatief als positief – is het belangrijkste obstakel op weg naar ‘verlichting’. Een hoop gedoe over met welke vinger je het beste naar de maan kan wijzen, waarbij de maan zelf over het hoofd wordt gezien. Of dat we de maan niet zien, juist omdat we er onze eigen vingers ervoor houden. ´


Mijn antwoord:
´Koert, dank voor je intelligente en critische reactie
Voor de duidelijkheid: dit kleine essay stond in mijn eigen blog en is door de redactie van het BoeddhistischDagblad (met mijn toestemming) overgenomen. En in mijn blog (joopromeijn.blogspot.nl) schrijf ik meestal tamelijk raillerend.
Maar wellicht is mijn opmerking op de Dalai Lama wat al te gemakzuchtig geweest; mijn kritiek geldt eigenlijk niet de Dalai Lama maar westerlingen die lieve onschuldige opvattingen in hem projecteren.
En dan Rients Ritskes, ik schreef: ‘te makkelijk’ omdat hij vergeleken met internationale iconen een kleintje is en er al meermalen (ook door mij op m’n blog) kritiek op hem geuit is.
En Ritskes geen positivo? Ik vind boektitels als ‘Leer denken wat je wilt denken’ en ‘Leer voelen wat je wilt voelen’ juist gave voorbeelden van positivo-speak.
Uit m’n blog zou je kunnen zien dat ik bepaald geen Zennie of Zen-boeddhist ben; en ‘denken’ is juist wat de mens uniek maakt en onderscheidt van een dier.
Wist je trouwens dat de plateet Jupiter meer dan 60 manen heeft; hoeveel vingers moeten Jupiterianen dan wel niet hebben?
´


Dan een van m’n geliefde onderwerpen: de toekomst van de BOS .
Naar aanleiding van alweer zon positief interview (van beide kanten) van Joop Hoek met Gertjan Mulder

Mijn reactie was (ik schrijf het er maar bij) wat ironisch:
Sommigen zullen het wellicht een vlucht naar voren vinden, maar ik vind het prachtig nieuws dat de BOS aan het nadenken is over boeddhistische themakanalen en verder gebruik van internet; ’ … op een geambieerd kwaliteitsniveau ’ wordt er bij gezegd, en ik neem aan ook op een geambieerd dharmisch niveau.
Wat betreft tekst zou de BOS kunnen gaan samenwerken met blogs zoals ‘BoeddhistischDagblad’, ‘OpenBoeddhisme’ en mijn ‘BoeddhismeBlog’ en anderen. Misschien ook met het toekomstige ‘BoeddhaMagazine’ want er moet toch ook tekst (met plaatjes voor wie daarvan houdt) komen die wat langer meegaat dan ‘morgen wordt de vis er in verpakt’?
Kortom: een Binair Boeddhisme Blad .
Wat betreft audio kan wellicht een voorbeeld worden genomen aan podcasts zoals die van de ‘Secular Buddhists Association’ en de ‘Buddhist Geeks’, gekoppeld aan websites.
O ja, de hoorzitting van afgelopen donderdag bij het Commissariaat voor de Media moet een fluitje van een cent geweest zijn voor de BOS. En voor de BUN want die heeft toch de boete gekregen al hebben ze niets gedaan?
Ik heb zo het gevoel dat Gertjan Mulder het georganiseerde boeddhisme niet echt gaat verlaten na 31 december en we dus geen afscheid van hem hoeven te nemen. Maar voor de zekerheid toch maar: het ga je goed. En Laetitia en de mensen van de BOS-Radio wil ik sterkte toewensen voor de komende jaren.



Een ander favoriet thema: discussiëren met Zen-boeddhisten waarbij ik me graag licht spottend uitlaat.
Dick Verstegen had een blogtekst over de bodhisattva-gelofte

Daaruit het volgende citaat:
"... een vaak aangehaalde tekst van de onvergelijkelijke Dogen Kigen(1200-1253) gaat daar over: ‘De boeddhaweg gaan is jezelf bestuderen. Jezelf bestuderen is jezelf vergeten. Jezelf vergeten is verlicht worden door al het bestaande. Als je verlicht wordt door al het bestaande vallen lichaam en geest weg, van jezelf en van anderen. Er blijft geen spoor van verlichting over en deze spoorloze verlichting zet zich eindeloos voort.’
Zie je: bewustwording door het zien wat er gaande is, gaat gepaard met het loslaten van een idee van zelf. Je realiseert: alles wat bestaat is bevrijding. Onderscheid tussen jou en wat ook in dit universum is verdwenen. Net als die verlichting of bevrijding, die grenzeloos is en alles omvat. Wat een feest, wat een lichtfeest.
Dan zou de vertaling van de bodhisattvagelofte als volgt kunnen luiden:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Wat mij de weg wijst zal ik volgen.
Hoe lang de weg is maakt niet uit.
"

Dit gaf mij aanleiding tot de volgende reactie:
De bodhisattva-belofte(n) hebben me als niet-mahayana-boeddhist vaak beziggehouden. Ze doen me denken aan een dichtregel van Marsman die ik als adolescent graag sprak: 'groots en meeslepend wil ik leven … '.
Nu ben ik zo ambitieus niet meer, heb ook geen arhat-gelofte en wil slechts losjes verbonden zijn met het universum.
Verder denk ik dat het voor iemand met katholieke wortels makkelijker is deze belofte te reciteren dan voor iemand met protestante wortels, de laatste denk al snel: kan ik dat echt wel uitvoeren, en wil ik het wel echt? Vooral dat alle poorten binnen willen gaan , daar komt het vaak niet van.
Maar via een irrationele transformatieregel van Dogen (‘irrationeel’ is voor mij geen negatief oordeel, slechts feitelijk bedoeld) maakt Dick er een gans andere gelofte van die me wel weer aanspreekt.
Alleen die derde regel weer, ik weet niet of ik dat wel ga doen, daarom wordt het voor mij:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Er is geen weg dus er is niets te volgen
Hoe lang het duurt maakt mij niet uit .
"

Dick reageert met onder andere het statement: ´ De bodhisattvagelofte drukt overigens m.i. geen ambitie uit, maar iets feitelijks. ´
Mijn antwoord: ´ Maar dat de bodhisattvagelofte geen ambitie zou inhouden, dat begrijp ik niet. Het gaat toch om de wens, de intentie bodhisattva te worden? En men kan alleen iets willen worden wat men nog niet is. Het is anders voor mij net zo iets ongeremds als met ‘BoeddhaNatuur’: iedereen heeft de mogelijkheid Boeddha te worden en is dan ineens ook al Boeddha. Ik geef de voorkeur aan een meer bescheiden benadering. ´

Later, na een interventie van Edel M - die o.a. stelt dat ik de tekst van de bodhisattva-gelofte niet zo maar kan aanpassen - vervolg ik met:
´ Eerst even terug naar de leer. Ik heb steeds begrepen dat het Mahayana-boeddhisme er de voorkeur aan geeft te streven naar het bodhisattva worden omdat men het arhat-ideaal (dat de monniken probeerden te bereiken) van Theravada aka ‘Hinayana’ egocentrisch vond.
Van de bodhisattva-vow zijn vele varianten bekend, ook degene die Dick citeerde, men paste voortdurend aan (liever gezegd: men varieerde, als upaya).
De oudste versie (zover ik weet hoor) vond ik op wikipedia:
“A Bodhisattva vow is found at the end of the Avatamsaka Sutra by Samantabhadra. In Guide to the Bodhisattva’s Way of Life, Shantideva explains that the Bodhisattva vow is taken with the following famous two verses from Sutra:
‘ Just as all the previous Sugatas, the Buddhas
Generated the mind of enlightenment
And accomplished all the stages
Of the Bodhisattva training,
So will I too, for the sake of all beings,
Generate the mind of enlightenment
And accomplish all the stages
Of the Bodhisattva training.’ ”
En wie de bodhisattva-training heeft voltooid (duurt vele levens volgens de leer) wordt bodhisattva. En dan kan het redden van alle levende wezens pas goed beginnen; terwijl een arhat (nog steeds volgens de leer) er dan mee stopt. ´


Edel benadrukt vervolgens ´ Het is niet de bedoeling een bodhisattva te worden, je bent het al. Je kunt die potentie in jezelf afwijzen of cultiveren. Je ten dienste stellen van het welzijn van alle levende wezens is dan het meest natuurlijke wat er is. En dit pad is eindeloos.

Ik echter ´ Edel, ik denk te begrijpen waarom jij het zo begrepen hebt.
In het vroege Mahayana (kort na het begin van onze jaartelling) was bodhisattva worden iets waarna gestreefd kan worden, wat men dus nog niet was. De Ugra-Sutra waar Jan Nattier zo mooi over geschreven heeft (‘A few good men’) is daar een voorbeeld van.
Later, met name een paar eeuwen later, in China werd de gedachte populair dat men ‘ eigenlijk ‘ altijd al bodhisattva was en is.
Dit spanningsveld wordt ook in je laatste allinea duidelijk, je zegt eerst ‘ je bent het al ‘ (nl bodhisattva); en meteen daarna dat het een potentie is.
In mijn simpele (vrijzinnig)Theravada-denken moet de mens wel enige moeite doen om zijn of haar potenties te verwerkelijken; ik kan bv in potentie de 100 meter binnen 10 seconden lopen maar om de een of andere reden is dat er nog niet van gekomen.
Ook verder zijn mijn ambities beperkt, d.w.z. bescheiden: ik ga echt niet proberen ‘ alle levende wezens te bevrijden ‘, als het bij een paar zou lukken, zou dat al mooi zijn.


Het gesprek ging nog verder maar werd mij te praktisch.


woensdag 9 januari 2013

Hoe zal het met uitgeverij ASOKA in 2013 gaan ?

Op 23 december 2012 plaatste *OpenBoeddhisme* het bericht ‘Milinda Uitgevers in maart 2013 op orde’ ; zie hier
Deze titel is een citaat van de geïnterviewde Nina Nannini.

Ik reageerde op dit bericht in *OpenBoeddhisme* met de volgende tekst:

"Goede informatie. Een mooie aanvulling ook (of andersom natuurlijk, ik wil wel bescheiden zijn) op mijn recente blog waarin ik als (boeddhistisch) lezer naar BoedhaMagazine kijk.
Ik vraag me af of in de plannen van Nina Nannini met Asoka ook de ' Klassieke Tekstbibliotheek een plaats gaat krijgen. Zal dit concept dan iets verruimd worden, zodat er een Boeddhistische Tekstbibliotheek komt?
"

Die blog van mij, over het decembernummer van BoeddhaMagazine is hier te vinden.


Nina antwoordde daarop:
" Ja, ook de klassieke teksten krijgen een plek. Ik wil ze graag toegankelijker maken.
Dan heb ik het niet over de inhoud, maar over de aanschafprijs. Het zijn kostbare boeken om te maken. Daardoor zijn ze nu weggelegd voor een klein publiek: dat is zonde.
We zijn bezig met het maart-nummer van BoeddhaMagazine. We doen ons best, maar we realiseren ons terdege dat veranderingen ook lezers van ons kunnen vervreemden.
De eerste opzet ziet er goed uit, maar ik ben vooral benieuwd naar de reacties van de lezers in maart. En ik ben dus ook geïnteresseerd in jouw feedback.
"


Nooit te beroerd, feedback te geven, was mijn reactie in de richting van Nina (en van Gerolf 't Hooft uiteraard):

" Ik ga BoeddhaMagazine in maart zeker bekijken.
Wie wordt de eerste gast-hoofdredacteur?
Zelf ben ik een hartstochtelijk lezer, maar ook (ik moet dat eindelijk maar eens toegeven) een elitair boeddhist die graag moeilijke teksten leest. Het zou dus geen schande zijn als BoeddhaMagazine niet primair voor mij bestemd blijkt te zijn. Misschien bestaat -zoals ik in mijn blog uitleg- de doelgroep vooral uit positief ingestelde vrouwen.
Wat betreft de ‘ klassieke tekstbibliotheek ’: ik stel voor deze uit te breiden tot ‘boeddhistische tekstbibliotheek ’, zodat daaronder ook hedendaagse, degelijke boeddhistische/boeddhologische werken kunnen vallen.
Een eigen, Asoka adviserende redactie met een eigen ‘boekhouding’ zou doneren of zelfs crowd funding mogelijk maken.
Voor mij hoeven deze boeken er niet chic uit te zien, ze mogen ook - en zelfs vooral - als e-book uitgegeven worden. Op die manier is het geen probleem dat andere Asoka-boeken ‘buddhism-light’ zijn.


In m'n blog van 8 november vorig jaar geef de titels van een serie uit het Engels te vertalen boeken en thema's van mogelijke oorspronkelijke (Nederlandse) boeken die wellicht in de 'Boeddhistische Tekstbibliotheek' kunnen passen.
Maar goed, daar beslis ik niet over maar een door mij voorgestelde redactie; en de directie van Asoka uiteraard, want het moet wel commercieel kunnen.


Als afronding geef ik graag een bericht door van de uitgeverij:

Uitgeverij Asoka, De Driehoek, Synthese en BoeddhaMagazine hebben een deel van hun boeken gebracht naar hun 'outlet book store in Den Haag.
Daar liggen ze 'voor weggeefprijzen vanaf 1o januari te koop, melden ze.
'Als u onze winkel bezoekt, ligt er tevens een verrassing voor u klaar.

Outlet book store
Frederikstraat 31
2514 LA Den Haag
Voor meer informatie: 010-411 3867
Bereikbaarheid ov: bus 24 en 22, tram 6 en 1

Openingstijden
Donderdag: 10.00 – 18.00 uur
Vrijdag: 10.00 – 18.00 uur
Zaterdag: 10.00 – 17.00 uur
Zondag: 13.00 – 17.00 uur

vrijdag 4 januari 2013

Vriend zijn van het ‘Vipassana Meditatie- en Studiecentrum’

Passages uit een brief van het bestuur van de ‘ stichting Vipassana Meditatie- en studiecentrum ', die ik met instemming (en wat kommentaar) citeer.


Goed nieuws!
We verheugen ons te kunnen melden dat een landelijk Vipassana Meditatie en Studiecentrum in Nederland de komende jaren gerealiseerd zou kunnen worden. Een centrum dat vergelijkbaar is met bekende Aziatische meditatiecentra en Westerse centra zoals Gaia House in Engeland of Insight Meditation Society en Spirit Rock in de VS.

Aanleiding: een lang gekoesterde wens in vervulling laten gaan
Verschillende meditatie-leraren hadden en hebben de wens om te komen tot een ‘ Vipassana en Dhamma Centrum ’ waar het hele jaar door retraites gehouden kunnen worden.
....

Alleen haalbaar vanuit een breed gedragen commitment vanuit de verschillende sangha’s
Er zijn het afgelopen jaar veel besprekingen geweest in verschillende samenstellingen over het opzetten van een Vipassana Meditatie- en Studiecentrum in Nederland. Conclusie was steeds dat het alleen haalbaar is als de wens onder ‘Vipassana Nederland’ breed gedragen is. In de loop der jaren zijn er immers veel organisaties ontstaan: Stiching Jonge Boeddhisten Nederland, Sangha Metta, Stichting Inzichts Meditatie, Retraite Centrum Ezinge, Stichting Inzicht & Bevrijding, Tegen de Stroom in, etc. Hoewel zelfstandige organisaties bestaat er tussen deze personen en organisaties een zekere mate van ‘familiaire verwantschap’ als het om de Vipassana en Dhamma gaat.
Er zijn nu mogelijkheden om zo’n centrum te realiseren. Er ligt nu een concreet plan voor, met als (mogelijke) locatie Huize Loreto in Lievelde. De financiële haalbaarheid komt dichterbij, maar het centrum is alleen realiseerbaar met uw hulp. De verschillende Vipassana sangha’s en leraren moeten het centrum daadwerkelijk gaan gebruiken en zonder financiële steun van de sanghaleden blijft het een niet te realiseren droom.
....

