In een reaktie op het artikel in Trouw lees ik "Is het boeddhisme tot marginaliteit gedoemd?"
Het antwoord lijkt "ja" te moeten zijn en het in deze reaktie (m.i. correct) beschreven krachtenveld stemt niet vrolijk. Tenminste: soms niet, want het voornemen (van de BUN) met een bank te gaan "bespreken of mensen met ‘affiniteit met het boeddhisme’ daar een zogeheten BUN-spaarrekening kunnen open" is zo bizar dat het in een schelmenroman past.
Mijn vraag nu: wat te doen als serieus boeddhist in dit het boeddhisme perverterende (een zwaar woord maar zo denk ik er wel over) klimaat?
'Innere Migration', zoals sommige Duitse intellectuelen tijdens het Hitler-regiem probeerden, is een mogelijkheid. Ik weet dat er Nederlandse boeddhisten zijn dit dit integer doen.
Mijn temperament is daar niet helemaal naar, ik wil het wel blijven signaleren zonder dat de 'verwording' een obsessie voor voor wordt (of blijft). Waarom? Verspreiden en bescherming van de Dhamma/Dharma, van het boeddhisme zie ik ook als een opdracht, zeker zolang ik nog niet verlicht ben.
De marginaliteit van het boeddhisme maakt dit natuurlijk ook weer makkelijker.
Misschien is het wel "de ondraaglijke lichtheid van het boeddhistische bestaan" die verzoent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten