donderdag 1 december 2016

December * Waarom psychologiseren, boeddhisten * Emergente zwaartekracht en wat boeddhisme * Amerikaanse boeddhisten & Donald Trump (en wij)   * Podcast  * Geen leraar worden  * Einde Maandblad


Stevige kost, dit december-nummer van m'n maandblad, het laatste nummer.
Met een dubbele uitsmijter en vijf bijlagen.
Met moderniteit, actualiteit en een snufje eeuwigheid, althans tijdloosheid.

Update 4 december
Voor de mensen die boeddhistische blogs gaan missen.
Met de bekende Amerikaanse bescheidenheid aangekondigd:
' De vijftig Beste Boeddhistische Blogs van de Planeet '
De beste Engelstalige dan toch. Want de mijne komt er bv niet in voor.
Heel veel onbekende trouwens, veel te lezen dus.

=====================================================================

Boeddhisme is geen toegepaste psychologie
Minder psychologiseren in de beoefening


Een pleidooi voor het minder gebruiken van concepten uit de psychologie (welke dan ook) in het praten over de Dharma en in de boeddhistische beoefening.
Liefst helemaal niet maar dat is een kansloze missie.
Want het gepsychologiseer is zo diep doorgedrongen in het denken over het boeddhisme, ook in mij trouwens, dat we nauwelijks nog zonder kunnen. Ons geen praten over beoefening zonder psychologische termen kunnen voorstellen.

Eerst een poging tot een omschrijving (een definitie is nauwelijks mogelijk) van 'psychologie' in Wikipedia . Dit artikel maakt een scherp onderscheid tussen de wetenschappelijke en alledaagse of intuïtieve psychologie, zie Bijlage 1
Het lijkt me beter meer vormen dan deze tweedeling te onderscheiden:

(1) Wetenschappelijke psychologie, berustend op wetenschappelijk onderzoek
     Vormen zijn o.a.: arbeids- en organisatiepsychologie, functieleer,
     leerpsychologie, neuropsychologie, sociale psychologie, etc.

(2) Systemen (meervoud!) van psychologische concepten, gehanteerd door psychotherapeuten.
     Bijvoorbeeld psychodynamische therapieën, cliëntgerichte therapieën,
     gedragstherapieën, systeemtherapieën en veel vormen van alternatieve therapie.

(3) Intuïtieve populaire psychologie, zonder wetenschappelijke intenties, gehanteerd door leken
     En vaak gehanteerd door boeddhisten, moet ik aan deze derde vorm toevoegen.

(4) Er is los van dit alles nog een aparte boeddhistische psychologie, te vinden in de
    Abhidhamma, wel systematisch maar niet wetenschappelijk in de hedendaagse
    op toetsbaarheid (falsifieerbaarheid) gerichte opvattingen.
    Het is psychologie en filosofie (met name ethiek ) in één, en wordt ook wel
     'psychologie zonder psyche' genoemd. Zie daarvoor o.a. Nl.wiki  en  En.wiki .

Echter, het gepsychologiseer waar ik het hier over wil hebben, gaat niet over een soort psychologie, gebaseerd op de Abhidhamma. Dat wil zeggen: behoudens uitzonderingen, er zijn aspecten in de vipassana-meditatie die wel op Abhidhamma-concepten zijn gebaseerd.

De psychologie van boeddhisten heeft vooral betrekking op de derde vorm, ook wel te noemen 'psychologie van de koude grond'. Zelden of nooit wordt in boeddhistische teksten die sterk psychologiserend van aard zijn, een system, welk systeem dan ook, van concepten geëxpliciteerd.
Ik generaliseer, er zijn ook best wel artikelen waarin concepten (op de juiste wijze) uit de wetenschappelijke of psychotherapeutische psychologie gebruikt worden, maar dat zijn uitzonderingen. En hebben bovendien het 'nadeel' dat de auteurs niet (of niet in de eerste plaats) boeddhist zijn maar psychologen/psychotherapeuten die over een boeddhistisch thema schrijven.
Als het heel erg is, wordt het soms 'pychobabble' genoemd (en het is soms heel erg).

Dan de aanleidingen

In het artikel over jonge leraren dat ik in september samenvattend publiceerde, stelde één van hen dat de motivatie voor mensen om naar een sangha te komen waarschijnlijk veranderd is. In plaats van interesse in een religieuze ervaring komen ze met belangstelling in meditatie als een hulpmiddel voor echt ontdekken wie ze zijn en hoe beter hun leven te beheren. In deze dagen heb je minder kans om te horen 'Ik hou van de leringen van 'ik wil een boeddhist worden', en meer kans om te horen 'ik ben super gestrest en heb hulp nodig'. Deze nieuwe leraar zei: als je worstelt met verlammende angst en je komt naar het centrum om te worden opgewacht door iemand die je vertelt dat het nodig is om je baan op te zeggen en uw ambitie loslaten, loop je gelijk weg en probeert nooit meer te mediteren. Deze mensen moeten met mededogen tegemoet worden getreden.

Het komt ook van de kant van de leraren zelf en er zit (indirect)ook een economische kant aan de psychologiserende cultuur van het hedendaagse boeddhisme:
Het feit dat veel leraren tevens psychotherapeut (of coach) zijn:
Uit het BD van 17 november: "De Vlaming ... werkt als maatschappelijk werker en psychotherapeut. Hij is zeer geïnspireerd door het boeddhisme, meditatie en psychotherapie vormen volgens hem twee polen van eenzelfde gebied. "
Dat vind ik dus niet: meditatie en psychotherapie zijn helemaal geen polen. Eerder zijn nog fietsenmaken en het boeddhisme twee polen.

Men zou kunnen zeggen dat de leraren de leerlingen  protoprofessionaliseren  in de psychotherapeutische psychologie gedurende hun dharma-gesprekken.
Ben ik tegen die dubbelrol? M'n twijfel is groot: er is het gevaar dat de leerlingen van de leraar op een gegeven moment cliënten van dezelfde persoon, maar dan in de rol van psychotherapeut worden. Of coach of welk nieuw woord ook bedacht wordt om een betaalde functie in de (soms reguliere, soms alternatieve) zorgverlening te omschrijven.
Dus naast het feit dat het verschillende zaken zijn is er ook het probleem van het combineren van de functies.

Een gevolg is ook dat mensen zichzelf gaan therapeutiseren, in therapeutische procestermen hun zieleroerselen beschrijven. En, nog hinderlijker, dat ook van anderen doen; het credo is 'niet oordelen', maar in plaats van een oordeel wordt er een pseudo-neutraal etiket geplakt, bv 'narcist', 'autist' (een etiket als 'neuroot' is net zo als praten over het onbewuste een beetje gedateerd, is m'n indruk).

Het meest opvallend aan de psychologisering in populaire vorm is de nadruk die gelegd wordt op de (eigen) gevoelens van de spreker/schrijver. En op de oorzaken daarvan (in het particuliere verleden, bv de jeugd) en de processen die deze gevoelens en daarmee (?) de persoon ondergaan.
Het zijn ook zelfhulpconcepten die populair zijn. Er zit nogal wat positief denken in, terwijl het oorspronkelijke boeddhisme (zeker de Theravada die in mijn ogen het meest oorspronkelijk is) nogal pessimistisch van aard is.
Terwijl er toch alle reden voor pessimisme in de huidige wereld is, niet waar, Trump-schrikkers?

Het gaat om bundels van psychologische kenmerken en processen waarmee men zichzelf beschrijft of waarmee een leraar de mogelijkheden van een leerling beschrijft.
En vervolgens om de mogelijkheden die processen te beïnvloeden met ervaringen zoals de meditatie-ervaring. Die ervaringen kunnen helend zijn.
Ook komen andere meditatie-ervaringen voor oudere in de plaats: mediteren op metta (liefdevolle vriendelijkheid) en compassie zijn gegroeid in populariteit, ook m.b.t. het aspect dat men daarin liefde en compassie voor zichzelf mag ontwikkelen.
Weinig aandacht daarentegen krijgt een meer tragisch levensbesef van de onvermijdelijke facts of life zoals ouderdom, ziekte en dood.

Het psychologiseren is een lot dat bepaald niet alleen het boeddhisme treft. Vergelijk
het boek Met zachte hand - Opkomst en verbreiding van het psychologisch perspectief :
"Psychologie is in. Populair-psychologische literatuur vindt gretig aftrek, in de media laten psychologen hun licht schijnen over de meest uiteenlopende zaken, het aantal mensen dat wel eens de hulp van een psycholoog inroept neemt hand over hand toe en ook in ons dagelijks leven spelen psychologische inzichten een steeds belangrijker rol.
Deze psychologisering van de samenleving is meer dan een modeverschijnsel. Zij is verbonden met maatschappelijke ontwikkelingen die al aan het einde van de vorige eeuw op gang kwamen. Enerzijds gaat het hierbij om een toenemende individualisering en 'emotionalisering' van het maatschappelijk leven, anderzijds om pogingen het menselijk gedrag in goede banen te leiden. In de vorige eeuw was deze gedragsregulering nog vooral een zaak van medici, dominees en rechters. Allengs heeft de psychologie zich echter een steeds prominenter plaats verworven.
Met zachte hand schetst de geschiedenis van dit psychologiseringsproces. Onderzocht wordt hoe ons leven in toenemende mate object is geworden van psychologische reflectie en bemoeienis. Die bemoeienis beperkt zich niet tot bekende arbeidsterreinen van psychologen, zoals de opvoeding, het onderwijs, de arbeid en de geestelijke gezondheidszorg. Zij strekt zich ook uit tot het leven van consumenten, militairen, vrouwen, gelovigen, misdadigers en vertegenwoordigers van andere culturen.
"

Veel voorbeelden van 'boeddhisme en psychologie' kwamen aan de orde in de conferentie onder die naam verleden jaar in Nijmegen (zie  hier ). In Bijlage 2 neem ik de introductie over. In  het BD een verslag ervan  door Katinka Hesselink.


Een apart aspect is de dieptepsychologische benadering, het anders proberen te begrijpen en interpreteren van de Dharma.
Een mooi citaat , van de dichter Gary Snyder:
"There's a big tendency right now in western Buddhism to psychologize it-to try and take the superstition, the magic, the irrationality out of it and make it into a kind of therapy. You see that a lot. Let me say that I'm grateful for the fact that I lived in Asia for so long and hung out with Asian Buddhists. I appreciate that Buddhism is a whole practice and isn't just limited to the lecture side of it; that it has stories and superstition and ritual and goofiness like that. I love that aspect of it more and more."

Buddhism in America: Global Religion, Local Contexts  door  Scott A. Mitchell
Hij stelt, zich o.a. baserend op McMahan :   Het moderne boeddhisme is een reframing van traditionele mythologieën, van pogingen om betekenissen te extraheren - of preciezer gezegd te reconstrueren - die levensvatbaar zijn binnen de context van de moderne levensvisie, ingebed in oude levensvisies. Het bekendste voorbeeld is om de cyclus van wedergeboorten in samsara niet meer letterlijk te duiden maar te zien als symbolische representaties van diverse psychologische of emotionele staten. Het 'gebied van de hongerige geesten' wordt niet langer meer gezien als een letterlijke toestand waarin men na de dood kan terechtkomen maar als een weerspiegeling van de toestand van het geheel vervuld zijn van hebzucht en begeerte die nooit bevredigd kan worden.
Demythologisering door moderne boeddhisten, beinvloed door de groei van de Westerse psychologie, is een belangrijke factor geweest in het populair worden van het boeddhisme in het Westen.
De psychologisering van het boeddhisme verwijst naar het interpreteren van boeddhistische doctrines en praktijken als een weerspiegeling van innerlijke geestesgesteldheden of als een soort spirituele therapie in zichzelf. ...
Die psychologisering is ook duidelijk een manier waarop het boeddhisme goed ontvangen is in het Westen. Door vertaling van het pantheon van hemelse wezens als niets anders dan symboliek, worden zij effectief geneutraliseerd, niet langer een bedreiging van het dominante monotheïsme van het Westerse christendom. En misschien nog belangrijker, eenmaal geneutraliseerd is het boeddhistische modernisme vrij om de traditie en haar rituelen te herdefiniëren als niet perse een religie maar als een 'spirituele technologie', als een set oefeningen en therapieën bedoeld om zijn/haar psychologie te helen in plaats van een einde te maken aan samsara.

( Mitchell  , pag. 236/237, licht geparafraseerd)

Conclusie

Boeddhisme is geen toegepaste natuurwetenschap (zie hieronder), geen vorm van poëzie, geen filosofie, geen .... (noem maar op). En dus ook geen toegepaste psychologie.
Het is de dingen begrijpen zoals ze echt zijn.
Spreken over het boeddhisme, over de Dhamma/Dharma kan vaak alleen met behulp van allerlei beeldspraak en beelden.
Misschien is beeldspraak en beelden van wetenschap en/of poëzie en/of psychologie onvermijdelijk, omdat magische beelden niet meer werken. Maar het zijn slechts taalkundige hulpmiddelen.

====================================================================

Emergente zwaartekracht en wat boeddhisme

Dat is nog eens boeddhisme voor gevorderden, het lang verwachte artikel van Erik Verlinde:
'Emergent Gravity and the Dark Universe '
Hier  het originele wiskunde-rijke artikel.
Hieronder een iets meer eenvoudige uitleg.

De zwaartekracht bestaat niet. De Big Bang heeft nooit plaatsgevonden. Donkere materie bestaat niet. Wat een illusies doorgeprikt en wat een pracht komt er voor in de plaats.
Begrijpen doe ik het nog nauwelijks, dat is voor een deel de charme ervan.
Het gaat in ieder geval niet over compassie, dat is ook wel eens bevrijdend.

Een paar bronnen:
Een enigszins populair (met een paar formules, maar ook met plaatjes) van de hand van Erik Verlinde zelf is te vinden in het 'Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde '

En uit 'Quantumuniverse ' :
"Ruimte, tijd en zwaartekracht bestaan op de allerkleinste schaal niet. Nieuwe inzichten in de theoretische natuurkunde lijken althans tot die verrassende conclusie te leiden. Op macroscopische schaal komen deze alledaagse verschijnselen als 'emergente' effecten uit de microscopische fysica tevoorschijn.
...
Al in de jaren '70 ontdekten Stephen Hawking, Jacob Bekenstein en anderen dat de fysica van zwarte gaten verrassend goed beschreven kan worden met natuurwetten die afkomstig zijn uit de thermodynamica.  Daardoor kwamen natuurkundigen al snel tot de conclusie dat zwaartekracht - in elk geval rond zwarte gaten - een thermodynamisch verschijnsel is.
Thermodynamica gaat over macroscopische verschijnselen, zoals warmte en druk, die ontstaan uit microscopische natuurkunde. Denk aan de temperatuur van een kop koffie, die voortkomt uit de bewegingen van talloze individuele moleculen. Thermodynamische eigenschappen als temperatuur en druk bestaan op het allerkleinste niveau niet, maar zijn emergent en worden pas op macroscopische schaal zichtbaar. De relatie tussen thermodynamica en zwaartekracht suggereert dat ook zwaartekracht - en zelfs ruimte en tijd - op de allerkleinste schaal niet bestaat, en pas op grotere schaal tevoorschijn komt.
...
"
Zie verder Bijlage 3

Interessant is ook de opvatting van Verlinde voor de theorie van de oerknal, een theorie waar ook boeddhisten zich prettig bij lijken te vinden, al is die te weinig cyclisch van aard. Uit een artikel in de NRC bij een vorig artikel van Verlinde:
" In den beginne was er (g)een knal
Kosmologie Tijdens de Oerknal ontstond iets uit niets. Zegt de theorie. Maar sommige fysici zetten er vraagtekens bij. Borrelde de oerknal op uit een bad van donkere energie?
"
Zie verder Bijlage 4

--------------------------------------------------------------------------------------

Bijna alles lijkt wel emergent

Eerst een omschrijving:
"Emergentie is een begrip dat met name centraal staat in de systeemtheorie en de filosofie. Het betreft de ontwikkeling van complexe georganiseerde systemen, die bepaalde eigenschappen vertonen die niet zichtbaar zijn door louter een reductie van hun samenstellende delen. Door interactie ontstaan eigenschappen, patronen, regelmatigheden en/of geheel nieuwe entiteiten."  Bron:  Wikipedia

De Engelse versie is uitgebreider.
Helder, met veel voorbeelden, is het artikel  'Wat is emergentie? '

De vraag of ook 'bewustzijn' (Engels: 'consciousness') een emergent verschijnsel is, is lastig te beantwoorden, onder andere omdat lastig te definiëren is wat het is en omdat het een beladen ideologisch concept is.
Het boek 'The Emergence of Consciousness ', edited by Anthony Freeman gaat uitgebreid op deze vraag in.
Samenvatting ervan: "How does the conscious mind relate to the physical body? Two common views from the past offered the stark choice between dualism which said mind and body were quite separate and physicalism which said that the mind was in fact ‘nothing but’ the physical brain. Both these views are now widely rejected.
'Emergence' theory offers a compromise: the mind ‘emerges’ from the physical body but the whole person, mind and body, is more than the sum of the physical parts. In The Emergence of Consciousness philosopher Robert Van Gulick gives a clear and masterly overview and comparison of the current ‘emergent’ and ‘reductive’ approaches. Other contributors discuss more detailed aspects of the subject. The editor's own chapter argues for the radical proposal that even God is an ‘emergent property’.
"
Zie  'Imprint ', met uitgebreide summaries; dat van Van Gulick neem ik op als Bijlage 5. En zie   Google books

Niet alleen temperatuur, druk en kleur maar nu ook zwaartekracht, ruimte en tijd zijn thermodynamische verschijnselen en dus emergent. Bestaan dus eigenlijk niet, maar ook weer wel: dat begint weer een beetje op boeddhisme te lijken.
Er is geen zwaartekracht-natuur net zo min als er boeddha-natuur is. (Of juist wel, maar dan in emergente zin?)
'Bewustzijn' lijkt het ook te zijn, al hebben sommige boeddhisten daar moeite mee (de resten goddelijkheid en bezieldheid lijken niet te zijn verdwenen in sommige hoofden)

En ook 'mind', min of meer hetzelfde als 'het zelf '. Daarmee wordt geraakt aan het bekende anatta-thema.
Francisco Varela over " ... the Buddhist doctrine of anatta, which holds that the self is an illusion. Varela contended that anatta has also been corroborated by cognitive science, which has discovered that our perception of our minds as discrete, unified entities is an illusion foisted upon us by our clever brains. In fact, all that cognitive science has revealed is that the mind is an emergent phenomenon, which is difficult to explain or predict in terms of its parts; few scientists would equate the property of emergence with nonexistence, as anatta does."  Bron:  Slate
Dat laatste is te absoluut gezegd, m.i. bestaat het 'zelf' zowel wel als niet; in deze  bundel van Dessein  staat zowat alles daarover. Kortom: 'mijn zelf' is een mooi voorbeeld van emergentie.

=====================================================================

Amerikaanse boeddhisten en Donald Trump

In m'n  November-blog schreef ik over de grote mate waarop Amerikaanse boeddhisten bezig waren met hun presidentsverkiezingen. Dat was voor de (in ogen van velen fatale) datum van 8 november.
Het is dus toch, tegen hun hoop en verwachting in, Donald Trump geworden.
Hierover schreef ik op Facebook:

"De Amerikaanse boeddhisten zijn de klap van de verkiezing van Donald Trump nog lang niet te boven.
Ik neem natuurlijk maar een selectie waar en mogelijk vertekend, maar m'n indruk is dat in de V.S. er een groter politiek bewustzijn is dan onder Nederlandse boeddhisten.
Veel reacties van leraren en sangha's in twee overzichten van LionsRoar ': Hier en Hier .

De reacties variëren van verdrietig tot wijs, van tot passief tot vastberaden
Het lijkt er op dat Amerikaanse boeddhisten in tegenstelling tot veel liberals (zover ik dat uit de krant begrijp) niet wanhopig en niet boos zijn, of dat niet mogen zijn van zichzelf en hun groepscultuur.
Drie voorbeelden uit deze overzichten in LionsRoar:

Noah Levine, Against the Stream
"Here in the United States of Samsara ignorance is the status quo. The Buddha’s teachings guide us to go “against the stream” to develop wisdom and compassion through our own direct actions. As the path encourages, “Even amongst those who hate, we live with love in our hearts. Even amongst those who are blinded by greed and confusion, we practice generosity, kindness and clear seeing.”
Meditate and Destroy!"

Angel Kyodo Williams
" i don't have a lot of words, but i have a lot of faith. i know the road feels slow and winding and we seem to need the pain to cut to the core to emerge from the sleepwalk of despair and feel through the numbness of disconnect and indifference. but if we let ourselves feel this, we will be better for it. we will wake up and reach out and finally tap into our love for one another and our planet. we will breathe deeply and remember we have survived worse. but now it is time to live. and to love. and to see justice. in the meantime, hold tight to someone you love and take care of someone you don't know."

Brad Warner (een uitzondering op het niet boos mogen zijn)
"Zen teacher Brad Warner addressed the Trump election with a post on his website titled “The KKK Took My Country Away…. Or Did It?” In the piece, Warner notes his anger about the election news, but also faces down those who criticize him for that anger: “The general message is that it is not properly ‘Buddhist’ or ‘Buddhist Master-ly’ to express anger at a moment like this one. Which is an interesting question to me. Is it? I ask that very sincerely. Here is my tentative answer. ... ”

Een citaat daaruit:
"I am fucking angry and depressed right now. So I will not tell you to be positive. I will not tell you to be optimistic."

Een voorbeeld van een reactie van een Amerikaanse boeddhist die sympathiek is maar toch uit een verzameling BEZWERINGSFORMULES bestaat:
Facing Election Results with Buddhist Practices of Love, Compassion, Sympathetic Joy and Equanimity   November 12, 2016 [door] Justin Whitaker "


Tot slot een terechte tweet van 'boeddhaweg' (Jules Prast):
"Desperate to remain relevant: 'Dalai Lama says will visit Trump'   reut.rs/2fnEEs7 "

--------------------------------------------------------------------------------------

M'n intentie van dit bericht: zo kunnen we vast oefenen voor als komend voorjaar Wilders' PVV de grootste partij wordt.
Uiteindelijk: oefenen in het niet verrast zijn door wat ons 'overkomt'
Maar daaraan voorafgaand: in de discussies voorafgaand aan de verkiezingen gebruik maken van de unieke positie die we zouden kunnen innemen: tussen blank en gekleurd, tussen religieus en seculier, tussen welvarend/opgeleid en arm, tussen opgewonden en onverschillig. Etcetera
Daarbij ben is wel grote bescheidenheid gewenst: het boeddhisme in Nederland stelt noch kwantitatief noch kwalitatief veel voor, in geëngageerde zin al helemaal niet.

=====================================================================

De Onvolmaakte Boeddha (Imperfect Buddha Podcast)

Een podcast met een aantal interessante sprekers en onderwerpen
Hier   te vinden

2.0 Imperfect Buddha : Tibetan Buddhism slowly innovates
3.0 Imperfect Buddha : The Dharma Overground get enlightened & the non-Buddhists cause a stir
4.1 Imperfect Buddha : Cults, cultish shennanigans & Buddhist groups
4.2 Imperfect Buddha : Tenzin Peljor on leaving a Buddhist cult
5.1 Imperfect Buddha : On the limits of Secular Buddhism, on Buddhism & academia
5.2 Imperfect Buddha : Jayarava decimates rebirth & karma
6.1 Imperfect Buddha : Buddhism & the apolitical trend
6.2 Imperfect Buddha : Shaun Bartone on Engaged Buddhism
7.1 Imperfect Buddha : "The Big Enlightenment Show"
7.2 Imperfect Buddha : Professor Adrian Ivakhiv on Immanence & a world after enlightenment
8.0 Imperfect Buddha : Ben Joffe on the paranormal, Tibetan Buddhism, UFOs & the Ngakpa
9.1 Imperfect Buddha : The liberating force of non-Buddhism
9.2 Imperfect Buddha : Glenn Wallis on non-Buddhism
9.3 Imperfect Buddha : Glenn Wallis on the Immanence & Transcendence Divide

Zie ook Posttradional Buddhism

=====================================================================

EINDE (misschien in deze vorm, met deze inhoud) van het Maandblad Boeddhisme

Ik voel me steeds minder een 'boeddhist', heb in ieder geval nauwelijks meer de behoefte een naam aan mijn opvattingen te geven. Dat HET boeddhisme niet bestaat, is een clichee geworden, met veel tradities heb ik geen enkele affiniteit.
En wat ik wel was - 'vrijzinnig Theravadin' noemde ik me - was overduidelijk een privé-constructie.

Daarom slaat het nergens meer op, deze blog 'Maandblad Boeddhisme' te noemen.
Bovendien was die titel en de vorm een poging een echt tijdschrift op gang te krijgen als opvolger van 'BoeddhaMagazine', voorheen het Kwartaalblad. Dat is allemaal geschiedenis geworden.

Ik gebruik deze blog vast nog wel na 31 december, maar niet meer als 'Maandblad Boeddhisme'.
Hoewel ... Ik ben ook nog niet helemaal ge-ont-boeddhaïseerd.
En de geest waait waarheen hij wil.

--------------------------------------------------------------------------------------

Als uitsmijter toch nog één keer aandacht voor de leraar

Via een deze week verschenen artikel in Tricycle namelijk van Daniel Clarkson Fisher, die van Californië (waar hij bekend universitair docent boeddhisme, blogger en geestelijk verzorger was) verhuisde naar Toronto en daar overwoog (Dharma-)leraar te worden om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Omdat dat zo ongeveer het enige was dat hij echt kon.
"Tenslotte doet iedereen het: Ik streefde naar mogelijkheden om te spreken en schrijven, leerde de lokale groepen en leiders kennen, vernieuwde mijn persoonlijke website, voerde mijn social media spel op, en deed in het algemeen alles wat een moderne leraar moet doen om zich goed als 'merk' ('brand') in de markt te zetten."

Hij deed het na enig aarzelen niet. Omdat het neerkomt op wat hij noemt 'de bankiers benadering': de leraar die de kennis heeft, draagt dat over aan de leerlingen die dat niet hebben.
In 'The Teacher Racket ' beschrijft hij z'n overwegingen. (Het Amerikaanse 'racket' is geen onschuldig woord, meestal wordt het met geassocieerd met fraude, met georganiseerde misdaad. Maar of Fisher echt iets als 'de leraren-maffia' bedoelt, is mij niet duidelijk; Joop R.)

"Succes op de spirituele markt hangt af van een bancaire benadering a la het onderwijs: als mensen u uit beginnen te nodigen om te spreken, uw boeken te kopen, uw retraites bij gaan wonen, en ga zo maar door, dan moeten ze je zien als de bezitter van de benodigde kennis. Hoe minder twijfel ze daarover hebben, hoe beter het is voor het merk van de leraar; en hoe beter het merk, des te beter het levensonderhoud van de leraar. Professioneel gezien zou het promoten van een meer egalitaire visie op de boeddhistische beoefening en de gemeenschap mij niet veel goed doen: waarom zouden mensen me betalen om hen te leren dat zij een aanpak moeten gaan proberen die juist anders is dan het uitnodigen van mensen zoals ik om met hen te praten?
...
Langzaam maar zeker, laat ik het nutteloze idee los, dat deelnemen aan de leraren-kliek de enige manier is om iets goeds met mijn opleiding en ervaring te doen. In feite realiseerde ik me dat niet eraan deelnemen de duidelijkste manier zou zijn om mijn overtuiging uit te dragen dat de toekomst van de boeddhistische gemeenschap af zal hangen van de individuele sangha's die het initiatief nemen om zo veel mogelijk afstand gaan nemen van de bancaire modellen zoals dat in het onderwijs genoemd wordt. Elke gemeenschap heeft zijn eigen beslissingen te nemen over onderwijzen en leren in overeenstemming met haar traditie. Maar hoe dan ook: beslissingen nemen moeten ze.
"

=====================================================================
=====================================================================

BIJLAGEN


Bijlage 1

Wetenschappelijke en alledaagse of intuïtieve psychologie

Veel van wat in het dagelijks leven 'psychologie' genoemd wordt, heeft geen wetenschappelijke pretenties. Ieder nadenkend mens denkt ook na over wat mensen beweegt en probeert het gedrag van zichzelf en anderen te begrijpen vanuit zijn of haar verleden, zijn of haar karakter, zijn of haar positie in de samenleving. Wie zo nadenkt is psychologisch bezig maar pretendeert daarmee geen wetenschap te bedrijven. In een algemene encyclopedie mag men niet voorbijgaan aan alle vormen van deze niet-wetenschappelijke psychologie. Daarom maken we in deze Nederlandstalige Wikipedia onderscheid tussen 'wetenschappelijke' en 'intuïtieve' psychologie. Er zijn natuurlijk grensgevallen. Zo zal de een vinden dat de grafologie tot de wetenschappelijke psychologie gerekend moet worden en de ander zal dat bestrijden. Zo ook met de parapsychologie. Ook zijn er tal van vormen van psychotherapie die niet berusten op, of gesteund worden door, wetenschappelijk onderzoek (zie ook wetenschappelijke methode). In de praktijk wordt er soms voor geopteerd om een gebied of praktijk tot de wetenschappelijke psychologie te rekenen als daarin onderwijs wordt gegeven aan een of meer universiteiten. Alle overige opvattingen van psychologie worden in dat geval gerekend tot de 'alledaagse of intuïtieve psychologie'.

Wetenschappelijke psychologie

De wetenschappelijke psychologie wordt ingedeeld bij de gedragswetenschappen (in Vlaanderen gebruikelijk) of bij de sociale wetenschappen (meer in Nederland gebruikelijk) omdat mensen (en dieren) altijd samenleven met soortgenoten en als kind door hen worden verzorgd en grootgebracht. Hoe mensen zich in groepen gedragen is object van de sociale psychologie. Mensen verschillen van elkaar in tal van opzichten. Die verschillen zijn object van de persoonlijkheidsleer (of differentiële psychologie). Mensen worden als baby geboren en ontwikkelen zich mettertijd in gedrag, waarnemen, denken en beleven. Wat vroeger kinderpsychologie heette wordt tegenwoordig ontwikkelingspsychologie genoemd. De psychogerontologie of de psychologie van de mens op leeftijd, wordt ook daartoe gerekend. Het waarnemen, leren, denken, spreken, onthouden en vergeten is object van de cognitieve psychologie (of functieleer), de leerpsychologie en de neuropsychologie. Specifiek voor de taal is er de psycholinguïstiek. Stoornissen in het gedrag, denken en beleven van mensen zijn object van de klinische psychologie, de psychopathologie, neuropsychologie en psychotherapie. Een van de vele soorten psychotherapie is de psychoanalyse, oorspronkelijk ontwikkeld door de Weense psychiater Sigmund Freud. De wetenschappelijke status van de psychoanalyse is omstreden. Mensen werken met elkaar samen. Hoe zij dat doen en wat daaraan verbeterd kan worden is het object van de arbeids- en organisatiepsychologie. Onderdeel daarvan is de sportpsychologie.

Verschillen in gedrag, denken en beleven tussen bevolkingsgroepen en tussen volkeren met verschillende culturen zijn object van de cultuurpsychologie. Hier overlapt de psychologie sterk met de antropologie of etnologie, en de sociologie. Zo heeft de psychologie ook veel gemeen met de biologie, vooral op het punt van erfelijke aanleg van gedrag en gedragsstoornissen (zie biologische psychologie), de criminologie, de pedagogiek of opvoedkunde, de geneeskunde, de statistische data-analyse. Op het gebied van het denken over ethische vragen en dilemma’s, het zelfbewustzijn, het ontstaan en de werking van het geweten raakt de psychologie aan de filosofie, waaruit zij oorspronkelijk ook is voortgekomen.

Bron: Wikipedia

--------------------------------------------------------------------------------------

Bijlage 2

Conferentie 'Boeddhisme en psychologie'

Meditatie is een maatschappelijk fenomeen geworden. Mede door de ontwikkelingen rondom mindfulness is het steeds meer aanvaard als een vruchtbare methode van persoonlijke ontwikkeling, niet alleen door degenen die haar beoefenen, maar ook door de wetenschap. In dat kader is er ook steeds meer belangstelling aan het ontstaan voor de onderliggende uitgangspunten ervan: de boeddhistische psychologie.
In dit begrip komen twee tradities samen. De westerse psychologie met haar verschillende toepassingsgebieden en het oosters boeddhisme. Hoewel er theoretisch nogal wat verschillen aan te wijzen zijn, lijkt het in de alledaagse praktijk tot een vruchtbare verbinding te komen.

Boeddhisme en psychologie: enkele overwegingen en vragen

Boeddhisme is al lang niet meer uitsluitend een weg om het wereldse bestaan te ontstijgen, het is ook een bron van inspiratie geworden om het gewone leven te verrijken en te vergemakkelijken. Binnen het boeddhisme gaat men ervan uit dat de werkelijkheid zoals wij die ervaren ontstaat door de wisselwerking tussen de waarnemer en wat waargenomen wordt. Het uiteindelijke antwoord op de vraag naar het menselijk lijden en geluk wordt gezocht in de geest van de waarnemer, en niet in het aanpassen van de omstandigheden.
Boeddha introduceerde hiervoor specifieke trainingen voor de geest. De Abhidharma, een theoretisch raamwerk voor de leer van de Boeddha dat enkele eeuwen na zijn dood werd samengesteld, bevat een systematische beschrijving van de dynamiek van onze geest en hoe wij de werkelijkheid ervaren. In de verschillende boeddhistische tradities is dit verder ontwikkeld tot soms behoorlijk complexe modellen.

Vanwege de relatie met het menselijk welbevinden ligt het voor de hand dat boeddhistische ideeën en methodes aanvankelijk de interesse wekten van psychologie en psychotherapie. Vandaag de dag worden toepassingen vanuit het boeddhisme meer en meer van hun spirituele context ontdaan en toegepast in het niet-spirituele domein, zowel op het therapeutische vlak als ook gericht op persoonlijke welbevinden en maatschappelijk functioneren. Bovendien kan boeddhisme als bron van inspiratie gebruikt worden bij zowel pragmatische als ethische vragen over de verhouding tussen mensen onderling en tussen de mens en zijn omgeving..
Er is echter wel een verschil in de kijk op wat ‘werkelijkheid’ is tussen boeddhisme en westerse psychologie. en onderscheid dat gemaakt zou kunnen worden is dat westerse modellen vooral gericht zijn op de vraag hoe je om gaat met de situatie waarmee je geconfronteerd wordt, terwijl het er in boeddhistische modellen uiteindelijk op neerkomt hoe je je tot jezelf verhoudt en dat een andere identificatie tot een andere ervaring leidt.
Een grotere bekendheid met boeddhisme heeft niet alleen gevolgen voor de ‘populaire psychologie’ maar ook voor de academische psychologie die wordt geconfronteerd met een toenemende belangstelling voor en toepassing van mindfulness en compassietrainingen.
Nemen de psychologie en psychiatrie alleen deze methodes over? Of staan we ook open om naar de ‘boeddhistische psychologie’ te kijken? Is er ruimte voor een ander model over de werking van de menselijke geest, mentaal welbevinden, en onze relatie tot ‘de werkelijkheid’, in een tijd waarin we geneigd zijn om meer naar de neurowetenschappen te kijken dan naar de rol van menselijke motivaties en intenties?

Daarnaast zijn deze ontwikkelingen ook van invloed zijn op de praktijk van het boeddhisme. Wanneer er meer een beroep op het boeddhisme wordt gedaan als bron van psychologisch inzicht en minder vanuit de behoefte tot het bereiken van de verlichting, dan zal het antwoord zich daar ook meer op richten. Gaat het boeddhisme verder psychologiseren? Krijgt boeddhisme een andere plek in maatschappelijke ontwikkelingen? Is het een verarming dat er minder aandacht is voor de spirituele kant? Halen we alles uit het boeddhisme wat er in zit?

Bron: Aankondiging Conferentie

--------------------------------------------------------------------------------------

Bijlage 3

Uit  'Emergente zwaartekracht en het donkere heelal
...
Conclusie

Emergentie, het ontstaan van zwaartekracht op grote schaal uit informatieverdeling op kleine schaal, lost wellicht drie problemen tegelijkertijd op. Ten eerste bestaat de zwaartekracht zoals wij die kennen op de allerkleinste schaal niet, en is een begrip van de zwaartekrachtswetten op quantumschaal dus overbodig. Ten tweede bestaat de ruimte op quantumniveau uit informatiebits die met elkaar verstrengeld zijn. Als de microtoestand van alle bits een hoge energie heeft, is de ruimte op grote schaal gezien een De Sitterheelal. Dit verklaart de oorsprong van donkere energie. Ten derde verplaatst het creëren van een massa in een De Sitterheelal de informatie die geassocieerd is met de donkere energie. Deze verplaatsing van informatie heeft zijn weerslag op massa's die zich bijvoorbeeld aan de rand van een sterrenstelsel bevinden. Deze reactiekracht komt overeen met de effecten die worden toegeschreven aan de mysterieuze donkere materie.
Het oplossen van drie problemen in één klap is een prachtig vooruitzicht, maar kunnen Verlindes ideeën ook getest worden? Dat kan zeker: we hebben gezien dat zijn theorie niet alleen kwalitatieve beschrijvingen geeft, maar ook kwantitatieve formules oplevert die met waarnemingen geverifieerd kunnen worden. Omgekeerd is een falsificatie natuurlijk ook mogelijk: zodra één van de vele huidige zoektochten een daadwerkelijk materiedeeltje vindt als verklaring voor de donkere materie, blijkt Verlindes theorie natuurlijk onjuist.
Ook als Verlindes theorie juist blijkt, is er nog veel werk aan de winkel. Een grote open vraag is bijvoorbeeld hoe de dynamica van het heelal haar intrede doet in zijn formulering: kan dit idee ook de geschiedenis van de kosmos, en het in de loop van de tijd bewegen van materie en 'donkere materie', precies beschrijven? Kunnen hiermee zelfs eigenschappen van de kosmische achtergrondstraling, het licht dat we nu nog steeds opvangen uit het allervroegste heelal, verklaard worden? Daarnaast wordt in sommige waarnemingen, zoals bijvoorbeeld aan de zogeheten Bulletcluster, niet alleen de verhouding tussen gewone en 'donkere' materie gemeten, maar ook de manier waarop deze twee over de ruimte verdeeld lijken te zijn. Die verdeling blijkt niet altijd mooi symmetrisch, en het is dus een mooie uitdaging voor Verlindes model om ook dergelijke waarnemingen te verklaren.
Hoe het ook zij, de ideeën van Erik Verlinde klinken zonder meer aantrekkelijk, en bieden een interessante alternatieve zienswijze op decennia-oude fundamentele problemen rond de zwaartekracht. Hopelijk draagt zijn theorie eraan bij dat we deze alledaagse kracht, die mensen al miljoenen jaren ervaren, op niet al te lange termijn ook daadwerkelijk zullen begrijpen."

Bron:  Quantumuniverse

--------------------------------------------------------------------------------------

Bijlage 4

In den beginne was er (g)een knal

Kosmologie Tijdens de Oerknal ontstond iets uit niets. Zegt de theorie. Maar sommige fysici zetten er vraagtekens bij. Borrelde de oerknal op uit een bad van donkere energie?

door   Margriet van der Heijden 28 januari 2012
De Oerknal. Daarmee begon alles. Tijdens de Oerknal ontstonden energie en materie, en de drie ruimtelijke dimensies en de tijd – samen de ruimtetijd. De Oerknal liet 13,7 miljard geleden iets ontstaan uit niets – en daarna groeide dat iets uit tot de kosmos.
Dat leren wij al vijftig jaar van kosmologen, theoretisch fysici en astronomen. En als je erbij stil staat is het wonderbaarlijk: met steeds sterkere kijkers en telescopen halen mensen die verre kosmos pas sinds vier eeuwen dichterbij. Dat is krap driehonderdduizendste promille van dat 13,7 miljardjarige heelal. En toch hebben ze in die oogwenk de hele geschiedenis van het heelal opgetekend – in het verhaal van de Oerknal en van de keten van gebeurtenissen erna.

Of niet?
Sommige geleerden twijfelen daar nu aan. Zoals snaarfysicus en Spinozaprijswinnaar Erik Verlinde. Hij zegt: “Dat hele verhaal over wat er 1,10 of 20 seconde na de Oerknal gebeurde klinkt mij te veel als een scheppingsverhaal van gelovigen.”
“Maar ho”, zegt kosmoloog Vincent Icke meteen. “Het Oerknalmodel is géén scheppingsverhaal, zoals elk van de zeven miljard aardbewoners er wel eentje kan bedenken. De kosmologie is een snoeihard vak.”

Het Oerknalmodel uit de kosmologie, bedoelt Icke, is gebaseerd op goed geverifieerde waarnemingen, op logische wiskundige redenaties en op de inzichten van fysici in de zwaartekracht, in de structuur van ruimte en tijd, en in de elementaire deeltjes die de bouwsteentjes van sterren en planeten zijn.
“Nou”, relativeert de vooraanstaande sterrenkundige Ed van den Heuvel. “Er zijn nog wel wat problemen. We hebben bijvoorbeeld geen idee waaruit de donkere energie en de donkere materie in het heelal bestaan.”

Geen klein probleem, want die onbekende en onzichtbare donkere energie en donkere materie beslaan volgens de huidige inzichten juist het overgrote deel – 96 procent – van het heelal. Of andersom: alle sterren, planeten, gasnevels, gassen tussen de sterren en andere zichtbare objecten, behoren tot een exotische kosmologische minderheid van 4 procent. En de huidige natuurkundige wetten mogen die minderheid dan glashelder beschrijven, ze zien klaarblijkelijk dus ook iets over het hoofd.

Verlinde wordt daarom een “beetje lacherig” van de stelligheid “waarmee mensen vertellen over de kosmos op 1 seconde na de Oerknal. Dan overschatten ze de natuurkundige wetten die tot dusver zijn ontdekt en miskennen wat nieuwe natuurkundige wetten ons nog zullen leren.”
Hij zet er een prikkelend gezichtspunt tegenover. “Misschien vormen donkere materie en donkere energie een reusachtig warmtebad waarin ons heelal is opgeborreld door faseveranderingen – zoals een belletje in een glas champagne.”
En hij herhaalt wat hij tijdens allerlei lezingen al zei: “Het Oerknal-idee, dat er zomaar iets uit niets zou zijn voortgekomen, heb ik nooit zo geloofd.” Al blijft ook als iets uit iets voortkwam (zoals een belletje uit champagne) natuurlijk het raadsel dat er ooit iets ontstond...

Eerst het Oerknalmodel zelf. Dat begint eigenlijk pas na de Oerknal, als de kosmos een minuscuul universumpje vol oersoep is. Volgens de inflatietheorie van de Amerikaanse fysicus Alan Guth en collega’s, groeit dat mini-universumpje min of meer spontaan in een razend tempo – zelfs sneller dan het licht. Wanneer die groeispurt om niet opgehelderde redenen daarna weer stopt, is een reusachtig groot universum ontstaan dat er toch in alle richtingen nagenoeg hetzelfde uitziet – ‘isotroop en homogeen’ is.
Dat universum is gevuld met een dunne, langzaam afkoelende oersoep. Daarin krioelen simpele atoomkernen en elektronen door elkaar tot ze na ongeveer 380.000 jaar zozeer zijn afgekoeld dat ze lichte atomen vormen: waterstofatomen (driekwart), heliumatomen (een klein kwart) en een beetje lithium. Het heelal wordt nu ook doorzichtig, want lichtstralen kunnen deze atomen redelijk ongehinderd passeren – iets wat in het hete oerplasma niet lukte.

Het mooie is intussen dat het heelal toch niet helemáál homogeen was. Er zaten kleine rimpelingen in de oersoep en die leiden er nu toe dat waterstof en helium op sommige plaatsen relatief dicht opeengepakt zijn. En daar, in die ophopingen die zich verder verdichten, ontstaan de eerste, zware sterren.  ....

Bron:  NRC
--------------------------------------------------------------------------------------

Bijlage 5

Robert Van Gulick, Department of Philosophy, 541 HL, Syracuse University, Syracuse, NY 13244-1170, USA

Reduction, Emergence and Other Recent Options on the Mind/Body Problem
My aim here is to give an overview of the recent philosophic discussion to serve as a map in locating issues and options. I will not offer a comprehensive survey of the debate or mark every important variant to be found in the recent literature. I will mark the principal features of the philosophic landscape that one might use as general orientation points in navigating the terrain.
I will focus in particular on three central and interrelated ideas: those of emergence, reduction, and nonreductive physicalism. The third of these, which has emerged as more or less the majority view among current philosophers of mind, combines a pluralist view about the diversity of what needs to be explained by science with an underlying metaphysical commitment to the physical as the ultimate basis of all that is real. The view has been challenged from both left and right, on one side from dualists (Chalmers, 1996) and on the other from hard core reductive materialists (Kim, 1989). Despite their differences, those critics agree in finding nonreductive physicalism an unacceptable and perhaps even incoherent position. They agree as well in treating reducibility as the essential criterion for physicality; they differ only about whether the criterion can be met. Reductive physicalists argue that it can, and dualists deny it.

The terms ‘reduction’, ‘nonreductive’ and ‘emergence’ get used in a bewildering variety of ways in the mind–body literature, none of which is uniquely privileged or standard. Thus clarity about one’s intended meaning is crucial to avoid confusion and merely verbal disagreements. Thus, much of my mapping will be devoted to sorting out the main versions of reduction and emergence before turning to assess their interrelations and plausibility. My intent is to act largely as a guide and not an advocate. Though I am sure my biases will sometimes affect how I describe the issues, my goal is to lay out the logical geography in a more-or-less neutral way.

Bron: Van Gulick