zaterdag 19 april 2014

Ook naar het 8 mei symposium over leerling en leraar Zen, leraarschap en boeddhisme; en een artikel over geloof, identiteit, macht : allemaal lastige combinaties

BoeddhaMagazine (Asoka/Milinda) heeft een symposium georganiseerd over
de 'verhouding leraar - leerling' . Met name over die verhouding binnen de Zen-traditie.
Het vindt plaats op donderdag 8 mei van 17.00 tot 20.00 uur in De Roos te Amsterdam.

Inleidingen:
* 'Transmissie en transcendentie. Bespiegelingen over inwijding, leraar en leerling'
  door Nico Tydeman (dit is ook de titel van het boek dat aanleiding is voor dit symposium)
* 'Leraar en leiderschap' door Brigitte van Baren
* 'Hoe belangrijk is de rol van een leraar?' door André van der Braak
* 'Mijn ervaring met een guru' door Lisette Thooft
Annemiek Schrijvers is gespreksleider.
Ik mag ook - laat toegevoegd - het woord voeren. Over wat ik hieronder in deze blog schrijf.
En over wat de Boeddha zelf heeft gezegd over de leraar (niet helemaal Zen).
Maar ook over de schaduwkanten van de leerling-leraar-verhouding: het latente gevaar van de afhankelijkheid van de leraar die manifest kan worden; en ook wel ìs geworden.
Zie verder het programma  in 'BoeddhaMagazine'.

Toen organisator Nina Nannini (van uitgever Milinda) het thema van dit symposium aan de orde stelde in een discussiegroep van LinkedIn, heb ik daar hartstochtelijk aan meegedaan.
Zo vrolijk dat Nina en ik het eens werden over de suggestie dat ik op dit symposium ook een inleiding ga geven, gelardeerd met kritische vragen. Als aanvulling op de bestaande agenda dus.
Werktitel: traject, tranen en transcendentie ; verwijzend naar het doel van het boek van Nico, naar het (Achtvoudige) Pad dat de leerling gaat, en naar de gevaren van die verhouding.

Ik schreef: "Als ik op 8 mei het woord zal mogen voeren ... zal ik het vanuit algemeen boeddhistisch kader doen. Ik ga er daarbij van uit dat Zen zichzelf als 'boeddhisme' beschouwt, anders houdt het op.
En ik zal het niet alleen over de noodzaak van de leraar (voor de beginneling) hebben maar ook over de schaduwkanten.
M'n centrale vraag zal zijn: hoe DIEP moe de relatie leraar-leerling, en de relatie leerling-leraar (want er is geen symmetrie) eigenlijk zijn? Misschien is niet zo diep en niet zo lang wel zo effectief.
"
Vragen heb ik ook aan de andere inleiders. Omdat ik de laatste ben, stel ik ze hier al.

Vragen aan Nico Tydeman:
* Je noemt je guru en kalyana mitta (spirituele vriend) en mystagoog;
  maar waarom niet ook 'pandit' (vgl Wilber): iemand die informatie
  over de dharma overdraagt en instructies geeft?
* Als ik leerlingen van je hoor die je nadrukkelijk bewonderen, ja zelfs verheerlijken,
  dan denk ik: dat is ook niet leuk voor Nico. Want dit soort bewondering
  streelt het ego en bemoeilijkt dus je bevrijding. Vraag: deel je die zorg?
  Wanneer gaat het heilzame bewonderen over in het onheilzame vereren?

Een vraag over leraar en leiderschap voor Brigitte van Baren:
* Is het, naast nadenken over leiderschap, niet minstens zo interessant ons te verdiepen
  in (spiritueel) volgelingschap? Bijvoorbeeld: hoe kiest een volgeling zijn of haar leider?
  Of hoort 'leiderschap' juist bij de leerling en niet primair bij de leraar?

* Een vraag voor de wetenschapper, en dat is André van der Braak (naast boeddhist,
  hoewel geen sociaal wetenschapper):
  Er is de theorie (in bv Zen maar nog heftiger in vajrayana met hun guru-devotie) dat een
  diepe intensieve relatie leraar-leerling noodzakelijk is; en er is mijn theorie die ik beetje
  Theravada-achtig noem van minder diep, minder persoonlijk, uitwisselbaar.
  Er zou onderzoek gedaan kunnen worden op gedragswetenschappelijke manier
  welk van de twee methoden het beste werkt, bv het hoogste percentage
  bodhisattva/arhats of grote verlichtingservaringen oplevert; bijvoorbeeld na
  één, na twee en na drie jaar. Kan dat? Minstens als gedachtenexperiment?

En een vraag voor Lisette Thooft, hoewel ik haar inleiding niet goed kan voorspellen:
* Stel dat je in contact met je guru het gevoel krijgt: dit is niet goed, hier is iets niet pluis; wat dan?
  Waarschuw je bijvoorbeeld dan ook andere leerlingen?

==================================================================

Na het symposium zal ik mijn inleiding en mogelijk ook delen van andere bijdragen en van de discussie in deze blog zetten
Nu wil ik ingaan op wat ik een soort voorwaarde noemde: "Ik ga er daarbij van uit dat Zen zichzelf als 'boeddhisme' beschouwt, anders houdt het op." Daarmee bedoelde ik: als een beoefenaar van Zen duidelijk stelt dat Zen geen boeddhisme is, dan is een discussie vanuit boeddhistische principes (en zo'n type discussie wens ik te voeren) over een Zen-aspect niet mogelijk.

Er heeft zich een mooie aanleiding aangediend, hierover verder te contempleren; en een wat typische.
Eerst die laatste: de Zen-leraar Brad Warner spreekt over 'That dirty word "Buddhism"'. Zie zijn artikel met die titel in Hardcorezen ; maar ik begrijp hem in het algemeen niet zo goed.
Wie wel? De Zen-leraar (en nog veel meer) Edel Maex heeft op zijn website een artikel geschreven onder de titel 'Geloof, identiteit, macht '; daar staan een aantal punten in waar ik het zeer mee eens ben, maar ook een aantal punten waar ik het zeer oneens ben. Over die laatste punten wil het vooral hebben.
Zie Leven in de Maalstroom door Edel Maex .
En voor divers commentaar (vooral uit Zen-kringen): BoeddhistischDagblad van 8 april e.v.
Hieronder passages uit deze tekst van Edel, met (in ander lettertype) commentaar van mij.

==================================================================

Geloof, identiteit, macht    door    Edel Maex

In onze zengroep kwam de vraag op: ‘zijn wij nu boeddhisten?’ Ik merkte bij de aanwezigen bijzonder weinig animo om daar met ja op te antwoorden, ook bij mezelf niet. Iemand merkte een beetje schamper op: ‘Ik wil liever geen boeddhist zijn want dan moet ik in reïncarnatie gaan geloven’.
  Deze mensen hebben kennelijk nooit iets gelezen van Stephen Batchelor,
  bv diens 'Boeddhsime zonder geloof'.

De vraag was: ‘Willen wij het etiket boeddhist op onszelf plakken?’ Er was een gedeeld aanvoelen dat de identiteit boeddhist ons niet lekker zat.
...
Ik wil hier drie woorden bespreken die wat mij betreft niets (meer) met religie te maken hebben: geloof, identiteit en macht
.

  Het tussen haakjes zetten van 'geloof' vind ik nogal afgezaagd; zie m'n
  opmerking hierboven over Batchelor en het herhaaldelijk door Westerse
  boeddhisten verwijzen naar de Kalama-Sutta.

Geloof wordt ook heel snel tot een identiteit. ‘Ik ben boeddhist, christen, moslim, atheïst …. ’ (vul in voor jezelf). Vragen naar iemands geloof is vragen naar iemands identiteit.
… ook voor de westerse visie op religie. Daarom spraken we over een strijd tussen protestanten en katholieken in Noord-Ierland en spreken we nu in Birma over een conflict tussen boeddhisten en moslims terwijl het in beide gevallen gaat over conflicten tussen bevolkingsgroepen.
...
Op reis in Azië is het mij altijd opgevallen dat mensen daar, wanneer het over religie gaat, veel minder in identiteiten denken. ... Je kunt dit ‘een goed mens willen zijn’ als je wil ook een identiteit noemen. Maar het is dan wel een identiteit die mensen over alle verschillen en grenzen heen verbindt terwijl geloof als identiteit al onnoemelijk veel onheil veroorzaakt heeft. Waarom zouden we ons dan boeddhist moeten noemen? Waarom een kloof veroorzaken die haaks staat op onze praktijk?

  Hier vliegt Edel Maex uit de bocht. Hij verwijst naar het streven naar
  'verdiensten verwerven' van veel Aziatische boeddhisten, en dat is niet
  alleen altruïstisch bedoeld door deze mensen (ze willen bv een betere wedergeboorte).
  Maar belangrijker is nog de onduidelijkheid die hij aan het begrip 'identiteit ' hecht.
  Kan een mens zonder identiteit? Nee, zegt Edel in feite, allerlei identiteiten zijn goed,
  maar die van 'boeddhist' niet, want dat is een religieuze identiteit en die veroorzaakt
  (burger)oorlog. Merkwaardig, is 'Zen-beoefenaar' dan zelf ook niet een identiteit?

Religie is nauw verweven met macht. Logisch als je van alles moet geloven en aan een identiteit moet beantwoorden. Die macht wordt waargenomen door instituten, priesters en leraren die zich beroepen op een hogere autoriteit. ‘De Boeddha, Christus, de Bijbel, Darwin zegt …’ (vul alweer in voor jezelf). Maar stel je voor dat iemand Einstein zou verguizen omdat hij Newton tegenspreekt. Een verworvenheid van de wetenschap is dat iedereen kan tegengesproken worden. Het is hoog tijd dat ook religie zich emancipeert.
  Darwin hoort niet in zijn rijtje: we spreken van (toetsbare) evolutietheorie, niet van evolutieleer
  Maar wat bedoelt Edel toch met 'Het is hoog tijd dat ook religie zich emancipeert ' ?
  Alleen (groepen) mensen kunnen zich emanciperen, abstracties als 'religie' niet.
  Bedoelt hij dan dat boeddhisten zich moeten emanciperen?

In zen wordt deze macht overgedragen van leraar op leraar. Bogend op een naadloze transmissie van hart tot hart die teruggaat tot de Boeddha noemt een zenleraar zich ‘iemand die leven-in-grondeloosheid belichaamt en van daaruit de blinde vlekken bij de leerling weet aan te wijzen’. De leraar erft de autoriteit van de Boeddha. (Een autoriteit die de oorspronkelijke Boeddha zichzelf niet eens toeschreef en dat expliciet ook niet wilde van zijn monniken.)
Niet verwonderlijk dat er in zen ongelofelijk krampachtig gedaan wordt over transmissie. Het is het meest begeerde bereiken. Al eeuwenlang leidt dit tot afgunst, lastercampagnes, bedrog, discussies over authenticiteit
.

  Kijk, hier kan ik het van harte mee eens zijn,
  dat ga ik 8 mei ook de Nederlandse Zennies voorleggen.

Zijn er dan geen leraren? En kunnen die leraren niet tot een bepaald traditie behoren? Natuurlijk wel, maar niets daarvan hoeft op macht gestoeld te zijn.
  Dit vind ik ongelofelijk naïef. Er spelen altijd in meerdere of mindere mate
  machtsprocessen in sangha's. Behalve in een sangha met louter arhats of
  volledige bodhisattva's, maar daar zijn er niet zo veel van in Nederland.

Kan de religie zich in de 21ste eeuw eindelijk emanciperen en de moderniteit binnentreden?
Als geloof, identiteit en macht in wezen niets met religie te maken hebben hoe zijn ze er dan zo mee verstrengeld geraakt? Religie speelt zich altijd af binnen een gemeenschap, binnen een cultuur. Geloof, identiteit en macht zijn geen kenmerken van religie maar van de gemeenschap waarbinnen ze beoefend werd. Ze maken als het ware deel uit van de interface tussen de cultuur en religie. Maar het is een interface die niet langer werkt.

  Geloof, identiteit en macht hebben, waar en wanneer dan ook, met religie te
  maken, of we dat leuk vinden of niet. Een religie construeren waarin dit niet
  het geval is, is onmogelijk.
  Stel dat Edel gelijk heeft en dat de interface tussen cultuur (hij bedoelt iets als de
  sociaal-economische werkelijkheid, het dagelijks leven) en religie niet langer
  werkt; moet er dan niet een nieuwe interface komen?
  Het lijkt me van wel, maar hoe dan? 'Andere woorden en vormen ', zegt Edel.
  Maar nogmaals: hoe bouw je met woorden en vormen een interface?

We hebben het een voor een onderuit gehaald, het moeten, de identiteit van boeddhist, de notie van geloven. Blijft er dan nog iets over? Wat overblijft is een open geest en een open hart en een onafdwingbaar en onweerlegbaar vertrouwen.
  't Is mij te lief. Eén vraag slechts: vertrouwen waar in?
  Toch niet in de goedheid van de mens, mag ik hopen?
  Mag ik een suggestie doen waarin mogelijk wel: vertrouwen in de
  correctheid van de drie karakteristieken (anicca, dukkha, anatta)
  en de vier edele waarheden?

==================================================================

Aan 'de leraar' heb ik al veel blogteksten gewijd, een aantal er van zal ik 8 mei hergebruiken, bijvoorbeeld mijn voorstel tot een verplichte 'Verklaring Omtrent het Gedrag' voor leraren.

http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/05/je-leraar-teleurstellen.html
http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/05/heilzame-en-onheilzame-structuren-van.html
http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/08/wat-doen-we-met-de-leraar.html
http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/09/boeddhistisch-leiderschap-en.html
http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/11/een-verklaring-omtrent-het-gedrag-voor.html
http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/12/een-aantal-reacties-in-het.html  daarvan paragraaf A

==================================================================

Als uitsmijter een citaat uit een (vertaald, uit Tricycle afkomstig) interview met Mu Soeng:
"Maar in de VS lijkt het wel of iedereen zo snel mogelijk leraar wil worden. Vervolgens begint de strijd om de student - centra, boeken, mediabereik – en dit gaat ten koste van de zuiverheid van de motivatie. Vroeger werd je monnik en bleef je vijftig jaar monnik zonder te talen naar leraarschap. Van de 10.000 monniken werd er misschien één leraar. Tegenwoordig wordt één op de tien studenten leraar. "
Bron: Seizoensblad SVB .   'Niet talen ': dat spreekt me wel aan.



1 opmerking:

Edel Maex zei

Blij te merken dat mijn teksten grondig worden gelezen, ook al zijn we het op een enkele paragraaf na roerend met elkaar oneens.

Om maar iets te noemen: ik verwijs helemaal niet naar 'verdiensten verwerven'. En inderdaad het gaat wel degelijk over vertrouwen in de goedheid van de mens. Daar gaan we voor 'als een bende idioten'.