Na een paar vooraankondigingen is nu echt binnen:
The Arts of Contemplative Care
Pioneering Voices in Buddhist Chaplaincy and Pastoral Work
Edited by C.A. Giles and W.B. Miller
Wisdom Publications, 2012
345 + xxii pagina’s
Noah Levine, schrijver van een aantal Dharma-boeken en hoofdleraar van de meditatiegroep ‘Tegen de stroom in' zegt van dit boek:
‘Destined to become the core text of Buddhist chaplaincy. A radical and wise offering to the world. ’
Vrij vertaald: dit wordt hèt handboek voor boeddhistisch geestelijke verzorging .
Ook in Nederland en niet alleen om er geen ander vergelijkbaar boek is.
Nog een andere tekst, van de achterflap, volgens mij zonder overdrijving:
'Powerful and life–affirming, this watershed volume brings together the voices of pioneers in the field of Buddhist contemplative care – from hospice and hospitals to colleges, prisons, and the military.
Each first-person essay offers a destillation of the wisdom gained over years of experience, and vividly shows the lived experience of each pastoral worker.
The stories told here aren sure to inspire – whether you are a professional caregiver or are simply called to serve through caregiving.
Quite simply, this is a book that can change lives.’
Ik heb nog maar een klein deel gelezen, dus nu nog geen recensie of samenvatting (sowieso onmogelijk doordat er 32 hoofdstukken van nog meer auteurs in staan).
Slechts een inhoudsopgave, een paar citaten uit het begin, de internet-resources, een paar hoofdstukken aangestipt en een eerste indruk.
Een Nederlandse vertaling ervan zou mooi zijn maar zal er gezien de verwachte kleine oplage niet in te zitten. Maar master-studenten lezen uiteraard Engels. Wellicht kan het Boeddhistisch Magazine (Kwartaalblad) een of meer hoofdstukken laten vertalen.
Table of Contents
Preface, Pat Enkyo O’Hara
Foreword, Judith Simmer-Brown
Editors’ Preface, Cheryl A. Giles and Willa B. Miller
I . THE ROOTS OF CONTEMPLATIVE CARE: FOUNDATIONS OF A DISCIPLINE
II. SERVING THE SICK: THE ARTS OF HOSPITAL CHAPLAINCY
III. DHARMA BEHIND BARS: THE ARTS OF PRISON MINISTRY
IV. WIELDING MANJUSSHRI’S SWORD
V . LIVING WITH DYING: THE ARTS OF LIFE CARE
VI. THE PASTORAL ROLE OF THE DHARMA TEACHER: THE ARTS OF MINISTRY
Internet Resources for Buddhist Chaplaincy and Ministry
Selected Bibliography
Index
Een paar stukjes inhoud en eerste indrukken
'Indrukwekkend', dat is m'n eerste indruk. Alle bekende namen (voorzover ik die ken, hoor) uit de wereld van de boeddhistische geestelijke verzorging hebben in dit boek geschreven. Het is ook zeer breed: wat betreft maatschappelijke sectoren waarin gewerkt wordt en wat betreft boeddhistische tradities; een aantal theoretisch en veel vanuit de praktijk beschreven hoofdstukken..
Het zijn alleen Amerikaanse bijdragen, alle auteurs wonen in de VS. Niets lees ik over eventueel in het (vroegere) Aziatische boeddhisme uitgevoerde geestelijke verzorging. Misschien bestond (bestaat) die eenvoudigweg niet, los dan van de pastorale bekommernis van sommige leraren voor hun leerlingen in sommige tradities; daar zou ik wel meer van willen weten.
Wel een hoofdstuk over wat soms in het boeddhisme een taboe is: ras en het ontkennen van het bestaan van racisme (Cheryl Giles, Beyond the Color Line, Cultivating Fearlessness in Contemplative Care).
Ook – in deel VI – hoofdstukken over wat ook in Nederland zal boeien: de sangha-leraar als geestelijk verzorger, en de relatie tussen die twee functies.
De titels van de hoofdstukken zijn ook veelzeggend; bijvoorbeeld 'Meditation is not enough' en 'Buddhist Chaplaincy in a Christian Context '.
Die christelijke context, de veel oudere traditie van christelijke geestelijke verzorging blijkt op veel plaatsen, ook in de gekozen termen, bijvoorbeeld 'ministry'.
Terminologisch is het boek ook interessant; allereerst de gekozen titel van de functie: 'buddhist chaplaincy', maar ook 'contemplative care'. Ik vertaal (ruw, waarbij ik ‘care’ als ‘zorg’ vertaal maar het ook ‘verzorging’ kan zijn) wat de redacteuren daarover zeggen (pagina xvii):
‘Comtemplatieve zorg’ is verwant aan de term ‘spirituele zorg’; onder dat laatste verstaan we de zorg gegeven door een breed spectrum van mensendie in allerlei contexten emotionele en spirituele steun bieden, zowel professioneel als informeel. ‘Contemplatieve zorg' daarentegen verwijst naar het soort zorg die op een deskundige wijze is gebaseerd op een rigoreuze training in een meditatieve en contemplatieve traditie.
Benadrukt wordt dat het werk van de buddhist chaplain nog volop in ontwikkeling is; het boek getuigt daar ook van, de omschrijvingen van wat de functie is verschillen nogal van elkaar. Die dynamiek wordt door de redacteuren toegejuicht.
Hoewel ik geen boeddhistisch geestelijk verzorger ben (maar wie wel in Nederland?) lijkt dit boek me zeer goed bruikbaar in een opleiding voor BGV-ers hier. Het onderscheid tussen master-opleiding en ambtsopleiding heb ik niet helemaal doorgrond, maar dit boek lijkt me wel de noodzakelijke stof voor minstens een tweejarige opleiding voor deze functie en dit beroep te bieden.
In de discussie over de vormgeving daarvan zou begonnen kunnen worden met het hoofdstuk ‘Cultivating an Appropriate Response: Educational Foundations for Buddhist Chaplains and Pastoral Care Providers' van D.J. Kinst (pagina 9-16). Paragrafen daarvan zijn:
- Buddhist Study,
- Contributions from Contemporary Psychology and Counseling,
- Pastoral Care Literature,
- The Ground of Practice.
Interessant is ook het hoofdstuk ‘The Way of the Chaplain – A Model Based on a Buddhist Paradigm’ van Mikel Ryuho Monnett (pagina 105-110)
Hierin noemt hij vijf eisen aan een ‘buddhist chaplain’ te stellen:
- Compassie
Met nadruk noemt Monnett dat het werk van de BGV gebaseerd moet zijn op karuna, compassie.
- Upaya (skillful means)
Het zich kunnen inleven in en aanpassen aan de situatie van de ander betekent ook professionaliteit. Gesuperviseerde training is daar wezenlijk bij.
- Prajna (wisdom)
De BGV is niet alleen professional maar ook een mens en dus iemand die fouten kan maken. Daarvan kunnen leren en authentiek zijn zijn een invulling van deze eis van Monnett.
- Shila (moral discipline)
De in het Pali sila genoemde ethische regels van het boeddhisme zijn voor de geestelijk verzorger specifiek van belang omdat hij met mensen te maken krijgt die zeer kwetsbaar zijn, ook psychisch, en daardoor makkelijk beinvloedbaar.
- Vows and lineage
De auteur onderscheidt hier de ‘vows’ van de morele discipline. Daarnaast is er de vraag naar het gezag van de boeddhistisch geestelijk verzorger waarbij de relatie tot zijn/haar leraar of zijn/haar boeddhistische traditie van groot belang.
Sommige van deze eisen of de verwoording ervan zijn te exclusief Mahayana, vind ik
Het hoofdstuk ‘Thus I Have Listened' door Willa Miller (pagina 282-290) levert in feite een zesde eis aan een boeddhistisch geestelijk verzorger te stellen: kunnen luisteren. Moelijk voor veel leraren en andere veel pratenden.
Ook in dit hoofdstuk weer: uitgaand van eigen ervaringen en daarop reflecterend.
Dit is kenmerkend voor het hele boek.
Ik ga het verder lezen.
Aanklikbaar: pagina xvii & xviii
Aanklikbaar: pagina xix & xx
Aanklikbaar: pagina 325
Geen opmerkingen:
Een reactie posten