zaterdag 25 mei 2013

Statuten (zo goed als nieuw) van een stichting 'PLATFORM BOEDDHISTEN NEDERLAND'

De afgelopen maanden is er opnieuw de discussie ontstaan of er niet - naast of in plaats van de BUN - een nieuwe landelijke organisatie van boeddhisten moet komen.
Aanjager van deze discussie is vooral John Willemsens geweest. Die is daartoe nu een Facebook-groep gestart   https://www.facebook.com/groups/N.B.V.i.o/                       

Dit initiatief riep herinneringen bij me op over een proces een kleine vier jaar geleden toen we eraan dachten naast de BUN ook een zendtijdaanvraag namens (ongeorganiseerde) Nederlandse boeddhisten bij het Commissariaat voor de Media in te dienen. Daar was een rechtspersoon voor nodig en als denkoefening heb ik toen de mogelijke statuten voor zo'n rechtspersoon gemaakt.
Het werd formeel een stichting maar zo dat wel de voordelen en niet de nadelen van een vereniging werden gebruikt. Uiteindelijk zal de stichting wellicht een vereniging moeten worden.

In die tijd had ik nog de hoop dat de BUN kon veranderen en dat 'mijn' stichting daar een bijdrage aan kon leveren. Sommige artikelen duiden nog op samenwerken of samengaan met de BUN.
Ik weet dat bij sommigen nog deze hoop leeft.
Voor mij is het inmiddels vergelijkbaar met het geloof van een 7-jarige in Sinterklaas: eigenlijk niet meer maar het is wel slim nog een tijdje te doen alsof.
Destijds heb ik dit stuk wel in kleine kring verspreid, maar we hebben het niet doorgezet.
Of de kans van slagen nu groter is als vier jaar geleden vind ik moeilijk in te schatten, een punt in het voordeel van het huidige initiatief is dat de BUN er nu veel droeviger aan toe is.

Vandaar mijn concept uit 2009: Zo Goed Als Nieuw, voor wie er wat aan heeft. Wijzigen staat vrij.

==============================================================

STATUTEN van de STICHTING  PLATFORM BOEDDHISTEN NEDERLAND (P.B.N) ”

Naam en zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Platform Boeddhisten Nederland (P.B.N).
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Boarnsterhim

Doel
Artikel 2
1. Het doel van de stichting is:
- het bevorderen van samenwerking tussen in Nederland praktiserende boeddhisten, in de eerste plaats zij die niet aan een boeddhistische groepering (sangha) verbonden zijn;
- het in openbare media bekendheid geven van wat het reëel bestaande boeddhisme in Nederland is en op welke wijzen het beoefend wordt.
De stichting is niet gebonden aan enige specifieke boeddhistische traditie.

2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door, handelend vanuit principes zoals transparantie, waarachtigheid en kritische zin:
- contacten te onderhouden met al die organisaties, groeperingen en individuen, welke contacten voor de realisering van haar doelstellingen zinvol zijn;
- het organiseren van lokale groepen;
- het intern en met anderen bediscussiëren van de ontwikkelingen van het boeddhisme;
- het geven van informatie betreffende de receptie en beoefening van het Boeddhisme in Nederland;
- al hetgeen overigens tot het realiseren van haar doelstellingen bevorderlijk kan zijn.

3. De stichting heeft niet ten doel het maken van winst.

Artikel 3
De stichting streeft er naar om - als “Platform ongeorganiseerde boeddhisten” - samen met bestaande verenigingen van boeddhistische groeperingen een boeddhistisch genootschap te gaan vormen.

Duur
Artikel 4
1. De stichting is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar,

Donateurs/participanten
Artikel 5
Ieder die zich daarvoor aanmeldt, kan donateur van de stichting worden, hierna verder te noemen ‘participant‘.

Artikel 6
1. Aanmelding als participant geschiedt door een daartoe strekkend verzoek, gericht aan het dagelijks bestuur.
2. De aanmelding dient vergezeld te gaan met de verklaring dat de aanmelder zich als boeddhist beschouwt.

Geldmiddelen
Artikel 7
Iedere participant is verplicht jaarlijks een geldelijke bijdrage te verlenen. De hoogte van deze bijdrage wordt vastgesteld door het algemeen bestuur.

Artikel 8
Participanten hebben het recht om de vergaderingen van het algemene bestuur bij te wonen en het woord te voeren.

Artikel 9
De geldmiddelen van de stichting bestaan voorts uit legaten, schenkingen en andere inkomsten.

Bestuur
Artikel 10
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven natuurlijke personen, die tezamen het algemeen bestuur vormen;
2. Leden van het algemeen bestuur dienen participant van de stichting te zijn.
3. Leden van het algemeen bestuur worden door de zittende leden van dit bestuur benoemd voor een periode van maximaal vier jaar, op bindende voordracht van de algemene bestuursvergadering, zoals beschreven in artikel 13.
4. De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is twee maal onmiddellijk herbenoembaar.
5. Het algemeen bestuur kiest uit haar midden een dagelijks bestuur, ten minste bestaande uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester;

Artikel 11
Het algemeen bestuur kan commissies benoemen die onder haar verantwoordelijkheid ondersteunende werkzaamheden verrichten.

Dagelijks bestuur
Artikel 12
1. Het dagelijks bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. Leden van het algemeen bestuur kunnen de vergaderingen van het dagelijks bestuur bijwonen.
3. De verslagen van de vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn openbaar

Algemene bestuursvergaderingen
Artikel 13
1. De algemene bestuursvergadering wordt gehouden in Nederland in de plaats als bij de oproeping van de vergadering bepaald.
2. Algemene bestuursvergaderingen worden door het dagelijks bestuur bijeengeroepen zo dikwijls het dagelijks bestuur dit wenselijk oordeelt of daartoe op grond van de wet verplicht is. 
Jaarlijks wordt ten minste één vergadering gehouden.
3. Voor deze vergadering worden de leden van het algemeen bestuur en de participanten van de stichting uitgenodigd.
4. De bijeenroeping van de algemene bestuursvergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan alle bestuursleden en participanten op een termijn van ten minste zeven dagen.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

Artikel 14
1. De vergaderingen van het algemene bestuur zijn openbaar.
2. De algemene bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door een ander lid van het dagelijks bestuur.
Zijn geen dagelijks bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
3. Van het ter algemene bestuursvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in de zelfde of in de eerstvolgende algemene bestuursvergadering vastgesteld en zijn vervolgens openbaar

Artikel 15
1. Iedere aanwezige participant heeft één stem in de algemene bestuursvergadering.
2. Het algemeen bestuur neemt besluiten genomen door de meerderheid van de aanwezige participanten over, tenzij deze strijdig zijn van de statutaire doelstelling.
3. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de algemene bestuursvergadering worden gehouden.

Artikel 16
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Er wordt ten minste één algemene bestuursvergadering gehouden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar. In deze algemene bestuursvergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de stichting en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene bestuursvergadering over.

Statutenwijziging/fusie
Artikel 17
1. Besluiten tot wijziging van de statuten, dan wel tot fusie van de stichting kunnen slechts worden genomen door een besluit van de algemene bestuursvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten dan wel fusie zal worden voorgesteld.
2. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.

Ontbinding en vereffening
Artikel 18
1. Het bepaalde in artikel 17 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene bestuursvergadering tot ontbinding van de stichting.
2. De algemene bestuursvergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting.

Reglementen
Artikel 19
1. De algemene bestuursvergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
3. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 17 van overeenkomstige toepassing.

Slotbepaling
Artikel 20
Aan het algemeen bestuur komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

maandag 20 mei 2013

Een jaar Boeddhistisch Dagblad

Het BD bestaat deze week een jaar. Het eerste artikel, ' Dalai Lama bezoekt Huy, België ' , verscheen op 25 mei 2012, zie pagina http://boeddhistischdagblad.nl/page/107/ misschien is het al weer page 108/ of 109/ als u dit leest.

Ruim 100 pages, met 10 artikelen per pagina (page), dat zijn er dus ruim 1000, drie per dag ; dat is veel, dat is te veel, vind ik.
Maar laat ik met het positieve beginnen.
De boeddhistische journalistieke wereld was tot een jaar geleden weliswaar niet woest en ledig, d.w.z. saai, maar naast *OpenBoeddhisme* (bijna anderhalf jaar geleden gestart) en mijn blog (herstart twee en een half jaar geleden) was er niet zo veel. De BOS deed er op de radio mondjesmaat aan, maar volstrekt a-kritisch, de BOS-televisie helemaal niet en ook het kwartaalblad ' BoedhaMagazine ' benadrukte vooral het positieve.

Daarmee vergeleken is de huidige situatie behoorlijk dynamisch; de (journalistieke) blogs vullen elkaar aan en beconcurreren elkaar lichtjes (al wordt dat niet zo gezegd), wat betreft primeurs.
Vooral de toon is gemiddeld wat anders geworden; het was een paar jaar geleden nog uiterst ongebruikelijk ook maar iets kritisch van een ander (persoon of organisatie) te zeggen, onmiddellijk werd tot 'zuiver spreken' gemaand, maar dat hoefde bijna niet: de cultuur was eenvoudig lief zijn voor elkaar. 'Ik bewonder jou en jij bewondert mij.'
Nu krijgt een raar telefoontje van de BUN-voorzitter aan Ron Sinnige (met het verzoek tot radio-stilte ) de aandacht die in het normale maatschappelijke leven ook bij zo'n actie van een bestuurder gebruikelijk is. Ook aandacht – in tweede instantie – in het BD, en kondigt de redacteur aan, deze voorzitter er in een aangekondigd interview over door te zagen (een term die hij niet gebruikte).

Niet dat het BD zo kritisch is (minder kritisch dan ze zelf denken in ieder geval), er is wel discussie mogelijk naar aanleiding van de er geplaatste artikelen.
Over veel onderwerpen ook.
Voor de lezer zijn wel 'tags' te zien maar geen 'tag-cloud' zodat de thema's onderscheiden lastig is, maar niet onmogelijk. Lang niet alle artikelen zijn echter van tags voorzien, met name de van andere (blogs) overgenomen artikelen niet, en die vormen een groot percentage.
=================================================================
Update 22 mei
Sinds gisteren heeft het BD een tag-cloud. Zou ik dan toch invloed hebben?
Nu nog een paar inhoudelijke wensen ingewilligd en ik word helemaal gelukkig.
=================================================================

Ik noem er toch een paar:
Genoemde Dalai Lama krijgt ruim 40 artikelen, 'Tibetaans boeddhisme' maar een handjevol: veel artikelen met de tag 'Dalai Lama' gaan over Tibet en Tibetanen maar niet over het boeddhisme, over de Dharma zelf, wel allerlei typen 'politieke' uitspraken van hem.
Ook zelfverbrandingen van Tibetanen hebben veel artikelen gevuld (evenveel als 'plofkippen', hoewel die twee niets met elkaar te maken hebben).
Toch is het geringe aantal artikelen over (de beoefening van) het Tibetaans boeddhisme (Vajrayana) opvallend. Er zijn best Tibetaans-boeddhistische bloggers actief (ik ken er minstens één) en anderen zijn vast wel bereid vanuit hun ervaring te schrijven.
Maar kennelijk zijn er veel lezers met interesse in het land, het volk en de cultuur van de Tibetanen zonder veel behoefte zich in de (moeilijke) inhoud van het Tibetaans boeddhisme te verdiepen, laat staan het zelf te beoefenen.

Theravada en Vipassana en Pali Canon scoren – samen – ruim twintig keer.
De 'tags' Zen en Zen-boeddhisme samen ruim dertig keer.
Zelfs Zen.Nl komt veel aan de orde in dit jaar, ik ben echt niet de enige die dit kartel steeds noemt.
Een van de interessante ervan is de bespreking door Maarten Barckhof van Ritskes 'Leer voelen wat je wilt voelen ', zie hier uit het begin van het BD.
Een citaat er uit “ Wat mij … opvalt, is de stelligheid waarmee persoonlijke ontdekkingen worden gepresenteerd, en het idee van maakbaarheid en verandering dat uit zowel de titel van het boek als de voordracht lijkt te spreken. Ik ervoer weinig ruimte voor eigen ervaring en acceptatie.
Een bespreking met voorspellend karakter.

En nog veel meer onderwerpen. Vaak ook met een Belgische bron, voor mij terra incognita.
Teveel, ik schreef het hierboven al en heb het ook in reacties in het BD wel geschreven. Te veel trivia en te veel onderwerpen die weinig tot niets met het boeddhisme en de beoefening er van te maken hebben . Maar opnieuw moet ik het bescheiden toegeven: veel lezers houden er van.

Eén van de opvallende zaken van het BD is wat 'gewone' kranten ook wel hebben maar je hier niet verwacht: het snel achter zich laten van een onderwerp . Weinig 'nazorg', weinig na een paar maanden nog eens checken hoe het er mee staat.
Maar ik vrees dat ook de lezers kort van memorie zijn.

Eigenlijk is Joop Hoek, de (hoofd)redacteur te aardig en wil hij ook graag aardig gevonden worden; misschien een goede eigenschap voor een boeddhist maar iets minder gewenst voor een journalist.
(Ik vind hem vaak ook aardig, zeker in z'n mailtjes aan mij en dat vind ik lastig)

Een ander heikel maar ook voor hem gevoelig punt: het in eerste instantie kommentaarloos letterlijk weergeven van persberichten, bijvoorbeeld van het BUN-bestuur, maar ook van het ministerie van Justitie, de VU en de BOS.
Joop Hoek ontkent dit maar ik blijf het beeld houden van heel lang (zo'n vijftig jaar) geleden dat Trouw opschreef wat de AR wilde, de Volkskrant van de KVP was en het Vrije Volk van de PvdA.
Een dieptepunt was (wat mij betreft) de manier van coveren van de beslissing van staatssecretaris Teeven van Justitie om de BUN te erkennen, ondanks een advies van het Kaski, dat niet definitief te doen. Dat speelde zich medio december 2012 af, met als dieptepunt (vond ik) het artikel “Rang is alleen Rang als er Rang op staat ” (zie hier of lees het juist maar niet )

Daar staan veel mooie artikelen, zelf geschreven of zelf gevonden, tegenover.
In die zin is het BD inmiddels onmisbaar geworden. Begrijpelijk dat veel lezers een soort abonnement op de ochtend- of de avond-edititie (het verschil is te verwaarlozen) hebben genomen; ik niet, ik surf er gewoon een paar keer per dag heen.

Het academische, de boeddhologie, krijgt weinig aandacht in het BD. Niet zo raar want veel van de lezers (vermoed ik) zijn daar ook niet in geïnteresseerd. Ik wel, mijn blog wel en ook dat van *OpenBoeddhisme* bijvoorbeeld.
Een gevolg is wel dat het hele tot stand komen (als het doorgaat) van de ambtsopleiding 'buddhist chaplain' en voorafgaand daaraan bachelor- en master-opleiding bij de VU de lezers grotendeels onthouden is. Inclusief de vreemde rol van de Boeddhistisch Zendende Instantie de BZI, een mooie kluif voor een journalist.

Maar één jaar is niet veel. En een dagblad met één schrijvende redacteur ook niet.
Aanvulling met een onderzoeksjournalist zou geen kwaad kunnen. En een beetje minder harmonieuze relatie met het BUN-bestuur ook niet trouwens, de behoefte het gezellig te houden kan wel wat minder.
Eerlijk gezegd vind ik soms de discussie (reacties op reacties) interessanter dan de artikelen zelf; het modereren ervan – dat redactielid (tevens webmaster) Paul van Buuren doet, is lastig, zou nog meer tijd vragen. Niet alleen onwelvoegelijke taal schrappen (met enige gene moet ik toegeven: ook wel van mij een enkele keer), maar vooral ook het on-topic houden van de discussie wat nu nog nauwelijks gebeurt.
Eigenlijk is het BD een dagblad en een discussieforum in één, misschien wel een lastige combinatie.

Nog één puntje BUN dan, in relatie (of juist niet) tot het Boeddhistisch Dagblad.
Op 24 oktober 2012 publiceerde Joop Hoek als redacteur het volgende hier volledig geciteerde artikel: “Waarom ongebonden boeddhisten lid zouden worden van de BUN ?
In verband met een journalistieke productie die deze week in het Boeddhistisch Dagblad wordt geplaatst, willen we graag reacties van zogenoemde ongebonden (niet aan een sangha verbonden) boeddhisten horen op de vraag: Willen zij als niet georganiseerde boeddhist lid worden van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN). Wat verwachten zij van dat lidmaatschap? Hoe zou het stemrecht geregeld moeten worden van deze ongebondenen? Zouden de ongebondenen zich moeten verenigen en als groep aansluiting zoeken bij de BUN? Zijn de ongebondenen bereid contributie te betalen aan de BUN? Waarom zijn ze ongebonden?
"
(Zie hier )

Liefst 43 reacties volgden hierop. Sommige dachten dat het BD deze vraag had gesteld op verzoek van de BUN-voorzitter, hij ontkende dat.
Mijn vraag nu is: hoe zit het met die aangekondigde journalistieke productie? Of gingen de reacties niet de goede richting in?
En mijn vraag is: hoe zit het met de aankondiging van de BUN in die periode (en de zomer er voor) dat in het voorjaar van 2013 een voorstel in de BUN-ledenvergadering besproken zou worden over het wel (of niet) betrekken van ongebonden aka ongeorganiseerde boeddhisten bij de BUN?
Een ledenvergadering die op 9 juni aanstaande plaatsvindt !
Dat kan een prachtig artikel worden in het kader van het eerste jubileumnummer van het Boeddhistisch Dagblad, met mogelijk een primeur.


Laat ik het samenvattend en afsluitend zo zeggen , en voor mijn doen zeer positief: ga maar door, met een aantal verbeteringen (weglatingen).
Maar laat ik er gelijk bij zeggen: ik hoop ook dat *OpenBoeddhisme*, het andere journalistieke blog, doorgaat en de andere – meer vanuit hun persoonlijke ervaringen schrijvende – bloggers doorgaan.
En dat de nieuwsgierigheid van de (boeddhistische) lezer hoe de zaken echt in elkaar zitten, verder toeneemt.
En dat tenslotte de grote en kleine machthebbers in boeddhistisch Nederland het bestaan van al deze media (een beetje) lastig blijven vinden.

maandag 13 mei 2013

Heilzame en onheilzame structuren van groepen Leidraad om groepen en leraren te waarderen

Het bestuur van de Deutschen Buddhistischen Union (DBU) heeft een leidraad geformuleerd om de mensen hulp en ondersteuning te geven die hun lidmaatschap van boeddhistische of andere groeperingen nog eens kritisch willen overwegen.
De DBU is de Duitse BUN, maar dan aanmerkelijk beter georganiseerd, ze hebben bijvoorbeeld al jaren een vorm om 'ongeorganiseerde boeddhisten' toch een rol in hun organisatie te kunnen laten spelen.

Hieronder vertaal ik deze leidraad, die volgens mij ook voor de situatie in Nederland (en dan denk ik niet alleen aan Zen.Nl maar breder) bruikbaar is.
Wel valt me op dat hier voor ons (Nederlandse) doen vanzelfsprekend van deelname aan expliciet boeddhistische groepen sprake is. In Nederland is dat juist niet altijd duidelijk. Vandaar dat ik in een nawoord twee vragen ten behoeve van het zoeken en de zelfreflectie toevoeg.

Voor het Duitse origineel, zie hier . De oorspronkelijke titel luidt: 'Heilsame und unheilsame Strukturen in Gruppen ' en is in 2007 door de DBU vastgesteld. Al is het maar twee pagina's, het is - ook in de ogen van de DBU-mensen zelf - een 'zwaar' stuk, er zit veel ervaring in verwerkt !

======================================================================
Update 15 mei
Ik had de DBU toestemming gevraagd, zo'n groot (vertaald) citaat uit hun 'handreiking' te mogen gebruiken.
Hun prachtige reactie (mooier dan mijn Duits): " das ist doch wunderbar, wenn unsere Handreichung auch zum Nutzen von Wesen ist, die in den Niederlanden leben. ;-)

Van alle teksten die ik de afgelopen jaren op deze blog heb gezet, heeft deze de meeste reacties opgeleverd, hier en op andere blogs/sites.
======================================================================

" Deze leidraad is bedoeld voor al diegenen die zich bezighouden met de leer van de Boeddha en op hun 'pad' in een groep ('sangha') door een leraar worden begeleid.
Onze motivatie voor het formuleren van deze leidraad is de behoefte aan bescherming en het voorkomen van problemen voor onszelf, voor onze (boeddhistische) groep en voor al degenen die aan het begin van hun 'pad' staan.
Duidelijkheid over de eigen motivatie biedt bescherming en steun om het heilzame tot stand te brengen en het onheilzame te vermijden.
De maatschappij waarin wij leven, is gebaseerd op de mensenrechten en de grondrechten die worden gegarandeerd door de grondwet. De 2500 jaar geleden door de Boeddha onderwezen ethiek is in overeenstemming met deze principes - ze moeten ook worden weerspiegeld in de structuren van de boeddhistische groepen.

De Boeddha zegt dat alle levende wezens de potentie hebben tot het volledige ontwaken. Op weg om dit potentieel te bereiken, echter, komen we veel obstakels tegen. Daar kunnen ook ongezonde groeps-structuren onder vallen die we hier willen beschrijven.
In elke vermeende aberratie is ook een positieve ontwikkeling verborgen, zolang we onszelf toestaan ​​om onze situatie te spiegelen en om fouten te corrigeren. De persoonlijke keuzevrijheid kan steeds opnieuw worden veroverd.
In deze zin willen we aansporingen tot nadenken geven en de mensen aanmoedigen om de eigen perceptie en intuïtie te vertrouwen en zich een eigen oordeel te vormen.

De volgende vragen zijn bedoeld als een gids voor beginners, en tegelijkertijd een aansporing tot zelfreflectie van degenen al langer in een groep zitten.


Voor alle zoekenden is het behulpzaam om eerst de eigen verwachtingen te toetsen met vragen als:

* Wat zoek ik bij het boeddhisme?
* Wat verwacht ik van een groep?
* Was hoop ik bij een 'leraar' te verkrijgen?
* Zijn mijn verwachtingen realistisch?


Verder kunnen de volgende vragen ook nog behulpzaam zijn:

* Wat is mijn motivatie voor het begaan van het 'boeddhistische pad' ?
* Wat fascineert me in het boeddhisme?
* Ben ik gevoelig voor heilsgeschiedenissen of heilsverwachtingen?
* Welke rol spelen mijn behoeften voor de zekerheid, veiligheid, bevestiging en erkenning in m'n deelname aan een groep?
* Heb ik de indruk dat ik de groep net zo makkelijk kan verlaten als toen ik er binnenkwam?
* Heb ik de vrije keuze om contacten binnen en buiten de groep te onderhouden?
* Kan ik bekritiseren zonder te worden gediscrimineerd of veroordeeld?
* Staat in de groep de leer van Boeddha centraal of de leraren?
* Zijn de leraren gekwalificeerd door een grondige kennis van de boeddhistische leer en door hun eigen ervaring?
* Proberen de leraren zelf te leven volgens de leer van de Boeddha?
* Zijn de leraren en de desbetreffende groep ingebed in de eigen traditie?
* Zijn er contacten en uitwisselingen met andere groepen en leraren?
* Is er een bevestiging door andere erkende leraren?
* Ontstaat er afhankelijkheden in de relatie tussen leraar en leerling?
* Wat is de rol van titels, machtigingen en "carrièremogelijkheden" voor mij?
* Is er financiële transparantie in de organisatie?
* Is er in de groep sprake van 'vrijgevigheid'?
* Heb ik mijn financiële onafhankelijkheid weggegeven?
* Geef ik meer uit (aan de groep) dan in mijn omstandigheden verstandig is? Ben ik in schulden geraakt? Is dat bij anderen in de groep het geval?
* Wordt bij het werven van nieuwe leerlingen of bij oproepen tot vrijgevigheid agressieve methoden gehanteerd?
* Word ik in het (vrijwilligers)werk dat ik doe, uitgebuit?
* Worden er seksuele relaties aangemoedigd, die onheilzame gevolgen hebben?
* Wordt er druk of geweld uitgeoefend op mij of op andere leden van de groep?
* Worden optredende schuldgevoelens gebruikt of zelfs versterkt; of wordt er hulp geboden in het overwinnen ervan?
* Is er sprake van laster, verkeerde informatie of minachting voor critici, andersdenkenden of andere groepen, leraren of tradities?
* Worden andere leraren en andere vormen van beoefening op een de waarde ervan aanduidende manier genoemd of aanbevolen?
* Word ik gemotiveerd in het nemen van m'n eigen verantwoordelijkheid en in m'n zelfrespect?


CONCLUSIE

Heilzame structuren worden gekenmerkt door openheid, ook voor vragen en kritiek.
Leerlingen hebben in zulke structuren ruimte om eigen en ook afwijkende meningen te uiten.
Zij kunnen het geleerde door eigen studie toetsen.
Het staat hen vrij de groep of de leraar op elk door hen gekozen moment te verlaten.


======================================================================

Tot zover deze vertaling.
De handleiding vervolgt met het citeren van een deel van de toespraak van de Boeddha aan de Kalama's die de eigen verantwoordelijkheid van de individuele spirituele zoekende benadrukt.
Anguttara Nikaya, 3-66, zie voor Nederlandse vertaling bijvoorbeeld hier . Ik neem dit citaat uit de Pali Canon niet over omdat de Kalama Sutta, hoe waar het ook is wat er in staat, nog al eens misbruikt is om te argumenteren als zou iedereen zelf zou mogen bepalen wat de inhoud van de Dharma, van het boeddhisme, is.

Ik zou er twee vragen aan willen toevoegen waarbij wederom niet alleen aan Zen.Nl gedacht moet worden:

! * Als een groep zich 'Zen ' noemt maar elke verwijzing naar 'boeddhisme' ontbreekt,
!    waarom wordt dan eigenlijk het woord 'Zen' in de aanduiding gebruikt ?

! * Als een groep als doel van de beoefening 'meditatie ' noemt en elke verwijzing
!    naar het boeddhisme ontbreekt, op welke filosofie of levensbeschouwing
!    baseert (de leraar van) deze groep zich dan eigenlijk?

======================================================================

Eigenlijk was ik opzoek naar een procedure of instantie bij de Deutsche Buddhistische Union (DBU) die ingeschakeld kan worden bij laakbaar gedrag van een boeddhistische leraar en/of groep.
Naast de hierboven vertaalde leidraad vond ik zoiets niet.
Wat er nog het dichtste bij kwam, is de website www.buddhistische-sekten.de/ van een (individuele) boeddhistische monnik.
Hier vond ik wel de resultaten van zijn pogingen, de DBU de activiteiten aan te zetten t.a.v. boeddhistische sekten en misbruik. Genoemde leidraad is een van de resultaten ervan.

Verder dit citaat over de meest actuele stand van zaken, dat ik onvertaald laat:
" Auf Initiative Franz Johannes Litschs gab es zur Mitgliederversammlung der DBU am 25. April 2011 einen Workshop zum Thema »Missbrauch«. Dem Workshop waren mehrere Ereignisse in buddhistischen Gemeinschaften in Deutschland vorausgegangen. Von den ca. 50 Teilnehmern des Workshops wurde einstimmig beschlossen, qualifizierte Ansprechpartner und Strukturen innerhalb der DBU zu schaffen, die zweifelnden, irritierten oder aktuell betroffenen Menschen die nötige Unterstützung und Informationen geben. Auch wurde die schon lange von Franz Johannes Litsch vorgeschlagene Idee der Einrichtung eines »Ethik-Rates« und das Aufstellen eines Lehrer-Verhaltenskodex aufgegriffen. Zur Umsetzung dieser Anliegen wurde eine Arbeitsgruppe »Ethikrat« gegründet, die ihr erstes Treffen vom 26.08.–28.08.2011 im Shambala Zentrum in Marburg hatte. Das 2. Treffen dieser Arbeitsgruppe fand vom 16.03.–18.03.2012 in Fulda statt; dabei wurde sich vor allem auf die Erarbeitung einer »Ethik Charta« konzentriert. "
Zie bron .

Conclusie:
Er zit dus iets – in de richting van een ' Ethische Commissie ' - aan te komen, maar er is geen kant en klaar model waarvan in Nederland gebruik kan worden gemaakt.

vrijdag 10 mei 2013

Een twee dagen durend seminar eind oktober over en met concentratie meditatie

Op 29 en 30 oktober 2013 vindt er in Amersfoort een seminar plaats onder de titel
' Maak kennis met de vruchtbare wisselwerking tussen samatha en vipassana;
en het bereiken van jhana
'.
Omdat ik een van de organisatoren ben, in SIM-verband, wil ik er hier aandacht op vestigen.
SIM, dat is de Stichting Inzichts Meditatie, zie de website www.simsara.nl/

De leraar die we hebben kunnen uitnodigen, is Leigh Brasington.
Hieronder de Uitnodiging zoals die ook op de website van de SIM staat.

Beschrijving
Leigh Brasington, een leerling van Ayya Khema, geeft al vele jaren retraites in Amerika (o.a. de Insight Meditation Society) en Europa. Hij heeft zelf ook vele op jhana gerichte retraites gevolgd en heeft een helder zicht op de misverstanden om dit begrip. Zie zijn website http://leighb.com

Eind oktober komt hij naar Nederland en geeft dan een tweedaags seminar, gericht op de beoefening van samatha (kalmte), waarbij hoge concentratie ontwikkeld wordt tot uiteindelijk het niveau van de jhana’s (absorptietoestanden) bereikt zijn.
De twee dagen kunnen afzonderlijk worden bezocht; ze vullen elkaar aan, dus beide bezoeken is geen herhaling. De spreektaal is Engels zijn en de dagen worden overwegend in stilte gehouden.

Hoeveel concentratie is nodig om goed de vipassana-meditatie in te kunnen gaan?
Is dat 'momentane concentratie' of is de zogeheten 'toegangsconcentratie' gewenst?
Is het bereiken van (eerste of hogere) jhana essentieel om 'inzicht' te bereiken?
Leraren en geleerde monniken uit de Theravada-traditie denken daar verschillend over
De laatste jaren is de belangstelling voor de samatha-meditatie in Nederland gegroeid. We realiseren ons de relevantie van de achtste factor van het Edele Achtvoudige Pad: " de juiste concentratie (samma-samadhi) " = de vier jhana's, voor onze beoefening.
Deze seminar is – beide dagen – een combinatie van talks en mediteren. 'Jhana ' komt veel en in detail aan de orde in de Sutta's; daarom zal Leigh ook de kenmerken ('factoren') van de jhana's bespreken, zodat men deze ook bij zichzelf in de meditatie kan herkennen indien ze voorkomen.

Op de 29e spreekt Leigh over 'de betekenis en het resultaat van het spirituele leven'.
De diverse soorten meditatie (vipassana in de zin van het voortdurend toepassen van sati, metta, samatha) en de relatie ertussen komen aan de orde en worden ook ervaren. Ook de combinatie ervan in de anapanasati (zoals beschreven door Buddhadasa Bhikkhu) zal uiteengezet worden.

Op de 30e gaat het over de jhana's: wat ze zijn en hoe ze te bereiken zijn. Duidelijk zal worden dat er verschillende jhana's zijn. Oefeningen worden gedaan die dit meer duidelijk maken, specifiek zal Leigh aandacht schenken aan de vraag: ' hoe concentratie – al dan niet met het bereiken van jhana – te gebruiken in m'n vipassana-meditatie? '

Een aantal malen biedt Leigh ruimte tot het stellen van vragen. Hij zegt over die vragen: 'I like critical – it makes for very interesting questions and answers '.


Praktische informatie
Tijden:
Zowel dinsdag 29 als woensdag 30 oktober: van 10.00 uur tot 17.15 uur
Zaal open 9.30 uur. Er wordt een lunch aangeboden. Zonder overnachting

Kostenbijdrage: € 30 per dag; € 60 voor beide dagen, plus dana voor de leraar
(De twee dagen kunnen afzonderlijk worden bezocht; ze vullen elkaar aan dus beide bezoeken is geen herhaling)

Voor meer informatie / more information:
Joop Romeijn
033 4632869 of jwromeijn@hotmail.com
Website Brasington

Inschrijving vindt plaats door overschrijving van het inschrijfbedrag op giro 8122006
t.n.v. Stichting Inzichts Meditatie te Ezinge onder vermelding: sem. 29-10 en/of 30-10
Daarnaast wordt je verzocht het (Engelse) inschrijfformulier, te vinden op www.simsara.nl/agenda, ingevuld te zenden naar Joop Romeijn.
Op beide plaatsen vermelden om welke dag(en) het gaat.


Als aanvulling op deze aankondiging:

- Informatie over het gebouw van De Oude Viltfabriek te Amersfoort en hoe daar te komen, zie hier

- Meer informatie over Leigh Brasington, over Ayya Khema en over jhana is te vinden op en via zijn website

- Wie een volledige op jhana gerichte retraite bij Leigh wil volgen, kan dit doen van 15 tot 29 november in het Buddhahaus in Kempten, Zuid-Duitsland, zie voor nadere informatie .

- Leigh is ook op 31 oktober en (deels) 1 november nog in Nederland. Mogelijk volgt nog een informeel programma-onderdeel. Suggesties zijn welkom.


Abstract
Invation to participate in a two days seminar oktober 29 and 30, 2013


With or without samatha-meditation: make your own judgement
Samatha in relation to vipassana and jhana.
A seminar given by Leigh Brasington, student of Ayya Khema.
Given on Tuesday, oktober 29 and Wednesday oktober 30 from 10.00 AM till 17.15 (5.15 PM)
in 'De Oude Viltfabriek', Arnhemseweg 47, Amersfoort (website www.deoudeviltfabriek.nl/ )
Welcome at 9.30 The seminar is given in English. There is no overnight facility

Tuesday 29 oktober
Starting with a talk about the fruits of the spiritual life. Overview of different kinds of meditation (vipassana, metta, samatha) and the relation between them. The position of the 'Anapanasati' (as explained by Buddhadasa Bhikkhu) in this spectre.  Guided & silent meditation, questions and answers.

Wednesday 30 oktober
More about samatha-meditation, talks and practicing. Details about jhana's and jhana factors.
'Answer' to the question many will have: 'how to use concentration (with or without really achieving jhana) in my vipassana-meditation '. Guided & silent meditation, questions and answers.

========================================================================

Tot zover de in SIMsara geplaatste uitnodiging.
NOG WAT AANVULLENDE INFORMATIE:


In april werd Leigh Brasington geinterviewd door Ted Meissner van de Secular Buddhist Association . Als introductie tot de seminar-dagen is dit een kleine veertig minuten durende gesprek zeer bruikbaar: zie en hoor hier .

Over een in 2008 door mij gevolgde retraite gegeven door Leigh Brasington beschreef ik mijn ervaringen hier

Zie ook een (boekbespreking van) René van Oosterwijk
Doctrinal backgrounds of Vipassana-meditation
Insight in current methods and according to canonical sources

In SIMsara; en hier
Hierin komen een aantal passages voor over de relatie samatha - vipassana.


BOEKEN EN ANDERE TEKSTEN OVER SAMATHA-MEDITATIE,
EN OVER DE RELATIE VIPASSANA-SAMATHA:


Verdiep je mindfulness - Een stap verder op de weg van meditatie
door Henepola Gunaratana
Uitgeverij Altamira/Becht | november 2011
Een vertaling van Beyond Mindfulness in Plain English; An Introductory Guide To Deeper States Of Meditation
De Engelse titel geeft de inhoud beter weer dan de Nederlandse, verder is er niet zo veelop de vertaling aan te merken, geloof ik.

Mindfulness With Breathing
A Manual for Serious Beginners

door Ajahn Buddhadasa Bhikkhu
Translated from the Thai by Santikaro Bhikkhu
Wisdom Publications, 1988, 1996
M'n favoriete boek over de Anapanasati , helaas nog steeds niet vertaald

Helder inzicht, diepe verstilling;
Handboek boeddhistische meditatie

door Ajahn Brahm
Asoka, 2009
Af en toe wat 'over the top', maar inspirerend

Richard Shankman
The Experience of Samadhi ;
An In-Depth Exploration Of Buddhist Meditation

Als pdf: hier
Als boek: Shambhala Publications Inc, 2008

A Swift Pair of Messengers
Calm with insight in the Buddha’s words

door Bhikkhu Sujato , 2001 & 2012
Hier te downloaden
En hier .

woensdag 8 mei 2013

Problemen bij Zen.Nl blijken ook de BUN te raken

Sinds verleden jaar is Zen.Nl lid van de BUN. Daar was de BUN best trots op, zo’n grote vis binnengehaald, het hielp ook nog bij de erkenning van de BUN door het ministerie van Justitie.
Maar verder beleven ze er weinig lol aan, want de morele deconfiture van Zen.Nl straalt ook af op de andere BUN-leden en met name andere BUN-leden horend bij de Zen-traditie, die waarschijnlijk al langer gene over de Zen.Nl-marketing en invulling van de Dharma moeten hebben gehad.

Het verbaasde me al langer dat de BUN niets deed met de huidige problemen en publiciteit (let goed op: de publiciteit is niet het probleem maar een gevolg van het probleem)

Nu blijkt dat de BUN-voorzitter achter de schermen en informeel wel een poging heeft gedaan, de publiciteit te dempen. Gelukkig (voor degenen die alles willen weten) heeft hij dat onhandig gedaan zodat we nu een hilarisch maar ook treurig makend verhaal kunnen lezen over de contacten van BUN-voorzitter André Kalden met Ron Sinnige op de blog van de laatste:
http://www.ronsinnige.nl/1/post/2013/05/loophaas.html
Het is allemaal nog niet voorbij!

dinsdag 7 mei 2013

Je leraar teleurstellen

Een paar weken geleden was ik op een retraite. Dat moest ik denken aan een 'interview' (een kort gesprek tijdens een retraite) dat ik eens had met Martine Batchelor in een retraite van Stephen en haar.
Ik vertelde over de herhaling van een proces: toen ik een jaar of 17 was moest ik m'n ouders teleurstellen door hen duidelijk te maken dat ik geen Christen was of zou worden, ik deed dat meer indirect in m'n gedrag, door niet meer naar de kerk te gaan en boeken over andere religies te lezen.

En nu ervaar ik bij het boeddhisme soms hetzelfde. Dat ik m'n leraren teleur moet stellen, in ieder geval denk dat ik ze teleurstel.
De reden ervoor is de afgelopen jaren divers geweest.
Waar ik met Martine destijds over praatte was behoorlijk massief, dat ging erover dat ik met geen mogelijkheid in iets als reïncarnatie kon geloven, ik had het wel geprobeerd (probeerde een compleet Theravadin te zijn) maar het lukte niet, ook al stokten daardoor gesprekken over de Dhamma.

Een andere vorm is (tijdelijk) naar een andere leraar gaan, of naar een retraite met een andere boeddhistische school of een andere meditatie-methode; een soort ' spiritueel vreemdgaan '.
Ook hier weer het idee van de leraar teleurstellen, zonder dat dat altijd onder woorden wordt gebracht (bijna nooit eigenlijk).

En dan heb ik het niet over het teleurgesteld afhaken, of gewoon afhaken om de aangeboden methode niet 'mijn ding' lijkt te zijn. Dat heb ik ook wel gehad toen ik nog aan het shoppen was
Vreemd eigenlijk, ik weet dat ik m'n beoefening voor mezelf doe (okee, ook voor de mensheid , voorzover ik bodhisattva probeer te zijn), maar het lijkt er soms op dat ik haar voor m'n leraar doe, om de ander een plezier te doen.

Een andere, en subtiele vorm daarvan, ervaarde ik ook verleden week weer.
Bij sommige meditatie-vormen kan er plotseling een nieuwe fase ingaan, een doorbraak plaatsvinden.
Dat schijnt ook bij Zen het geval te zijn maar daar heb ik niet zo'n verstand van.
Wat ik deed was het beoefenen van concentratie-meditatie (samatha, de vorm die naast vipassana staat) waarin op een gegeven moment het bereiken van 'jhana ' (ook wel genoemd 'absorptie'). In de dagelijkse interviews vertelde ik hoe het er mee stond. Opnieuw merkte ik dat ik graag m'n leraar (van dat moment) een plezier wilde doen en fundamentele vooruitgang rapporteren en dacht ik haar te teleurstellen dat dat niet kon.
Gelukkig heb ik dan weer wel voldoende 'aandachtigheid' om die tendensen bij mezelf op te merken. Maar raar blijft het. Want waarom zou je je leraar een plezier willen doen wat betreft je beoefening? Dat helpt toch niemand?

Er is natuurlijk ook het verschijnsel dat een leraar de leerling teleurstelt, door kinderachtig (bv geldbelust), door bepaalde leerlingen als lievelingetje te behandelen (in de beleving van de leerling uiteraard) of onethisch gedrag. Kortom door de Dhamma/Dharma op een ongeloofwaardige manier te brengen.
Als het je lukt, je van zo'n leraar los te maken, zal je hem of haar teleurstellen.
Daar zou ik me dan maar geen zorgen over maken.

De ideale leraar is (voor mij) degene die je teleurstelt door hem of haar niet teleur te stellen.
Of, zoals Martine Batchelor destijds tegen me zei: er zijn leraren die niet zo aan hun leerlingen gehecht zijn , die ze moeiteloos naar een andere leraar kunnen laten gaan.

zondag 5 mei 2013

Dood gaan voor beginners

" Le silence eternel des ces espaces infinis m effraie"
Blaise Pascal

Er zijn mensen die geloven in reïncarnatie of in wedergeboorte.
En er zijn mensen die zich vorige levens (zeggen te) herinneren; die 'geloven' niet, die weten.
En die herinneren zich dus ook hoe het is, dood te gaan, dat hebben ze op diverse manier ondergaan ('gedaan' lijkt me te actief uitgedrukt)
Ik hoor daar niet bij, ik heb het nog nooit gedaan - dood gaan - ik weet het niet.

Ik ben een absoluut beginner op het gebied van het (zelf) sterven.
(Volgens mij is iedereen dat maar daar wil ik het dit keer niet over hebben.)
Is daar niets aan te doen?
Okay, door dood te gaan natuurlijk maar daar heb ik niet veel aan.
Het gaat me om het me voorbereiden op m'n sterven, m'n dood gaan en m'n dood zijn.
Het 'memento mori' , 'gedenk te sterven', dus.

Een manier is, vaker zelf in de nabijheid van (andere) stervenden te zijn. Want behalve bij een beperkt aantal familieleden ben ik er niet zo veel bijgeweest.
Ik heb een poging ondernomen als vrijwilliger actief te zijn in een hospice in mijn woonplaats. Mooi werk, voor mensen van alle gezindten, bij de stervenden dan, niet bij de vrijwilligers. Die moeten positief-christelijk zijn, en dat kon en wilde ik niet invullen.

Erover lezen is voor mij een logische stap. Als ik iets wil begrijpen (wat ik niet kan ervaren), ga ik er literatuur over zoeken: wetenschappelijke en ervarings-literatuur.
En er over contempleren is een andere stap.
De meeste teksten die ik gevonden heb, gaan over stervensbegeleiding of over het rouwen van nabestaanden over de dood van geliefden, zoals twee recente boeken van Christa Anbeek.
Ik zoch echter over m'n eigen dood, van binnen uit zogezegd, over de fenomenologie van het doodgaan.
Een onmogelijke opgave, maar toch de moeite waard (net als het leven zelf).

Een facet uit het inhoudsrijke boek ' Being with Dying - Cultivating Compassion and Fearlessness in the Presence of Death ' van Joan Halifax dat me frappeerde en als een soort waarschuwing werkt. Namelijk om me niet een ideale dood, een mooi sterfbed voor te stellen met al degenen waar ik van houd om me heen en zachtjes en helder van geest alles los latend.
Geen verwachtingen hebben, het gaat zoals het gaat, dood-gaan ook al .
Misschien wordt het een fatale hartaanval, of kreperend van de pijn door een kanker, of verdwijnend in Alzheimer, of de plotselinge dood van een verkeersongeluk.

En dan dat citaat uit de 'Pensées' van Blaise Pascal, wat is daar mee?
" Le silence eternel des ces espaces infinis m'effraie"
Vrij vertaald: ' de eeuwige stilte van de oneindige ruimten maakt me bang '.
Ben ik bang, heb ik doodsangst, angst voor de leegte na de dood of juist voor wat er wel is?
Ik dacht het niet, maar ben er ook niet helemaal zeker van.
Ik ben tenslotte nog niet aan het dood gaan, in zekere zin dan;
in andere zin ben ik daar al vanaf m'n geboorte mee bezig.
We zien wel.


Drie teksten wil ik citeren, teksten die mij behulpzaam zijn in mijn (onsystematische) contemplaties; plus een aankondiging:

' Ons ware thuis ' door Ajahn Chah .
Geen troost maar helderheid biedend

' Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn? ' door Henk Blezer .
Ik citeer alleen passages uit het begin van dit artikel, de feitelijke delen, niet de er op volgende (in mijn ogen) speculatieve passages.

' Tegen de zon in kijken; doodsangst en hoe die te overwinnen ' door Irving D. Yalom
Een mooi beeld: het 'gedenk te sterven' is een soort 'tegen de zon inkijken', dat kan dus niet.
Gaat (gelukkig) niet alleen of doodsangst, ook wel over iets minder enge gevoelens.

' Living in the Light of Death; On the Art of Being Truly Alive ' door Larry Rosenberg .
Aan dit boek ben ik net begonnen. Lijkt me zeer nuttig voor mijn contemplaties.

Of de lezer hier ook iets aan heeft?
Dat weet ik natuurlijk niet. Mijn dood is hun dood niet en hun dood is mijn dood niet
Maar wie weet.



Ons ware thuis
door Ajahn Chah

"( Lezing voor een vrouw op haar sterfbed )

Neem nu het besluit om met respect te luisteren naar de Dhamma. Probeer zo aandachtig te zijn op mijn woorden, als was het de Boeddha zelf die hier voor je zit. Sluit je ogen en maak het jezelf gemakkelijk, concentreer je geest en ontwikkel eenpuntigheid van geest. Sta nederig toe dat het drievoudige juweel van wijsheid, waarheid en zuiverheid zich nestelen in je hart, als een manier om je respect te tonen aan de Verlichte.
Ik heb vandaag niets materieels om je te geven meegebracht, slechts Dhamma: leringen van de Boeddha. Luister goed naar me, je moet begrijpen dat zelfs de Boeddha, ondanks zijn enorme verworvenheden, toch de fysieke dood moest ondergaan. Hij was op hoge leeftijd wanneer hij afstand deed van de zware last van het lichaam. Nu moet ook jij leren om tevreden te zijn met de vele jaren dat je vertrouwd hebt op je lichaam. Je zou het gevoel moeten hebben dat het genoeg is.
Je kunt het vergelijken met huishoudelijke artikelen die je al een lange tijd in je bezit hebt. - kopjes, borden, pannen etc. Op het moment dat je ze aanschaft blinken ze en zijn ze schoon, maar na ze al zolang gebruikt te hebben, beginnen ze te verweren. Het vertoont barsten of is intussen al gebroken of verdwenen, en wat niet verdwenen is, is verweerd of heeft geen stabiele vorm meer, en het is volkomen natuurlijk dat het zo gaat. Jouw lichaam is van dezelfde aard - het is voortdurend in verandering geweest vanaf het moment van je geboorte, door je kindertijd en door je latere jeugd, totdat je nu een hoge leeftijd hebt bereikt. Accepteer het. De Boeddha zei dat alle geconditioneerde samengestelde dingen (sankharas) - of ze nu inwendig zijn, lichamelijk of uitwendig, ze zijn allemaal zonder zelf, het is in hun natuur om te veranderen. Contempleer op deze waarheid tot het duidelijk je wordt.
Deze homp vlees in verval is waarheid, saccadhamma. De ware natuur van dit lichaam is saccadhamma, en het is wat de Boeddha ons voortdurend leert. De Boeddha leerde ons om naar het lichaam te kijken, te contempleren op het lichaam en om te ontdekken wat haar werkelijke natuur is. We moeten in alle rust bij het lichaam kunnen verwijlen, ongeacht de staat waarin het verkeert. De Boeddha leerde ons dat we ons moesten overtuigen dat het slechts het lichaam is dat opgesloten is in een gevangenis, en dat je je geest daarbij niet ook gevangen zet. Nu je lichaam op deze leeftijd begint af te takelen; verzet je er niet tegen, maar zorg dat je geest niet meegetrokken wordt in deze aftakeling, hou je geest daarvan gescheiden. Geef energie aan de geest door te beseffen hoe de dingen werkelijk zijn. De Boeddha leerde ons dat dit de natuur is van het lichaam, het is niet anders. Dat je geboren bent betekent automatisch dat het oud en ziek wordt en uiteindelijk volgt de dood. Dit is de grote waarheid waar je nu mee geconfronteerd wordt. Kijk met wijsheid naar het lichaam en je zult het begrijpen.
Zelfs als je huis overstroomt is met water of tot de grond toe afbrandt, wat het gevaar ook is wat het bedreigt, laat het niet op mr betrekking hebben dan alleen het huis. Als het overstroomt, laat dan niet ook je geest overstromen. Als er brand is, laat niet ook je hart in vlammen opgaan, laat het beperkt blijven tot het huis. Het huis dat overstroomt of verbrand, is buiten je, is niet je geest. Sta je geest toe je gehechtheden los te laten. Het is nu de tijd.

Je hebt al heel lang geleefd. Je ogen hebben een ontelbare hoeveelheid kleuren en vormen gezien, je oren hebben veel geluiden gehoord, en je hebt vele ervaringen ondergaan. En het was ook niet meer dan dat - slechts ervaringen. Je hebt heerlijke maaltijden gegeten, en al die fijne smaken waren alleen maar goede smaken, niets meer dan dat. Een vieze smaak is alleen maar een vieze smaak, niet meer dan dat. Als het oog een mooie vorm ziet, dan is dat alles wat er is, alleen maar een mooie vorm. Een lelijke vorm is alleen maar een lelijke vorm. Het oor hoort een meeslepend, melodieus geluid en ook dat is niet meer dan dat. En hetzelfde geldt voor een ruw en disharmonisch geluid.
De Boeddha zei dat rijk of arm, jong of oud, mens of dier, geen enkel wezen in deze wereld voor langere tijd in een bepaalde staat kan blijven; in alles ervaar je verandering en vervreemding. Dit is een feit in het leven wat we niet kunnen veranderen. Maar wat we volgens de Boeddha wel kunnen doen is contempleren op het lichaam en op de geest zodat je het onpersoonlijke herkent, zodat je ziet dat niets hierin "ik" is of "mijn". Alles is voorlopige werkelijkheid. Het is hetzelfde als met dit huis. Alleen in naam is het van jou, je kunt het nergens mee naar toe nemen. Hetzelfde wat betreft je bezittingen en je familie - zogezegd, formeel zijn ze van jou, ze behoren je niet werkelijk toe, ze behoren tot de natuur. Dit is geen waarheid die alleen jou aanspreekt, iedereen zit in dezelfde positie, zelfs de Boeddha en zijn verlichte leerlingen. Zij verschilden echter van ons in een enkel aspect en dat was hun acceptatie van de dingen zoals ze werkelijk zijn. Ze zagen dat het niet anders kan zijn.
De Boeddha leerde ons dus om het lichaam te observeren, van de zolen van de voet omhoogbewegend naar de kruin op je hoofd en dan weer terug naar de voetzolen. Kijk gewoon eens goed naar het lichaam. Wat zie je dan allemaal? Kun je iets vinden wat vrij is van onzuiverheden? Kun je ergens iets vinden wat onveranderlijk is of blijvend? Dit lichaam is voortdurend in verval, en de Boeddha leerde ons om te zien dat het ons niet toebehoort. Het is de natuur van het lichaam om zo te zijn omdat alle geconditioneerde dingen onderhevig zijn aan verandering. Hoe zou je willen dat het anders was? In feite is er niets mis met het lichaam zoals het is. Het is niet het lichaam dat je lijden veroorzaakt maar het verkeerde denken. Als je wat juist is als fout ziet, dan kan er alleen maar verwarring bestaan.

Het is als het water in een rivier. Op een natuurlijke manier srtroomt het stroomafwaarts, het stroomt nooit omhoog, dat is de natuur van water. Als iemand aan de oever van een rivier staat te kijken hoe het water langzaam stroomafwaarts gaat, en hij krijgt het in z'n hoofd om te denken dat het water de andere kant op zou moeten stromen, betekent dat hij moet lijden. Zijn verkeerde manier van denken ontneemt hem zijn rust. Zijn verkeerde zienswijze, denken dat de stroom de andere kant op zou moeten gaan, maakt hem ongelukkig. Als hij de juiste zienswijze had gehad, dan had hij gezien dat het onoverkomelijk is dat het water stroomafwaarts beweegt, en zolang hij dat feit niet kan accepteren, raakt hij geagiteerd en van streek.
De rivier die stroomafwaarts moet bewegen is als je lichaam. Jong geweest is je lichaam nu oud, en meandert nu naar zijn einde, de dood. Ga niet wensen dat het anders was, het is iets waar je geen invloed op hebt. De Boeddha zei ons te kijken naar hoe de dingen zijn om dan onze gehechtheid hieraan los te laten. Neem dit gevoel van laten gaan als je toevlucht. Blijf zelfs mediteren als je moe en uitgeput bent. Blijf met je aandacht bij de ademhaling. Neem een paar diepe ademhalingen, en vestig je aandacht op de ademhaling, waarbij je de mantra "Boeddho" gebruikt. Maak van deze oefening een gewoonte. Naarmate je uitputting erger wordt, moet je concentratie subtieler en gerichter worden zodat je kunt omgaan met de pijnlijke sensaties die opkomen. Als je vermoeidheid voelt, laat alle denken gaan, laat de geest zich verzamelen, en ga dan naar het weten van de ademhaling. Hou je bij de innerlijke recitatie "Boed-dho, Boed-dho" Laat alles wat buiten je is gaan. Hou niet vast aan de gedachten over je kinderen en familieleden, hou je nergens aan vast. Laat gaan.

Maak de geest eenpuntig en richt hem op de adem. Maak van je adem het enige object voor je aandacht. Concentreer je totdat je geest meer en meer verfijnd wordt, totdat gevoelens onbelangrijk worden en er een grote innerlijke helderheid is ontstaan. Pijnlijke gevoelens die ontstaan zullen dan als vanzelf weer verdwijnen. Uiteindelijk zul je naar de adem kijken als naar een goede bekende die je op is komen zoeken. Als de bezoeker vertrekt, brengen we hem naar de deur en zwaaien hem uit. We wachten totdat hij uit het zicht verdwenen is waarna we weer naar binnen gaan. Zo ook kijken we naar de ademhaling.
Als de ademhaling diep is, dan weten we dat hij diep is. Is de ademhaling zwak, dan weten we dat hij zwak is. Als het steeds zwakker wordt blijven we het volgen, terwijl we tegelijkertijd onze geest waakzaam houden. Uiteindelijk verdwijnt de ademhaling helemaal, en wat overblijft is waakzaamheid. Dit wordt genoemd: het ontmoeten van de Boeddha. Het heldere gewaarzijn dat Boeddho genoemd wordt, de Wetende, de Wakkere, de Stralende. Het is een ontmoeten en verblijven bij de Boeddha, met een heldere en wetende geest. Het was de Boeddha van vlees en bloed die het Parinibbana inging. De werkelijke Boeddha, de Boeddha die - helder en stralend - weet, kunnen we ook vandaag de dag nog ervaren en bereiken, en als we dat doen, dan zijn we n in ons hart.
Laat dus alles los, zet alles naast je neer, alles behalve 'weten'. Laat je niet afleiden door beelden en geluiden die in je meditatie opduiken. Zet ze naast je neer. Hecht je nergens aan. Blijf bij dit non-dualistische gewaarzijn. Maak je geen zorgen om het verleden of de toekomst. Ben alleen maar stil, en je zult in de toestand komen dat er geen vooruitgang meer is, geen achteruitgang, en ook geen stilstand, waar niets is waar je je aan kunt oriënteren of waar je houvast aan hebt. Waarom? Omdat er geen 'zelf' is, geen 'mijn' of (van) 'mij', dat is allemaal verdwenen.

De Boeddha leerde ons om ons op deze wijze vrij te maken van alles, op te houden om alles met ons mee te dragen. Om te weten, en om het na het te hebben geweten te laten gaan. 
Het verwerkelijken van de Dhamma, het pad dat leidt naar vrijheid van de kringloop van leven en dood, is een taak die we helemaal alleen moeten doen. Probeer dus voortdurend los te laten, probeer de leringen van de Boeddha te begrijpen. Probeer je werkelijk in te zetten in je contemplatie. Maak je geen zorgen om je familie. Op het moment zijn ze zoals ze zijn, en eens zullen ze zijn zoals jij. Er is niemand op deze wereld die dat lot kan ontsnappen. De Boeddha zei ons om alles los te laten wat geen blijvend karakter heeft. Wanneer je alles hebt losgelaten openbaart zich waarheid, loslaten is een absolute voorwaarde. Dat is hoe het werkt, en het werkt zo voor iedereen in deze wereld. Maak je dus geen zorgen, en probeer nergens houvast in te zoeken. 
Zelfs als je jezelf terugvindt, verzeild in gedachten, ook dat is prima, zolang er wijsheid is in je denken. Denk geen domme gedachten. Als je aan je kinderen denkt, denk dan aan ze met wijsheid. Waar de geest zich ook op richt, denk en weet dat dan met wijsheid, bewust van de aard van de geestelijke activiteit die plaatsvindt. Denk je aan iets met wijsheid, dan kun je het laten gaan, en dat betekent dat lijden tot een einde komt. De geest is helder, verheugd en vreedzaam, en omdat het niet gericht is op afleiding is het onverdeeld. Op dit moment is het je adem die je hierin kan ondersteunen en helpen.

Dit is jouw werk, van niemand anders. Laat het aan anderen om hun werk te doen. Jij hebt je eigen plichten en verantwoordelijkheden en je hoeft die van je familie niet op je te nemen. Neem niets anders op dan wat van jou is, laat het allemaal gaan. Het loslaten zal je geest kalmeren. Je enige verantwoordelijkheid is nu om je geest te concentreren en het tot rust te brengen. Laat alles achter, en bekommer je om je eigen werk, bekommer je om je eigen verantwoordelijkheid. Wat er ook opkomt in je geest, of het nu angst is of pijn, de angst voor de dood, bezorgdheid om anderen of wat dan ook, zeg dan: "Val me niet lastig, dit is mijn zorg niet meer." Blijf dit tegen jezelf zeggen als je de dhammas ziet opkomen.
Waar verwijst het woord dhamma naar? Alles is dhamma. Er is niets wat geen dhamma is. En wat wat betreft 'wereld'? De wereld is de mentale toestand die je prikkelt op dit moment. "Wat zal deze persoon gaan doen? Wat zal die persoon gaan doen? Wie zal voor ze zorgen als ik dood ben? Zullen ze het wel redden?" Dit is allemaal slechts 'werelds'. Zelfs het opkomen van de gedachte van angst voor de dood is de wereld. Gooi de wereld weg. De wereld is zoals hij is. Je geest wordt verduisterd en kan zichzelf niet meer zien als je de wereld toestaat op te komen in je geest en je bewustzijn laat domineren. Dus wat er ook opkomt in je geest, zeg gewoon: "Dit gaat me niet aan, deze dingen zijn tijdelijk, onbevredigend en niet-zelf".
Denken dat je nog een hele tijd zo moet leven maakt dat je lijdt. Maar denken dat je liever nu meteen zou willen sterven, is ook niet goed, dat is ook lijden. Alle dingen zijn voorwaardelijk, en behoren ons niet toe, ze volgen hun eigen natuurlijke wetten. Je kunt niets veranderen aan hoe het lichaam is. Je kunt het een beetje verfraaien, het aantrekkelijker maken, en het schoon houden, zoals jonge meisjes doen die hun lippen verven en hun nagels laten groeien, maar als we ouder worden zitten we allemaal in dezelfde boot. Dat is hoe het lichaam is, je kunt er niets aan veranderen. Wel kun je je geest verbeteren en mooier maken.

Iedereen kan een huis bouwen van hout en stenen, maar de Boeddha leerde ons dat zo'n huis niet ons werkelijke (t)huis is. Het is slechts in naam van ons. Het is een werelds huis, wat aan wereldse wetten gebonden is. Ons ware (t)huis is innerlijke vrede. Een huis kan heel mooi zijn, maar is niet erg vredig. Je maakt je er zorgen over, dan weer dit en dan weer dat, je maakt je er angstig over. Daarom zeggen we: 'het is niet ons ware (t)huis', het is iets wat buiten ons is, er komt een tijd dat we het op moeten geven. Het is geen plek waar we permanent in zullen wonen omdat het ons niet echt toebehoort, het behoort de wereld toe.
En ook met ons lichaam is het zo. We zien het als ons zelf, zien het als 'ik' of 'mijn', maar in werkelijkheid is het helemaal niet zo, is het ook 'n werelds huis. Je lichaam heeft zijn natuurlijke verloop gevolgd van geboorte tot nu, nu het oud is en ziek, en je kunt het niet verbieden om zo te doen omdat het lichaam nu eenmaal zo is. Als je zou willen dat het anders zou zijn, zou net zo belachelijk zijn als wanneer je zou willen dat een eend zich als een kip zou gaan gedragen. Als je ziet dat dat onmogelijk is, dat een eend zich dient te gedragen als een eend, dat een kip een kip moet zijn, en dat lichamen oud moeten worden en sterven, dan zul je hierin kracht en energie vinden. Hoe je ook zou willen dat het lichaam altijd maar door zal gaan, en heel lang zal leven, het zal toch niet gebeuren.

The Boeddha zei:
Annicca vata sankhara - Uppadavayadhammino - Upajjhitva nirujjhanti - Tesam vupasamo sukho.
Het woord 'sankhara' heeft betrekking op dit lichaam en deze geest. Sankharas zijn tijdelijk en veranderlijk. Ze komen en gaan. Ze ontstaan en verdwijnen, worden geboren en sterven, en toch wil iedereen dat ze onvergankelijk zijn. Dit is dwaasheid. Kijk slechts naar de adem. Als je in hebt geademd, adem je weer uit. Dat is de natuur van ademen, dat is hoe het moet zijn. Inademen en uitademen moeten elkaar afwisselen, deze verandering moet er voortdurend zijn. Sankharas bestaan door verandering, je kunt dat niet verhinderen. Denk eens: kun je uitademen zonder inademen? Zou dat goed voelen? Of alleen maar inademen? We willen dat dingen blijvend zijn, maar dat kan niet, dat is onmogelijk. Als je ingeademd heb, moet je ook weer uitademen, en als je uitgeademd hebt moet je ook weer inademen en dat is de natuur, of niet soms? Als je geboren bent worden we ook oud en ziek, en dat is volkomen natuurlijk en normaal. Omdat de sankharas hun werk doen, alleen omdat de inademing en de uitademing elkaar voortdurend afwisselen is het mogelijk voor de mens om te bestaan.
Op het moment dat we geboren zijn zijn we ook dood. Onze geboorte en onze dood zijn slechts n ding. Het is als met een boom: Als er wortels zijn, dan moeten er ook takken zijn. Als er takken zijn, dan moeten er ook wortels zijn. Je kunt niet het een hebben zonder het ander. Het is enigszins grappig om te zien hoe mensen bij een overlijden zo bedroefd zijn en in verwarring, en zo blij en verrukt bij een geboorte. Het is allemaal vanwege onze verblinding; niemand neemt de moeite om het eens goed te bekijken. Ik denk als je werkelijk wilt huilen, huil dan liever wanneer iemand geboren wordt. Want in feite is geboorte dood, en dood is geboorte - de wortel is de tak, de tak is de wortel. Als je moet huilen, huil dan bij de wortels, huil dan bij de geboorte. Bekijk het eens goed: Als er geen geboorte was, was er ook geen sterven. Kun je dit begrijpen?
Denk niet te veel na. Denk alleen maar "Dit is hoe de dingen nu eenmaal zijn". Dat is je werk, jouw taak. Op dit moment kan niemand je helpen. Er is niets dat je familie of je bezittingen voor je kunnen doen. Het enige wat je nu kan helpen is het juiste gewaarzijn.
Dwaal niet af. Laat het gaan. Gooi alles overboord. Of je nu kunt laten gaan of niet, de tijd begint te komen dat alles je toch gaat verlaten. Zie je hoe alle delen van je lichaam proberen weg te glippen? Neem bijvoorbeeld je haar. Toen je jong was waren ze dik en zwart. Nu vallen ze langzaam uit, het is je aan het verlaten. Je ogen waren scherp, en nu zijn ze zwak en onhelder. Als je organen op zijn vertrekken ze, dit is niet hun thuis. Als kind had je sterke stevige tanden terwijl ze nu loszitten of misschien heb je zelfs valse tanden. Je ogen, oren, je neus en je tong, alles probeert van je weg te komen omdat dit niet hun thuis is. Je kunt je geen permanent thuis maken in een sankhara. Je kunt er voor een tijdje verblijven, maar dan moet je gaan. Het is als een huurder die zijn kleine huisje bekijkt met ogen die niet meer al te goed zien, Zijn tanden en ook zijn oren zijn niet meer zo al te best. Zijn lichaam gaat over de jaren sterk achteruit, en alles is bezig om te vertrekken.

Je hoeft je dus ook nergens zorgen om te maken omdat dit niet je echte thuis is. Het is slechts een tijdelijke verblijf waar je hebt geschuild. Je bent in deze wereld gekomen en daarom moet je contempleren op haar natuur. Alles wat er is bereidt zich voor om te verdwijnen. Kijk naar je lichaam: is er iets in je lichaam wat nog dezelfde vorm had als voorheen? Is je huid zoals het geweest is? Je haren, die zijn ook niet meer hetzelfde, nietwaar? Waar is het allemaal gebleven? Dit is de natuur van de dingen. Als hun tijd voorbij is, gaan de voorwaardelijke dingen hun eigen weg. Er is niets in deze wereld waar je steun bij kunt vinden. - het is een eindeloze kringloop van opwinding en problemen, plezier en pijn. Er is geen vrede.
Als we geen echt thuis hebben zijn we als een doelloze reiziger, ergens onderweg, een tijdje die richting en dan weer een andere richting, een tijdje blijven en dan weer vertrekken. Tot we ons echte thuis gevonden hebben, zullen we ons ongemakkelijk voelen bij alles wat we doen. Het is als iemand die net zijn dorp verlaten heeft voor een lange reis. Pas wanneer hij weer thuis komt voelt hij zich weer op z'n gemak en kan hij weer ontspannen.

Echte vrede kan nergens op deze wereld gevonden worden. De armen kennen geen vrede, en evenzo de rijken. Volwassenen hebben geen vrede, kinderen hebben geen vrede. De laag-opgeleiden hebben geen vrede, en ook de hoog-opgeleiden niet. Er is nergens vrede te vinden. Dat is karakteristiek aan deze wereld. 
Degenen die weinig bezittingen hebben lijden, en evenzo lijden zij die veel bezitten. Kinderen, volwassenen, oude mensen, iedereen lijdt. Het lijden omdat je oud bent, lijden omdat je jong bent, het lijden veroorzaakt door je armoe, het lijden veroorzaakt door weelde, overal vind je lijden.
Wanneer je de dingen op deze wijze nauwkeurig contempleert, zie je annicam, de tijdelijkheid van de dingen. En ook dukkham, de onbevredigendheid van alle dingen. En waarom zijn ze nooit blijvend, en altijd onbevredigend? Dat is omdat ze annatta zijn: niet-zelf.
Zowel je lichaam, nu ziek en pijnlijk, en je geest die de ziekte en de pijn gewaarwordt, beide zijn dhammas. Dat wat geen vorm heeft, de gedachten, de gevoelens, het waarnemen wordt nama-dhamma genoemd. Het stoffelijk lichaam wordt rupa-dhamma genoemd. Het stoffelijke is dhamma en ook het onstoffelijke is dhamma. We leven met dhammas, in dhammas, we zijn in feite dhammas. In feite is er nergens zoiets als een 'ik' of 'zelf' te vinden, het enige wat je vindt zijn dhammas, voortdurend verschijnend en weer verdwijnend, geheel volgens hun natuur. Iedere seconde ondergaan we leven en dood. Dit is hoe de dingen in wezen zijn.

Als we aan de Boeddha denken, aan de wijsheid die hij ons gegeven heeft voelen we verering, toewijding en respect. Zelfs zonder de Dhamma in praktijk te brengen zien we soms de waarheid van zijn leer. Maar ook al hebben we kennis van zijn leer, als we ze goed bestudeerd hebben, en in praktijk gebracht, maar niet de waarheid ervan gezien, dan zijn we nog altijd thuisloos.
Probeer dus begrip te krijgen voor het feit dat alle mensen, alle wezens, uiteindelijk moeten vertrekken. Als een wezen zijn tijd geleefd heeft, gaat hij zijn natuurlijke weg. De rijken, de armen, de jongeren, de ouderen, alle wezens moeten deze verandering ondergaan.
Als je je realiseert dat de wereld zo in elkaar zit, begint de wereld je als het ware te vervelen. Het is een ontluisterende ervaring om te zien dat er in deze wereld niets is wat blijvend, stabiel is, niets blijvends om aan vast te houden. Dat je ontsteld bent, wil niet zeggen dat je aversie hebt. De geest is helder. De geest ziet dat er weinig te verbeteren valt, dat het allemaal gewoon is zoals de wereld in wezen is. Als je op deze wijze de wereld beziet kun je je gehechtheden loslaten. Laat het gaan met een geest die noch blij is noch bedroefd, maar in vrede met de sankharas door met wijsheid hun veranderende natuur te zien. Anicca vata sankharam - alle sankharas zijn vergankelijk.

Om het eenvoudig te zeggen: vergankelijkheid is de Boeddha. Als we een vergankelijk, tijdelijk fenomeen helder waarnemen zien we dat er wel iets onvergankelijks, iets wat altijd blijvend is aan zit. Blijvend is dat het altijd en eeuwig onderhavig is aan verandering. Dat is het enige houvast dat we als mensen hebben. Er is een voortdurende transformatie gaande, van kind-zijn naar jeugd, en later de ouderdom, en die vergankelijkheid, de karakteristiek van verandering, is het enige wat vaststaat in ons leven. Als je er op die manier naar kunt kijken, komt je geest tot rust. Je bent niet de enige die hier doorheen moet, dit geldt voor iedereen.
Als je dingen op deze wijze beschouwt, zul je ze als vervelend zien, en teleurstelling zal opkomen. De verrukking die je ervaart in de wereldlijke genoegens zal verdwijnen. Je zult zien dat wanneer je veel hebt, je veel achter zult moeten laten, dat als je weinig hebt, je weinig achter hoeft te laten. Weelde is niet mr dan weelde. Een lang leven is gewoon lang leven, en daar is niets speciaals aan.
Belangrijk is dat we doen zoals de Boeddha ons leerde en ons eigen huis bouwen op de manier die ik je heb uitgelegd. Bouw je huis door te laten gaan. Laat alles gaan tot de geest vrede vindt, vrij van vooruitgang, vrij van achteruitgang, vrij van stilstand. Blijdschap is niet ons huis, pijn is niet ons huis. Blijdschap en pijn zullen allebei weer verdwijnen.

De Boeddha zag dat alle sankharas vergankelijk zijn, en daarom leerde hij ons om al onze gehechtheden te laten gaan. Als we op het einde van ons leven zijn hebben we zowiezo geen keuze, we kunnen niets met ons meenemen. Zou het dan niet beter zijn om al eerder alles naast je neer te zetten. Het is een zware last om er mee rond te lopen. Waarom niet nu meteen die zware last van je afgegooid? Waarom loop je ermee te zeulen? Laat het gaan, ontspan je, en laat je familie voor je zorgen.
Diegenen die de zieken verzorgen groeien in hun deugd. Iemand die ziek is moet anderen de gelegenheid daartoe geven, en ze niet te veel in de weg leggen. Als er pijn is of een ander probleem, laat ze dat dan weten zonder de goede staat van je geest kwijt te raken.
Iemand die zijn ouders verzorgt, moet zijn geest vullen met warmte en vriendelijkheid, en niet gevangen raken in aversie. Dit is een uitstekende gelegenheid om je schuld af te betalen. Vanaf je geboorte tot je volwassenzijn ben je afhankelijk geweest van je ouders. We zijn vandaag hier omdat onze vaders en onze moeders ons op allerlei wijzen geholpen hebben. We zijn ze een ongelooflijke hoeveelheid dankbaarheid verschuldigd.

Vandaag dus, nu alle kinderen en verwanten hier bijeen zijn, zie hoe je ouders je kinderen geworden zijn zoals eerst jij hun kind was. Ze worden ouder en ouder tot ze weer kind geworden zijn. Hun herinneringen verdwijnen, hun ogen zien niet meer zo goed en hun oren horen niet meer, soms verdraaien ze hun woorden. Laat het je niet verontrusten of opwinden. Ieder van jullie die hier helpen bij hun verzorging moeten weten hoe ze los kunnen laten. Hou je niet vast aan dingen, laat gaan, laat de dingen hun eigen weg volgen. Als een klein kind ongehoorzaam is laten de ouders het kind gewoon z'n gang gaan, alleen maar om de vrede te bewaren en om het gelukkig te maken. Nu zijn je ouders als die kinderen. Hun herinneringen en hun indrukken zijn verward. Soms halen ze jullie namen door elkaar, of je vraagt ze om een kopje te geven en ze geven een bord. Dat is normaal, laat je daardoor niet verontrusten of wind je daarover niet op.
Laat de zieke zich de vriendelijkheid herinneren van degene die hen verpleegt en geduldig de pijn verdragen. Span je geestelijk in om je geest niet onrustig en verward te te laten worden, en maak het de mensen die je verzorgen niet moeilijk. Laat degenen die de zieken verzorgen hun geest vullen met deugdzaamheid en vriendelijkheid. Probeer geen aversie te hebben tegen de onaantrekkelijke zijde van het werk, om braaksel op te ruimen of speeksel, of urine of uitwerpselen. Doe je best, zodat iedereen in de familie zijn steentje bijdraagt.
Dit zijn de enige ouders die je hebt. Zij gaven je het leven, waren je leraren, je verplegers, ze zijn alles voor je geweest. Dat ze je grootgebracht heben, je onderwezen, hun rijkdom met je gedeeld hebben, en je tot hun erfgenaam hebben gemaakt is de grote verdienste van je ouders. Daarmee verbonden leerde de Boeddha ons de deugden katannu en katavedi, besef hebben van onze diepe dankbaarheid, en proberen om het terug te geven. Deze twee dhammas vullen elkaar aan. Als onze ouders in de problemen zijn of ziek, dan doen we ons best om ze te helpen. Dit is Katannukatavedi, de deugd waardoor de wereld voortgang vindt. Het voorkomt dat families uit elkaar vallen en maakt ze stabiel en harmonieus.

Vandaag heb ik je de Dhamma als een gift in deze sombere tijd van ziekte gegeven. Ik heb geen materiële giften om je te geven, dat is ook al voldoende aanwezig is in dit huis, en daarom geef ik je de Dhamma. Iets van blijvende waarde, iets waar je voor altijd uit kunt putten. Je hebt het nu van mij gekregen. Je kunt het aan zoveel mensen doorgeven als je wilt, zonder dat het zijn waarde verliest. Dat is de natuur van deze waarheid. Ik ben blij dat ik je deze Dhamma-gift heb kunnen geven en hoop dat het je de kracht zal geven om om te gaan met je pijn.
"



Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn? '
door Henk Blezer
Ik citeer alleen uit het eerste, het meest feitelijke deel van dit artikel en sla Tibetaanse woorden zoveel mogelijk over.

" Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn?
Ik doel nu niet zozeer op die kant en klare voorstellingen—voorge­sne­den, gedroogd en in zakjes verpakt—die we via deze of gene cultuur hebben meekregen: al die mozaïekjes van hoop en vrees, in­zicht en ver­beelding, en zo meer, die we als een soort van hebbe­dinge­tjes verwach­tingsvol in ons kleine koffer­tje voor het lange reisje ge­stopt hebben (want … je weet maar nooit …).
Nee, de vraag is directer, is ‘dood-zijn’ iets dat ervaarbaar is, en, ‘Hoe is dat dan’? Het punt is dus niet, welke voor­stellin­gen heeft u hier al over, maar hoe zou u zich dit nu, vers van het mes zoge­zeid, als een ervaringsfeit voor­stellen.
Nu is het natuurlijk zo, dat ons voorstellingsvermogen op dit moment in grote mate bepaald wordt door al die koffertjes die we al dan niet bewust met ons meesjouwen. En bovendien willen dat soort meer directe beelden vaak pas naar boven komen, als de mogelijk­heid van sterven en dood in onze erva­ringswe­reld actueel geworden is en eerst en vooral natuurlijk, überhaupt daarin toegelaten wordt.
Wellicht zijn er een aantal onder de lezers dezes, die in mindere of meerdere mate indrin­gende ervarin­gen op dit gebied hebben opgedaan. Volgens een Gallup poll van 1982, zou zelfs één op de twin­tig Ameri­kanen min­stens één zogenaamde ‘bijna-dood-ervaring’ gehad hebben. Ik wil nu even in het midden laten of een ‘bijna-dood-erva­ring’ op het gebied van het sterven ligt of behoort tot een ‘toestand van dood-zijn’. In ieder geval zal er bij de meesten van u op de een of andere manier ook een meer erva­ringsmatig referentiekader aanwezig zijn.
Ik ga u nu uitno­di­gen om, vanuit uw eigen ervarin­gen en denk­beelden omtrent sterven en dood, met mij mee te kijken naar wat er in Tibetaans bud­dhistische litera­tuur hierover terug te vinden is.
Ik noem deze vrij diverse verza­me­ling van teksten en delen daarvan voor het gemak maar ‘bar do-literatuur’ of ‘bar do-teksten’, hiermee verwijs ik dan naar die tek­sten die zich met de zogenaamde bar do’s, overgangsfasen of tussensta­ten in leven en dood, bezig houden. Ik beperk me hier overi­gens tot de Tibet­aans buddhistische tradi­tie en laat de Tibe­taan­se bon-traditie buiten beschou­wing.
In bar do-teksten blijkt die meer ‘ervaringsmatige kant’, waar we het zonet over hadden, nu juist sterk op de voor­grond te treden. De ervaringen van sterven en dood worden be­schreven als veranderingen in bewustzijnstoestand (wat dat dan ook precies moge zijn). En als zodanig beschouwt men ze in deze tradities als intensieve varianten van de ervaringen die men opdoet bij inslapen en bij de toestand van de slaap danwel droomslaap en andere verande­ringen in be­wustzijnstoe­stand zoals die plaatsvinden bij een flauwte, trance en extase, al dan niet sexueel, of gewoon bij een flinke niesbui; een verband overi­gens, waar in India al in de laat-vedische literatuur op gewe­zen is. Ik zal hier later nog op terug­komen.
Om er in te komen zal ik eerst een korte beschrijving van het proces van sterven geven. Ik baseer me hierbij op een vertaling van een tekst van de hand van de zeventien­de-eeuwse [tekst]; door Eric Hein Schmit of Padma kun bzaṅ vertaald als ‘The Mirror of Mindfulness’.
Deze beschrijving is hier en daar aangevuld met die van de huidige rDzogs chen meester bSod rgyal Rin po che zoals die te lezen is in zijn onvol­prezen boek ‘The Tibetan Book of Living and Dy­ing’. Op enkele punten wijkt zijn opsomming enigszins af van die van rTse le Rin po che.
Een andere uiteenzetting van de stadia van het sterven vinden we in een tekst van de achtiende-eeuwse [tekst]; door Lati Rinbochay en Jeffrey Hopkins vertaald als ‘Death, Intermediate State and Rebirth in Tibetan Buddhism’ of letter­lijker als ‘Lamp thoroughly Illumi­nating the Presentati­on of the Three Basic Bodies’. Deze presentatie wijkt sterk af van de eerder genoem­de versies; deze zal dan ook grotendeels buiten beschouwing gelaten worden.
We kunnen op basis van deze twee of eventueel drie uiteenzettingen twee fasen van telkens vier stadia onderscheiden. rTse le Rin po che en bSod rgyal Rin po che beschrijven bovendien bepaalde voorte­kenen van de op handen zijnde ontbinding. In het algemeen verloopt de ontbinding van grof naar subtiel, van het lichamelijke—hetgeen uiteraard ook zijn mentale gevolgen heeft—naar het mentale. Ik zal u de meer tech­ni­sche de­tails bespa­ren. (Volgens rTse le Rin po che nemen eerst de vitale energieën in het algemeen af: voorteke­nen)

I           DE VOORTEKENEN VAN ONTBINDING
IA        (DE VOORTEKENEN VAN) HET VERVAL VAN DE VIJF PRIMAIRE VITALE ENERGIEËN
1          EQUAL-ABIDING WIND =FIRE-DWELLING WIND (SAMĀNA)
De spijsvertering wordt geremd. De lichaams­warmte van de stervende neemt af, zijn handen en voeten worden koud.
2          LIFE-UPHOLDING WIND (PRĀṆA)
De geest van de stervende is niet meer helder, hij raakt in de war.
3          DOWNWARD-CLEARING WIND (APĀNA)
De spieren in zijn onderbuik met name darmen en blaas onttrekken zich aan zijn wil.
4          UPWARD-MOVING WIND (UDĀNA)
Hij kan niet meer slikken en is kort­ade­mig.
5          PERVADING WIND (VYĀNA)
Hij kan zijn ledematen niet meer goed bewegen en de ­aderen in zijn lichaam beginnen enigszins in te zakken.
IB        (DE VOORTEKENEN VAN) HET VERVAL VAN DE VIJF SECUNDAIRE VITALE ENERGIEËN DIE MET DE ZINTUIGLIJKE FUNKTIES GEASSO­CIEERD WORDEN.
Volgens bSod rgyal Rin po che zullen nu ook de zintuigen ophouden te functione­ren, de stervende vangt nog slechts vage impressies uit zijn omge­ving op. Dit nu geeft aan dat de stadia van ontbin­ding hun aanvang genomen hebben. (Volgens rTse le Rin po che vindt dit pas later, en dan ook meer radicaal plaats. Bij dByaṅs can dga’ ba’i blo gros vallen de eerste vijf zintuiglijke functies tijdens de vol­gende vier, hierna te bespreken, stadia weg (en wel twee in het vierde stadium), en desinte­greert het laatste, volgens buddhistische classificatie, zesde ‘zintuig’, het denkver­mogen (Skt. manas, Tib. yid) in de daarop­vol­gen­de fase van vier stadi­a.)
II         DE STADIA VAN ONTBINDING.
IIA      DE STADIA VAN HET OPLOSSEN VAN DE UITERLIJK ZICHTBARE FACTO­REN: HET VERVAL VAN DE CAKRA’S (‘KHOR LO’S) EN HET ACHTEREEN­VOLGENS OPLOSSEN VAN DE HIERMEE EN MET DE OVEREENKOMSTIGE VIJF SKAND­HA’S (PHUṄ PO LṄA) EN ELEMENTEN GEASSO­CIEERDE VITALE ENERGIEËN.
1          HET VERVAL VAN HET NIRMĀṆACAKRA (SPRUL PA’I ‘KHOR LO) EN DE RŪPA­SKANDHA, DE VITALE ENERGIE DIE MET HET AARDE ELEMENT VER­BONDEN WORDT NEEMT AF TEN GUNSTE VAN DIE DIE MET HET WATER ELEMENT GEASSO­CIEERD WORDT.
Het volgende dat men merkt is dat de lichaamskracht van de stervende verdwijnt, hij kan zijn hoofd niet meer rechtovereind houden, zijn armen en benen worden slap, hij voelt zich zwaar en onge­makkelijk alsof hij door een immens gewicht verpletterd wordt. Zijn gelaatskleur ver­dwijnt en hij wordt bleek, zijn wangen vallen in, en er verschijnt een (zwarte) aanslag op zijn tanden. Hij zou graag willen dat iemand hem op zou tillen en overeind zou houden. Volgens bSod rgyal Rin po che wordt het steeds moei­lijker voor de stervende om zijn ogen nog te openen en te slui­ten.
Hij voelt zich zwak en kwetsbaar, aanvankelijk is hij opgewonden en koortsachtig maar hij zakt dan al gauw weg in een suffe en gedeprimeerde toestand. Hij krijgt een visioen van een luchtspiegeling zoals die boven heet woes­tijnzand te zien zou zijn.  (Volgens dByaṅs can dga’ ba’i blo gros valt het ge­zichtsvermo­gen nu pas weg.)
2          HET VERVAL VAN HET JÑĀNACAKRA (YE ŚES KYI ‘KHOR LO OFWEL THUGS KYI ‘KHOR LO) EN DE VEDANĀSKANDHA, WATER-VUUR.
Hij kan het speeksel en neusslijm niet meer binnen houden (dit vindt volgens rTse le Rin po che al in het vóór­gaande stadi­um plaats). Er kunnen ook uitscheidingen uit de ogen plaats­vinden; mogelijk kan hij ook de ontlasting niet meer ophou­den. Zijn ogen liggen droog en stroef in hun kassen. Zijn lippen zijn samen­getrok­ken en bloedeloos en zijn lucht­we­gen drogen uit en voelen slijmerig en enigszins ver­stopt aan, de neusvleugels vallen in, de tong droogt uit en voelt ver­krampt en stijf. Hij voelt zich erg dorstig. Hij beeft en heeft stuip­trekkingen. Er hangt een dood­slucht om hem heen.
Lichamelijke gewaarwordingen verdwijnen, hij wordt heen en weer geslingerd tussen pijn en gemak, overhitting en onderkoeling. Hij voelt zich beneveld, nerveus en prikkelbaar. Hij heeft een visioen van mist en rookslierten. (Volgens dByaṅs can dga’ ba’i blo gros valt nu ook de gehoorzin weg.)
3          HET VERVAL VAN HET SAṂBHOGACAKRA (LOS SPYOD KYI ‘KHOR LO) EN DE SAṂJÑĀSKANDHA, VUUR-LUCHT.
De mond en neus van de stervende drogen geheel uit en de adem voelt koud aan. De lichaams­warmte trekt zich terug, meestal vanuit de handen en voeten naar het hart toe, mogelijk wordt hij een hitte als van stoom gewaar die uit zijn kruin lijkt te ontsnappen. Hij kan niets meer drinken of verteren. Hij is nu eens helder en dan weer verward, en hij kan zich niets of niemand meer herinneren. Hij heeft een visioen van glimmerende rode vonken zoals die boven een vuur dansen, een beetje zoals vuurvliegjes. (Volgens dByaṅs can dga’ ba’i blo gros valt nu ook de reukzin weg.)
4          HET VERVAL VAN HET SUKHAPĀLACAKRA (BDE SKYOṄ GI ‘KHOR LO) EN DE SAṂSKĀRASKANDHA, LUCHT-BEWUSTZIJN, ALLE VITALE ENERGIEËN LOSSEN OP IN DE LIFE-UPHOLDING WIND (PRĀṆA).
Het wordt steeds moeilijker om adem te halen, het lijkt wel alsof de lucht uit zijn keel ontsnapt. Hij ademt zwaar en rochelt, hapt kort en moeizaam naar adem terwijl zijn uitademingen steeds langer worden. Zijn ogen draaien naar boven en staren.
Hij is totaal de kluts kwijt en verliest het contact met de omgeving. Hij begint te hallucineren en afhankelijk van zijn staat van geest heeft hij angstaanjagende schrik­beelden en herleeft hij verschrik­kelij­ke momenten uit zijn leven of heeft hij hemelse en gelukzalige ervaringen en ontmoet hij vrienden en beminden of verlichte wezens. Hij heeft een visioen van een rood-vlammende toorts of lamp. (Volgens dByaṅs can dga’ ba’i blo gros vallen nu ook de smaak- en tastzin weg.) (Volgens rTse le Rin po che houden de zintuigen pas op dit punt op te functione­ren. In zijn beschrijving lost nu ook de vitale energie verbonden met bewustzijn op en domi­neert die die met de lege ruimte geassocieerd wordt, zowaar­schijnlijk moeten we dit echter pas aan het eind van de volgende vier stadia plaatsen).
De (uitwendige) ademhaling is nu opgehouden, alle li­chaams­func­ties zijn gestopt, het lichaam heeft een lijkkleur aange­nomen en is koud geworden, enkel rond het hart is nog enige li­chaamswarmte waarneembaar. Hij is nu klinisch dood. Volgens de heersen­de medische opvattingen was dit het dan.
Volgens Tibetaanse bar do-teksten is de stervende echter nog niet echt dood. Er wordt inder­daad gezegd, dat, in het algemeen, dit het punt is waarna men niet meer kan herstellen van het sterven. Maar er is nog een sub­tiele innerlijke respiratie gaande die nog een korte wijl stand zal houden (traditioneel gelijkge­steld met de periode die nodig is om een maaltijd te nuttigen, dat wil zeggen zo’n vijftien à twintig minuten). Hij is nu weliswaar klinisch dood, maar nu begint het pas echt interessant te worden.
IIB      DE STADIA VAN HET OPLOSSEN VAN DE SLECHTS INNERLIJK WAAR­NEEM­BARE FACTOREN: HET VERVAL VAN DE GROVE EN SUBTIELE VOORSTEL­LINGEN EN EMOTIES
…..."

Bron: Boeddhistisch Dagblad


Tegen de zon in kijken; doodsangst en hoe die te overwinnen
door Irving D. Yalom

Ik beperk me tot het weergeven van de samenvatting zoals die staat op de Bol.com-pagina over dit boek.
Dit omdat m'n subjectieve ervaring bij het lezen van dit boek lastig onder woorden te brengen is.

Hoe kunnen we iets wat voor ons allen even finaal als raadselachtig is als de dood leren begrijpen en accepteren? Yalom laat zien hoe een droom, een verlies, een traumatische ervaring, de dood of ziekte van een dierbare of gewoon de naderende ouderdom keerpunten kunnen zijn op weg naar een zinvoller leven, als wij er tenminste de inspiratie aan kunnen ontlenen om onze prioriteiten te verleggen en meer risico’s te nemen voor een bevredigender en liefdevoller leven. Zo leren we oprechter te communiceren met de mensen van wie we houden, te stoppen met dingen die we niet willen doen en de schoonheid van het leven bewuster te ervaren.

De mens vreest meestal de dood en is ook vaak bang om erover te denken en te spreken. Zelfs in de psychotherapeutische praktijk komt het onderwerp daardoor minder vaak voldoende openlijk naar voren dan gewenst en zinvol is. De ervaring van de auteur, de beroemde Amerikaanse existentiële psychotherapeut en schrijver van enkele romans en toegankelijke boeken over zijn vak, geeft in dit boek aan hoe belangrijk het is voor onze levenskwaliteit om - wanneer het nodig is - bewust stil te staan bij zoals de dood in ons leven zich manifesteert. Een - plotseling - sterven van een medemens of een eigen ervaring van er bijna geweest te zijn, raakt ons gevoel zelf sterfelijk te zijn. Negeren hiervan - of niet-herkennen - kan leiden tot geestelijk lijden. De auteur geeft in eenvoudige woorden ook een handreiking aan therapeuten en is kritisch naar moderne oppervlakkige therapievormen. De auteur vertelt over zijn therapiewerk, zijn - filosofische en therapeutische - inspiratiebronnen en leermeesters (onder anderen Rollo May) en zijn eigen biografie.
"

Bron: Bol