zondag 30 oktober 2011

Nog steeds Stephen Batchelor - Boeddhisme zonder geloof, althans in reïncarnatie

Ik heb aan drietal retraites van Stephen (en Martine) Batchelor gevolgd, in Zwitserland en in Nederland, en heb de meeste van z’n boeken gelezen. Daardoor ben ik erg aan hem gewend geraakt, misschien iets teveel want ik merkte een beetje op hem uitgekeken te zijn.
Anderen duidelijk niet
Zoals Glenn Wallis schreef (http://speculativenonbuddhism.com/2011/05/12/ted-meissner-responds-to-b-alan-wallace/): “Do you want to liven up a group of somewhat staid western Buddhists? I have just the thing: say “Stephen Batchelor”! It’s happening again over at Sujato’s Blog: http://sujato.wordpress.com/2011/06/11/discussion-on-secular-buddhism
Alleen al de verwijzing van (Theravada-bhikkhu) Sujato naar een discussie met Alan Wallace riep maar liefst 372 reacties op.
Ook in Nederland was er dit voorjaar een heftige discussie over het boeddhistische karakter van Batchelor.

Toch zijn de opvattingen van Batchelor helemaal niet zo schokkend. En dan heb ik het over één aspect van z’n werk, namelijk z’n agnostische houding ten opzichte van de idee van reïncarnatie. Eigenlijk denk ik dat z’n opvatting niet puur agnostisch is: hij gelooft er niet in.
Laat ik dan maar voor mezelf spreken: ik geloof er niet in. Het is een variant op het leven-na-de-dood idee.
Jaren heb ik welwillend ten opzichte van dit idee gestaan, vanuit de redenering: ik ben boeddhist en een boeddhist (zeker in de Theravada-traditie) gelooft in reïncarnatie, dus ik geloof er in.
Maar eigenlijk niet dus, om eerlijk voor mezelf te zijn.

Voor weinigen van degenen in Nederland die zich boeddhist noemen of zeggen er affiniteit mee te hebben, zal dit een schokkende uitspraak zijn. De meesten – zo is mijn indruk – beschouwen het boeddhisme (alle tradities bij elkaar) als een soort menukaart waaruit men vrij kan kiezen wat er van z’n gading is, desnoods alleen maar drie toetjes en een voorgerecht; zij zullen zeggen: als je het reïncarnatie-idee niet lekker of ‘leuk’ vindt, dan kies je het toch niet?.
Voor mij is het in ieder geval een minder vrijblijvende zaak.

De vraag – voor mij – is dus: kan men boeddhist zijn zonder in reïncarnatie te geloven ?
Veel van wat het boeddhisme, en dan heb ik vooral over de Pali Canon, leert kan als metaforisch gelezen worden, bijvoorbeeld de hele cosmologie erin hoeft niet letterlijk te worden genomen.
Maar dat is toch wat lastiger met het leerstuk van de reïncarnatie zelf; de Sutta’s zijn tamelijk duidelijk, en de relatie met dhukkha en het leven in samsara ook. En cultuurrelativisme (het is niet echt boeddhisme maar de cultuur uit India van 2500 jaar geleden) helpt ook niet echt. Evenmin als een meer mystieke verklaring dat ik elke seconde sterf en opnieuw geboren wordt: poëzie waar ik van houd, maar met weinig verklaringskracht.
Het voorlopige antwoord op mijn vraag of het kan: het moet wel.

Het grootste probleem dat ik heb met het reïncarnatie-idee, is van filosofische aard.
Namelijk dat de basis ervan een dualisme is van lichaam versus bewustzijn (of welk woord men daarvoor ook gebruikt). ´Dualisme´ hier begrepen als `het aannemen van het bestaan van twee tegenover of naast elkaar staande, niet verder meer te herleiden grondbeginselen´, zoals bijvoorbeeld gesteld door René Descartes.
Er wordt bij de reïncarantie-idee niet alleen van de tegenstelling uit gegaan, er wordt ook een hierarchie tussen die twee gesteld: het lichaam is het lagere, is hooguit de drager van de geest. Dit is dus tegelijk een reductionistisch idee: de wisselwerking lichaam-bewustzijn wordt gereduceerd tot dat wat er met het bewustzijn gebeurd.

Het is lastig, hier afstand van te nemen omdat ik ook niet tot het andere reductionische kamp wil behoren, dat van de materialisten, van het stellen dat bewustzijn een product van de materie (van de hersenen) is.

Kortom: ik kom toch weer uit op de agnostische benadering à la Stephen Batchelor; so be it.
Ik heb genoeg te doen met de kern van het boeddhisme: dukkha (lijden, onbevredigendheid) en het beëindigen van dukkha. Het Edele Achtvoudige Pad blijf ik beoefenen, niet om een doel te bereiken, maar omdat ik in de betekenis ervan geloof. Daarom noem ik mezelf vrijzinnig Theravadin.

Contemplatie op de dood
Onderstaande is een poging tot aanvulling – inmiddels zes jaar geleden gemaakt maar ik sta er nog steeds achter als contemplatie die òòk reductionistisch is.- op de teksten van Stephen Levine, in “A Year to Live
Mijn bezwaar daartegen is dat hij zonder meer uitgaat van het dòòrgaan van 'het bewustzijn' of 'de ziel' of 'our original face' etc. bij het sterven.
Bv: "Dying is the domain of the body. Death is the domain of the heart" (p. 48). En: "Death will free us from the body" (p. 87)
Eén van zijn contemplaties is: vanuit het bewustzijn wordt het stervende en dode lichaam bekeken (o.a. 'Original face contemplation' op pag 120/121).
Ik zou dat willen omdraaien, minstens als oefening:

Vanuit achtereenvolgens mijn tot sterven (dat is: uiteenvallen) gedoemde, mijn stervende en mijn dode lichaam bekijk is mijn geest, mijn bewustzijn.
Ik besef dat mijn lichaam en mijn geest onverbrekelijk met elkaar verbonden waren: m'n geest produceert m'n lichamelijkheid en m'n lichaam produceert m'n geest.
Maar nu ik ga sterven en m'n lichaam uit elkaar gaat vallen (tot stof) en verspreid gaat worden, zullen eerst m'n geest en m'n lichaam elkaar los gaan laten, los moeten laten.
Ik zie vanuit m'n stervende lichaam (dat steeds minder MIJN lichaam is) dat m'n geest zich steeds minder gebonden voelt aan dat lichaam.
Ik zie vanuit het dode lichaam dat van 'mij' was, dat m'n geest zich er los van heeft gemaakt.
En ik zie dat de 'geest' die van 'mij' was, verspreid gaat worden.
Gaat het ergens heen, wordt het ergens in opgenomen? Ik weet het niet! Ik hoef het niet niet weten, ik kan m'n geest loslaten!


Joop

zaterdag 22 oktober 2011

Een tussen-stand-van zaken met dit blog

De afgelopen weken heb ik dit “boeddhisme-blog” nieuw leven ingeblazen.
Als jullie anderen op deze blog willen wijzen: graag.

Oude stukken (brieven, artikelen) heb ik gedateerd ingevoegd, en nieuwe stukken geschreven.
Ik heb genoeg stof om nog jaren te schrijven:
samenvattingen en besprekingen van boeken;
amateur-boeddhologie en de vraag naar het nut van deze kennis bij de beoefening;
ontwikkelingen in het georganiseerde boeddhisme in Nederland (of juist het ontbreken daarvan);
en meer persoonlijke ervaringen; zo wil ik binnenkort gaan schrijven over
Geloof ik dan in de ‘Boeddha-natuur’?, en
Wat is een 'vrijzinnig Theravadin’?

Wel wat veel voor iemand zonder ambitie, toch?
Maar ja, ik vind dat er in Nederland weinig echte discussies tussen de diverse boeddhistische tradities en tussen boeddhisten plaatsvinden. Daarom is een beetje polemisch blog misschien wel nodig.

Groeten

Joop

zondag 16 oktober 2011

Eénpersoonsdialoog christendom-boeddhisme

Op woensdag 12 oktober hield Perry Schmidt-Leukel in het VU-gebouw een lezing over “Buddhism, Christianity, and the Question of Creation
Uit de flyer, door de VU verspreid: “Perry Schmidt-Leukel will show how inter-faith theology can deal with what appear to be incompatible doctrinal claims from different traditions. He uses the Buddhist denial, and the Christian affirmation, of a divine creator as an example for how one can nevertheless find truth on both sides of a supposedly unbridgeable gap. As such, this lecture is held in the tradition of what can be called Inter-Faith Theology"
Hij heeft een boek geschreven met dezelfde titel, wat mij aanleiding gaf hem een paar mails met kommentaar en suggesties voor z’n lezing te geven; die citeer ik hieronder.
Vergeefs. Ook mijn opmerking tijdens de lezing dat hij heel selectief was in z'n keus van boeddhistische teksten en dat hij niet over de mening van de boeddhist kon spreken gezien de grote diversiteit tussen de tradities, vielen niet in goede aarde.
M’n voornaamste probleem met z’n lezing is dat hij als christen definieert wat het boeddhisme is en dan met dat zelf geconstrueerde boeddhisme in dialoog te gaan, in dit geval over de vraag of er een Schepper (aka God) bestaat.
Zijn conclusie: het boeddhisme erkent eigenlijk dat bestaan wel (al weten ze het zelf niet en ontkennen het zelfs), ze noemen het o.a. “collective karma”
Nu is het zelf construeren van een boeddhisme een breed verspreid gebruik, men doet niet anders, ik doe het ook. Maar iemand die zichzelf als boeddhist beschouwt heeft toch iets meer recht daarop dan iemand die dat niet is maar met boeddhisten een dialoog wil aangaan; dan wordt het een schaakpartij waarin één speler zowel de witte als de zwarte stukken bedient.

De vraag is of op deze manier een dialoog tussen christendom en boeddhisme zinnig is.
De vraag is vooral waarom de VU deze lezing georganiseerd heeft. Het antwoord daarop moet in de richting gaan van het centrum van de interfaith-dialogue in Nederland willen worden, op academisch niveau.
Over beide vragen heb ik grote twijfels. Bovendien lijkt het me eerst nodig dat er in Nederland een dialoog ontstaat tussen de diverse boeddhistische tradities voordat boeddhisten dat met christenen proberen; (en bovendien vind ik een dialoog met agnosten interessanter).


Citaten uit begin oktober naar Leukel-Schmidt gestuurde mails
“1. There are several buddhist traditions, with rather different opinions; some of them deny but also several ignore the question of a divine creator.
2. The name "Theology"is not a neutral one because it contains the part "Theo". A language for studying and comparing religions (theistic and non-theistic) must be above that of the topics it studies, a kind of meta-language.
3. Why the gap had to be closed ?
4. What I like you also comment Oktober 12 on the paraphrase of the Cūḷamālunkya Sutta (MN 63) in contemporary idiom and context, written by the english buddhist Jayarava: http://jayarava.blogspot.com/2010/12/what-is-important.html
5. I also like you to comment on the opinion of scholars of buddhism and buddhist that teachings of the Buddha and buddhist texts should not be interpreted on a ontological but on a phenomenological way, about experiences on the individual level.”
....
“Two other texts, this time about 'Protestant Buddhism' that are useful in the discussion Christianity-Buddhism at the VU in Amsterdam on Oktober 12.
http://meaningness.wordpress.com/2011/06/24/protestant-buddhism/ and
http://meaningness.wordpress.com/2011/06/28/a-new-world-religion/
I agree with most of it. It's the best thing that buddhist for themselves define what buddhism(s) is, and not let the christians do that job.”

De BOS krijgt een hoofd televisie

De BOS krijgt een hoofd televisie, Laetitia Schoofs. Ze introduceerde zichzelf in een brief aan de kijkers. De inhoud daarvan stelde me niet helemaal gerust, ze zou wel eens precies het soort programma's kunnen gaan produceren waarvan ik denk dat ze niet boeddhistisch zijn, en ook niet bedoeld zijn als 2.42-programm's door de wetgever. Daarom heb ik haar een welkomstbriefje gestuurd. Voorlopig resultaat: een vriendelijk bedankbriefje.


Amersfoort, 22 september 2011

Beste Laetitia,

Van Gertjan Mulder hoorde ik dat je per 1 januari Hoofd Televisie van de BOS wordt.
Gefeliciteerd daarmee. Het lijkt me een uitdagende functie, in een BOS die de komende drie jaren het niet makkelijk zal hebben.
Ik reageer snel, omdat dit mogelijk niet het soort geluid is wat je op de Achterbandag volgende week te horen zal krijgen.

Graag wil ik me ook aan je voorstellen (Gertjan kan dat eventueel verder toelichten en je sommige van mijn brieven aan hem laten lezen): ik ben ben critisch boeddhist; één van de meest regelmatige kijkers naar en luisteraars van BOS-programma’s, en iemand die daar ook graag op reageert op BOS-website. En bijna altijd op persoonlijke titel.
Ik zal je niet kunnen ontmoeten bij het Nederlands Filmfestival, het BFFE of het IDFA, want ik ben geinteresseerd in het boeddhisme, en nauwelijks in film, met name niet in esthetica. Die koppeling tussen BOS en film moet juist wat minder worden

Je schrijft in je introductiebrief dat je “mooie programma’s” wil gaan maken. Tja, niet te mooi, hoop ik; want de BOS moet toch ook (opnieuw) aandacht gaan schenken aan de kern van de boodschap van de Boeddha: lijden en het einde van het lijden. Naast “compassie”, ook door de Boeddha en in soetra’s genoemd; en “respect”, hoewel daar nooit in genoemd.
Je achtergrond is wel erg Amsterdams, hopenlijk ga je ook de stad uit op zoek naar inspirerende mensen, kijkers en thema’s.

Eind verleden jaar hebben een aantal mensen zoals ik onafhankelijk van elkaar gescored hoeveel procent van de televisieprogramma’s van de BOS boeddhistisch genoemd kunnen worden. Mijn gevoel dat het steeds minder was geworden, bleek te kloppen: in 2001 was dat 83% en de jaren daarna daalde het via 75% van 67% en 45% naar 34% van de voor 2011 aangekondigde programma’s. Waarschijnlijk heb je van het bestuur van de BOS ook wel te horen gekregen dat dat echt niet kan.
(Natuurlijk, er zit enige subjectiviteit in de criteria wat wel en wat niet boeddhistisch genoemd kan worden; maar het feit dat door meerdere mensen onafhankelijk van elkaar is gescored en het feit dat jaren met elkaar vergeleken zijn, maken van inter-subjectiviteit een behoorlijke objectiviteit, vraag dat maar aan een sociaal wetenschapper.)

Wat mij vooral een uitdaging lijkt is het voor televisie vormgeven van het beoefenen van het boeddhisme anno nu in Nederland (en in mindere mate in de VS of Azië). Lijkt me moeilijk, drie kwartier naar een bewegingloos zittende meditator kijken zal voor veel televisie-kijkers wat saai vinden. Maar jij bent de professional en kan daar vast wel iets van maken om de kijker duidelijk te maken wat er qua ervaring gebeurt bij iemand die op deze of een andere manier het boeddhisme boeoefent.
Ook zou het goed zijn als je naar vormen zoekt om de Dharma (of Dhamma zoals het bij Theravada heet) in programma’s te brengen, niet zozeer in verhaalvorm maar gewoon de leer zelf, bijvoorbeeld door een acteur voorgedragen.
Of discussie tussen (Nederlandse) boeddhisten, ook een thema dat zeer weinig aandacht heeft gekregen de afgelopen jaren.
Tenslotte hoop ik dat je na wilt gaan of de BOS-televisie, als onderdeel van de publieke omroep, ook niet een journalistieke functie heeft; enige aandacht voor wat er in boeddhistisch Nederland gebeurt, zou m.i. wel op z’n plaats zijn.

Kortom: genoeg te doen tot eind 2015; en hopenlijk daarna, met een gewijzigde Mediawet.

Vriendelijke groet

Joop Romeijn


Bijgevoegd artikel 2.49, lid 2 van de Mediawet:
Kerkgenootschappen respectievelijk genootschappen op geestelijke grondslag verzorgen media-aanbod dat geheel ligt op kerkelijk respectievelijk geestelijk terrein en dat verband houdt met de kerkelijke of geestelijke identiteit."