Er zijn twee stichtingen opgericht, een eigendomsstichting die het centrum aankoopt en een beheerstichting (zie bijlage 2. voor visie en missie van de beheerstichting). die het centrum gaat beheren. De eigendomsstichting verhuurt het centrum aan de beheerstichting. De beheerstichting verhuurt in eerste instantie het centrum aan de Sangha’s voor vipassanaretraites en dhammastudie en aanverwante activiteiten. Op termijn kan de beheerstichting ook zelf activiteiten gaan organiseren. Voor de momenten waarop de vipassana sangha’s het centrum niet gebruiken, wordt het centrum verhuurd aan andere meditatie- en studiegroepen die passen in de sfeer van stilte en contemplatie. ...

De beheerstichting zal een aantal commissies samenstellen.
 Een spiritueel inhoudelijke commissie zal voornamelijk bestaan uit vipassana-leraren. Deze zal het bestuur adviseren over de inhoudelijke koers die het centrum gaat varen en over aanverwante dhamma-onderwerpen.
 Een commissie voor fundraising die tot taak heeft inkomsten te genereren voor het centrum.
 Een huishoudelijk commissie die het centrum gaat beheren (denk aan het runnen van de keuken en de huishouding).
 Een commissie administratie en verhuur die het centrum gaat verhuren aan de sangha’s en de administratie beheert.
 Een technische commissie voor het onderhoud en beheer van het gebouw en het landgoed.

Naast deze commissies zal het bestuur een Adviesraad samenstellen die meer op afstand staat en het bestuur ten alle tijden van advies kan voorzien.

…en een geschikte locatie!
Het bestuur van de eigendomsstichting is momenteel in onderhandeling met de paters van Huize Loreto. Deze locatie is zeer geschikt voor een Vipassana Meditatie- en Studiecentrum. Het centrum heeft een rijke historie, mooie energie, twee meditatieruimtes, zo’n 50 individuele kamertjes, 7 “appartementen” voor bewoners van een vaste kerngroep, een moderne keuken, 10 hectare grond en een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De afgelopen jaren hebben verschillende vipassana retraites plaats gevonden in Huize Loreto, en wel met veel genoegen. Op dit moment heeft Loreto dan ook de voorkeur van het bestuur maar er is nog geen zekerheid over deze locatie. Wij zijn dan ook nog op zoek naar andere locaties. Mocht je locaties weten, geef het dan aan ons door!

Wij hebben jullie hulp voor dit mooie project nodig: wat kun jij betekenen?
Zodra de plannen concreter worden en er een geschikte locatie gevonden is, zullen we vrijwilligers nodig hebben. Dat zullen we tegen die tijd kenbaar maken. Indien er een contemplatieve woongemeenschap gevormd wordt, zullen daar ook mogelijkheden zijn voor personen die dat ambiëren. En uiteraard is er geld nodig. Geld voor de aankoop, een verbouwing, onderhoud, de aanschaf van nieuwe spullen, het runnen van het centrum et cetera. Een project van dergelijke omvang kost veel geld en we zijn letterlijk met nul euro begonnen.

Daarom zijn we nu druk op zoek naar sanghaleden die dit project financieel willen ondersteunen. Als bestuur hebben wij hiervoor de mogelijkheid in het leven geroepen om middels een financiële bijdrage – klein of groot - VRIEND te worden van het meditatiecentrum. Als vriend blijf je gegarandeerd op de hoogte van wat er rond en in het centrum gebeurt, bijvoorbeeld via mailings en vriendendagen.



Het bestuur van de beheerstchting bestaat uit:
Harry Rijken, . . . . . . . . . voorzitter 031-8430037 harry@ryken.nl
Anca Ansink, . . . . . . . . . . . . . . .lid 010-4230606 a.ansink@planet.nl
Hans Gijsen, . . . . . . . . . . secretaris 010-4672952 hansgijsen@msn.com
Gerben Hieminga, penningmeester 06-83640072 gerbenvenwoude@hotmail.com


In een bijlage wordt beschreven op welke wijze men ‘ vriend ’ kan worden
Men kan vriend worden door een gift te storten op
bankrekeningnummer 620.33.73
te name van Meditatie en Studie Centrum Vipassana Nederland
in Amsterdam onder vermelding van naam en adres.

De diverse mogelijkheden worden beschreven, in het kort:
Een eenmalige bijdrage of een maandelijkse bijdrage aan de beheersstichting: kan direct; en
diverse vormen van leningen en schenkingen en opnemen van het centrum in het testament: kan in overleg.


In een tweede bijlage wordt visie, missie en doel van de beheerstichting beschreven
Hier wordt duidelijk dat het niet alleen om vipassana-meditatie gaat, maar ook om andere aspecten van het beoefenen van de Dhamma.
Weer een citaat uit de ‘vrienden-brief’:

De stichting handelt vanuit de volgende visie .
Er is een groeiend aantal mensen in Nederland die vipassanameditatie beoefenen. Ook bestaat er een groeiende behoefte aan het leiden van een (al dan niet parttime) monastiek leven. Dat betekent dat er reden en ruimte is om een centrum op te richten dat retraites voor vipassanameditatie, eventuele andere vormen van beoefening, maar ook de mogelijkheid tot het leiden van een monastiek leven aanbiedt. Een dergelijk centrum komt tegemoet aan de behoefte aan een plek waar overwegend in stilte beoefening plaatsvindt.

De missie van Vipassana Nederland is het initiëren en ondersteunen van activiteiten die de Boeddhistische leer, de beoefening van vipassana-meditatie en het sanghaleven bevorderen. Deze activiteiten zijn open omdat iedereen welkom is, ongeacht religieuze of maatschappelijke achtergrond.
Criterium voor deze open Sangha is niet het toevlucht genomen hebben in de Boeddha, Dhamma en Sangha, maar de bereidheid zich te verdiepen in de Boeddhistische leer en de praktijk van de vipassana-meditatie.

Het doel van de Stichting is in de statuten als volgt omschreven (artikel 2):
a) Het bevorderen van mogelijkheden tot monastiek/contemplatief leven in de Boeddhistische traditie en in het bijzonder door middel van meditatie op grond van de vipassana-methode, dhammastudie en andere methoden;
b) het aanbieden van meditatieretraites en studies in de boeddhistische psychologie;
c) meditatie en studie voor iedereen toegankelijk maken, ongeacht religieuze of maatschappelijke achtergrond;
d) het beheren van een centrum voor meditatie en studie;
e) alsmede het creëren van voorzieningen hiervoor, van welke aard dan ook;
f) het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk zijn.


==================================================================

Tot zover deze informatie
Een tweetal opmerkingen erbij, een praktisch en een principieel

Praktisch begrijp ik niet helemaal hoe ver het ‘monastieke leven’ gaat dat ook in het centrum mogelijk moet gaan worden
Konkreet: Theravada-monniken (bhikkhu’s en bhikkhuni’s) mogen ze van de vinaya dat soort werkzaamheden niet doen en ook geen geld bezitten. Ze krijgen eten en verdere verzorging; in boeddhistische landen: door in de buurt van het klooster wonende vrijwilligers die zoiets min of meer bij toerbeurt doen. Dat lijkt me in een ver van de steden liggend centrum in Nederland onmogelijk. Het alternatief is dat er twee soorten mensen (semi-)permanent in het centrum komen te wonen: degenen die verzorgen en degenen die verzorgt worden. Met alle respect: is dat wenselijk?

Principieel vind ik de nadruk op ‘vipassana’ als vorm van beoefening te beperkt.
Wel wordt gelukkig in de statutaire doelstelling ook gesproken over ‘ andere methoden ’ , maar de invulling daarvan lijkt mager.
‘Metta-meditatie’ bijvoorbeeld is geen vipassana, ook wel genoemd inzicht-meditatie;
het is òf een vorm van samatha òf een eigen, een derde vorm van bhavana; beide opvattingen kunnen op basis van sutta-studie verdedigd worden. Datzelfde geldt voor karuna- en (nog weinig toegepast) mudita-meditatie.
Ik zou de initiatiefnemers willen vragen nog eens te kijken naar wat er in de door hen zelf genoemde voorbeelden gebeurt, in Westerse centra zoals Gaia House in Engeland of Insight Meditation Society en Spirit Rock in de VS.
Concreet betekent dit: laat de mogelijkheid open ook andere dan vipassana-leraren een meditatie te doen geven, zoals nu ook bij de SIM gebeurt.

Een paar citaten uit ‘ This fantastic, unfolding experiment. Establishing the Insight Meditation Society and Spirit Rock ’ door Jack Kornfield ; een paar zinsdelen door mij vet gemaakt.

When we started IMS, it was primarily a Mahasi-oriented center. I brought in the flavor of Ajahn Chah as well. But because Joseph (Goldstein) and Sharon (Salzberg) had done most of their practice through the Burmese lineages of Mahasi Sayadaw and of U Ba Khin, and we shared this training, this is mainly what we taught. From the very beginning we offered the practices of both Mahasi Sayadaw and U Ba Khin, with Ruth Denison and John Coleman leading retreats.
...
When we started, the first principle that we got right —partly out of necessity (or out of desperation)— was that we would do collective teachings . One can see that the centers that have had the most difficulty have invested all the power in just one teacher. Often that person gets terribly isolated, and, as you know, many dharma centers in the West have suffered in some fashion or another due to the misconduct of their primary teacher.
...
The second principle that we got right —and I was a passionate advocate for this— was having multiple lineages . Even though there was a Mahasi lineage through Munindra, Mahasi Sayadaw, Dipa Ma, and Asabha Sayadaw that we shared at IMS, it was very important from the beginning that we invite other lineages and teachers. So early on we invited Christopher Titmuss and Christina Feldman—people who had studied with Ajahn Buddhadasa, Ajahn Dhammadoro, Ajahn Chah, and other teachers. From my own experience, it was healthier for both students and teachers alike to have access to a range of dharma teachings and perspectives. This is an underlying principle at Spirit Rock as well.
The Buddha is often described as the master of many skillful means. Gradual and sudden, outer and inner, form and emptiness were all aspects of his teaching. A wise teacher, and a wise center, needs to offer a whole range of skillful practices, because people come along at different stages of their inner development, with different temperaments, and with different sets of problems. If we limit ourselves to one technique, it will only serve certain people and it won’t be helpful to others. Diversity of practices is an underlying vision at IMS that has also been carried through to Spirit Rock. On our retreats, though we use the basic instructions from Mahasi Sayadaw, we also draw from the teachings and perspectives of Ajahn Chah, Buddhadasa, U Ba Khin, and many others.
....
To preserve the strength of our tradition, the majority of our retreats teach vipassana and the four foundations of mindfulness. Many of our other retreats focus on the brahmavihara (the divine abodes of loving-kindness, compassion, sympathetic joy, and equanimity). Those are our two central streams of dharma practice. The third stream offers an integration of mindfulness practice with other aspects of our dharma vision. These retreats combine mindfulness and yoga, or mindfulness and the creative process, or mindfulness and loving-kindness and psychotherapy. In addition, we have hundreds of daylongs, which along with retreats provide the aspect of our mandala that has to do with integration and how we live. This would also include our Diversity Program, which is committed to offering the dharma to as diverse a population as possible; our Program for Socially Engaged Buddhists; our Family Program, for children and their parents; our Teen and Young Adult Program; and our Program for Yoga Teachers.
To keep Spirit Rock connected to the core of our Buddhist tradition, we made a rule that when people outside our lineage come here to teach retreats, they would always be joined by one of our teachers in order to connect their teachings to our practice. In this way our core practices of generosity, virtue, mindfulness, and loving-kindness are complemented by other lineages and skillful means. ...
So we have had wonderful retreats with Tsoknyi Rinpoche and both Ajahn Amaro and Guy Armstrong on different occasions.
While we are dedicated to preserving and sustaining the core teachings of our lineage, we are also willing to be innovators, as indicated by our willingness to learn from many lineages.



Het hele artikel is verschenen in een 2007-nummer van het (electronische) tijdschrift Buddhadharma en is tevens hoofdstuk 18 van het boek Bringing Home the Dharma door Jack Kornfield (Uitg. Shambala, 2011)
Zie het hele artikel hier . Afgezien van soms over-enthousiast Amerikaans taalgebruik het lezen zeer waard !


En afsluitend met het onderwerp van het begin:
Draag financieel bij aan het ‘Vipassana Meditatie- en Studiecentrum’; ik doe het ook