donderdag 1 maart 2012

Geluk, de grote illusie

Onderstaande tekst is m’n vertaling van een artikel van Dana Nourie van de ‘Secular Buddhist Association’. Ik vond het in dezelfde week als waarin aandacht werd besteed aan de oprichting van de Partij voor Geluk door een aantal Zen-boeddhisten. Zie hier en hier en hier.

Dit artikel geeft mijn benadering van (het streven naar) geluk goed weer, die ik samen kan vatten met: men het gebruik van het woord ‘geluk’ beter vermijden.

Als ik m’n woordenboek volg, moet ‘happiness’ met ‘geluk’ worden vertaald en ‘happy’ met ‘gelukkig’.
Ik volg dat zoveel mogelijk maar wil wel benadrukken dat Nourie, als ze het over happiness (geluk) heeft, op het momènt van gelukkig zijn doelt. In het Nederlands worden de twee begrippen nogal eens door elkaar gebruikt en kan zowel ‘geluk’ als ‘gelukkig’ als zowel een momentane als een permanente staat betekenen. Dat de idee van permanentie een illusie is, daarover gaat haar artikel.

Ze stoelt haar betoog duidelijk op meditatie-ervaringen en dat kan de indruk wekken dat het egocentrisch is, gericht op het eigen wel of niet gelukkig zijn.
De lijn kan echter doorgetrokken worden bij het toewensen van geluk aan anderen, dan meestal ‘liefdevolle vriendelijkheid’ (metta) genoemd, vergelijk m’n blog uit november hierover. Ik wens dat een ander gelukkig is (maar weet tegelijk dat dat nooit perfect want niet permanent zal zijn).
Sterker nog: het betreft ook het kunnen constateren dat een ander niet gelukkig is (op dit moment) en daar compassie voor hebben, en iets aan doen (al zijn boeddhisten daar meestal niet zo goed in).

Ik herken me goed in wat Buddhadasa, de 20e eeuwse Thaise monnik over happiness (in Pali: sukha) zegt. Het is in de meeste talen een tweeslachtig woord waardoor het lang niet altijd duidelijk is wat mensen bedoelen als ze het gebruiken.
Buddhadasa maakt – net als bij een serie andere woorden - het onderscheid tussen ‘alledaagse taal’ en ‘Dhamma taal’. Naast ‘geluk’ zoals gebruikt in het alledaagse leven is er een ander soort geluk, het geluk dat ontstaat met het realiseren van het uiteindelijke doel van het leven (de verlichting, het ontwaken). Als je, bijvoorbeeld in een retraite, het eerste soort geluk verwacht en de leraar heeft het alleen maar over de tweede soort, dan kan je makkelijk teleurgesteld raken.
Het eerste soort geluk is er wanneer een bepaald soort honger of wens wordt bevredigd. In de Dhamma-zin van het woord echter is er helemaal geen honger of wens, daar ben je vrij van, spiritueel vrij, legt Buddhadasa uit.

Zelf werd ik (toen ik wist jong en dacht existentialist te zijn) aangesproken door wat de schrijver en filosoof Albert Camus zegt in z’n boek ‘De mythe van Sisyphus’. De straf die Sisyphus was opgelegd (door de Griekse goden) voor zijn hoogmoed, was dat hij eeuwig een zware steen de berg op moet duwen, te zien hoe deze weer naar beneden rolt en opnieuw te beginnen. Hoewel zijn arbeid zwaar en nutteloos is, vraagt Camus ons in te beelden dat Sisyphus rustig de berg afloopt, zijn steen achterna. Naar beneden wandelend, wordt hij zich bewust van het absurde van zijn situatie; maar juist dan, zegt Camus, moeten we ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen.”
Misschien niet helemaal een boeddhistische benadering. Of toch wel: het lijkt wel mediteren ?

Dan maar ongelukkig? Dat zou een heel verkeerde conclusie zijn. De onvermijdelijkheid van het lijden (dukkha) betekent dat voor mij helemaal niet. Veel vormen en zeker de mate van ongelukkig zijn is vaak nodeloos en nutteloos. Dit ongelukkig zijn kan ik verminderen, bij mezelf en bij anderen; ook dat weer zonder – op werelds niveau – illusies te hebben dat het perfect gaat worden.
Overigens kan ik heel goed gelukkig zijn, en daar ook van genieten. Zowel een lange onderstroom van me realiseren dat ik - tot nu toe – geluk heb gehad in m’n leven met bv gezondheid, relaties, inkomen; als ook die korte momenten van intens ervaren, van een zonnestraal, van een glimlach, van een goed gecomponeerde tekst.

Ik heb me duidelijk niet gehouden aan m’n eigen advies, het gebruiken van het woord ‘geluk’ te vermijden. Dan nu maar Dana Nourie.


Geluk, de grote illusie - door Dana Nourie

De meesten van ons zijn opgegroeid met verhaaltjes die eindigen met “En toen leefden ze nog lang en gelukkig”. Onze media benadrukken voortdurend hoe belangrijk geluk is, alsof elke andere mentale staat verwerpelijk is. We trekken naar mensen toe die gelukkig lijken te zijn; en laten we het maar toegeven, we genieten van het gevoel van geluk.
Maar wat ik in de loop van de jaren steeds weer merkte was dat mensen naar het boeddhisme komen in de hoop om geluk te vinden. Zij denken dat ‘ontwaken’ een staat is van constant gelukkig zijn. En als ze ontdekken dat de beoefeninghen juist in het hart van de realioteit doet belanden, wat neerkomt op een heleboel verandering en lijden, raken ze ontgoocheld, teleurgesteld. Zij willen Geluk.

In een discussie onlangs op Facebook viel het me op dat de meeste mensen geluk als een verwachting hebben. In feite ging een vrouw zo ver dat ze zei dat naar geluk aan het “jagen” was, en dat dat het doel van haar in het leven was geworden. Ik heb grote compassie voor deze vrouw, omdat ik weet dat teleurstelling een verlammend metgezel voor haar blijft zolang als ze geluk ziet als een doel of verwachting.

Ja, ik weet het, we hebbenn allemaal een net iets andere definitie van wat ‘geluk’ is. En toch, afgezien van jouw definitie van geluk, is net zoals al het andere in het universum, geluk tijdelijk (impermanent).
En even belangrijk: geluk ontstaat, net als alle andere fenomenen, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, interne condities en externe condities. Tenzij je de controle hebt over al deze condities en ze voortdurend kan vasthouden, komt geluk op en verdwijnt het weer net zoals alle andere zaken in het leven.
De opvatting van geluk die ons door onze samenleving wordt aangereikt, is er een van illusie. Het is de grote geluksillusie waar we onaandachtig in stappen. Geluk najagen is het najagen van een regenboog. Hoe dichter je er bij lijkt te komen des te meer het ontwijkt. Om een verwachting te vestigen op geluk kan neerkomen op het zetten van verwachtingen op andere mensen of relaties om jou gelukkig te maken. Dat is een scenario voor teleurstelling.

In het beoefenen van het boeddhisme zetten we niet onze verwachting op geluk, we maken van die verwachting een onderwerp van aandacht. Door het op die manier zien we de geluksverwachting voor wat het is en hoe het functioneert:
Op voorwaarde van een contact die als ‘geluk’ ervaren wordt,
ontstaat het mentale vermogen van gelukkig zijn.
Wanneer men gelukkig is, onderkent men ‘Ik ben gelukkig’.
Als dat contact waardoor geluk wordt ervaren, wegvalt,
onderkent men ‘Wat was ervaren als geluksgevoel, houdt op en valt stil’.

De Katthopama Sutta (SN 48.39)

De volgende keer als je je gelukkig voelt, wat je definitie er ook van is, merk dan op welke voorwaarden het opkomen ervan veroorzaakten. Deed iemand iets aardigs voor je, of zei die iets aardigs? Ben je in een vredige stemming, waarvan je rustig en ontspannen kunt genieten? Deed je iemand een plezier en maakte dat dat je je goed van binnen voelt?
Overdenk de voorwaarden die nodig waren teneinde het gevoel van geluk te laten opkomen. Onderzoek (bij jezelf) hoe geluk voelt. Ontstaan gelukkige gedachten als gevolg van dat gevoel? Hoe reageert je lichaam op het gevoel van geluk? Ben je aan het hopen dat het geluk aanblijft?
Als het geluk vervaagt of helemaal verdwijnt, observeer dan wat er dan aan het bewegen is. Hoop je dat het gelukkig zijn terugkomt? Heb je je aandacht verschoven naar iets anders, zonder te hechten, zonder teleurstelling?
Bekijk gedurende één dag hoe vaak geluk opkomt en weer verdwijnt. En hoe vaak in een week? Is het gevoel van geluk iets dat je werkelijk nodig hebt om het dierbare te grijpen en vast te houden? Of kan je ervan genieten op het moment dat het er is en toelaten dat het weer wegsluipt, het te zien als iets dat komt en gaat?
Doe hetzelfde voor het omgekeerde van geluk, namelijk ongelukkig zijn. Onderzoek het aandachtig. Komt het op als gevolg van interne en externe voorwaarden? Wat zijn je reacties? Hoe voelt dat in je lichaam? Bied je er weerstand aan, wensend dat dat gevoel weggaat, of kan je er gewoon bij blijven en kijken naar wat er op een natuurlijke manier gebeurt?

Ik zeg niet dat je geen voorwaarden moet koesteren die geluk helpen creëren. Als het je lukt als ze te identificeren en er aan werkt. Voortreffelijk. Maar wees voorzichtig met het hebben van de verwachting van geluk. Zie het onder ogen: ellende gebeurt nu eenmaal (shit happens), in allerlei soorten en maten. De oefening is dus om aandachtig te zijn op alles wat opkomt, en er niet op te reageren met hechting of aversie.
Ik zeg ook niet dat je niet moet proberen dingen voor anderen te doen die kunnen maken dat ze gelukkig zijn. Zeker, dat moet je proberen, en als je geluk als resultaat krijgt: schitterend. Let er alleen wel op als geluk opkomt, hoe het opkomt; en denk er steeds aan, alles is vergankelijk. Het vasthouden aan iets dat vergankelijk is, elk moment kan veranderen, is voor jezelf een scenario opstarten tot verder lijden.
Geluk is heerlijk om te ervaren; het is zelfs nog fascinerender om met een open geest en de bereidheid te laten gaan, los te laten, bij jezelf te onderzoeken wat er gebeurt. Je zult op een aangename manier verrast raken door de resultaten.


Bron van het Engelse origineel. Vertaling geplaatst met toestemming van de auteur.

Geen opmerkingen: