Op 27 augustus verschenen er op de website van *OpenBoeddhisme* (OB) twee artikelen over een lang lopend conflict tussen het Bestuur van de SIM plus een aantal van de 'groep van Veertien' vipassana-leraren ( info ) enerzijds en leraar Guus Went anderzijds.
In onderstaande beschouwing heb ik naast kritiek op de actoren in dit conflict ook wel wat te zeggen over de OB-artikelen zelf.
Dat laatste neemt niet weg dat ik zeer blij ben dat het nu naar buiten is gekomen.
Te lang heeft het conflict onzichtbaar voor de buitenwereld (maar ook voor meditatoren !) voortgewoekerd.
Of deze openbaarheid de oplossing versnelt, weet ik niet, maar dat is de vraag niet.
De vraag is: durven we, met al onze metta-gevoelens, conflicten onder ogen zien?
Ik noem het 'een conflict' maar de gebeurtenissen van de afgelopen anderhalf jaar kunnen ook beschreven worden als 'een verzameling van pijnlijke processen.'
Het beste kunnen de artikelen zelf gelezen worden: [de link http://openboeddhisme.nl/geen-wijsheid-zonder-ethiek-en-concentratie/ - artikel Guus Went - en de link http://openboeddhisme.nl/stichting-inzichts-meditatie-handelt-in-strijd-met-eigen-ethisch-drieluik/ - artikel redactie OB - werken momenteel niet) .
Het is mogelijk dat er na het verschijnen van deze blog van mij nog nieuwe artikelen op de website van openboeddhisme.nl over deze processen verschijnen. Eventueel geef ik een update.
========================================================================
Wat is er feitelijk aan de hand?
Er is een lijst van 'SIM-leraren ', d.w.z. die leraren die (regelmatig) voorkomen in de 'Agenda', op zowel de website als de papieren (drie maal per jaar verschijnend) versie genaamd 'Simsara'.
Service voor degenen die mogelijk naar een retraite willen, zo heb ik steeds duidelijk als 'gebruiker' ervaren.
En dus niet primair service, of meer, voor de leraar die naamsbekendheid nodig heeft.
Er staan op de 'Agenda' van de SIM twee soorten retraites:
* Door de SIM georganiseerd;
Hiervoor gelden de 'Algemene voorwaarden en informatie' ; dat is niet het geval bij:
* Niet door de SIM georganiseerd
De retraites van Guus Went behoorden tot de tweede categorie; ik heb van hem vijf aankondigingen van vijfdaagse retraites gevonden, van begin 2012 tot zomer 2013.
De vraag is wie het recht heeft te bepalen of een retraite in de 'Agenda' wordt opgenomen? En wie in het verlengde daarvan bepaalt of een leraar die met enige regelmaat meditatoren van zulke retraites begeleidt, in de lerarenlijst wordt opgenomen? Statutair is dat - voorzover ik weet - niet specifiek geregeld, dus geldt de algemene statutenregel: dan beslist het bestuur.
En het bestuur van de SIM heeft zomer 2013 besloten, al dan niet voldoende gemotiveerd,
Guus Went en de door hem zelf georganiseerde retraites niet langer in de agenda op te nemen, en van de lijst te verwijderen.
En dat pikte hij niet. Dat is er aan de hand.
========================================================================
Hoe vind je een retraite, en hoe geef je bekendheid aan een retraite?
Omdat het niet in de artikelen van Guus Went of de redactie van OB staat en ook verder nauwelijks beschreven is (daarvoor is het voor de insiders te evident) een poging om te beschrijven hoe het er met het gaan naar een retraite aan toe gaat.
Ik heb de nodige ervaring met het me inschrijven en bezoeken van retraites (wel en niet die van de SIM, in het binnenland en elders in Europa) en éénmalig ook met het organiseren van een retraite.
Vanuit de 'gebruiker', degene die naar een retraite wil: die zoekt op de diverse agenda's: die van de BUN ( http://boeddhisme.nl/agenda/retraites.html ), die van het BoeddhistischDagblad (http://boeddhistischdagblad.nl/agenda/ ), die van Bodhitv (http://www.bodhitv.nl/agenda/ ) en die van BoeddhaMagazine (http://boeddhamagazine.nl/agenda/ ). Of hij/zij gaat naar de website van organisaties die vaak retraites organiseren zoals de SIM (http://www.simsara.nl/agenda/ ) of SanghaMetta (http://sanghametta.nl/programma-en-activiteiten ) en nog een paar andere met Theravada-grondslag, want daar hebben we het over ('Mindfulness' laat ik dus buiten beschouwing).
Uiteraard is er een overlap tussen deze agenda's, maar dat weet je pas als individuele bezoeker als je er geweest ben.
Je schrijft je in (als er nog plaats is) en betaalt de gevraagde bijdrage. In de meeste gevallen is dat voor voeding, huisvesting en andere organisatiekosten zoals reiskosten voor de leraar. De 'beloning' voor de Dhamma de leraar in de retraite heeft geschonken is in de meeste gevallen (en zo is het ook het sterkst overeenkomstig de intenties bij de Theravada) in de vorm van te geven 'dana' achteraf, een gift zonder een bepaalde hoogte. De meeste leraren hebben ook een baan (of ZZP-constructie) als inkomstenbron, als echte inkomstenbron in de meeste gevallen.
Sommige leraren behouden de dana zelf, andere schenken het weg, bijvoorbeeld aan hun klooster/sangha. Daarnaast is er soms voor de uit vrijwilligers bestaande staf ook dana.
Van de kant van degenen die een retraite organiseren is de beschrijving min of meer het spiegelbeeld van het bovenstaande: of de leraar zelf of een organiserende groep om de leraar heen meldt de retraite aan, marketing is tegenwoordig belangrijk, meestal wordt in zoveel mogelijk media aangemeld. En op de eigen website die de meeste leraren tegenwoordig ook hebben. En tijdens andere bijeenkomsten of retraites worden flyers uitgedeeld en vaak gaat er een mailing uit. Kortom: het vergt inspanning, behalve bij beroemde leraren.
Nog een aparte opmerking over de lijst van leraren van de SIM: ik heb in de loop der jaren heel wat mensen gesproken (soms ook geadviseerd) over een retraite-gang; maar naar die lijst werd nooit verwezen, zelf kijk ik er alleen met een professionele blik wel eens naar. Die speelt dus geen rol in de 'marketing' van een retraite.
Internet-jargon: ik spreek van de website van de SIM, de SIM doet dat ook. Het artikel van OB heeft het echter over 'webportal', een niet op feiten gebaseerde opwaardering. Een 'Portal ' is "een webpagina die dienst doet als "toegangspoort" tot een reeks andere websites, die over hetzelfde onderwerp gaan. Soms dus synoniem van start- of hoofdpagina, maar meestal ook als vertrekpunt en overzichtstabel voor verdere navigatie binnen een onderwerp." Is simsara.nl niet
========================================================================
Een begin van een analyse van 'het conflict'
Ik heb niet gehoord wat de visie van het bestuur van de SIM op de gang van zaken is, maar uit het verslag van Guus Went plus de informatie gebracht door de redactie van OB krijg ik de indruk dat dit procedureel gezien slordig en menselijk gezien bot is gegaan. Maar wellicht zijn er allerlei subtiliteiten die ik (nog) niet ken en mijn (voorlopige) oordeel zouden beïnvloeden.
Dit is de tweede ervaring met het wel of niet op de lijst houden van een leraar. Beide keren was het problematisch. Januari 2011 heeft Adi Ichsan (ook een van de 'veertien') geprobeerd Stephen Batchelor van de lijst verwijderd te krijgen; de toenmalige SIM-voorzitter Dingeman Boot heeft die aanval afgeslagen. (Vanuit m'n waardering voor Batchelor als inspirerend seculier boeddhist heb ik me toen ook zeer actief opgesteld; de email-uitwisseling hierover bewaar ik zuinig, had ik ook wel een blog van kunnen maken.)
Er is dus alle reden toe, in de statuten van de SIM een duidelijke regeling te treffen. Want linksom of rechtsom moet er een mogelijkheid zijn dat de SIM aan de bezoekers van haar website en lezers van haar blad duidelijk maakt of een bepaalde leraar aanbevelenswaardig is.
Er speelt nog een ander thema. De laatste jaren ontstaan er op steeds meer plaatsen in het georganiseerde boeddhisme adviesraden van leraren naast (of boven) de besturen. Bij de BUN is er een gekomen, de stichting Vipassana Centrum Nederland kent er een; en in feite blijkt nu ook het SIM-bestuur een of meer leraar-adviseurs te hebben. Ik vind dat een ongewenste ontwikkeling. De SIM bv is een seculiere organisatie (een service-organisatie), geen sangha; een raad van leraren erboven/naast is ongewenst, de besluitvorming wordt er troebel door. Op z'n minst moet die besluitvorming precies worden geregeld maar dan nog vind ik het overbodig: bestuursleden van een stichting als de SIM zijn toch ook wel Dhamma-fähig?
Inhoudelijk maar ook beleidsmatig speelt er nog meer: de spirituele erfenis van Bhikkhu Mettavihari:
• Sinds 2006 werken ’De Veertien’ aan richtlijnen die afwisselend met Handleiding leraar Vipassana in de Tipitaka-traditie, Handleiding voor Vipassana leraren in de Nederlandse Mahasi Sayadaw traditie en Samenvatting Handleiding Leraren Vipassana Meditatie worden aangeduid.
...
• ‘Indien iemand zonder goedkeuring van een gekwalificeerde leraar zelf als Vipassana leraar aan de slag gaat, kan hij/zij niet melden dat hij/zij binnen onze Nederlandse Vipassana gemeenschap gekwalificeerd is,’ aldus de Samenvatting (19 september 2010).
Bron: 'Samenvatting '
In plaats van de quasi-diagnostische en te persoonlijke term 'psychisch labiel', àls die echt als etiket is gebruikt, had beter een meer functionele term als 'ongekwalificeerd' gebruikt kunnen worden, omdat daarna een kwalificatie-traject denkbaar is. Bijvoorbeeld door gedurende een bepaalde periode retraites te geven samen met een ervaren leraar; want een uitstekende meditator zijn (met hoge niveaus van realisatie / nana's) is wat anders dan een goed leraar zijn.
Ik krijg de indruk, maar mogelijk klopt dat feitelijk niet, dat Guus Went als 'ongekwalificeerd' werd beschouwd in bovenbedoelde zin. Het probleem is:
Uit wie bestaat in bovenstaand citaat 'de Nederlandse vipassana gemeenschap' ?
En is er vipassana (of andere vormen van Theravada-boeddhisme beoefenen) buiten die 'gemeenschap' waarmee die 'gemeenschap' wel kan samenwerken?
Aan de andere kant vind ik het (niet positief bedoeld) nogal reïficerend als de redactie van OB als schijnbaar objectieve informatie stelt "Boersma ... behoort tot de Raad van Acht die aan het hoofd van de Mettavahari Heritage Sangha staan ". Dit zijn entiteiten die alleen in de hoofden van sommige mensen bestaan. Dit is taal die meer bij het Tibetaans boeddhisme past.
Maar voor het geval dat het die kant uitgaat (ik denk het niet, daarvoor zijn de verschillen tussen 'de Veertien' te groot), dan herinner ik aan (het laatste deel van) m'n blog van een paar weken geleden, met als vraag: Is dit mijn sangha? .
======================================================================
Nog meer vragen
Wat er de afgelopen jaar - vanaf maar ook voor de bestuursvergadering van 2 juni 2013 - precies gebeurd is, blijft voor mij onduidelijk, ook omdat het SIM-bestuur tot nu tot geen beschrijving van de feitelijke gebeurtenissen (vertrouwelijk houdend wat vertrouwelijk moet blijven) heeft gegeven.
Was er op die vergadering een besluit of een 'voorlopig besluit' genomen waarvoor nog een apart 'uitvoeringsbesluit' nodig was zoals de redactie van OB schrijft? Was Paul Boersma adviseur en is dus het SIM-bestuur verantwoordelijk voor zijn activiteiten richting Went of was hij als leraar relatief autonoom in bv het gesprek dat hij kennelijk met Guus Went heeft gehad en de mail die hij aan z'n collega-veertieners heeft verstuurd? Was Paul Boersma op de bestuursvergadering van 2 juni 2013 aanwezig zoals OB stelt maar Guus Went niet? Is de functie 'bestuursadviseur' nieuw, want ik had er nooit eerder van gehoord en hij staat niet in Simsara/Organisatie ?
Overigens: ik begrijp ook niet waarom Paul Boersma het besluit van het SIM-bestuur (om Guus Went van de lijst te verwijderen) aan de andere leraren van de 14 heeft doorgegeven; was hij adviseur namens de 14 of op persoonlijke titel? En ik begrijp niet dat hij dit zonder afschrift aan Guus Went heeft gedaan. Alleen betwijfel ik het effect hiervan op 'reputatieschade' het afgelopen jaar: er is buitengewoon vaardig gezwegen.
Ik beweeg me toch ook intensief in het vipassana-wereldje en had tot voor een paar weken geleden geen vermoeden dat er een conflict tussen het SIM-bestuur en Guus Went was. Mijn schatting is dat van de paar honderd tot duizend mensen (er zijn elke maand wel een paar retraites ergens in Nederland en op elke retraite komen gemiddeld een stuk of twintig mensen; en wie overweegt, gaat niet altijd echt) die het afgelopen jaar overwogen naar een retraite te gaan, hoogstens een paar procent er weet van heeft gehad.
Met name over de mediatie vind ik het verslag van Guus Went (en de aanvulling daarop van de redactie van OB, op basis van informatie van Guus Went of uit andere bronnen) onduidelijk. Wat is er noodzakelijk geheim en wat mag best openbaar zijn? Mogen bv de thema's die beide partijen als mediatie-onderwerpen hebben aangedragen, niet openbaar zijn? Was het de bedoeling dat een lid van de Ethische Commissie als deelnemer van de partij SIM aan de mediatie mee zou doen, of zou zij als een soort derde partij moeten deelnemen; en wie heeft de suggestie (van de EC in die richting) afgewezen? Wanneer heeft Guus Went - wat hij kennelijk heeft gedaan - een advocaat ingeschakeld en wanneer heeft die in een brief aan de SIM voor het eerst van zich laten horen, was dat tijdens het mediatie-proces? Is zo'n interventie toegestaan gedurende het mediatie-proces? Valt alles wat Guus Went heeft geschreven buiten de geheim-verklaring van de mediatie, of is die vervallen na het mislukken (is er formeel van mislukken sprake?) van de mediatie? Waarom had Guus Went eenvoudig niet kunnen zeggen: de opinie als dat ik 'psychisch labiel' zou zijn wens ik niet op de lijst van mediatie-thema's, en zou het er daardoor ook niet op gekomen zijn? Heeft de mediator hem niet gezegd: bij 'onderhandelingen' (mijn term) zoals een mediatie op een bepaalde manier is, hoeft een partij niet bij voorbaat iets 'weg te geven', en dus mogen ze proberen dit aan de orde te stellen; dat (een punt laten vallen) kan tijdens het proces?
Hoort een deel van de mededelingen van Guus Went in zijn essay niet tot de vertrouwelijkheid van de mediatie? Wat was nu eigenlijk het gebied van de mediatie: zakelijk (het economische gevolg van niet meer op de lijst staan etc) of psychologisch-relationeel (in de zin van: hoe mensen met elkaar, en m.n. met hem, omgaan)? Een economisch conflict of een vecht-scheiding? En wie heeft die twee door elkaar gehusseld?
Het verslag dat de redactie van OB van dit mediatie-proces geeft, suggereert dat de mediator het proces niet goed in handen had. Vindt Guus Went dit ook en heeft hij (of zijn advocaat) dat ook aan de mediator of aan de instantie die daar over gaat, gemeld?
======================================================================
Een persoonlijke, een juridisch/economische en een ideologische kant van 'het conflict'
Het begon heel persoonlijk, over verliefd worden als ik het goed begrepen heb uit het essay van Guus Went; maar dat zit dicht bij 'dit wil ik niet weten'.
Na het concept-besluit van het SIM-bestuur verdween dit naar de achtergrond.
Het conflict heeft naast de juridische/economische kant waar OB vooral op in gaat en de relationele en psychologische kant dat zo ongeveer de helft van het essay van Guus Went vormt ook een ideologische kant.
Ik doel met 'juridisch/economisch' bijvoorbeeld de zin “De belangen van de … en de …en ... zijn nauw met elkaar verweven: persoonlijk, bestuurlijk, institutioneel, financieel en commercieel” in het OB-artikel. 'Persoonlijk, bestuurlijk, institutioneel'; daar kan ik me - het wereldje een beetje kennend - iets bij voorstellen, maar van 'financieel en commercieel' (verweven zijn) wordt geen schijn van bewijs geleverd.
======================================================================
Is een kort geding on-boeddhistisch?
Nog een opmerking over de juridische kant van het essay van Guus Went. Na z'n beschrijving van het mediation-proces (dat ik op talloze punten procedureel en inhoudelijk niet begrijp) komt het bij het thema 'kort geding'. Hij zegt: "Het SIM-bestuur stelt een eventueel kort geding te beschouwen als 'niet passend binnen de beginselen van de boeddhistische traditie'... "
Of het SIM-bestuur dit echt heeft gesteld, weet ik niet. Maar hoe te bepalen of dit correct is? Dat kan op twee manieren:
- Hoe ging en gaat het er aan toe in het hart van de Theravada-traditie, in de klooster, bij conflicten tussen monniken? Dat wordt minutieus in de Vinaya geregeld. Volgens mij kan er daarbij wel een punt komen, bij bepaalde misdrijven dat het klooster een monnik aangeeft bij de wereldlijke heerser. Dus pertinent tegen juridische procedures is de traditie in dit opzicht niet. Maar dat een monnik een kort geding aanspant tegen z'n abt, is ondenkbaar.
- De meer softe moderne benadering van het lekenboeddhisme dat men onderling de zaken met metta en respect voor elkaar bespreekt (dus niet van 'een conflict' spreken), zuiver sprekend en onthecht van eigenbelang met elkaar omgaat; en alleen in het uiterste geval een wijze boeddhistische leraar als scheidsrechter inschakelt. Of dat laatste wenselijk is, is de vraag.
======================================================================
Ideologie, d.w.z. opvattingen over vipassana en andere aspecten van het Achtvoudige Pad
Dan de ideologische kant: de strijd tussen 'alleen vipassana' en 'Theravada is meer dan vipassana' (ik simplificeer een beetje)
Hierop gaat Guus Went zelf uitgebreid in; z'n betoog hierover vormt de andere helft van z'n essay. Ook al omdat hij mij als getuige (a charge of a decharge, weet ik eigenlijk niet, ik ben geen jurist) citeert, wil ik dat ook doen.
(Guus Went noemt trouwens ook Adi Ichsan als een soort getuige, of verwante; dat vind ik interessant, met Adi in één rijtje te staan, al kan ik het me wel voorstellen: Adi heeft ook een fundamentele opvatting over 'de zuivere leer')
Het is de vraag of de andere partij het ooit als een ideologische strijd heeft gezien. Vermoedelijk heeft men (SIM of sommige van 'De veertien') zijn opmerkingen als symptoom van onterechte superioriteit gezien. Of, nog erger, men kreeg het gevoel dat hier de geest van voorheen Dhammawiranatha sprak. Ik speculeer hier, het zijn 'wilde duidingen', dat realiseer ik me.
Hoe dan ook: ik vind het leuk op zijn essay te reageren.
De drieslag ethiek – concentratie – wijsheid die hij gebruikt, vind ik nooit zo gelukkig. Het is een vereenvoudiging van de acht aspecten van het Edele Achtvoudige Pad ( zie Wikipedia ).
Maar bovenal: deze driedeling is niet bruikbaar om het spanningsveld vipassana (toepassen van 'juiste sati') versus concentratie (toepassen van 'juiste samadhi') weer te geven: die vallen beide onder 'concentratie'.
En dan nog: wijsheid kan je niet beoefenen, het is een resultaat, althans het aspect 'juiste inzicht' er van. Het aspect 'juiste gedachten' (samma sankappa, juiste intenties) is trouwens ook behoorlijk ethisch van aard, ook al is het formeel geen 'sila'.
Wordt de ethiek verwaarloosd in de vipassana? Verre van dat; vaak worden twee niveaus onderscheiden:
* het beginnersniveau, het wereldse: bij elke toevluchtname worden ook
de 'vijf leefregels' voorgenomen.
* in het meer gevorderde stadium gaat het om inzicht in heilzame en onheilzame
fenomenen: ethiek via de achtzaamheid dus.
“Alleen uit concentratie komt wijsheid voort “, stelt Guus Went. Ik realiseer me dat ik nu los van de kontekst citeer maar dit is m.i. niet correct. Precieser: het is incompleet; als er zou staan:
“Ook concentratie is nodig voor wijsheid ”, dan zou ik wel akkoord gaan, van harte zelfs.
Guus Went is voorstander van de 'echte vipassana a la Mahasi Sayadaw'. Ik vind het prima als er ook dit soort retraites in Nederland komt, maar bepaald niet alleen. Mijn voorkeur gaat uit naar het meer pluriforme model van Spirit Rock, waarover Jack Kornfield een paar jaar geleden zo bevlogen heeft gesproken. Ik heb het al eens geciteerd maar doe het hieronder nog eens. Uit 'TheBuddhadharma '
Toen ik dit verleden jaar tijdens de 'Vriendenmiddag' in Deventer benadrukte, zei het bestuur (Ansink en Gijsen) het daarin met mij eens te zijn. Nu nog steeds, neem ik aan.
Die middag ging over het initiatief een Vipassana Meditatie- en Studiecentrum ergens in Nederland te realiseren. Een idee dat al een paar jaar leefde.
In zijn beschouwing beschrijft hij ook zijn initiatief (een verband dat ik niet eerder heb gelegd gezien), een bepaalde in Birma woonachtige Duitse monnik uit te nodigen regelmatig naar Nederland te komen "als mentor (althans één van de mentoren) van een in Nederland op te richten Dhamma-centrum." De term 'mentor' komt mij hier merkwaardig voor, het lijkt meer op een soort 'patroon'. Ook de timing (al een zwaar ideologisch stempel drukken nog voordat de discussie over wat voor een soort meditatie-centrum-gebouw we willen, op gang gekomen is) lijkt me niet zo gelukkig gekozen.
======================================================================
Terug naar het pijnlijke conflict met Guus Went
Drie vragen:
Kunnen we helpen?
Met 'we' bedoel ik hier degenen om wie het gaat: de mediterenden, de retraite-bezoekers.
De geschiedenis terugdraaien naar de situatie voor juni 2013 of oktober 2013 bijvoorbeeld lijkt me niet mogelijk.
Kunnen we, als niet-leraar, doen wat Guus Went juni 2014 aan de leraren heeft gevraagd: “Ik doe een beroep op de leraren om hun vermogens aan te wenden om de bestuurders van de SIM terug bij de les — namelijk het Ethisch Drieluik — te brengen“ ? Waar is dat, bij de mediatie?
We kunnen wel het bestuur adviseren, toe te geven dat er enige 'onhandigheden' (een eufemisme) zijn geweest zoals het uit teveel uit de eigen kring samenstellen van de Ethische Commissie, waardoor Guus Went (naast het kennelijk onvermijdelijke verwijderen van de lijst) onnodig leed is berokkend. En toegeven dat er leermomenten zijn (zie onder).
Mediterenden kunnen zelf de website van Guus Went bestuderen en zelf beslissen of ze naar een van zijn retraites gaan.
Het zou goed zijn als hij op deze website ook over dit conflict schrijft,
net zo als het goed zou zijn als de SIM er op haar website over schrijft!
Moet er op korte termijn iets gebeuren?
Moet dit personele consequenties voor het SIM-bestuur hebben?
Aftreden van Hans Gijsen is voor mij niet nodig. Wel moet men haast maken met de opvolging van de bestuursleden waarvan de maximale termijn verstreken is (of de statuten wijzigen): niet zozeer met goede meditatoren of goede organisatoren maar met goede bestuurder(s).
En wel lijkt het me beter dat Hans Gijsen per direct stopt met het secretarisschap van de stichting Vipassana Centrum Nederland, deze tweepettigheid is niet langer wenselijk.
Heb ik ook een advies voor Guus Went? Ik denk dat hij moet kiezen:
- Of denken: laat ze allemaal de ... (ik denk: de tering) krijgen, ik wil niets meer
met ze te maken hebben, heb m'n eigen website en organiseer m'n eigen retraites,
net zo als een aantal andere leraren dat doen. Liefst samen met anderen,
want collegiale toetsing is nooit weg
- Of een kort geding aanspannen tegen het bestuur van de SIM en eisen:
(a) weer opgenomen te worden in de lijst van leraren; en
(b) weer vermeld worden van z'n retraites in de agenda van Simsara.
Kunnen we hier van leren?
Hierboven heb ik al een paar suggesties voor meer precies regelen van een aantal zaken in de SIM-statuten gedaan (besluitvorming wie op 'de lijst' van Simsara komt, rol van bestuursadviseur)
Veel fundamenteler is het probleem hoe te checken of iemand een goede leraar is; en wel in combinatie met een ander thema: de SIM moet geen monocultuur (niet slechts Mettavihari-leraren, of slechts Mahasi-leraren of slechts ... wie dan ook) hebben?
De methode van de 'Mettavihari Heritage Sangha' is te beperkt, betreft alleen de eigen groep. Er moet een breder kader komen. De werkwijze van de 'Handleiding', ook genoemd 'Samenvatting' is onvolledig, omdat hij niet op alle leraren betrekking kan hebben.
Mijn voorstel: laten we de werkwijze van Spirit Rock (California) bestuderen en op Nederlandse schaal toepassen, zie Teacher Training at Spirit Rock
Tenslotte moet m.i., zo snel mogelijk, de huidige lijst van leraren (van de website) verwijderd worden. Er kan in de komende jaren een nieuwe worden opgebouwd, als daar behoefte aan is, met duidelijke criteria en procedures.
======================================================================
Voor de formele duidelijkheid: ik heb vele jaren bij Paul Boersma gemediteerd. Deze tekst heb ik zonder enig overleg met hem geschreven. En ik blijf hem, ondanks enige twijfel over zijn bestuurlijke rol, als mijn kalyana mitta beschouwen.
======================================================================
BIJLAGE
Uit ‘ This fantastic, unfolding experiment. Establishing the Insight Meditation Society and Spirit Rock ’ door Jack Kornfield ; een paar zinsdelen door mij vet gemaakt.
“ When we started IMS, it was primarily a Mahasi-oriented center. I brought in the flavor of Ajahn Chah as well. But because Joseph (Goldstein) and Sharon (Salzberg) had done most of their practice through the Burmese lineages of Mahasi Sayadaw and of U Ba Khin, and we shared this training, this is mainly what we taught. From the very beginning we offered the practices of both Mahasi Sayadaw and U Ba Khin, with Ruth Denison and John Coleman leading retreats.
...
When we started, the first principle that we got right —partly out of necessity (or out of desperation)— was that we would do collective teachings . One can see that the centers that have had the most difficulty have invested all the power in just one teacher. Often that person gets terribly isolated, and, as you know, many dharma centers in the West have suffered in some fashion or another due to the misconduct of their primary teacher.
...
The second principle that we got right —and I was a passionate advocate for this— was having multiple lineages . Even though there was a Mahasi lineage through Munindra, Mahasi Sayadaw, Dipa Ma, and Asabha Sayadaw that we shared at IMS, it was very important from the beginning that we invite other lineages and teachers. So early on we invited Christopher Titmuss and Christina Feldman—people who had studied with Ajahn Buddhadasa, Ajahn Dhammadoro, Ajahn Chah, and other teachers. From my own experience, it was healthier for both students and teachers alike to have access to a range of dharma teachings and perspectives. This is an underlying principle at Spirit Rock as well.
The Buddha is often described as the master of many skillful means. Gradual and sudden, outer and inner, form and emptiness were all aspects of his teaching. A wise teacher, and a wise center, needs to offer a whole range of skillful practices, because people come along at different stages of their inner development, with different temperaments, and with different sets of problems. If we limit ourselves to one technique, it will only serve certain people and it won’t be helpful to others. Diversity of practices is an underlying vision at IMS that has also been carried through to Spirit Rock. On our retreats, though we use the basic instructions from Mahasi Sayadaw, we also draw from the teachings and perspectives of Ajahn Chah, Buddhadasa, U Ba Khin, and many others.
....
To preserve the strength of our tradition, the majority of our retreats teach vipassana and the four foundations of mindfulness. Many of our other retreats focus on the brahmavihara (the divine abodes of loving-kindness, compassion, sympathetic joy, and equanimity). Those are our two central streams of dharma practice. The third stream offers an integration of mindfulness practice with other aspects of our dharma vision. These retreats combine mindfulness and yoga, or mindfulness and the creative process, or mindfulness and loving-kindness and psychotherapy. In addition, we have hundreds of daylongs, which along with retreats provide the aspect of our mandala that has to do with integration and how we live. This would also include our Diversity Program, which is committed to offering the dharma to as diverse a population as possible; our Program for Socially Engaged Buddhists; our Family Program, for children and their parents; our Teen and Young Adult Program; and our Program for Yoga Teachers.
To keep Spirit Rock connected to the core of our Buddhist tradition, we made a rule that when people outside our lineage come here to teach retreats, they would always be joined by one of our teachers in order to connect their teachings to our practice. In this way our core practices of generosity, virtue, mindfulness, and loving-kindness are complemented by other lineages and skillful means. ...
So we have had wonderful retreats with Tsoknyi Rinpoche and both Ajahn Amaro and Guy Armstrong on different occasions.
While we are dedicated to preserving and sustaining the core teachings of our lineage, we are also willing to be innovators, as indicated by our willingness to learn from many lineages. “
Geen opmerkingen:
Een reactie posten