zondag 8 maart 2015

Mindful America, en waarschijnlijk ook Nederland, of ik het leuk vind of niet – Bespreking van een recent verschenen boek over wat meer dan alleen maar een techniek is in de Amerikaanse (spirituele) cultuur

Ten opzichte van de seculiere mindfulness heb ik steeds een ambivalente houding gehad. Enerzijds vond ik het een soort 'diefstal van de Dharma' (en hier speciaal de vipassana-meditatie als onderdeel van het boeddhistische pad) voor een wereldlijk doel; anderzijds zag ik wel het positieve effect er van op mensen die bv een achtweekse cursus hebben gevolgd. Zie vroegere blogs van me,  hier  en  hier
Al weer drie jaar geleden, daarna heb ik me er niet zo gericht mee bezig gehouden.
Eerlijk gezegd dacht (en hoopte) ik ook een beetje dat 'mindfulness' als hype al weer over haar hoogtepunt heen was, en opgevolgd is (bv in het programma van Frits Koster in Nederland) door 'heartfulness', de seculiere methode gebaseerd op de eerste twee van de Brahmavihara's: liefdevolle vriendelijkheid en compassie.
Wellicht moet ik m'n oordeel wat wijzigen, of althans milder maken, na het lezen van een nieuw boek.

Verleden jaar verscheen bij de OUP van Jef Wilson het boek 'Mindful America: The Mutual Transformation of Buddhist Meditation and American Culture '
Om eerlijk te zijn, ik heb het nog niet gelezen, alleen een uitgebreide en overwegend positieve review er van door de bekende boeddholoog Franz A. Metcalf in H-Net Reviews.
Zie  deze link  of  als pdf 
Maar ik wil niet met het rustig gelezen hebben van dit bijna 300 pagina's bevattende boek wachten, voor ik in deze blog er aandach aan wil besteden.
Daarom hier een vertaalde selectie uit de bespreking door Metcalf, d.w.z. hier en daar licht geparafraseerd en hier en daar een paar alinea's (m.n. citaten van Wilson) onvertaald latend.

" In 'Mindful America' neemt Wilson ons echt mee op een rondleiding door de mindfulness-beweging in Amerika. We kunnen dit verwachten in een onderzoek van een nieuw veld, maar wat me het meest stimuleerde was toen ik merkte dat Wilson meer dan dit heeft gedaan. In deze review zal ik onevenredige aandacht te besteden aan 'the books beyond' vooral het nawoord.

Direct al in de inleiding zet Wilson zet het Amerikaanse binnenhalen en de aanpassing van mindfulness in context: 'An important guiding thesis for 'Mindful America' is that this is actually how Buddhism moves into new cultures and becomes domesticated: in each case, members of the new culture take from Buddhism what they believe will relieve their culture-specific distresses and concerns, in the process spawning new Buddhisms (sometimes, crypto-Buddhisms) that better fit their needs (p. 3) '.
Wilson behandelt de geschiedenis van het Boeddhisme als een geschiedenis van aanpassing en verandering in reactie op wereldlijke behoeften.
De structuur van het boek is gebaseerd op deze visie, omdat in elk hoofdstuk wordt ingegaan op een aspect van het proces van aanpassing van mindfulness (en van het Boeddhisme).

Een verdere commentaar op de inleiding: Wilson zegt onomwonden: 'At no point in this book do I address or attempt to tackle the issue of whether mindfulness actually works–that is to say whether it delivers any of the benefits suggested herein by my subjects, from nirvana to weight loss. I have no idea whether it works, and it is not a question I am interested in answering (pp. 10-11) '.
Hoewel ik sympathiseer met Wilson's wens om de misschien onbeantwoordbare vraag van de werkzaamheid van mindfulness te omzeilen, zet ik vraagtekens bij zijn desinteresse erin. Hij schrijft dat hij ontelbare uren mindfulness heeft beoefend, maar beweert niet over een persoonlijke mindfulness-praktijk te beschikken, net zo min als die uren die hij aan onnoemelijke aantallen christelijke gebeden heeft besteed een rol hebben gespeeld in ander onderzoek van hem': 'for my purposes here, it simply doesn't matter whether mindfulness works (p. 11)'. Ik geloof niet dat een belijdend boeddhist kan beweren dat deze acties parallel zijn of dat de vragen van de werkzaamheid van mindfulness niet belangrijk voor hem is. Hier zit, in mijn ogen, is een façade van objectiviteit, een façade die endemisch is in religieuze studies en een objectiviteit die, zo beweer ik, niet bestaat en niet kan bestaan.

Hoofdstuk 1, 'Mediating Mindfulness ', onderzoekt de middelen en vormen waarin mindfulness naar Amerika is gekomen. Uiteraard, dit is het meest historisch georiënteerd hoofdstuk, het verplaatsen van de vertaling van Sati om mindfulness in premoderne boeddhistische culturen naar twintigste eeuwse vormen. Het richt zich vooral op de Insight Meditation Society, Thich Nhat Hanh, en Jon Kabat-Zinn, de meest vooraanstaande pioniers van de Amerikaanse mindfulness (afgezien van mogelijke allochtone vormen). Het hoofdstuk brengt ons op de hoogte van de expansie van de mindfulness in door niet-monniken geleide vormen, voorbij zelfs door lekenboeddhisten geleide vormen, in de zelfhulp beweging en journalistieke reportage.

Hoofdstuk 2, 'Mystifying Mindfulness ', begint met Wilson's onderzoek van Amerika's consumptie van mindfulness. De titel is eigenlijk het antwoord op de vraag uit de subtitel:
'How Is Mindfulness Made Available for Appropriation? '
'Americans alter, diminish, obscure, eliminate, or simply ignore the historic connection between Buddhism and mindfulness (p. 44) '.
Kosmologie wordt metafoor, de monastieke context wordt verwijderd, en Aziaten worden vervangen door blanken. In de negentiende en vroege twintigste eeuw wordt mindfulness gebruikt om het boeddhisme te verkopen. In de late twintigste eeuw is het boeddhisme van mindfulness verwijderd om mindfulness te verkopen. In het begin eenentwintigste eeuw is 'opmerkzaamheid zo aantrekkelijk en gedenatureerd dat het kan worden gebruikt om andere producten te verkopen (blz. 73)'.

Hoofdstuk 3, 'Medicalising Mindfulness ', 'continues the theme of mystification of Buddhist mindfulness … by examining a very specific type of mystification and reapplication: the recontextualization of mindfulness as a psychological technique (p. 76) ' . Hier ligt de focus op het werk van Kabat-Zinn. …
Kabat-Zinn en de mindfulness-beweging in het algemeen houden er aan vast dat het boeddhisme fundamenteel de Dharma is, en dat de Dharma fundamenteel mindfulness is; dat mindfulness fundamenteel universeel is , en dat het dus een upaya is om mindfulness brengen aan de massa door welke middelen dan ook als ze maar werken. Maar tegelijkertijd is dit programma zo succesvol, dat het het Boeddhisme naar eigen beeld heeft herschapen. Is Wilson nu wel of niet kritisch over deze modificatie? Dit is een van de momenten van verwarring waar ik
[Metcalf dus] van sprak.

Van de zes hoofdstukken richt hoofdstuk 4, 'Mainstreaming Mindfulness ', zich het duidelijkst op wereldse voordelen. Belangrijk is dat Wilson hier niet denigrerend over doet. Integendeel, ziet hij een fascinerende ommekeer in dit proces van mainstreaming: 'In the American context, this means that mindfulness – historically associated with the transcendent, renouncing side of Buddhism, as well as in a more minor way with attainment of monastically-desired superpowers – is assimilated instead to an alternate but equally venerable strand of Buddhist tradition: the quest for practical, worldly benefits by lay Buddhists (p. 109) ' .
Let op twee belangrijke elementen in de observatie van Wilson. Ten eerste, de omkering: mindfulness, oorspronkelijk ingebed in de kloostercontext en en transcenderende kant van het boeddhisme, wordt opnieuw geworteld in haar wereldlijke en praktische kant. Ten tweede is er Wilson's aanvaarding hiervan: hij oordeelt niet het eerstgenoemde aan 'echte' of 'goede' boeddhisme. Elke zijde is gelijk om zijn woord te gebruiken 'eerbiedwaardige'. Hoewel ik lichtjes Wilson's tegenzin heb bekritiseerd om vormen van mindfulness te evalueren, waardeer ik hier een vrucht van zijn positie: een vrijheid van hypostasizing of reïficering van een bepaald geliefd aspect van het boeddhisme als de essentie.
Dus wat zijn de (vermeende) wereldse voordelen van mindfulness? Wilson besteedt aandacht aan haar aspect van een 'geest genezen', om zijn hulp bij de bestrijding van eetverslaving en accepteren van het lichaam....
De mindfulness beweging is niet de onthulling van het oorspronkelijke Boeddhisme, voordat culturele aanwassen het hebben bedorven en vervormd. Veeleer is het gewoon een andere culturele aanpassing aan de wereldse voordelen. 'Thus the immense popularity of mindfulness does not represent, as its proponents sometimes allege, a universal noncultural Buddhism', but 'another creative reinterpretation to meet local needs and anxieties (p. 131) '.

Voor degenen onder ons die zich de zestiger jaren herinneren of die zelf verschijnen in Wilson's bibliografie in een niet-wetenschappelijke vermomming, zal hoofdstuk 5, 'Marketing Mindfulness ', waarschijnlijk een beetje verontrustend zijn. De pijler is de scherpe observatie dat 'the promoters of mindfulness in America … know mindfulness is highly valuable and they know that they cannot actually sell the thing itself. Given this conundrum, peddlers of mindfulness must take two indirect approaches: they must either sell auxiliary products designed to introduce or augment mindfulness, or sell their expertise at teaching mindfulness and delivering the benefits of mindfulness (p. 136)'.

Wilson's zorg is hier, net als elders, niet om het aanbod zelf te evalueren; in plaats daarvan evalueert hij de marketing zelf van de aangeboden producten.
Wilson beschrijft (een beetje te uitgebreid) de uiteenlopende marketing van drie boeken voor vrouwen en citeert voorstellen van Kozo Hattori's om mindfulness (ook) voor mannen interessanter te maken, waaronder het doen van mindfulness in het leger en in gevangenissen.

Na de grondige bespreking van commercialiteit in hoofdstuk 5, bespreekt het laatste hoofdstuk (6) , 'Moralising Mindfulness ', de ethische aspecten, zowel voor individueel gedrag en politieke veranderingen. De sectie 'Amerikaanse boeddhistische klaagzangen', citeert Wilson veel fragmenten, sommige rijkelijk lang.
In de rubriek "Mindfulness, Human Nature, en Values ', krijgt de lezer een glimp van wat volgens mij Wilson's diepgewortelde opvatting is: dat mindfulness is niet verrassend stevig in lijn met de boeddhistische opvattingen en waarden is. Bijvoorbeeld over het werk van Jan Chozen Bays op bewust eten, schrijft Wilson: ' This emphasis on strict self-discipline is partially a trace of the monastic origins of these practices –seemingly, rigorously applied mindfulness during eating and other daily activities develops into a sort of lay, fully secularized neomonasticism in the American context (p. 174) ' .

Wilson merkt nadrukkelijk op dat 'in mindfulness movement writings the present moment becomes both savior and heaven: the vehicle for salvation and salvation itself (p. 174)'. Dit proces kan volgens mindfulness-enthousiastelingen leiden tot het aanbreken van een nieuwe beschaving, getransformeerd door de opmerkzaamheid van individuen en geleidelijk leiden tot fundamentele verandering in alle dimensies van de samenleving. Dit zijn grote claims en ook typisch Amerikaanse.

Na 175 pagina's van beschrijvende aard wordt Wilson analytisch in een tien pagina's lang nawoord (postscript). Hoewel tien pagina's alleen maar diepe analyse vluchtig kunnen aanraken, bevatten ze wel zeer stimulerende hints.
Wilson begint met het aansluiten van mindfulness op drie categorieën in de Amerikaanse religieuze geschiedenis: metafysische religie, spiritualiteit, en liberale religie, krachtig mindfulness aan elk ervan koppelend.
Ten eerste, de Amerikaanse religieuze geschiedenis. Wilson beweert dat mindfulness voldoet aan alle vier kenmerken van metafysische religie...
[Dit begrijp ik misschien als ik het boek zelf lees, hier niet, Joop]

Ten tweede beweert Wilson dat de Amerikaanse spiritualiteit, in ieder geval sinds het begin van de negentiende eeuw, meditatie verwelkomt. In eerste instantie als een verbinding met de kosmische; dan als een onderbreking van de moderniteit. Dit leidt tot een opvallende claim:
'The genius of mindfulness is that it takes this trajectory all the way to the end-point…. The goal is no longer detachment but thorough inhabitation of the moment, the better to enliven the activity and spiritualize it. The distance between the spiritual and the everyday, between the religious act and the mundane, has been completely collapsed and erased (p. 192). '
Ik geloof Wilson gelijk heeft en ik wou dat hij ons zijn evaluatie gegeven zou hebben van deze prestatie, omdat ik geloof dat dit baanbrekend is in de geschiedenis van de Amerikaanse religie. Maar nogmaals, hij begint gewoon het gesprek, de evaluatie overlatend aan anderen.

Ten derde, …. Hetzelfde proces lijkt in het spel als liberale boeddhisten werken om de Amerikaanse samenleving meer mindful te maken. Als ze slagen, 'Buddhism not only loses control over mindfulness but potentially comes to be extraneous, lacking any meaningful role in mindfulness and failing to shape the further trajectories that mindfulness takes in American culture (p. 193)'.
Wilson benadrukt nog eens dat 'All Things to All People,” and that this is not a pretense but an expression of the adaptability of the technique (pp. 194-195). Voor Wilson dit 'demonstrates the central Buddhist insight that all things are empty of self-nature (p. 195).'
Misschien verklaart dit zijn weigering om mindfulness of haar legitimiteit als boeddhisme te beoordelen. Wat immers is dat?

Tenslotte stelt Wilson over mensen die weerstand hebben tegen het gebruiken en veranderen van mindfulness door niet-boeddhisten, de scherpe vraag: 'What about the perspectives of Buddhists who attempt to resist these processes–how and why do they do so?' (p. 197).”


Hieronder de eerste vier plus de laatste pagina's van Wilson's 'Postscript ', er op klikken maakt ze leesbaar.



Of ik (hier spreekt Joop weer) het er helemaal mee eens bent, weet ik niet. Ik reken me de laatste vraag van bovenstaand citaat ook aan. Mindfulness heeft ook zo kunnen groeien in Amerika omdat het de religieuze Boeddhistische veren heeft afgeworpen en daarmee niet langer een concurrent van het Christendom als dominante religie in de V.S. was en daarmee ruimte kreeg.
Bovendien is mindfulness voor de consumptiemaatschappij ongevaarlijk geworden omdat de ethische dimensie en de voorgeschreven sobere leefwijze (ik heb het uiteraard vooral over de Theravada, want daaruit is mindfulness afkomstig) uit deze boeddhistische religie is gestript.
Maar misschien behandelt Wilson deze aspecten ook wel.
Ik heb het boek inmiddels besteld en kom er misschien nog wel een keer op terug.

Geen opmerkingen: