vrijdag 3 oktober 2014

Met pensioen gaan als boeddhist, ook voor leraren ?

Deze zomer kwam ik - na reflectie op ruim tien jaar vipassana-meditatie - tot ontdekking dat ik niet meer hoef te veranderen, transformeren of hoe het doel van mediteren ook genoemd wordt. Het is goed zoals ik nu ben. Even (?) geen formele meditatie of retraites meer.
Bij vipassana gaat het om het bereiken van inzicht(en); en mijn heldere plotselinge inzicht deze zomer was: ik ben onvolmaakt, maar klaar, in spirituele zin.

Dit is het, dit is mijn pad geweest. Ik hoef niets meer te bereiken, geen Bodhisattva, 'Stroombetreder' of 'Arhat' worden. Niet meer  Nana's  proberen te bereiken, geen verdere  Zuiveringen ; niet meer  Banden (fetters, samyojana)  proberen los te krijgen.

Niet nog verder proberen 'de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn', zoals ik het zelf het liefste formuleerde. Over dit 'doel' heeft Jayarava - één van de beste boeddhistische en boeddhologische schrijvers die ik ken - verleden week behartenswaardige dingen gezegd in z'n blog  'The Nature of Reality? ' . Dit gaat over een variant van mijn formulering, over de zogeheten 'ultieme werkelijkheid'. Opvallend, zegt hij: we verkopen het Boeddhisme in termen van absoluutheden; we vertellen mensen dat als zij de ultieme aard van de werkelijkheid willen ontdekken, wij ze kunnen helpen. Vervolgens gaat hij na wat ervaren meditatoren en wat boeddhistische teksten hierover zeggen. Het blijkt dat het dan helemaal niet gaat om de ultieme aard van de werkelijkheid. Zie z'n samenvatting hieronder.

Anders gezegd: ik ga als boeddhist met pensioen, ik werk niet meer aan mezelf, ik ben klaar voor de dood, al mag die wat mij betreft nog wel even wegblijven, daar gaat het niet om.

====================================================================

Deze week verbaasde ik me weer eens over de leeftijd van de boeddhistische leraren in Nederland. Sommige van hen zijn nog ouder dan ik (75+)
Waarom stoppen ze er niet mee en laten jongeren als leraar optreden?
Los van hun onmisbaarheid is er waarschijnlijk het argument dat wijsheid groeit met de leeftijd. Een Aziatische gerontocratie van het boeddhisme dus. Nu heb ik veel respect voor de ouderdom (ook uit eigenbelang om me een grapje te permitteren) maar hoort een facet van het Westerse boeddhisme ook niet te zijn, dat Westerlingen het fenomeen 'pensioen' kennen?
Je hoeft toch niet persé tot je dood door te gaan met je functie van leraar? Je kan je op een gegeven moment toch terugtrekken en hoogstens nog sporadisch belangeloze wijze adviezen te geven (belangeloos kan bijvoorbeeld betekenen: hef de organisatie waar ik m'n leraarsleven lang aan heb gewerkt, maar op)?

Jotika Hermsen, Ton Lathouwers, Nico Tydeman en nog een paar zijn al heel, heel lang leraar.
Moeten ze ook niet gaan proberen, hun leerlingen los te laten?
Een dan heb ik nog niet eens over de buitenlandse 'bekende boeddhisten' die regelmatig naar Nederland komen om nog eens hun boodschap te brengen, vooral de Tibetaanse leraren dus, hun leeftijden ken ik niet, ze schijnen allemaal tulku te zijn.
Dat brengt me bij Han de Wit (en die is met z'n 70e nog maar een jongentje). Zie m'n blog van 15 juni . Hem schreef ik "Verder zou ik zeggen: gefeliciteerd Han. Je kan nu eindelijk volwassen worden. Loskomen bijvoorbeeld van je eerste leraar Chögyam Trungpa (die van de 'crazy wisdom' waar je weinig van hebt, en die niet van de drank en de vrouwen af kon blijven);
en vrij van je tweede leraar Sakyong Mipham (de zoon van, hoe toevallig), die je bracht tot uitspraken over de 'verlichte samenleving' (al weer voorbij, mag ik hopen, die uitspraken dan).
Laat Shambhala achter je en wordt ook ongeorganiseerd boeddhist, je bent er aan toe !
"

Een dominee gaat toch ook met pensioen, dat heet - net als bij een hoogleraar - met emeritaat. En een oude generaal noemt zichzelf 'buiten dienst'; 'leraar b.d.' lijkt me een mooie titel.

En in het algemeen zou ik tegen oudere leerlingen willen zeggen: word je eigen leraar.
En laat vervolgens de leraar in jezelf en de leerling in jezelf los.


====================================================================

Ben ik dan geen boeddhist meer, is me al gevraagd?
De tijd dat ik met trots zei "Ik ben boeddhist !", is wel voorbij.
Maar feitelijk meer dan ooit.

Mediteer ik dan niet meer?
Soms, als ik er zin in heb, zonder doel.
En misschien wel in het nieuwe groepje van Ron Sinnige , dat Zen is maar ook Geen Zen.
Als daar Zen-onzin wordt verkocht, negeer ik dat gewoon. Want ik blijf ook lezen, nu staat op mijn lijst: 'Thoughts Are Not the Enemy: An Innovative Approach to Meditation Practice '  door Jason Siff (zie Amazon.com )
Denken mag weer, ook in de meditatie; dat is goed nieuws!

====================================================================

Conclusion  (uit Jayarava's Raves )
...
"Teneinde de stelling
   'Het doel van meditatie is om de geest te cultiveren als
    een geschikt instrument om de ultieme aard van de werkelijkheid te ontdekken
'
in overeenstemming te brengen met ervaringen van meditatoren en van teksten uit het vroege boeddhisme, moet deze stelling geherformuleerd worden in:
   Het doel van de meditatie is om een geest te cultiveren als
    een geschikt instrument om de aard van de ervaring te ontdekken.
"
(Vertaling, vet en onderstreping van mij, Joop R.;
verder onvertaald:)

"Discovering the ultimate nature of reality is not the purpose of meditation, or at least it wasn't traditionally. It is not what meditation is good for in practice, in the sense that meditators don't report knowledge of the nature of reality. What's worse is that when Buddhists do start to talk about the nature of reality they very often have obviously naive views that are rooted in reading certain types of books, rather than being grounded in experience. Or they expound the nature of reality in one breath and then tell us that reality is ineffable in the next (which is simple confusion). There are more interesting discussions of how the doctrine of pratītyasamutpāda might describe reality, but it's been a few years since I found this kind of discussion compelling. The resultant reality is far too vaguely defined, ambiguous and poorly understood to be of much use to anyone. It's better to refrain from treating pratītyasamutpāda as a Theory of Everything and apply it in the domain of experience where it makes most sense.

Reality is not something that meditation is going to help with. Meditation is ways about exploring experience and/or cultivating experiences. So often the Buddha is supposed to have said: I teach suffering, the cause of suffering, the end of suffering, and the way to end suffering. That's it.

While I've explored the drift of Buddhist thought into the realms of ontology - of reality, what exists etc - in various essays now, I'm confident that, over the course of Buddhist thought, the methods and what they were capable of hardly changed at all (except for once when tantric practice emerged - but event that can be understood in terms of older paradigms with some thought). Of course Buddhist narratives did get caught up with ontological thinking and I expect that a closer examination would show that ideas about 'reality' emerged only once the concept of reality was admitted. This is certainly the drift of the changes wrought in response to the problem of Action at a Temporal Distance. And what happened was the doctrine decohered from practice for a time.

Probably the horrendous fudge of the Two Truths helped to bring the idea of a paramatha-dhātu or -loka into being. When you combine ontological thinking with notions of parama it's probably inevitable. It's one of the reasons I disparage the Two Truths doctrine - it facilitates wrong views. I don't think it had any significance in the first 1000 years of Buddhism, but of course that still leaves it with a long history.

What we look for in the long term is a strong coherence between Buddhist practice and doctrine; in fact we look for doctrine yoked to and driven by practice. When that is missing we are due for reform.
"


1 opmerking:

Andreas zei

"De tijd dat ik met trots zei "Ik ben boeddhist !", is wel voorbij." Ja, mooi. En herkenbaar. Een open hart is niet gebonden aan een specifieke traditie - Godzijdank niet!