maandag 10 december 2012

Wat kommentaren en reacties van mij in het BoeddhistischDagblad de laatste tijd

De laatste maand ben ik weer actief geweest in de reactie-modus op artikelen in het BoeddhistischDagblad.
Sommige reacties zijn al weer door de tijd achterhaald of waren al te impulsief; maar een paar wil ik toch wel bewaren.

Vaak gaan ze over boeddhisme en commercie/popularisering. Een citaat uit één ervan kan ik eigenlijk wel als m´n credo beschouwen:
Als reactie op de mening: ´ ... vraag ik me af of een bedrijf als Asoka uit de buurt moet blijven van Happinez-achtige uitingen. Een uitgave die ‘iets minder boeddhistisch’ is, kan toch bij iemand een zaadje water geven dat hem of haar dichter bij mildheid en geluk brengt. ´ schreef ik:

Je gaat er echter van uit dat de kern van het boeddhisme is, ‘mildheid en geluk‘ te brengen. ‘Geluk’ wordt daarbij zoveel betekenissen toegekend dat het woord beter vermeden kan worden. Misschien kan je beter van ‘wijsheid’ spreken.
En ‘mildheid’ kan zeker een resultaat zijn van het beoefenen van het boeddhisme maar is niet het enige kenmerk ervan.
Ook de onderkenning dat het leven – in zekere mate onvermijdelijk – lijden en ongeluk met zich meebrengt, hoort erbij.
Het boeddhisme heeft ook iets VERONTRUSTENDS in zich. En dat is niet verenigbaar met een FEEL GOOD Happinez-boodschap.
Het gaat dus niet om gradaties van ietsje meer of ietsje minder boeddhistisch, het gaat om een richting.”


Ik eindig deze blog met de verzuchting of het Nederlandse boeddhisme wel bestaat.

Op 5 november verscheen in het BoeddhistischDagblad het artikel Rob Lindeman: ‘Asoka mede failliet door gebrek aan zakelijkheid’

Een aantal van de 57 reacties er op was van mij.
Die neem ik hier deels over, met soms een korte beschrijving van de aanleiding ervan.

Op 5 november schrijf ik: ” Op basis van wat ik hierboven lees, zeg ik: Dorine heeft groot gelijk dat ze niet mee wilde doen met wat Lindeman noemt ‘een andere koers varen’. Het boeddhistische karakter van ‘BoeddhaMagazine’ was al verdund; aan een tweede Happinez heeft niemand behoefte.
En als het New Age gehalte van komende Asoka-boeken gaat toenemen dan worden er alleen nog maar spirituele illusies verkocht. Mijn steun voor het idee van ‘Boeddhistische crowdfunding in Nederland’ ten behoeve van Asoka (zoals verleden week geopperd) trek ik dan in.
Hylkema had wel lange tijd de touwtjes bij BUN, BOS en BZI in handen maar BUN-voorzitter is hij nooit geweest.
Ook het aspirant-BUN-bestuurslid zijn van Lindeman herinner ik me nog goed; harmonie bracht die functie toen niet. Als hij zich èn met het beleid van BoeddhaMagazine èn met het beleid van Asoka als boekenuitgever èn met het beleid van de BUN gaat bemoeien, dan worden het drukke tijden voor (boeddhistische) journalisten om belangenverstrengelingen te ontwarren.
Moet de BUN ook ‘wat commerciëler’ worden soms? Wat hebben ze dan te verkopen?
Ik ben geen pessimist maar de implosie van het georganiseerde boeddhisme is zich nu in versneld tempo aan het voltrekken.


En bijdrage van Kees Klomp op 1 december:
ik wil een hypothese/stelling deponeren naar aanleiding van de asoka-discussie: als boeddhisten geen realistische relatie met commercie weten te ontwikkelen, wordt dit het failliet van het boeddhisme in Nederland….
op de één of andere wijze geven veel boeddhisten blijk van een volstrekt apathische relatie met commercie. het is wat mij betreft een aperte illusie is om te denken dat boeddhisme geïsoleerd beoefend kan worden van de markteconomie waarin we leven. productie, consumptie en transactie zijn onlosmakelijke onderdelen van de maatschappij waarin we leven. ook voor boeddhisten. ook bij boeddhistische producten. daarom is het de grootst mogelijke onzin om asoka te betichten van zakken-vullerij en/of het populariseren van het boeddhisme. asoka is een bedrijf, en soms is het voor het voortbestaan van een bedrijf noodzakelijk om pijnlijke ingrepen te doen – zoals een faillissement of een ontslag – net zoals het noodzakelijk is om voldoende afzet voor je producten te vinden. bijvoorbeeld door een groter, breder publiek te vinden en binden. dat is normaal! maar omdat asoka boeddhistisch is, is dat voor sommige mensen opeens een onoverkomelijkheid en een rede voor allerlei verwensingen en veroordelingen. met zoveel onwetendheid wordt boeddhisme nog eens om zeep geholpen door zijn eigen beoefenaars…


Op 1 december reageer ik richting Kees:
Kees
Die uitdaging neem ik graag aan. Zowel over de Asoka-case als over het thema boeddhisme-commercie in bredere zin.
Om te beginnen graag eerst een vuiltje uit de lucht halen: ik ben me er niet van bewust dat iemand Asoka heeft beticht van zakken-vullerij; sterker nog: ik krijg het toenemende vermoeden dat Lindeman en ’t Hooft uit eigen zak veel hebben bijgelegd.
Inderdaad, boeddhisme en commercie hebben veel met elkaar te maken, vroeger (in Azië) en nu; de bekende boeddholoog Gregory Schopen heeft daar dingen over gezegd die veel boeddhisten liever niet wilden horen.. Vroeger hadden ook boeddhisme en politiek veel met elkaar te maken, ook niet leuk maar wel waar.
Zeker geven “ veel boeddhisten blijk van een volstrekt apathische relatie met commercie”, maar helaas ook tot politiek en tot het lezen van boeken die ze al gauw te duur vinden.
Het is goed dat het tot iedereen doordringt dat Asoka een bedrijf is; lange tijd zijn – ook door betrokkenen zelf – Asoka, BUN en BOS als nonprofit drieeenheid beschouwd.
Het zou mooi zijn als een deel van Asoka min of meer non-profit is zoals kennelijk Wisdom Books is, zoals Gerolf ’t Hooft en ik hopen, maar of dat financieel-technisch kan weet ik niet (betwijfel ik eigenlijk).
Zover dat niet kan zie ik Asoka als lezer, als consument dus in commercie-termen. De vraag is: wie wil zich laten ‘binden’ of een van je termen te gebruiken?
Tenslotte, dat het “ boeddhisme nog eens om zeep [wordt] geholpen door zijn eigen beoefenaars ”?
Volgens mij is ‘het’ boeddhisme en het aantal Nederlandse beoefenaars ervan opgeblazen. Het boeddhisme is, ook als markt, een niche, meer niet. Dat er daarnaast een spirituele licht-boeddhistische markt is, heb ik geen probleem mee, maar geef het wel het juiste etiket.
Tenzij je bedoelt dat ook boeddhistische sangha’s zich meer als bedrijf moeten gaan opstellen en hun Dharma-aanbod vermarkten; het is de bezorgdheid daarvoor waardoor je minstens een deel van de reacties over de Asoka-case zou kunnen begrijpen.


Nina (Nannini) zegt op 1 december:
Historici spreken over ‘lieux de mémoires’ of ‘invented traditions’ als de beleving van het gebeurde een belangrijker rol krijgt dan de daadwerkelijke feiten. @Joop er lag een voorstel van Rob, maar dat is mijn inziens privé tussen beiden en zullen we niet uit de doeken doen.
En waar de conclusie vandaan komt dat BoeddhaMagazine commerciëler zou worden is mij een mysterie. Lees het december nummer en kom dan alstublieft terug met een inhoudelijke analyse. Het is geen verdunning, verbreding en versmalling, het gaat om kwaliteit in tekst en beeld. Onze verantwoordelijkheid daarin om zorgvuldig met de financiën om te springen. Zelfs nu zo goed en zo kwaad als het gaat. We hebben een aantal keuzes gemaakt om de kosten en baten in balans te brengen omdat we dit blad met veel bevlogenheid maken. En we draaien overuren om de boel weer op de rit te krijgen, maar altijd met een glimlach als we denken aan het kunnen voort laten bestaan van onze activiteiten
.”

Ik reageerde een paar uur later:
@Nina
a. “Een voorstel van Rob” klinkt wat informeel, het moet toch gaan om een duidelijke ontslagregeling? En is dit “voorstel” nog van kracht? Natuurlijk hoef ik de inhoud ervan niet te kennen
b. De term ‘commercieel’ wordt nu op twee manieren gebruikt.
De eerste is die van Kees en gaat over de onvermijdelijke economische krachten waar iedereen rekening moet houden.
De tweede is bv. vermarkten van de Dharma, advertorials en B.N.ers gebruiken
Boeddhisme, ook in verdunde of populaire vorm is nooit een feelgood-zaak, is nooit voor bange mensen.
Verder wacht ik het decembernummer graag af


Ene Marianne schreef op 3 december:
... Daarnaast vraag ik me af of een bedrijf als Asoka uit de buurt moet blijven van Happinez-achtige uitingen. Een uitgave die ‘iets minder boeddhistisch’ is, kan toch bij iemand een zaadje water geven dat hem of haar dichter bij mildheid en geluk brengt. De vraag hiernaar is wellicht groter, en naar mijn gevoel ook legitiem.

Mijn antwoord een dag later:
Ongetwijfeld is de vraag daarnaar groter, Marianne; en het aanbod daarvan is daarom ook allang groter.
Je gaat er echter van uit dat de kern van het boeddhisme is, ‘mildheid en geluk‘ te brengen. ‘Geluk’ wordt daarbij zoveel betekenissen toegekend dat het woord beter vermeden kan worden. Misschien kan je beter van ‘wijsheid’ spreken.
En ‘mildheid’ kan zeker een resultaat zijn van het beoefenen van het boeddhisme maar is niet het enige kenmerk ervan.
Ook de onderkenning dat het leven – in zekere mate onvermijdelijk – lijden en ongeluk met zich meebrengt, hoort erbij.
Het boeddhisme heeft ook iets verontrustends in zich. En dat is niet verenigbaar met een feelgood Happinez-boodschap.
Het gaat dus niet om gradaties van ietsje meer of ietsje minder boeddhistisch, het gaat om een richting.



Kees Klomp stelt dit thema opnieuw (op 7 december) aan de orde in een reactie op de Rients Ritskes-thread waarin hij meent de kunnen constateren dat er een groep boeddhisten is met een apathische relatie met commercie

Ik reageer daar 10 december alsnog op:
@kees
Er is ook een groep boeddhisten met een apathische relatie met het boeddhisme, zoals m.b.t. de onmogelijkheid met boeddhistische boeken minstens quit te spelen of de dreigende verdwijning van de BOS
Hoewel ik een nitwit ben op marketing-gebied (op welk gebied niet?): wat denk je van het statement ‘geld genereren of generen’ om de relatie met commercie te verhelderen?
Verder kan je je terminologie om afkeuring uit te drukken, wat verbreden want steeds weer ‘dogmatisch en fundamentalistisch’ te schrijven, wordt wat armoedig.



Op 28 november verscheen er in het Boeddhistisch Dagblad een interview met Gerolf ’t Hooft (en Nina Nannini)

In een reactie daarop schrijf ik:
Aardig interview waarin het nodige duidelijker wordt maar een paar punten ook niet. Laat ik die maar eerst noemen:
- De preciese (juridische) ontslaggrond van Dorine blijft onduidelijk; en waarom was en is er geen ‘Redactiestatuut’voor het blad BoeddhaMagazine? Dat had de problemen minstens beter kunnen reguleren en misschien voorkomen.
- Synthese en Het Vlakke Land gingen tegelijk met Asoka failliet, dat kan geen toeval zijn, kennelijk was er financiële verwevenheid tussen die drie: hoe zit dat in elkaar?
Twijfelgeval is de formulering ‘Rob Lindeman, financieel nauw betrokken bij Asoka’, hij is toch gewoon de (meederheids)eigenaar ervan ? Of in ieder geval van het nieuwe ‘Virtu’ ?
Ik heb veel Asoka-boeken gekocht en gelezen de afgelopen tien jaar; en ik heb Gerolf bewonderd voor z’n initiatief. Maar hij is, net als meer mensen, slachtoffer van de fictie dat er in Nederland heel veel (honderdduizenden werd gezegd) boeddhisten zijn en dat dat aantal groeit. Deze fictie, in stand gehouden door mensen die daar belang bij hadden (nu ook de V.U.), wordt steeds meer doorgeprikt.
Er wordt nu van ‘hardcore’ boeddhisten gesproken. Ik zou liever van ‘serieuze boeddhisten’ spreken maar hoe heten die andere duizenden dan, ‘softcore’? (Nietsisten noem ik ze graag, dat is misschien te moeilijk)
Goed dat de ‘Klassieke Tekstbibliotheek’ blijft (al vind ik de metafoor ‘kroonjuwelen’ ongelukkig) maar ik zou zeggen: verbreed dat fonds tot: Boeddhistische Tekstbibliotheek. Dat is in feite wat ook Alluman voorstelt. Wel financieel helder afgescheiden van de rest van ‘Virtu, zodat crowdfunding of giften mogelijk zijn. En ‘klassiek’ in de zin van chique gebonden/ingenaaid hoeft ook niet meer.
Mijn conclusie: m’n oproep geen Asoka-boeken te kopen, trek ik in.
Dat geldt echter niet BoeddhaMagazine, er zal eerst meer duidelijkheid moeten komen over het ontslag en over het nieuwe beleid.



Nog een ander thema dan Asoka, de Dharma namelijk
Op 11 november schreef Edel Merx een lyrische tekst het BD over de Lotus Sutra

Mijn reactie:
Ik heb de Lotus Sutra altijd een leuke tekst gevonden.
Alleen dat Shariputra afzeiken, dat heb ik nooit begrepen; waar was dat voor nodig?


Edel zegt daarvan:
Inderdaad, fair is iets anders. Shariputra is in de Mahayana sutra’s vaker de pieneut van dienst. In de Vimalakirti is het nog veel erger. Daar wordt hij pas echt ‘afgezeikt’.
Blijkbaar zetten deze teksten zich af tegen een verstarring in de Sangha en in de interpretatie van de Pali teksten. Shariputra is als epitoom van wijsheid in deze teksten dan ook het eerste mikpunt.
In het Chinese boeddhisme heeft dit als gevolg gehad dat men de Pali-canon als inferieur, als ‘hinayana’ is gaan zien. Wat mij betreft een complete misinterpretatie die helaas zelfs in de hedendaagse boeddhologie nog doorspeelt.
In Azië merk ik dat vele monniken theravada en mahayana als twee verschillende uitdrukkingsvormen zien van een en dezelfde Dharma. Zo voel ik het zelf ook aan.
Laat ons hopen dat Shariputra wijs genoeg is om de hem toebedeelde rol op te nemen zonder zich persoonlijk beledigd te voelen. Een beetje historisch inzicht kan helpen. Overigens wordt hij in de mahayana kloosters vaak afgebeeld en met alle respect behandeld.


Ik vind daarvan:
Inderdaad is het Sariputra bashen nog sterker in de nog grappigere Vimalakirti Soetra. Deze teksten speelden een rol in de mahayanisering in China ruim vijftienhonder jaar geleden.
Alan Cole heeft er een boeiend boek over geschreven: ‘Text as Father: Paternal Seductions in Early Mahayana Buddhist Literature‘; (California Univ Press, 2005)
Uit de samenvatting: “This study attempts to shed new light on the origins and nature of Mahayana Buddhism with close readings of four well-known texts – the Lotus Sutra, Diamond Sutra, Tathagatagarbha Sutra, and Vimalakirtinirdesa. Treating these sutras as literary works rather than as straightforward philosophical or doctrinal treatises, Cole argues that these writings were carefully sculpted to undermine traditional monastic Buddhism and to gain legitimacy and authority for Mahayana Buddhism as it was veering away from Buddhism’s older oral and institutional forms….”
En mij zou het vooral als wijs voorkomen, te accepteren dat HET boeddhisme niet bestaat, dat er nogal grote verschillen zijn tussen de tradities.
En het zou me verstandig voorkomen dat men ook kennis neemt van andere boeddhistische tradities dan de eigen: gewoon onbevangen lezen of luisteren; dat wordt nog nauwelijks gedaan. En dat men daarmee het bestaan van verschillen (naast, inderdaad Edel, overeenkomsten) accepteert.
Het belangrijkste van je essay blijft natuurlijk dat het lezen ervan (van de Lotus Soetra eigenlijk) spirituele ervaringen op kan roepen. En die zijn per definitie subjectief.



Op 24 oktober verscheen in een artikel in het BD over de ‘ongebonden boeddhist’

Dat riep veel reacties op waaronder die van mij:
Inderdaad heb ik begin 2009 mede een voorstel ingediend om het betrekken van niet-georganiseerde boeddhisten bij de BUN te regelen. Dit hoewel ik toen noch nu zelf ongeorganiseerd was; ik vond dat zowel voor de ongeorganiseerde als voor de BUN (die representatief kon gaan worden) wenselijk.
Inmiddels zijn mijn opvattingen -[geëvolueerd] en is de bestaansreden van de BUN onduidelijker geworden.
Nu zou ik zeggen tegen de ongeorganiseerde: het hoeft niet; en tegen de BUN: hef je maar op.



Op 31 oktober stond er een interview in het BD met BUN-bestuurslid Humphry Versloot dat door z’n openharighweid verbazing opriep.

Ik reageerde een dag later:
Humphry Versloot lijkt mij de juiste man op de juiste plaats en juiste moment in het BUN-bestuur, alleen weet ik nog niet wat – historisch achteraf gezien – zijn functie zal zijn geweest. Misschien wel: degene de de opheffing van de BUN vakkundig heeft begeleid.
Als ‘ongebonden boeddhist’, (ik zeg nog eens: de term ‘omgeorganiseerde boeddhist’ verdient de voorkeur) kan hij onbevangen beleid gaan vormen over de twee vragen: wat heeft de BUN aan de ongeorganiseerden? En: wat hebben ongeorganiseerden aan de BUN? En trouwens is hij ook al bezig met de derde en vierde vraag: wat hebben georganiseerde boeddhisten en wat hebben boeddhistische organisaties aan de BUN (en omgekeerd uiteraard) ? Bepaald geen nieuwe vragen, misschien moet hij nog eens de jammerklacht van Jan Willem Houthof lezen toen die als BUN-voorzitter vertrok.
De laatste tijd heb ik me intensief beziggehouden met het mogelijke werk van een ‘boeddhistisch geestelijk verzorger’ en de opleiding master-plus daarvoor, door de VU samen met de BZI (BUN dus) opgezet. Werken er bij Zorgpartners waarVersloot topbestuurder is, geen (boeddhistisch) geestelijk verzorgers? Anders had hij dat vast wel vermeld. Is er eigenlijk wel emplooi voor de masters-plus, naast de paar bij Justitie dan? Of beschouwt hij geestelijk verzorgers in de gezondheidzorg niet als professionals (ik wel, zie mijn blog van vandaag over het handboek daarvoor) ?
Een klein raadseltje vormt het antwoord op de vraag van de interviewer van het BD of er spanning is over de uitkomst van het Kaski-onderzoek. Versloot zegt daarop: ‘Ik heb het concept zelf nog niet gelezen, …’. Is er een concept dan en hebben sommigen (in het BUN-bestuur bijvoorbeeld) dat dan wel gelezen? Het moet dan een geheim concept zijn. ...


Een paar dagen later, na andere reacties, schrijf ik:
Het is al weer meer dan 20 artikelen geleden (volgens mij plaatsen jullie teveel artikelen, BD-redactie) maar ik wil nog eens op dit interview met dhr. Versloot terugkomen.
En wel om er m’n verbazing over uit te spreken dat niet één vertegenwoordiger van de BUN-leden meedoet aan de publieke discussie over het georganiseerde boeddhisme op deze site van het BoeddhistischDagblad.
Niet over dit interview, niet over het artikel over voorgenomen bezuinigingen waardoor de BOS vrijwel verdwijnt, niet over het Kaski-onderzoek, niet over de levendige discussie hier m.b.t. ‘de ongebonden boeddhist’, niet over het faillisement van Asoka en het mogelijk verdwijnen van BoeddhaMagazine als boeddhistisch kwartaalblad.
Terwijl dat toch allemaal onderwerpen die de BUN raken of zouden moeten raken als ‘officiële vertegenwoordiger van het boeddhisme in Nederland’.
Ik denk niet dat het arrogantie is van de BUN-leden; het is m.i. desinteresse : hun eigen sangha houdt hen bezig; en verder moet het landelijk gezellig zijn.
Volgende week zaterdag, 17 november, is er een ledenvergadering van de BUN. Andere boeddhisten dan de leden zijn daar nog steeds niet welkom, maar zal het er weer weer net zo gezapig aan toe gaan als de laatste keren, blijkens ‘nieuwsbrieven’ van de BUN-voorzitter?
Op de site van *OpenBoeddhisme* (adres bekend) las ik als nieuwtje dat het Kaski hun evaluatie bij Justitie heeft ingediend en dat de uitlatingen van Versloot officieel geen invloed op de beslissing over erkenning van de BUN van de staatssecretaris hebben.
Het zal mij benieuwen.


Ujukarin (vertegenwoordiger van Triratna Amsterdam) neemt de handschoen op:
Je vraagt naar de bekende weg, Joop. Het is geen arrogantie en geen desinteresse maar een gezamenlijke konstatering dat publieke discussie in forums als dit niet goed functioneert. Voor mijn perceptie daarvan citeer ik uit Henk M’s commentaar op de Asoka-discussie:
“Het is ook bijzonder gemakkelijk om boeddhisten of boeddhistische organisaties aan te vallen, om vervolgens nog heel gemakkelijk een extra aanval te lanceren (verwijt van niet boeddhistisch gedrag) wanneer ze zich proberen te verweren.
Dat het boeddhisme in Nederland nog niet volwassen is blijkt wel uit het feit dat de criticasters niet opbouwend zijn. Zo zitten we dan tenminste met zijn allen nog in dezelfde fase :-)”
Maar jouw perceptie, zijnde een van die criticasters, zal wel afwijken.
Overigens kan ik je uit eigen ervaring melden dat de discussies tijdens de laatste BUN vergaderingen zeer levendig waren, als de notulen een indruk van gezapigheid geven is dat onterecht.
Het moge duidelijk zijn dat ik ook verder niet op dit topic zal reageren, geen publieke discussie is geen publieke discussie…
Wijsheid gewenst van een der BUN vertegenwoordigers,


Mijn antwoord:
Dank je, Ujukarin, voor deze reactie die geen reactie heet te zijn.
Eén correctie: ik ken de notulen van BUN-ledenvergaderingen niet, die zijn niet openbaar (vroeger trouwens wel); ik ken de herinnering van de BUN-voorzitter aan de vergaderingen in zijn ‘Nieuwsbrieven’.
Er is een vraag waarop je wel zou kunnen reageren; namelijk jullie (?) ‘gezamenlijke konstatering dat publieke discussie in forums als dit niet goed functioneert‘. Niet leuk voor de BD-redactie; maar vooral: niet leuk voor de lezers.
Mijn vraag: is het dan niet een gezamenlijke uitdaging van BUN èn boeddhistische forums en blogs èn lezers daarvan om wèl een goed functionerende publieke discussie over het boeddhisme in Nederland tot stand te brengen? Doe eens voorstellen.


Dat ‘voorstel’ kwam:
Okay, 1 volgreaktie dan: mijn geheel onbevooroordeelde mening ;-) is dat die uitdaging ligt bij degenen die m.i. nu die discussie grondig verziekt hebben. Het opheffen van openboeddhisme.nl, een m.i. totaal van boeddhistische ethiek verschoonde site vol azijnp&((&*(erij erger nog dan geenstijl.nl waar de opstellers zich ernstig voor zouden moeten schamen, zou een stap in de goede richting zijn. Pas als we op basis van gedeelde boeddhistische waarden zoals erkennen-van-noodzaak-tot-sangha en elkaar-aanspreken-op-ethisch-gedrag-en-altruïsme en respect-voor-wie-zijn-nek-uitsteekt inplaats van stuurman-aan-wal-alles-beter-weten-maar-zelf-geen-poot-uitsteken-voor-Dharmaduta zouden kunnen communiceren dan zou die discussie ook op publiek niveau weer nuttig kunnen worden. Ik herken die waarden totaal niet bij de opponenten/dissidenten en dat sterkt me in het vasthouden van de onder de BUN aanhang afgesproken lijn om die discussie niet meer aan te gaan..
Wijsheid gewenst…


Nog een keer een reactie van mij daarop:
Ik had een discussie op hoger niveau gewild, in technische zin dan: welke structuur is het best? Moet er een afzonderlijke website of forum komen? Met welke software, want ik technisch slechte en technisch goeie fora meegemaakt?
Wie benoemd de moderator? Daarbij kan ik me het probleem van de BD-redactie wel voorstellen want journalist zijn en moderator zijn is lastig te verenigen.
Dus een moderator, die moet er komen, daar zullen we het over eens zijn. En voorwaarden moeten er ook zijn, maar hoe kan je nou erkennen-van-noodzaak-tot-sangha eisen als het gaat om bijvoorbeeld de plaats van de ongeorganiseerde boeddhist?
Het lijkt mij dat het initiatief samen genomen moet worden, ik wacht 17 november wel af.


Opmerking achteraf: het enige dat ik over de ledenvergadering van 17 november heb gelezen (de BUN-website is al bijna 2 maanden onveranderd) stond hier:
... in een beleidsdocument dat aan de volgende ALV in mei volgend jaar gepresenteerd zal worden. Daarin zal ook de relatie tussen BUN en aangesloten sangha’s aan de orde komen en de eventuele toelating van loslopende, zogenoemde ongebonden en/of ongeorganiseerde boeddhisten, worden aangegeven.
Laat ik het maar ronduit zeggen: hier heb ik geen enkel vertrouwen in of nog behoefte aan.


Nadat kranten, televisie en een aantal levensbeschouwelijke omroep-websites er al eerder over berichten, stond in het BD van 6 december indirect ook het bericht dat de staatssecretaris van Onderwijs en Cultuur in een brief aan de Tweede Kamer meedeelde de financiering van 2.42-omroepen zoals de BOS na 2015 te beeindigen.
‘Indirect’ want het bericht was een kommentaar van de BOS-directeur er op: ‘ Gertjan Mulder: niet gehecht aan BOS, wel aan boeddhistische programmering.
Boeddhisten zijn altijd vòòr niet-hechten maar dit was toch wel wat merkwaardig. Een paar reacties van mij, en een van een ander die Gertjan verdedigde:

Op 7 december schreef ik:
´ Er staat een pijnlijke fout in dit bericht. Dat betreft de zin ‘De staatssecretaris gaat op korte termijn met de BOS en andere 2.42 omroepen praten over de wijze waarop zij invulling willen en kunnen geven aan levensbeschouwelijke programmering. ’ Waarschijnlijk heeft de redactie van BD dit van de BOS-directeur Gertjan Mulder zo gehoord.
In de brief van de staatssecretaris staat echter, en ik citeer: ‘Ik ga op korte termijn met de genootschappen praten over de wijze waarop zij invulling willen en kunnen geven aan levensbeschouwelijke programmering.
En ‘de genootschappen’ zijn in termen van de Mediawet ‘Kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag’.
De BUN dus in het geval van de boeddhisten.
´
Waar is de stem van de BUN trouwens in de discussie van de laatste dagen? Worden we als boeddhisten eigenlijk nog wel vertegenwoordigd? Moet de BUN-voorzitter niet de regie van het overleg met de staatssecretaris en met andere ‘genootschappen’ overnemen?
Want het optimisme van Gertjan Mulder is onbegrijpelijk.
Een BOS zonder budget is, zogenaamd geïntegreerd in een andere omroep zoals de VPRO feitelijk non-existent. Waarom zou de VPRO in de toekomst programma’s gaan maken waarin de boeddhistische levensbeschouwing centraal staat? De VPRO heeft eerder dit jaar feitelijk al aangegeven dat niet te gaan doen.
Misschien is het niet zo erg dat de BOS verdwijnt. Maar als we het wel erg vinden dat er nog minder of geen boeddhistische programma’s meer komen moeten we ons niet door een al bijna vertrokken BOS-directeur in een passieve jubelstemming laten brengen.
´

Een reactie van een andere lezer hierop was:
´ Mooie illustratie van half vol of half leeg glas; het standpunt van Gertjan Mulder versus dat van de heer Romeijn. De positieve grondhouding van de heer Mulder lijkt mij erg constructief. Ik vraag mij af welke nietgenoemde belangen de heer Romeijn heeft. Zijn weinig subtiele toevoeging “bijna vertrokken” komt erg suggestief op mij over. ´

Reden voor mij hier twee achtereenvolgende reacties op te geven:
´ Als de staatssecretaris zegt ‘… dat de kerkgenootschappen en de genootschappen op geestelijke grondslag hun zendtijd zelf moeten financieren ’ dan is de uitspraak van Gertjan Mulder gedaan in de Volkskrant van vandaag, ‘ alleen ben ik wel nieuwsgierig naar de preciese financiering ’ toch op z’n minst lichtzinnig te noemen.
Overigens ging mijn reactie primair over de apathie van het georganiseerde boeddhisme na de brief van de staatssecretaris, vergeleken met de activiteiten van bv humanisten, de joodse gemeenschap en de katholieke kerk de laatste dagen.
En vertrekken per 31 december, met de kerstdagen er nog af, is toch ‘bijna’ ?
Mijn belang? Zie mijn blog van de afgelopen jaren, zou ik zeggen.
´

En een dag later:
`En dan nu iets positiefs:
Een twitterbericht van ‘BOSRTV’ van gisteren naar aanleiding van de mededeling over het stoppen van de financiering van de BOS:
BoeddhistischeOmroep ‏@bosrtv
…, …, … dank dat jullie je portemonnaie willen trekken. Fijn om te horen!

(namen heb ik verwijderd)
Dat wil ik ook wel, dat zijn er al vier.
Doen net zo als de humanisten gestart zijn, zie www.humanistischverbond.nl/nieuws/archief/2011/help-ons-de-humanistische-omroep-te-behouden
Misschien kan het ook via de Stichting ‘Vrienden van de BOS’ ?
Moet ie wel eerst een echt bestuur krijgen. Kom, Gertjan, doe nog een goede daad.
´


Daarna wordt het stil, alsof een witte sneeuwdeken over alle boeddhisten is gedaald en niemand zich meer waar dan ook nog zorgen over maakt.
Ook het ontbreken van aandacht voor het kamercommissiedebat op 10 december (over het voortbestaan van o.a. de BOS) is symptomatisch.

Die grote onzichtbaarheid kan ook wel eens betekenen dat het Nederlandse boeddhisme niet bestaat, dat er niet honderdduizenden boeddhisten zijn zoals degenen die belang bij een groot aantal hebben, dachten; dat er niet tienduizenden zijn zoals ik jaren dacht, maar hoogstens enkele duizenden die stil voornamelijk achter de voordeur hun ding doen.

Geen opmerkingen: