zaterdag 28 januari 2012

Boeddhisme opleidingen bij de VU vanaf september Informatie en kommentaar

Op zaterdag 11 februari heeft de Vrije Universiteit (VU) een voorlichtingdag waar VWO-ers die mogelijk in september 2012 bij de VU willen gaan studeren. Zie hier
Elders las ik hier over: "Indien je meer wilt weten over deze boeiende opleiding , bezoek dan de voorlichtingsronde van 10.00-10.45 op de Bachelorvoorlichtingsdag, welke plaats vindt op 11 februari aan de Vrije Universiteit. Schrijf je in op www.vu.nl/bachelorvoorlichtingsdag."

Eén van de opleidingsvormen – een nieuwe – is bachelor Religie & Levensbeschouwing, variant boeddhisme.
Op de website van de faculteit der Godgeleerdheid staat daarover onder andere het volgende:
De bachelor-opleiding Religie en Levensbeschouwing traject Boeddhisme concentreert zich op de verschillende boeddhistische tradities die vanuit Azië naar het Westen zijn gekomen, vanuit de context van hun ontmoeting met de moderniteit, en hun dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities.
Deze bachelor-opleiding is een combinatie van boeddhistische vakken en seculiere religiestudie-vakken. Je leert niet alleen om religies met elkaar te vergelijken vanuit een wetenschappelijk perspectief, maar ook om tot een doorleefde verdieping van verschillende boeddhistische tradities te komen. Vanuit die verdieping kun je vervolgens als academisch gevormde boeddhisme-deskundige bijdrage aan de verdere integratie van het boeddhisme in de Nederlandse samenleving, en vanuit het boeddhisme meedenken over spirituele oplossingen voor maatschappelijke problemen in Nederland en daarbuiten.
Jouw profiel: Je wordt geraakt door het boeddhisme, hebt misschien al eens kennisgemaakt met meditatie, en zou je graag meer verdiepen in de diverse boeddhistische tradities. Je vindt het belangrijk om kennis te maken met de bronteksten uit die tradities. Je wilt begrijpen hoe ‘religie’ werkt. Je wilt het boeddhisme doordenken en in praktijk brengen in de huidige Europese context
.”
En vervolgens:
Zo is de opleiding ingedeeld
In het eerste jaar van de bachelor wordt er een begin gemaakt met het bestuderen van de drie belangrijkste boeddhistische tradities: theravada, zen en Tibetaans boeddhisme. Daarnaast zijn er de algemene religiestudie-vakken zoals religietheorieën en inleiding sociale wetenschappen, christendom, en geschiedenis van de filosofie. Het tweede jaar bouwt daarop voort met vakken over het lezen van klassieke boeddhistische teksten, naast algemene vakken zoals godsdienstfilosofie, antropologie van de religie, en godsdienstfenomenologie. Het derde jaar is voor de helft een vrije ruimte, de zogenaamde minor (thema: India en het Westen). In de tweede helft is er tijd voor verdiepingsvakken als (boeddhistische) ethiek, terwijl het derde jaar uitloopt op het schrijven van je bachelor-scriptie over een zelfgekozen onderwerp.


Op zaterdag 17 maart zou een vergelijkbare dag volgen over de pre-master boeddhisme.
Informatie daarover moet nog komen.
[Op 31 januari nagekomen bericht van André van der Braak: "Overigens kunnen geïnteresseerden in de pre-master ook op 11 februari komen, ze hoeven niet te wachten tot 17 maart."]

==========================================================================

Tot zover de feitelijke informatie die ik op verzoek van André van der Braak, de pas benoemde bijzonder hoogleraar boeddhisme, op dit boeddhisme blog zet.
Op persoonlijke titel wat kommentaar op deze ontwikkeling:
Met deze aangekondigde opleidingen komt een groot aantal institutionele belangen bij elkaar:

1. De VU dat graag het landelijk centrum van (de studie van) de interreligieuze dialoog wil worden en na de Islam - en uiteraard het Protestantisme - nu ook het boeddhisme heeft binnengehaald, en kennelijk ook een het hindoeisme. Een compleet kwartet dus.

2. De Stichting Nicolaas Pierson en 'hun' hoogleraar Andre van der Braak die tegelijk geïntegreerd is geraakt in de VU en de doelstelling van de Stichting voor een deel kan realiseren, althans in de vorm van geven van college's. Dat doel is niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, het geven ‘onderwijs’ maar vooral ook ‘onderzoek’ en dialoog van het boeddhisme met andere religies (zie noot *).

3. De BZI als verlengde van de BUN die, als Justitie er tenminste genoegen mee neemt want het is nog geen echte opleiding voor boeddhistisch geestelijk verzorger (zie noot **), kan zeggen dat nu aan de erkenningseis van Justitie is voldaan en niets meer de definitieve erkenningsovereenkomst kan tegenhouden (nou, niets ....de relevantie van de BUN zelf was ook een voorwaarde).

4. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zelf die nu zelf ook een kwartet levensbeschouwelijke richtingen in hun GV-pakket heeft. Een dubbelkwartet zelfs als ik goed tel.

Twee belangen ontbreken in dit rijtje maar die zijn dan ook een stuk minder institutioneel:
5. Die van de studenten - jonge boeddhisten (of misschien jonge ‘andersdenkenden’ met belangstelling voor het boeddhisme) die nu een mooi vak kunnen gaan doen, weliswaar met een zeer onzeker betaald-beroepsperspectief.

6. Die van oude(re) boeddhisten en degenen met duidelijke affiniteit tot het boeddhisme, verblijvend in zorgvoorzieningen die straks ook boeddhistische geestelijke verzorging kunnen krijgen, als ze daar behoefte aan hebben en als die betaalbaar is tenminste.
Ik noem gedetineerden die graag BGV willen niet, want daarvoor heeft Justitie al voldoende mensen in dienst en uitbreiding lijkt niet nodig. Ook noem ik GV in de Krijgsmacht niet want daar werken nauwelijks boeddhisten, is mijn indruk, in ieder geval is het boeddhisme daar geen erkende levensbeschouwing, en dat moet maar zo blijven, is mijn persoonlijke mening.

Hoe verhouden deze belangen zich ten opzichte van elkaar ?
Voor degenen die (als geestelijk verzorger) in organisaties gaat werken, en dus ook voor degenen die daarvoor gaan studeren, is het goed het krachtenveld te begrijpen waarin men verkeert.
Dit is eveneens voor besluitvormers binnen elk van bovengenoemde instituties met belangen relevant.
Tenslotte: voor mij als boeddhist en buitenstaander is transparantie en zuiverheid in praten en handelen een centraal punt.

Een paar punten:
Het belang van de Nicolaas Pierson Stichting en prof. van der Braak (#2) valt – in mijn visie – niet samen met dat van de faculteit Godgeleerdheid van de VU (#1). Van der Braak is bijzonder hoogleraar met een bijzondere opdracht en het kan toch niet zo zijn dat een hele VU-opleiding op deze bijzonder hoogleraar leunt ?
Voorzover de belangen van de VU en van der Braak (namelijk het onderzoek en onderwijs van het boeddhisme in relatie tot andere religies) overlappen (1# en 2#), moeten ze uitsluitend ten dienste staan van de studenten en van (nogal abstract) de interreligieuze discussie. Andere institutionele belangen (3# en 4# bijvoorbeeld) mogen daarbij geen rol spelen !

Lang niet alle studenten van de komende bachelor zullen de ambitie hebben, boeddhistisch geestelijk verzorger te worden. Ook andere beroepen of functies als vrijwilliger worden genoemd. Toch zal ik het in deze blog over de geestelijke verzorging hebben omdat dat de sector is waarin ik me heb verdiept. Voor hen geldt: de opleidingen die in september gaan starten, vormen de basis voor de opleiding tot geestelijk verzorger.
Het belang van BZI en BUN op dit moment is dat het beschikbaar zijn van een opleiding voorwaarde is voor de erkenning van de BUN en het voortbestaan van de BZI. Zie voor de details hieronder.
In hoeverre de belangen van Justitie (3#) en BUN/BZI (4#) overlappen is in deze beschouwing wat buiten de orde; persoonlijk denk ik dat de BZI zich de afgelopen jaren – wat betreft geestelijke verzorging aan gedetineerden - te sterk met Justitie geïdentificeerd heeft.

Tenslotte de objecten van geestelijke verzorging, hierboven als #6 aangeduid.
Daarvan is niet zoveel bekend. Er zijn vast wel bewoners van zorginstellingen (van langdurige zorg) en patiënten in ziekenhuizen die het liefst geestelijke verzorging door een boeddhist krijgen. Maar hoeveel en welk soort (gesprek, samen doen van rituelen, meditatie, algemeen boeddhistisch of volgens een specifieke traditie), daar is niets van bekend.
Het lijkt me een goed idee dat een onderzoek naar deze behoefte wordt gedaan; niet een snel marketing-onderzoek maar de diepte in. Zelfs de grootte-orde is onbekend: zijn er tien nodig of vijftig ... ?
Boeddhistische geestelijke verzorging dient uiteraard betrouwbaar te zijn, een instrument daarvoor is een geaccrediteerde opleiding van de Stichting Kwaliteitsregister Geestelijk Verzorgers. Een master van de VU is dat, zie de webpagina .
Interessant is ook het toetsingskader bij deze accreditatie in de pdf : je moet wel kennen en kunnen als geestelijk verzorger in een zorginstelling!

===========================================================================

Noot *
Uit de advertentie van de VU, mei 2011
"De leerstoelhouder zal:
- onderzoek ontwikkelen en verrichten op het terrein van de ontmoeting van boeddhistische filosofische tradities met andere levensbeschouwelijke en religieuze tradities;
- onderzoek op het gebied van de leerstoel stimuleren, coördineren en ondersteunen, onder andere in de vorm van het begeleiden van promotieonderzoek;
- deelnemen aan één van de onderzoeksprogramma’s van de Faculteit der Godgeleerdheid, ondergebracht in het interfacultaire VU Institute for the Study of Religion, Culture and Society (VISOR);
- onderzoeksvoorstellen doen en (externe) onderzoeksmiddelen verwerven;
- participeren in internationale multidisciplinaire onderzoeksprojecten binnen het domein van de leerstoel;
- onderwijs op het gebied van de boeddhistische traditie in dialoog met andere levensbeschouwelijke en religieuze tradities ontwikkelen en uitvoeren, met een focus op de raakvlakken tussen boeddhistisch en westers continentaal denken
."


Noot **
Een eis van (toen nog) het ministerie van Justitie bij het voorlopig erkennen van de BUN in november 2008 luidde: “Het verlengen van de erkenning geschiedt tevens onder de voorwaarde dat binnen drie jaar na deze erkenning een opleiding boeddhistisch geestelijk verzorger op universitair niveau beschikbaar is.”
De periode van drie jaar is met een paar maanden verlengd; ik vermoed omdat niet tijdig de evaluatie kon worden voltooid waarin duidelijk moesten of was voldaan aan bovengenoemde eis en die van de representativiteit van de BUN (wat betreft breedheid van de overkoepeling; effectiviteit: de daadkracht ten opzichte van en het effect van de BUN op de boeddhistische gemeenschap in Nederland; continuïteit en stabiliteit van de BUN; en de toegankelijkheid).

Ik vermoed dat met de bachelor zoals hierboven beschreven nog niet is voldaan aan de eis van Justitie. Dat vermoeden baseer ik op eerdere uitlatingen over een nog komende ambtsopleiding boeddhisme.

Opvallend is dat op de website van de VU geen informatie is te vinden over deze te starten ambtsopleiding boeddhisme waarover het bestuur van de BZI begin november 2011 de leden van de BUN berichtte:
... Het huidige plan is om aan een eenjarige masteropleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger een (internationale) eenjarige boeddhistische ambtsopleiding te koppelen. Dit extra jaar stroomlijnt de opleiding inhoudelijk met die van andere religies, wat de VU noodzakelijk acht, gelet op de gelijkschakeling van de beroepsprofielen van pastoraal werkers, en geestelijk verzorgers in Nederland.

Als ik de onderwijssystematiek goed begrijp volgen de master en de ambtsopleiding na de door de VU nu bekend gemaakte bachelor en de erop volgende pre-master. Inhoever opleidingen in hetzelfde jaar gecombineerd kunnen worden, weet ik niet.
De BZI-notitie vervolgt met: “Omdat voor academisch geschoolde ambtsdragers in het boeddhisme geen pasklare term voorhanden is, zal de internationaal gangbare term chaplains worden overgenomen.
...
Door het gebruik van het begrip chaplain wordt de boeddhistisch ambtsdrager nadrukkelijk onderscheiden van de functie van dharma teacher. ... Door hun vertrouwdheid met zowel de traditioneel boeddhistische context als die van het moderne leven zullen boeddhistische chaplains in staat zijn vernieuwing en traditie in het juiste licht te plaatsen en te voorzien in een in de samenleving levende behoefte aan kennis over het boeddhisme die zowel in de boeddhistische praktijk als het academische denken geworteld is.
De huidige stand van zaken is, dat vanuit de VU eind november een subsidieaanvraag zal worden ingediend bij het ministerie van OCW voor de eenjarige postdoctorale ambtsopleiding.
...
Indien de subsidie daadwerkelijk door OCW wordt verleend, zal de opleiding in september 2012 aan de VU van start kunnen gaan.


Of de VU daadwerkelijkheid eind verleden jaar deze aanvraag bij OCW heeft ingediend en of – indien dit het geval is – OCW daarover al positief gaat beslissen (dat wordt belist geen hamerstuk, is mijn inschatting), is niet bekend. Hopenlijk wordt deze duidelijkheid binnen een paar maanden gegeven.

Op de via de website van de BUN te bereiken pagina staat:
Tijdens deze voorlichting (van de VU, op 11 februari dus, zie boven) zal je (de aanstaande student dus), naast de praktische informatie en een minicollege over de bachelor opleiding, ook geïnformeerd worden over de mogelijkheden en voorwaarden om te starten met een premaster opleiding. Deze opleiding bereid je voor op de master opleiding Boeddhistisch geestelijk verzorger, welke start in het studiejaar 2013-2014.”

Deze informatie heb ik niet op de website van de VU gevonden. Mogelijk is het wat voorbarig; minstens betekent het een jaar uitstel ten opzichte van de hierboven geciteerde informatie van november 2011.
Als ik meer gegevens krijg, geef ik (Joop Romeijn dus, nogmaals: dit alles schrijvend op persoonlijke titel) dat op deze blog door.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hartelijk dank voor de informatie in bovenstaand bericht.

Mvg,
R. van Erven.