dinsdag 28 augustus 2012

Een boeddhistische meetlat voor politieke partijen? Boeddhisme en humanisme vergeleken

In het dagblad Trouw vandaag een artikel over de programma's van de politieke partijen langs 'de humanistische meetlat', uitgevoerd door het Humanistisch Verbond; zie hier .

Dat roept natuurlijk de vraag op of er ook zoiets als een boeddhistische meetlat bestaat of kan worden ontwikkeld? Zelfs over de vraag wie daartoe bevoegd zou zijn, zouden we al niet eens worden; anders gezegd: niemand kan dat.

Toch valt er, in het verlengde van m'n vorige blog (Stemmen boeddhisten wijzer?) wel iets over te zeggen.
Ik wil echter iets anders doen: nagaan of de humanistische meetlat ook boeddhistisch genoeg is? Er wordt immers soms gezegd dat boeddhisme en humanisme nogal verwante levcensbeschouwingen zijn.

Hoewel de kop boven deze blog (boeddhisme en humanisme) belachtelijk pretentieus is, wil ik toch de 'humanistische meetlat' zelf eens proberen te meten.

Op elk van de standpunten van de Humanistische Alliantie geef ik wat (persoonlijk) kommentaar:
Fundamentele vrijheden: het boeddhisme benadrukt juist de (bijna existentiële) onvrijheid;
Een menselijke economie: zeker, en vergeet de andere levende wezens niet;
Europa van waarden en democratie: het zal wel;
Scheiding van kerk en staat: zou wel moeten maar is boeddhisme niet altijd zo goed in;
Gelijke rechten: hierin is het nogal patriarchale boeddhisme vatbaar voor verbetering;
Duurzaam in woord en daad: helemaal mee eens;
Medisch-ethische zelfbeschikking: hier kunnen de wegen wel eens behoorlijk uiteen lopen;
Menswaardit vreemdelingen- en asielbeleid: helemaal mee eens;
Privacy-bescherming: helemaal mee eens;
Echte zorg: dit standspunt begrijp ik niet, vermoedelijk wel mee eens;
Creatief burgerschap: vermoedelijk niet een boeddhistische prioriteit;
Onderwijs als fundament: fundament van wat? Veel boeddhisten houden (helaas) niet van leren;
Ontwikkelingssamenwerking: helemaal mee eens.

Ondanks mijn sympathie voor het humanisme en voor de hier genoemde standpunten zit er toch wel een behoorlijk verschil tussen deze standpunten en die van de meeste boeddhistische tradities.
Ik denk dat we verschil het best te kunnen typeren met behulp van de stelling:
In het boeddhisme is de mens niet de maat van alle dingen.

Wat ik me afvraag: stel nou dat de BOS onderdeel wordt van de omroep VPRO-HUMAN; de (politiek-levensbeschouwelijke) standpunten van VPRO en HUMAN liggen vermoedelijk dicht bij elkaar, maar hoe moet de BOS zich hier positioneren? Toch niet neutraal?

O ja, hun conclusie: “Mensen hebben verantwoordelijkheid voor hun eigen leven én voor de samenleving als geheel. En mensen zijn niet alleen rationeel, ze zijn niet louter economische wezens. Ze zijn ook emotie, ervaring, beleving en tot heel veel in staat, als ze daarin worden gevoed door goed onderwijs, kunst en cultuur en goede zorg. Die visie zien we bij GroenLinks en D66, iets minder bij de PvdA en veel minder bij de VVD. Het programma van het CDA was op dit punt lastig in te delen, met dat programma kun je alle kanten op."
De Partij voor de Dieren had ik hier ook verwacht, en Mens en Spirit ook enigszins.


Samenvattend:
Een boeddhistische meetlat is vermoedelijk van elastieke aard, boeddhisten zijn vermoedelijk (althans de meeste, ik ken een paar uitzonderingen) minder materialistisch dan de gemiddelde Nederlandse kiezer. Inderdaad: het zijn net mensen.

donderdag 16 augustus 2012

Stemmen boeddhisten wijzer? Ga ik stemmen en wat?

De verkiezingen op 12 september (in Nederland; ik weet het, er zijn ook Vlaamse lezers) gaan ook boeddhisten niet voorbij.
Vandaar de vraag: gaan we stemmen, en zo ja: welke partij?
Om u meteen gerust te stellen: dit wordt geen stemadvies! Zowel omdat u geen advies van mij nodig heeft als vanwege mijn onzekerheid over mijn keus.

Ga ik stemmen? Ja, ondanks mijn twijfel of het iets uitmaakt. Of processen waar ik me zorgen over maak (bv het vermarkten van steeds meer onderwerpen, ook spirituele, de toenemende inkomensverschillen, het misbruik dat gemaakt wordt van de financiële crisis) wel gestopt kunnen worden door welke partij dan ook. Twijfel of de Tweede Kamer nog wel relevant is dus.
Maar alle beetjes helpen en niet-stemmen is ook een keuze (Het is wel een ouwe maar nog steeds een goeie: je kan wel zeggen, 'ik bemoei me niet met de politiek', maar de politiek bemoeit zich wel met jou). Wel dus.

En dan: welke partij ?
Is er een partij waarvan de standpunten onze boeddhistische idealen het best benadert?
Dat is volgens mij geen goede vraag:
Er zijn geen algemeen geldige boeddhistische politieke idealen
De verschillen tussen de tradities zijn groot, van wereld-verzakend, via gelijkmoedigheid t.a.v. wereldse zaken tot expliciet ìn de wereld staand boeddhisme.
En dan: spirituele doelen zijn niet zomaar in politieke te vertalen.
Ik kan het anders zeggen: we moeten niet van idealen uitgaan maar van pragmatische zaken
Een half jaar geleden was er initiatief voor het oprichten van een Partij van het Geluk, de initiatiefnemers waren een aantal Zen-beoefenaren. De twijfel die ik daar bij had, was onder andere gebaseerd op het gebruik van de term 'geluk'; het lijkt mij verstandig die term zo weinig mogelijk te gebruiken.

Goed, er zijn dus geen expliciet-boeddhistische partijen, en dat is opzich niet erg.
De vraag is voor mij:
Moeten wij (ieder voor zich) kijken welke partij het meest onze boeddhistische idealen in het programma heeft; en dan heb ik het over zaken als niet-hechten, compassie, gelijkmoedigheid, tolerantie?
Er is een ondergrens, kiezen voor de PVV is bijna op voorhand uitgesloten, en de Partij voor de Dieren lijkt juist sympathiek.
Maar ik zou zeggen: kies niet alleen een partij op basis van hun en jouw idealen.
Kies een partij een beetje met je hart maar vooral met je verstand; je gezonde verstand dan.
Kies een partij die een aantal wereldse problemen het beste denkt aan te pakken.
Economie, de zorg en Europa zijn dat volgens mij in eerste instantie.

En zaken als solidariteit dan, bijvoorbeeld armoede in Nederland en vooral op wereldschaal, ontwikkelingshulp dus?
Het milieu-vraagstuk, dat weer ondergesneeuwd (rare beeldspraak in dit verband trouwens) dreigt te raken door de nadruk op de economie: biodiversiteit is toch ook voor ons van belang?
Onderwijs, misschien steunen sommige partijen wel het gebruik van 'mindfulness' in het onderwijs, maar is dat voldoende reden die te kiezen? Dan denk ik nog eerder aan programmapunten als religieuze tolerantie, tenminste als dat ook een beetje de vorm heeft van: de vaardigheid vergroten om religieuze discussies te voeren met 'andersdenkenden'.

Soms kunnen thema's gecombineerd worden: betaalbaar houden van de gezondheidszorg heeft veel te maken met indammen van de macht van de push-krachten, van de farmaceutische industrie bijvoorbeeld. Mij lijkt het heel boeddhistisch om zo weinig mogelijk geneesmiddelen te gebruiken, maar misschien is dat wel een privé-opvatting.
Partijen die 'de vergrijzing' op zich een groot probleem vinden, kunnen niet op voorhand op mijn sympathie rekenen, tenzij ze maatregelen voorstellen die de verhouding tussen de generaties verbeteren, ook voor boeddhisten een relevant thema.
De economische crisis, de door de financiële markten maar ook door de consumenten (wij dus) veroorzaakte crisis hoeft toch niet persé door groei verholpen te worden? Wie biedt oplossingen?

Biedt de stemwijzer nog houvast?
Ik heb gekeken naar de vragenlijst , sinds een paar dagen in de lucht.
Er is ook een app van, zag ik, die weten tablet-gebruikers vast wel te vinden.
Er kwam een partij voor mij uit die hoorde bij het rijtje waaruit ik overwoog te kiezen, ik blijf toch nog wel even overwegen, een partijpolitieke stem is immers niet alleen principieel maar ook strategisch (anders gezegd: laat ik de partij waar ik vroeger altijd op stemde, in de steek?).

Een verrassing was dat bij mij de partij ' Mens en spirit ' hoog scoorde; ik had me nog nooit in die partij (zie hier ) verdiept. Hun programma is de moeite van het lezen waard; jammer alleen dat opnieuw Bhutan als voorbeeld wordt genoemd in hun programmapunt over Bruto Nationaal Geluk. Ze zijn meer New Age dan boeddhistisch (voor mij een groot verschil, voor anderen niet) en hebben in de peilingen al bijna een halve zetel.

Ook de vragenlijst van 'Kieskompas' kan houvast bieden; mij eerlijk gezegd niet zo veel.

Een andere vraag: komen er in de “stemwijzer' ook vragen voor die – hoe zwak ook – direct iets met het boeddhisme te maken hebben? Ik ben ze niet tegengekomen.
De site programmavergelijker is dan wellicht bruikbaarder: Ik ben nagegaan wat partijen zeggen van twee ook voor boeddhisten belangrijke punten:
- de onderdrukking van de Tibetaanse religie en cultuur door de Chinese regering
- de onzekere toekomst van de levensbeschouwelijke (de zgn. 2.42-) omroepen waaronder de BOS
Ik heb over deze onderwerpen niets gevonden, ook niet in de afzonderlijke verkiezingsprogramma's die ik ten behoeve van deze blog ook heb gelezen (u ziet, ik offer mij op).
Wel zie ik na een korte google-zoektocht dat PVV en PvdD de 2.42-omroepen willen afschaffen.

Misschien ga ik de komende weken nog wel verder zoeken en wikken en wegen.
Misschien ga ik toch maar op 12 september op m'n gevoel af, .

dinsdag 14 augustus 2012

Moet geestelijke verzorging door boeddhisten en voor boeddhisten zijn ?

De laatste maanden heb ik me weer verder verdiept in boeddhistisch geestelijke verzorging (BGV).
Nu niet meer zoals tot nu toe door BZI, VU, Justitie en deels ook door mij vanuit het beleid beredeneerd maar vanuit de inhoud.
Ik heb hierover inmiddels al een serie blogs geschreven; klik voor een overzicht daarvan in de tagcloud (de rubriek ‘labels’ in de rechterkolom) het trefwoord ‘geestelijk verzorger’.

Geestelijke verzorging vindt, al dan niet vanuit een bepaalde denominatie, vooral plaats in instellingen voor gezondheidszorg. In dit blog identificeer ik me daar vooral mee.
Daarnaast, in veel kleinere aantallen in de krijgsmacht, voor gevangenen en door vrijgevestigden; daar ga ik het veel minder over hebben.
Het laatste rijtje is wat merkwaardig: vòòr en dòòr lopen door elkaar.

Dat is ook de bedoeling want ik wil thematiseren wat onder BGV kan worden verstaan:
1. gegeven door een geestelijk verzorger, tevens boeddhist, aan een boeddhist;
2. gegeven door een buddhist chaplain (zoals de VU ze wil gaan opleiden), een geïntegreerde boeddhist-plus-geestelijk verzorger, aan een boeddhist;
3. als 1, gegeven aan een niet-boeddhist;
4. als 2, gegeven aan een niet-boeddhist;
5. gegeven door een niet-boeddhist (maar religieus-levensbeschouwelijk breed geschoold geestelijk verzorger) aan een boeddhist.
Het is een twijfelgeval of dit laatse (5e) model als BGV gezien moet worden; ik voer het hier wel op om hieronder genoemde redenen.

Als ik hier 'boeddhist' schrijf, bedoel ik zowel degene die zich voluit zelf boeddhist noemt als degene die een 'daadwerkelijke affiniteit ' met het boeddhisme heeft.
Iemand met 'een beetje afiniteit' heeft geen specifieke naam, is een soort 'ietsist'; zoals het Commissariaat voor de Media fijntjes in een beleidsstuk opmerkt: “Zo worden mensen die wel eens een publicatie aanschaffen of een cursus over de desbetreffende hoofdstroming volgen niet gerekend tot de achterban.”

Waarom zou een niet-boeddhist BGV door een boeddhist willen hebben ?
Uit de beschrijvingen van wat BGV-ers in dienst van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Dienst Geestelijke verzorging) doen, destilleer ik twee motieven bij de gevangenen die waarschijnlijk ook voor anderen zullen gelden:
a. de boeddhist heeft bepaalde specifieke methodiek-vaardigheden zoals het geven van meditatie (bv het op dit moment populaire mindfulness).
b. de ontvanger vindt het boeddhisme en boeddhisten sympathiek en verwacht van een BGV-er het soort geestelijke verzorging dat hem/haar bevalt.

Ik neem aan dat de initiatiefnemers van de opleiding master plus ambtsopleiding (VU en BZI) er geen bezwaar tegen hebben dat een door hen opgeleide buddhist chaplain (hierboven bedoeld in 2 en 4) zijn of haar zegenrijke werk doet met een niet-boeddhist als client/patient. Graag zelfs, veronderstel ik dat deze initiatiefnemers zullen zeggen, dat betekent immers aanzienlijk meer werkgelegenheid.

Maar is het noodzakelijk, heeft geestelijke verzorging door een boeddhist een meerwaarde ?
De meerwaarde zou kunnen zijn dat het boeddhisme bijna van nature zelf al geestelijke verzorging is, de thema´s waarover het in het boeddhisme gaat, zijn ook de vragen van geestelijke verzorging.
Maar is dat wel zo, vinden andere levensbeschouwingen dat ook niet van zichzelf?
Er zijn een paar kenmerken van het boeddhisme behoorlijk uniek, de nadruk op de karakteristieken 'anatta' (niet-zelf) en 'anicca' (onbestendigheid) en op 'sunyata' (leegte) horen daarbij; het is voor iemand van een andere religie niet eenvoudig zich die eigen te maken en als geestelijk verzorger te kunnen hanteren in gesprekken, maar hoeveel boeddhisten kunnen dat wel?
Er is nog één ander aspect dat voor mij een meerwaarde betekent; dat is boeddhisten stil kunnen zijn, niet altijd hoeven te praten, als uitdrukking van hun innerlijke stilte, hun concentratie. Natuurlijk is ook dit verschil met andere levensbeschouwingen niet absoluut maar in mijn inschatting is het er wel wezenlijk.

Waardering
Mijn waardering voor het niet aan één religie verbonden geestelijke verzorging is versterkt door het lezen over de master-programma´s als beroepsopleiding geestelijk verzorger bij de Universiteiten van Groningen, Utrecht, Nijmegen, waar ik een paar weken geleden al op duidde; zie hier .
Mijn suggesties in die blog heb ik inmiddels aan genoemde opleidingen voor kommentaar voorgelegd. Als daaruit concrete resultaten komen, publiceer ik die in een toekomstige blog.
Zie hun de websites:
Utrecht : informatie over de master
Nijmegen: informatie over de master
Groningen: informatie over de master

Eén voorbehoud moet ik bij m'n positieve waardering wel maken.
Het is me bij het lezen van de teksten niet duidelijk inhoever de christelijke wortels van de opleidingen nog doorwerken in het huidige denken van de docenten.
Zo ademt de tekst over de master in Nijmegen een heel andere (ik denk: een katholieke) sfeer dan die van Utrecht en die van Groningen (en trouwens ook van de niet-boeddhistische vakken van de bachelor bij de VU waarbij het niet moeilijk raden is naar de eigen levensbeschouwing van de docenten). Mijn indruk is dat men in Groningen en ook wel in Utrecht (hoewel de informatie daarvan meer summier is) het protestante verleden voldoende achter zich gelaten heeft om van een echte interreligieuze opleiding te kunnen spreken.

Van wie ?
De omgekeerde vraag is: kan een boeddhist (die bv client/patient in een gezondheidszorg-instelling is) niet net zo goed bij zingvevingsvragen door een geestelijk verzorger van een niet-boeddhist krijgen? (bij de humanisten heet het 'raadsman')?
Als ik mezelf in die rol plaats (gezien m´n gevorderde leeftijd niet zo moeilijk), zou m´n antwoord zijn: als het maar een kwalitatief goeie is, iemand die niet zijn of haar eigen visie op leven en dood op mij probeert over te krijgen, kan het net zo goed een niet-boeddhist zijn. Ja dus.
Misschien wil ik daarnaast dan wel met een boeddhistische vriend over een paar specifieke vragen van gedachten te wisselen.
Maar dan wel in een boeddhistische traditie waarin ik me thuis voel, de verschillen tussen de tradities zijn groot, bij de beoefenaar van de ene traditie zou ik makkelijk vertrouwelijk zijn, bij een ander nauwelijks.

Wanneer wel van een boeddhist ?
Er is een uitzondering: wanneer het uitvoeren van rituelen of andere zeer specifieke vormen van beoefening gewenst worden. In het Aziatische boeddhisme speelt het devotionele een grote rol; maar bij hoeveel boeddhisten in Nederland speelt dat? Vijfhonderd tot duizend misschien?
Als we het uitbreiden tot 'het toevlucht nemen' dan zal het om een paar duizend mensen gaan; maar: er is een toevlucht-nemer, geen toevlucht-gever, het is volgens mij niet persé een BGV-er bij nodig, al verdient het wel de voorkeur.
Een andere mogelijkheid: de client/patient heeft vraagt om een Dharma-toespraak, zoals leraren uit de diverse boeddhistische tradities die geven. Afgezien van m'n vermoeden dat het opnieuw om kleine aantallen gaat, zijn hier ook andere mogelijkheden dan dat een geestelijk verzorger dit zelf doet, er zijn boeddhistische leraren en er zijn tal van talks op het internet te vinden.
In totaal gaat om een grootte-orde enkele duizenden boeddhisten waarvoor geestelijke verzorging door een BGV-er meerwaarde heeft. En dan bedoel ik totale aantallen. Welk deel daarvan is tegelijk client/patient in een instelling van gezondheidszorg? Minder dan honderd, vermoed ik.De rest, het overgrote deel vcan boeddhische patienten/clienten, kan even goed met zijn of haar vragen door de niet-boeddhistisch geestelijk verzorger geholpen of begeleid worden.


Samenvatting en conclusie
Naar mijn mening is slechts in zeer beperkte mate specifiek boeddhistische geestelijke verzorging voor clienten/patienten in instellingen voor gezondheidszorg nodig.
Vervolgens zou het nuttig en wenselijk zijn voor de geestelijke verzorging in het algemeen als daar elementen van het boeddhisme bij komen; anders gezegd: dat geestelijk verzorgers kennis hebben of krijgen van het boeddhisme.
Wat betreft werkgelegenheidskansen is het voor 'buddhist chaplains' zoals de VU die gaat opleiden zeer gewenst dat zij breed inzetbaar zijn, dus ook geestelijke verzorging aan niet-boeddhisten kunnen geven, net zo als afgestudeerden van andere universiteiten.

zondag 5 augustus 2012

Oratie André van der Braak op 14 september bij de VU

Op vrijdag 14 september houdt André van der Braak zijn inaugurele rede als hoogleraar boeddhisme aan de Vrije Universiteit
Tijd: vanaf 15.45 uur

Plaats: Aula van het hoofdgebouw van de VU,

Titel: De vele gezichten van compassie:
het boeddhisme te midden van culturele en religieuze diversiteit


André zal deze rede uitspreken ter gelegenheid van de aanvaarding van de Nicolaas Pierson leerstoel voor Boeddhistische filosofie in dialoog met ander levensbeschouwelijke tradities.
Zie de VU-aankondiging hier.

Het is in het algemeen de bedoeling van een inaugurele rede oftewel oratie dat de nieuwe hoogleraar beschrijft wat hij of zij in wetenschappelijk opzicht de komende jaren gaat doen.
Wat me benieuwd zijn onder andere de volgende zaken:

- Zal het nu over meer dan alleen Zen-boeddhisme gaan, tot nu toe heb ik een zekere Zen-eenzijdigheid bespeurd in zijn VU-rol?

- Hoe gaat André (althans in zijn voornemens) om met het spanningsveld wetenschapsbeoefening versus onderwijstaken? De opdracht van de Nicolaas Pierson Stichting (zie onder) spreekt slechts beperkt van een onderwijstaak terwijl de start van de bachelor boeddhisme dit jaar en mogelijk de master boeddhisme volgend jaar veel tijd van hem gaat vragen. Weet hij de druk van de VU te weerstaan?

- In de hoop dat André toch nog tijd voor onderzoek, voor wetenschapsbeoefening vrij weet te maken: waarop zal dat aansluiten?
Zal het ook boeddhologie genoemd mogen worden? Waarschijnlijk niet de filologische variant maar wellicht een meer godsdienstwetenschappelijke benadering?
Zal hij zich willen verdiepen in nieuwe (Westerse) vormen van boeddhisme zoals het ‘secular buddhism’, door mij vertaald als ‘vrijzinnig boeddhisme’?

- Ontmoeting tussen levensbeschouwelijke/religieuze tradities is duidelijk een zwaartepunt, maar zal er ook ruimte zijn voor dialoog tussen de diverse boeddhistische tradities, want dat is in het Nederlandse boeddhisme een beetje een taboe-onderwerp?
Zal André een door hem gemodereerde discussie tussen boeddhisten willen gaan organiseren (en dan niet met dezelfde leraren die we steeds op de BOS kunnen horen)?

- En dan het thema compassie.
Zal de nieuwe hoogleraar het modieuze (het ongevaarlijke want wie is er nou tegen compassie?) karakter van dit thema weten te vermijden?
Ziet hij compassie (karuna) als één van de Brahmavihara, in relatie tot de andere drie?
Betekent de ‘diversiteit’ uit de titel van de oratie ook: de kunst van het met elkaar oneens te zijn?
Is trouwens ‘religieuze diversiteit’net zo iets als de (nogal bedreigde) biodiversiteit, die ook nodig is voor de evolutie, in dit geval dus de evolutie van de religie(s)?
‘Compassie’ is ook de kern van de bodhisattva-belofte, gaat het (André / de VU) alleen om het voornemen (het mooie gevoel) of moet er ook iets naar andere mensen toe mee gedààn worden?


Misschien wat veel vragen voor een uur, maar een paar zouden m.i. toch wel aan de orde moeten komen.
Deze inaugurele rede wordt in het openbaar gehouden. Vooraf opgeven is niet nodig.
Ik ga er Deo Volente heen
En ik zal achteraf een critische analyse proberen te bloggen over de inhoud.
Die is dat vast wel waard.


Uit de advertentie van de VU mei 2011 met behulp waarvan André is geworven (gepredestineerd)
"De leerstoelhouder zal:
- onderzoek ontwikkelen en verrichten op het terrein van de ontmoeting van boeddhistische filosofische tradities met andere levensbeschouwelijke en religieuze tradities;
- onderzoek op het gebied van de leerstoel stimuleren, coördineren en ondersteunen, onder andere in de vorm van het begeleiden van promotieonderzoek;
- deelnemen aan één van de onderzoeksprogramma’s van de Faculteit der Godgeleerdheid, ondergebracht in het interfacultaire VU Institute for the Study of Religion, Culture and Society (VISOR);
- onderzoeksvoorstellen doen en (externe) onderzoeksmiddelen verwerven;
- participeren in internationale multidisciplinaire onderzoeksprojecten binnen het domein van de leerstoel;
- onderwijs op het gebied van de boeddhistische traditie in dialoog met andere levensbeschouwelijke en religieuze tradities ontwikkelen en uitvoeren, met een focus op de raakvlakken tussen boeddhistisch en westers continentaal denken.
"

vrijdag 3 augustus 2012

Verknoei nooit een goede crisis - de BUN een jaar later

'Never waste a good crisis' is een favoriete uitdrukking van ekonomen waar ook boeddhisten hun voordeel mee kunnen doen.
'Verknoeien'of 'verspillen' is het de crisis te ontkennen of zo snel mogelijk tot ad-hoc-oplossingen overgaan waarmee symptomen van de crisis lijken te verdwijnen.
Het is bij een goeie crisis dus zaak niet gelijk te proberen, de crisis op te lossen maar haar te laten 'rijpen' en te observeren wat eigenlijk de aard van de crisis is, wat de achterliggende oorzaken zijn (en wat alleen maar lokale of tijdelijke kleuring geeft)
Een – achteraf gezien noodzakelijke – structurele verandering kan het gevolg van zo´n gerijpte crisis zijn.

Het toepassen van dit principe kan op in de eerste plaats op het persoonlijke vlak, bij een spirituele-, een zingevingscrisis of bij een mentale of fysieke.
Maar het kan ook goed toegepast worden op boeddhistische organisaties.
Op een sangha in crisis.
Of op de BUN. Laat ik het daar eens over hebben.


DE BUN, EEN JAAR LATER
Nu een jaar geleden, op zaterdag 6 augustus 2011, vond er een tweede opeenvolgende dramatische ledenvergadering plaats, in Amsterdam (het is trouwens opvallend dat de gevestigde orde van de BUN en de verdedigende sangha's ervan zich vooral in Amsterdam bevinden de oppositie overwegend Rotterdamse wortels heeft)
De eerste, ook in Amsterdam, was op 11 juni.
Zie voor de geschiedenis *Openboeddhisme*, bijvoorbeeld openboeddhisme.nl/?p=3462
Het ging niet alleen om een motie van wantrouwen richting voorzitter (en zijn trawanten); het ging eerst en vooral om de BOS en de BZI, dochters van de BUN die als tovenaarsleerlingen niet meer in de hand te houden waren door de amateurs in het BUN-bestuur.
Deze gebeurtenissen en de verziekte onderlinge verhoudingen kunnen zonder overdrijven een crisis in de BUN genoemd worden.
Een grotendeels ontkende crisis.

Een Lotus bloem
Er kwam een werkgroep (die zich De Lotus Bloem noemde) waarin de gevestigenden zitting namen, een paar ietwat meer onafhankelijke leden kwamen uit sangha's die ook niet anders dan gevestigd genoemd kunnen worden.
De eerste oplossing van deze werkgroep, in een rapport dat in oktober 2011 uitkwam, was vooral het benoemen van zondebokken
De tweede oplossing , in het eindrapport uit mei 2012, kwam vooral met procedurele oplossingen
Helaas heeft de werkgroep nauwelijks de functie van reconciliation toegepast, zoals in Zuid-Afrika na het eind van de Apartheid en de komst van Nelson Mandela succesvol en helend heeft gewerkt. Zie daarvoor hier.
Zoiets zou ook de BUN hebben gepast, nu zaten alleen de vriendjes in de werkgroep.
Ook de juridische oorzaak van de problematiek, de 'delegatieovereenkomst' van de BUN met de BOS en met de BZI, werd niet heroverwogen.

Twee voorstellen van de werkgroep hebben nog de meeste aandacht getrokken (relatief dan):
- Het toevoegen van een 'Raad van Leraren' aan de BUN; zinnig hoewel een 'ethische commissie' een beter gremium zou zijn.
- De mededeling dat er in november een groepje mensen komt dat kan bekijken of en hoe de zogeheten ongebonden of ongeorganiseerde boeddhist bij de BUN betrokken kan worden. Ik heb me in het verleden wel eens als woordvoerder van dit soort boeddhist opgeworpen, maar van dit voorstel heb ik al gezegd: te laat en te weinig, mij niet gezien.

En hoe gaat het nu ?
Ondertussen is er in de relatie met BOS en BZI niets veranderd. Deze dochters gaan nog steeds hun eigen gang. De BZI heeft een overeenkomst met de VU gesloten waar de BUN-leden niet van op de hoogte is gesteld. Ook de relatie tussen BOS en de ledenomroep VPRO is onduidelijk, of is die veranderd sinds de BOS vreemd is gegaan met de VARA? Zie de aankondiging “BOS en VARA nemen deel in grootste Nederlandse natuurfilm” .

Een herkansing ?
Misschien heeft de BUN wel het geluk dat er de komende maanden een tweede en misschien zelfs een derde crisis gaat komen:


EEN 'VERRASSEND' BESLUIT VAN HET COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Op 6 juni j.l. nam het Commissariaat voor de Media een zogeheten sanctiebesluit omdat ten onrechte het omroepbudget (door de BOS weliswaar maar de BUN is daarvoor verantwoordelijk) is besteed voor een onderzoek waaruit zou moeten blijken dat er heel veel boeddhisten in Nederland zijn.
Een bedrag van E 50.000 werd teruggevorderd van de BUN terwijl bovendien de BUN een boete van E 2.500 dient te betalen, een bevoegdheid die het Commissariaat heeft. Zie voor het hele besluit (formeel genaamd “Sanctiebesluit van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 2.153, tweede lid, van de Mediawet 2008, door de Boeddhistische Unie Nederland”). hier .

In het BoeddhistischDagblad een week later reageerden BUN en BOS:
"BUN en BOS hebben het Boeddhistisch Dagblad in een gezamenlijke reactie op vragen op 11 juni een verklaring gezonden:
De BUN en BOS hebben inderdaad een sanctiebeschikking ontvangen van het Commissariaat voor de Media. In deze sanctiebeschikking stelt het CvdM zich op het standpunt dat een door de BOS in 2009 uitgevoerd marktonderzoek deels onrechtmatig gefinancierd is. Dit besluit heeft de BUN en BOS zeer verrast: zij kunnen zich niet vinden in de onderbouwing van de beschikking, zullen deze verder juridisch toetsen en onderzoeken en formeel bezwaar aantekenen tegen de beschikking. Gedurende dit proces doen BUN en BOS hieromtrent geen verdere uitspraken anders dan dat conform de delegatieovereenkomst tussen BUN en BOS de eerste gevrijwaard is van iedere aansprakelijkheid.
"
Opmerking: die ‘vrijwaring’ uit de ‘delegatieovereenkomst’ (zie hier ) heeft zover ik heb begrepen alleen betrekking op de omgang van BUN en BOS met elkaar, voor derden heeft hij geen betekenis.

Een pro forma bezwaar zonder schorsende werking
Erg overtuigend is die juridische activiteit tot nu toe niet. In ieder geval blijkt uit een WOB-verzoek dat ik bij het Commissariaat heb gedaan dat de juridische toetsing kennelijk nog niet tot inhoudelijke resultaten heeft geleid. Er is slechts een pro forma bezwaar ingediend. Tot half oktober kan dit nog inhoudelijk bezwaar worden ingevuld.
Verder vernam ik dat in het algemeen het maken van bezwaar geen schorsende werking heeft. Dus moet (binnenkort) de BUN betalen. Of de BOS dat namens de BUN mag doen, weet ik niet; het mag niet uit omroepmiddelen dus kan de BOS-directeur het alleen uit het kapitaal van zijn Stichting Vrienden van de BOS betalen en dat strookt niet met de doelstelling van die stichting (zie *Openboeddhisme* hierover).

In juni schreef ik hierover in m'n blog dat er drie manieren zijn waarop de zendmachtiging van de BUN (en dus het bestaan van de BOS) gevaar loopt door deze in mijn ogen terechte actie van het Commissariaat waarvoor ik het BUN-bestuur overigens al in 2010 heb gewaarschuwd. Van de 'verrassing' van BUN en BOS over het sanctiebesluit van het Commissariaat begrijp ik dan ook niets.

Een openbare hoorzitting in Hilversum
Wanneer zal deze crisis gerijpt zijn? Mogelijk als het Commissariaat na een hoorzitting haar besluit herbevestigt, ergens dit najaar denk ik. Deze hoorzittingen zijn trouwens in het algemeen openbaar, dus een goed boeddhistisch journalist/blogger kan er heen.


DE EVALUATIE VAN DE ERKENDE BUN ALS ZENDENDE INSTANTIE
De volgende crisis-mogelijkheid voor de BUN is de evaluatie van de BUN (en haar dochter de BZI) door het KASKI en het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dat daarop gebaseerd zal zijn.
Steeds duidelijker wordt dat het bepaald geen gelopen race is, ik krijg tenminste allerlei signalen dat de evaluatie tamelijk negatief zal uitpakken.
Of het ministerie van Veiligheid en Justitie de harde maar logische conclusie zal durven te trekken om de 'erkenning' van de BUN te beeindigen is niet vanzelfsprekend. Want een negatieve evaluatie van de BUN is tegelijk een negatieve evaluatie van de DGV van Justitie die ruim drie jaar geleden veel te makkelijk en gretig de BUN heeft erkend.
Gefantaseerd wordt over een tussenoplossing, bv van verlenging van de tijdelijke erkenning voor nog een paar jaar (totdat de crisis van de BUN voorbij is?)
Mogelijk gecombineerd met het niet geheel vrijwillige vertrek van het HBGV.

Wat gaat de staatssecretaris doen?
Deze halve oplossing lijkt me niet te passen bij staatssecretaris Fred Teeven, vooral als die te horen krijgt dat er gewoon BGV gegeven kan worden zonder een erkende BUN.
Niettemin: bij het beeindigen van de erkenning brokkelt weer een stukje van het bestaansrecht van de BUN af.
Ook deze mogelijke crisis kan dit najaar manifest worden
Wat zal Teeven nog demissionairder dan nu na de verkiezingen van 12 september, gaan doen?
En hoe wijs zullen de leden van de BUN daarop gaan reageren?

Kortom: wordt vervolgd.