zondag 23 november 2014

Symposium over een retraite-centrum maar wat is een retraite? Bijdrage over de verhouding tussen functies, organisaties en verklaringen - Plus een 'Abstract'

De Stichting Vipassana Centrum Nederland (voluit: Meditatie en Studiecentrum Vipassana Nederland) organiseert een symposium dat plaats vindt op zaterdag 13 december van 10.30 tot 17 uur in Deventer.
Voor programma en wijze van opgeven: zie  'Symposium '   Ik citeer:
"Het Symposium wordt gehouden om een visie en intentie bekend te maken en nader uit te werken ten aanzien van een te realiseren Vipassana Centrum Nederland: een vaste locatie doorlopend geschikt voor de beoefening van Vipassana meditatie."
Speciale gast is de bekende Engelse lerares Christina Feldman, die een begeleide meditatie geeft en een talk over het onderwerp: "Vision of/towards a Vipassana Center based on experience with other centers."

Ik heb de secretaris laten weten, verhinderd te zijn omdat ik een paar dagen eerder geopereerd  wordt en heb daarbij een paar kritische punten schriftelijk ingebracht.
Naast onduidelijkheid over het vertrek van de penningmeester (zie hieronder),
de al te sterke accentuering van het verschil tussen leraar en leerling (hier yogi genoemd),
en de al te grote stilte in  de zaak SIM-Went  heb ik een beleidsmatig probleem.
Namelijk dat nog steeds (hoewel ik dat verleden jaar al had geproblematiseerd) vrij achteloos en ondoordacht in de uitnodiging over het centrum voor vipassana meditatie wordt gezegd : "Sommige meditatoren zullen er [in een te bouwen/kopen centrum] wellicht willen wonen."

Waar ik de voorkeur aan geef (en wat het meest betaalbaar is):
Een 'kaal' en niet te groot retraitegebouw, zoals bv dat van Mettavihara (Triratna) ; alleen voor meditatie en dhamma-studie met inwonenden voor korte tijd (een paar dagen tot een paar weken, een enkele keer een paar maanden).
En los daarvan - zeker in economische en juridische zin - een woonvoorziening voor boeddhisten die permanent (een jaar of langer) samen met anderen in een kloosterachtige ambiance willen wonen en mediteren. En die hun 'woning' van de accommodatie zelf huren of liever kopen, tegen marktconforme prijs.
Op deze wijze hoeven degenen die graag voor het retraite-centrum willen doneren, niet tegelijk het wonen van een aantal individuen te financieren; we hebben het hier niet over bhikkhu's of nonnen/bhikkhuni's volgens de Theravada-traditie, maar over min of meer koopkrachtige leken.

Op een paar van deze punten kom ik hieronder terug, eerst een beschouwing over wat het 'naar een retraite gaan' in onze huidige Westerse samenleving is: in zekere zin een gekunstelde vorm.

========================================================================

Op 9 november stond in het dagblad Trouw een artikel geschreven door Olaf Storm, genaamd     ' Stilteretraite is groot onderhoud voor de psyche '.  Link:  Trouw, 9 nov 2014

Ik vind het een helder verslag, met vertrouwde thema's, bekend van het lezen in bv Simsara of Bodhitv.
Olaf Stom ken ik niet, weet ook niet of hij (in een groep) mediteert de rest van het jaar. Hij spreekt over een negendaagse boeddhistische stilteretraite in Duitsland; in welke traditie is me niet duidelijk geworden: inzichtmeditatie, vipassana à la Goenka of in het Thich Nhat Hanh centrum?
Lees dit verslag, zou ik zeggen, zeker tegen degenen die er niet zo veel van weten.
En goed dat dit in Trouw is opgenomen. Het is toch nog steeds een Christelijk dagblad; en veel traditionele Christenen vinden het boeddhisme toch maar niks. Nog steeds.

Waar ik verder op in wil gaan, zijn de reacties op dit artikel (in de digitale vorm), dertig inmiddels. Natuurlijk is een deel er van beroepsschrijvers, 'reaguurders', en een deel daarvan weet niet waar ze het over hebben. Of wijzen het boeddhisme af vanuit een Christelijke opvatting. Maar zelfs die reacties vind ik interessant, want hier is er geen behoefte politiek correct te doen en respect te hebben van een andere religie, meditatie wordt kennelijk als iets seculiers gezien dat men vrijelijk mag bekritiseren. Overigens: een aantal van de reagerenden is ronduit positief over het artikel.
Een schrijver "vindt het bizar dat je 9 dagen per jaar gaat zitten stilzwijgen en dan hoopt dat het de rest van het jaar allemaal goed komt. ...". Anderen begrijpen niet waarom een wandeling in het bos ook niet kan, waarom zich isoleren ergens ver weg? Waarom los van de familie, is dat niet egocentrisch?

Die laatste opmerking is interessant gezien de reacties die dit bij mij opriep. Wat ik er van maak is: naar een retraite gaan, als westerling, is een tijdje monnik/non zijn: familieverlater en wereldverzaker. Terwijl je dat eigenlijk niet bent, je spéélt in zekere zin voor monnik/non. Het contemplatieve leven wordt in tien dagen gepropt.

Het is een bijzondere culturele uitvinding, een retraite; vergelijkbaar met grote technologische uitvindingen zoals de auto of de computer. Het is een vorm van vrijetijdsbesteding (werkenden moeten er vakantiedagen voor opnemen) èn tegelijk hard werken. Dat het 'groot onderhoud voor de psyche' zou zijn, zoals de auteur van het Trouw-artikel het formuleert, is een soort rechtvaardiging: naar zijn familie, naar zijn vrienden en naar zichzelf. Grappig omdat het boeddhisme nu juist van het begrip psyche (ziel) af wil; dat de reageerders de gebruikte term 'psyche' vervangen 'ego', vind ik in het licht daarvan begrijpelijk.
Kortom: ik vind het verschijnsel retraite heel nuttig (je komt er dieper mee dan met reeks dagelijks kort zitten); maar het is ook een gekunstelde beoefening. Dat blijkt bv uit het feit dat je het tegelijk wèl samen en nìèt samen met anderen doet. Het is tegelijk een verre reis en dichtbij blijven.

Organiseer je eigen retraite
Een van de gemaakte opmerkingen was, dat je toch niet persé naar een (tamelijk dure) retraite hoeft om intensief te mediteren. Dit sluit aan bij wat ik al een paar keer heb gedaan en nog meer wil doen: een privé-retraite organiseren; alleen een paar dagen in een huis(je); zelf - in stilte, want alleen - voor m'n eten zorgen. En een schema als disciplinerend hulpmiddel op papier zetten en me daar min of meer aan houdend. En dat een week of zo.
Het enige dat ik mis, zijn de Dhamma-talks, maar daarvoor ga ik niet mediteren, bovendien zijn er genoeg op internet te vinden. En de interviews met de leraar, maar ik heb - vind ik zelf - nu lang genoeg gemediteerd om het zonder leraar af te kunnen. Net zo als het (dagelijks als het kan maar minstens wekelijks) thuis op m'n kussentje zitten.

Wellicht kan het ook samen met anderen (being alone together) maar de verleiding om tussendoor te gaan praten is - in mijn ervaring - groot.
Update 26 november  De Duitsers hebben er trouwens een (Engels) woord voor:  Peer-Retreat

Misschien dat ik over een jaar of zo wel weer naar een retraite wil, maar de vanzelfsprekendheid van een jaarlijks 'groot onderhoud voor de psyche' hoef ik niet meer zo nodig.
Eerlijk gezegd vind ik dat in de vipassana (en zover ik weet ook wel andere vormen van boeddhisme beoefenen) nogal lang een spirituele onvolwassenheid wordt geaccepteerd in de leraar-leerling verhouding. Mijn opvatting is dat je na een jaar of vijf moet kunnen ophouden met het leerling zijn; en van de leraar: moet kunnen ophouden leraar te zijn van deze man of vrouw.

Wat dat betreft ben ik zeer benieuwd naar het bij Asoka uitkomen van het boek Boeddha@home,  Op retraite in je eigen huis, geschreven door Renate Seifarth.
Hierin "... neemt een ervaren meditatielerares je mee op een retraite in je eigen vertrouwde omgeving; dit in combinatie met je alledaagse werkzaamheden, of in een periode die volledig gewijd kan worden aan oefening en verdieping ....".   Als voorproefje  de Duitse versie

Iets anders is (voor mij) het naar een retraite gaan om een nieuwe (of aanvullende) vorm van beoefening te leren, met een leraar die daarin deskundig is; bijvoorbeeld  'samatha' .  Een retraite is dan in zekere zin een cursus, maatschappelijk en psychologisch een ander fenomeen.

========================================================================

Twee onverenigbare verklaringen van één penningmeester

Begin augustus dit jaar konden de in boeddhistisch nieuws geïnteresseerde lezers vernemen dat Gerben Hieminga, penningmeester van de stichting SanghaMetta alsmede penningmeester van de stichting Vipassana Nederland, met onmiddellijke ingang was opgestapt.
Dit nieuws kwam ook voor de nauw betrokkenen als een volledige verrassing. Ruim een maand voor dit vertrek had er in het blad 'Simsara' van de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) een uitgebreid interview gestaan met Gerben en andere bestuursleden van Vipassana Nederland (Bron : SIMsara mei 2014 ) Daarin kwam geen enkel van de hieronder genoemde argumenten aan de orde.

Na de toelichting op zijn vertrek door Gerben aan de journalisten van *OpenBoeddhisme* is er nu ook een door hem aan de secretaris van de 'Stichting Meditatie en Studiecentrum Vipassana Nederland' doorgegeven verklaring. Beide staan hieronder in een Bijlage

Omdat deze twee verklaringen (naast het andere argument van tijdgebrek) onverenigbaar ver uit elkaar liggen, heb ik de redactie van *OpenBoeddhisme* gevraagd hoe die uit begin augustus tot stand is gekomen.
Zij verzekeren me dat deze laatste tekst, en zelfs het hele artikel, door Gerben Hieminga woord voor woord is geaccordeerd.

Ik weet echt niet wat ik hiervan moet vinden. Een theoretische verklaring waarmee de tegenstrijdigheid kan worden opgeheven, is dat zijn opmerkingen in *OpenBoeddhisme* (vooral) op het financiële beleid van SanghaMetta betrekking hebben, daar gaat het ook om veel meer geld dan bij Vipassana Centrum Nederland. Maar weten doen we het niet echt. Dat blijft wringen.

========================================================================

De andere stichting voor vipassana in retraite-vorm - SanghaMetta

Gerben Hieminga was tot juli 2014 ook penningmeester van de stichting SanghaMetta. Deze functie heeft hij tegelijk met die van de stichting Vipassana Centrum Nederland beëindigd, met dezelfde argumenten in *OpenBoeddhisme* geuit. De stichting zelf heeft het vertrek niet toegelicht.
Hoewel het formeel geen samenwerkingsverband is, kan in zekere zin gezegd worden dat de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) en de stichting SanghaMetta samen de dragende partijen zijn van de nieuwe stichting Vipassana Centrum Nederland; beide organiseren retraites, naast elkaar en soms enigszins in concurrentie met elkaar (wat uiteraard - typisch boeddhistisch - wordt ontkend). De derde 'partij' (of non-partij, want het is een los verband) die een rol speelt bij het Vipassana Centrum Nederland is de groep vipassanaleraren.

SanghaMetta en een eigen permanent woon en/of meditatiecentrum   &  Een OPROEP
Op de website van SanghaMetta is de volgende doelstelling te vinden:
"Daarnaast richt Sangha Metta zich op het vinden van een goede plek voor langdurige beoefening, in het bijzonder voor vrouwen. Dat betekent niet dat mannen worden uitgesloten, maar er is speciale aandacht voor het creëren van een omgeving die ondersteunend en veilig is voor de beoefening door vrouwen.
Sangha Metta heeft sinds haar oprichting de wens om een permanent meditatiecentrum op te richten. In 2000 is Sangha Metta haar retraites op de locatie van het Internationaal Theosofisch Centrum in Naarden gaan geven. Deze locatie voldoet zo goed dat sinds 2000 minder intensief gezocht is naar een eigen locatie. Desalniettemin zijn de voordelen van een permanent centrum groot waardoor de wens actueel blijft.
"
Bron: 'Beleidsplan 2014-2019 '

Op de website van SanghaMetta is ook de Jaarrekening over 2013 te vinden. Uit deze  'Jaarrekening ' blijkt dat de stichting per 31 december 2013 een vermogen had van ruim  € 395.000, (eind 2012 was het ruim € 374.000)  Dat is me nog al een bedrag!

In het 'Beleidsplan' staat hierover: "Het vermogen wordt ingezet om de doelstellingen van de stichting uit te kunnen voeren. En wordt specifiek ook achter de hand gehouden om een permanent meditatiecentrum te kunnen financieren als die gelegenheid zich voordoet."

Ik begrijp wel de voorzichtigheid van Sanghametta maar begrijp niet hun redenering dat het realiseren van hun doel niet zo'n haast heeft omdat het Theosofisch Centrum in Naarden prima voldoet.
Het voldoet prima, en die opinie deel ik, als retraitecentrum. Maar niet als 'plek voor langdurige beoefening' (ik citeer hun 'Beleidsplan'), ook wel genoemd een (semi-)monastieke voorziening, een klooster in iets gewonere woorden. Een woonfunctie in nog gewonere woorden die ik hierboven hanteerde.

Oproep tot samenwerking
Gezien m'n hier beschreven opvatting over de verhouding wonen en tijdelijk-mediteren zou ik zeggen:
  (Besturen van)   SanghaMetta en Vipassana-Centrum:
  sla de handen ineen en zorg voor een retraitecentrum en een

  wooncentrum, juridisch los van elkaar maar wel in elkaars nabijheid.
  En heb het dan ook openlijk over geld(beleids)zaken.

Overigens hoop ik dat veel mensen 13 december naar het symposium gaan. En daar een levendige discussie voeren. Wellicht is deze tekst ook een bijdrage daaraan.

========================================================================

Omdat een deel van die discussie in het Engels gevoerd zal worden, een samenvatting ('abstract') van het bovenstaande.

Abstract

In a symposium about the realisation of a retreat centre for insight meditation (=vipassana) in the nearby future five topics deserve special attention:

* It had to be clear what kind of meditation and Dhamma/Dharma-study are belonging to the nucleus of the activities: only insight meditation (vipassana) plus the practice of the Brahmaviharas or also samatha-meditation; Dhamma-study or also Dharma based on other Buddhist traditions, including 'secular Buddhism' etc?  I prefer the latter;

* Detachment can also be applied on being dependent on a meditation-teacher too long; there should be a policy about doing meditation (retreats) without a teacher, for experienced yogi's;

* The financial responsibilities had to be transparent; now there are still some questions about the leaving of the treasurer of Vipassana Nederland who also was the treasurer of SanghaMetta;

* It had to be clear what are the functions of the centre (the builings): just facilitating retreats for some weeks òr also a semi-monastic (permanent) living situation for laypeople; these two functions should not been mixed, spatial and financial, especially for fundraising reasons. In in my opinion they are mixed now;

* It had to be clear that the organization who prepares the realisation of the centre is either an independent group or a coalition of existing organisations; also the relations between the existing groups had to be clear; in the Dutch situation that's not the case with 'SanghaMetta'. I call 'Sangha Metta' and 'Vipassana Centrum Nedferland' to do a coordinated effort for realising both centres, for both functions.

========================================================================

Bijlage

Twee verklaringen van Gerben Hieminga, zoek de verschillen


Ten aanzien van zijn vertrek bij het Vipassana Centrum, gepubliceerd begin november:
Uit  Vipassana Centrum, Nieuwsbrief 4 :
"... Ik ben nu anderhalf jaar vader en in die tijd heb ik gemerkt dat de combinatie van het vaderschap en een drukke baan steeds moeilijker te combineren zijn met het intensieve vrijwilligerswerk. Ik heb daarom besloten meer tijd voor mijn gezin vrij te maken in deze drukke jaren van het vaderschap. Ook ben ik in deze fase van het ontwikkelproces niet de juiste persoon op de juiste plaats. Mijn kwaliteiten liggen vooral in het praktisch realiseren van een meditatiecentrum. Het initiatief is echter nog niet in deze fase en er moet nog veel werk verricht worden om draagvlak te creëren en partijen inhoudelijk en financieel aan elkaar te binden. ...

Ten aanzien van zijn vertrek bij het Vipassana Centrum èn SanghaMetta :
Uit  *OpenBoeddhisme* 2 aug 2014 :
" De andere reden is een verschil van inzicht over het resultaat dat van boeddhistische beoefening verwacht mag worden: ‘Het boeddhistische pad kan volledig begrip bieden van veranderlijkheid, de illusie van ego en het onbevredigende karakter van alles wat geconditioneerd is. Dat wil echter niet zeggen dat gedrag dat maatschappelijk als onjuist beoordeeld kan worden niet of zelfs nooit meer optreedt. (…) Hieminga maakt daarbij echter een kanttekening: ‘Ook mensen die de dhamma voor een groot deel of zelfs geheel gezien hebben, zijn naast goede ook nog steeds tot domme dingen in staat.’ Hij stelt vast dat veel mediterenden tegelijk verlangen ‘naar een einddoel van perfect menselijk gedrag, altijd en overal.’ Zo worden zij van twee kanten uiteen getrokken. Volgens Hieminga besteden boeddhistische leraren en bestuurders aan deze twee aspecten te weinig, of te eenzijdig aandacht. Hieminga legt uit dat hij ‘transparantie en congruentie’ belangrijk vindt. Dit betekent: iemands overtuiging, houding en gedrag moeten met elkaar in overeenstemming zijn, inzichtelijk en passend bij het nagestreefde doel. Het afgelopen half jaar kwam Hieminga geleidelijk tot het inzicht dat het hieraan binnen beide stichtingen op belangrijke onderdelen schort.
‘Ik ben als bestuurder te vaak geconfronteerd met in mijn ogen onjuist gedrag, waarbij ik niet inhoudelijk reageer op specifieke kwesties.’ Omdat de overschreden grenzen in zijn ogen wezenlijk zijn, wilde Hieminga over deze observaties niet ‘onderhandelen’. Wie denkt voor verandering te kunnen zorgen moet op zijn post blijven, vindt hij. Maar binnen de ‘gegeven structuren en bestuurlijke context’ ziet Hieminga daartoe geen mogelijkheid. ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik hiervoor als bestuurder niet langer verantwoordelijkheid kan en wil nemen.’
"



dinsdag 18 november 2014

Vijf jaar geleden: toen niemand nog twijfelde aan het feit dat het NPO-onderzoek bedoeld was om aan te tonen dat er 900000 boeddhisten zijn

Een kleine bijdrage aan de geschiedschrijving van het georganiseerde Nederlandse boeddhisme.
Ruim vijf jaar geleden diende de BOS "mede namens de BUN" een aanvraag in voor zendtijd voor de periode 2010-2015.
Belangrijk onderdeel van de aanvraag, die een verhoging van de gewenste zendtijd betekende omdat de BOS claimde dat er veel meer dan 500.000 boeddhisten in Nederland zijn, was een rapport van de NPO waaruit zou blijken dat er 900.000 zijn
Die aanvraag rammelde ernstig, meende ik toen, en uit liefde voor de waarheid heb ik dat destijds het Commissariaat voor de Media laten weten.
Hieronder een brief van mij van nu vijf jaar geleden, toen niemand nog twijfelde aan het feit dat het NPO-onderzoek bedoeld was om de claim van zendtijd t.b.v. 900.000 boeddhisten te onderbouwen.
Opnieuw relevant omdat in de zitting van de rechtbank verleden week (zie mijn blogtekst van gisteren daarover) BUN en BOS beweerden dat dat onderzoek een ander doel diende: om adequater voor de doelgroep van de BOS te kunnen programmeren.

===============================================================

Betreft: Kommentaar op de
Aanvraag voor Aanwijzing Zendtijd 2010-2015
door de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS)

Amersfoort, 19 oktober 2009

Geacht Commissariaat voor de Media


Hierbij mijn kommentaar op bovengenoemde aanvraag.
Ik doe dit op persoonlijke titel, als boeddhist die bezorgd is over de ontwikkelingen binnen het georganiseerde boeddhisme in Nederland.

Wie heeft de aanvraag ingediend? Alleen de BOS
Mede namens de BUN” staat in de Aanbiedingsbrief van 30 september, dat betekent echter niets. De BUN-leden kennen de aanvraag noch een concept ervan: die is geheim gehouden.
Er is ook geen openbare brief of besluit van het BUN-bestuur over deze aanvraag.
De aanvrager is de Vereniging Boeddhistische Unie Nederland (BUN)" staat er bovenaan pagina 3, nogal onverwacht en in strijd met de aanbiedingsbrief van de BOS-directeur. Geen enkele passage van de verdere tekst van de aanvraag (bv die over representativiteit) wijst daar op.
Deze passage is alleen te begrijpen als men weet dat die precies zo in de Aanvraag van 2004 (toen wel van de BUN) stond, hij is gedachtenloos overgenomen.

Was de BOS gerechtigd deze aanvraag in te dienen? Volgens mij niet.
De BOS baseert zich impliciet op de delegatieovereenkomst BUN-BOS van 4 oktober 2008
Deze is echter m.i. in strijd met de Mediawet en de Beleidsregels van het Commissariaat:
Niet een omroep, een “organisatie die het media-aanbod verzorgt” maar een “geestelijke genootschap” in uw termen had de aanvraag in moeten dienen. Niet de BOS maar bv de BUN.

Mijn conclusie: de indienende organisatie van deze aanvraag was daar niet toe bevoegd, dus moet de aanvraag niet behandeling worden genomen.
Daarmee zou ik m’n bijdrage kunnen afronden, toch nog wat kanttekeningen bij de inhoud.

Ik volg daarbij uw Toelichting op uw beleidsregels en de ‘inrichtingseisen’ zoals u die in uw brief van 3 april 2009 aan onder andere de BUN heeft geformuleerd.

ii. korte omschrijving van de hoofdstroming waarvoor zendtijd wordt gevraagd; en
iii. eventueel aanduiding van de substromingen waarvoor de hoofdstroming als representatief kan worden beschouwd;

Het lijkt me hier niet de plaats daar uitgebreid op in te gaan, maar de tekst van de Aanvraag schiet op veel punten ernstig tekort. Laat ik het zo zeggen: slechts enkele duizenden van de 900.000 boeddhisten die de BOS claimt te representeren, zullen zich in deze tekst herkennen.


iv. gemotiveerde opgave waarmee ten genoegen van het Commissariaat de kwantitatieve aanhang van de hoofdstroming kan worden vastgesteld;
Het meest concrete wat hierover is de Aanvraag staat, is gebaseerd op de onderzoeks-resultaten van de afdeling MediaOnderzoek & -Advies van de NPO. Bijlage 2 (op blz 28 e.v.) begint met een vertrouwelijke brief van de onderzoeker aan de BOS. Het rapport is zo voorlopig en zo onvolledig dat er nu nog geen enkele conclusie uit getrokken mag worden; elke discussie over de methodologische onderbouwing ervan is op dit moment onmogelijk. Dit is door de onderzoeker op de Achterbandag van de BOS op 3 oktober j.l. ook toegegeven.
De vertaling van uw (van de Raad van State afkomstige) begrip “daadwerkelijke affiniteit” in
de vraag “welke stroming biedt u het meeste inspiratie en richting”
plus (volgens mij helemáál niet overeenkomstig uw affiniteitscriterium !):
de vraag welke stroming daarbij de tweede keus is (bij een deel van de steekproef),
is onjuist. Ik zou de adviezen van de op pag 10 genoemde geleerden wel eens willen zien.
De resultaten van 370.000 voor de eerste vraag plus de 462.000 voor de tweede vraag zijn boterzacht. En dan nog is onduidelijk of de percentages wegens onbekendheid over hoe de steekproef getrokken is, vertaald mogen worden naar de geclaimde 830.000 van de hele Nederlandse bevolking.

Dan de stelling op pagina 10 dat er “per 1 januari 2007 ten minste 113.000 niet van oorspronkelijk Nederlandse afkomst zijnde boeddhisten in Nederland aanwezig waren ”. In de tabel ‘Omvang allochtone aanhang boeddhisme in Nederland’ zoals die in Bijlage 3 opgenomen is, zijn de percentages in de kolom “Invloed Boeddhisme op cultuur land van herkomst” wetenschappelijk volstrekt niet onderbouwd en veel te hoog. Bv de percentages van 100% voor Vietnam en 80% voor China en Japan slaan nergens op, ditzelfde geldt de 10% voor Indonesië.
Het geclaimde aantal van 113.000 is vele malen, misschien wel meer dan vijf maal te hoog geschat.
Van de 113.000 trekt de Aanvraag er zomaar 45.000 af, om te komen op een totaal van 900.000. “Rekening houdend met een zekere overlap tussen onderzoek en telling allochtone achterban”, wordt beweerd; maar waarom die ‘overlap’ 45.000 zou moeten zijn, weet niemand.

Mijn conclusie: ik kan me niet voorstellen dat u, Commissariaat, zelfs in uw meest welwillende interpretatie van deze resultaten kan vinden dat er meer dan 500.000 mensen zijn met een daadwerkelijke affiniteit met het boeddhisme. Het is genant dat de BOS dit claimt.
Veel waarschijnlijker ligt dat aantal ergens tussen de 20.000 en de 170.000


v. bewijsvoering ten genoegen van het Commissariaat terzake van de representativiteit
van het aanvragend genootschap;
Omdat het de BOS is die de aanvraag heeft ingediend, is het de vraag (eigenlijk irrelevant want de BOS is geen ‘genootschap’) hoe groot de representativiteit van de BOS is. Behalve een onbekend aantal (± 1000) donateurs van de Stichting Vrienden van de BOS is die er niet.

De BOS beweert op pag. 4 van de Zendtijdaanvraag:
“... de boeddhistische centra [worden] gestimuleerd om zitting te nemen in de Participatieraad
van de BOS. Deze participatieraad staat ook open voor niet-BUN aangesloten
boeddhistische centra en bovendien kunnen niet-georganiseerde individuen op uitnodiging
zitting nemen in dit adviserende orgaan. Concreet betekent dit dat, op basis van de delegatie-overeenkomst tussen BUN en BOS en de autonomie en bestuurlijke inrichting van de BOS, de inclusiviteit én representativiteit van de BOS de facto nog breder is dan die van de BUN
Nog los van het feit dat de Participatieraad een vederlicht adviesorgaan is, zonder enige echte invloed op het beleid of de programmering, heb ik twee punten van kritiek op deze uitspraak:
(1) Dat ook niet-georganiseerde individuen zitting kunnen nemen in de PAR staat niet in de BOS-statuten (dat zou in art 16 hebben moeten staan), er is ook nooit bekendheid aan gegeven, ook niet op de website. Misschien zit er nu wel een ongeorganiseerde in deze raad (wij kennen de samenstelling niet, die staat ook niet in de Aanvraag), maar in z’n algemeenheid is deze bewering gewoon niet waar en zegt ook niets over reprentativiteit.
(2) Er wordt nu gedaan of de representativiteit van de BUN en de representativiteit van de BOS bij elkaar opgeteld mogen worden. Volstrekt onterecht.

Toch lijkt het me verstandig kommentaar te leveren op die twee zogeheten representativiteiten:
(a) Omdat de Zendtijdaanvraag niets zegt over de representativiteitsclaim van de BUN, is het lastig daarop te reageren. Wij hebben u echter al eerder dit jaar onze opvatting kenbaar gemaakt (in een bijlage hierachter neem ik deze – ingekort op)
Samenvattend is die: de BUN heeft expliciet de ongeorganiseerden buitengesloten; en een vrij informele claim van het BUN-bestuur van een achterban van 20.000 boeddhisten is aan de hoge kant maar mag wat ons betreft de benefit of the doubt krijgen.
In onze berekening is die achterban kleiner dan 10.000 individuen.

(b) De BOS beweert in deze aanvraag dat zij het onwaarschijnlijke aantal van 900.000 representeert en dat deze allen ook zouden moeten meetellen. Ik citeer pagina 10 van de Aanvraag waarmee de uitspraak van de Raad van State en de samenvatting daarvan van uw Commissariaat m.i. opzettellijk volstrekt onjuist wordt geïnterpreteerd:
"Als het Commissariaat voor de Media bij de beoordeling van de zendtijdaanvragen voor de
periode 2010 - 2015 haar beleid uit het verleden continueert en zij aan het tweede deel
van de definitie van de Raad van State voor de bepaling van de omvang van de aanhang
van een religie of levensbeschouwelijke stroming (' ... , maar meer dan incidenteel.. .... '),
dezelfde betekenis hecht als in het verleden gedaan is voor de islam, het protestantisme
en het katholicisme, dan toont dit onderzoek aan dat het boeddhisme een
achterbangrootte heeft van 832.895 (dat deel van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en
ouder voor wie het boeddhisme op de eerste of tweede plaats de meeste inspiratie en
richting biedt, zie bijlage 3), de allochtone boeddhisten daarbij niet meetellend."
Ik zeg: dit is niet alleen een onjuiste interpretatie, hier maakt de BOS ook nog eens een denkfout door de omvang van de ‘achterban’ samen te laten vallen met het deel daarvan dat zij beargumenteerd kan claimen te representeren.

Mijn conclusie is:
het representativiteit-percentage van de BUN (van de 900.000) is hoogstens 2%
het representativiteit-percentage van de BOS (van de 900.000) is niet te bepalen en irrelevant. Dus al helemaal niet de 100% die de Aanvraag impliciet claimt, eerder 0,1%.

Ik zou dit kunnen samenvatten met een paradox, een stijlvorm waar sommige boeddhisten nogal van houden: DE boeddhist bestaat niet en de BOS representeert hem.


vi. omschrijving van het kerkelijk media-aanbod dan wel van het media-aanbod op
geestelijk terrein dat het aanvragend genootschap zich voorneemt te gaan verzorgen
De Aanvraag schiet hierin ernstig tekort.
Hfst VII ‘Positionering boeddhistische omroep’ van de aanvraag, volgens de Inhoudsopgave beginnend op pag. 16, in de versie die wij kennen, staat het hoofdstuk op pagina 21 en 22.
We citeren, en commentariëren:
Omdat niemand de oorzaak wil zijn van crisis en ellende maar wel van geluk, is de
mensheid niet alleen nu, maar al eeuwen op zoek naar de inspiratie en het houvast om uit
dat irrationele handelen verlost te worden. De BOS kan die inspiratie bieden.”
Als boeddhist moeten we ernstig onze wenkbrauwen fronsen bij deze intentie.

Ik citeer weer: “De BOS produceert en verspreidt een breed scala aan mediaprogramma's vanuit de kernbegrippen wijsheid en compassie, zoals die in het boeddhistisch gedachtegoed zijn uitgewerkt.”
Er had wel iets gezegd mogen worden wat dat brede scala dan is. En bovendien, in het boeddhistische gedachtengoed bevinden zich wel meer kernbegrippen dan deze twee die op deze manier geformuleerd nogal New Age, nogal Happinez-achtig klinken; we missen bv de waarheid van het lijden en het beëindigen van het lijden.

Er wordt niet tot nauwelijks aangegeven welk media-aanbod op boeddhistisch terrein de BOS gaat uitzenden in de periode 2010-2015.
Tijdens de ‘Achterbandag’ van de BOS deed de bestuursvoorzitter nogal honend over de typering van minister Plasterk van 39f-omroepen, die het mogelijk moeten maken dat mensen die slecht ter been zijn, toch kerkdiensten te volgen.
Natuurlijk, de BOS-programma’s moeten niet proberen de kijkers/luisteraars te bekeren, maar de Dharma komt nu nauwelijks aan de orde. Gaat de BOS (af en toe) het beoefenen van het boeddhisme door sangha’s uitzenden, worden er Dharma-toespraken uitgezonden? We krijgen niet de indruk.
We krijgen ook geen indruk wat dan wel. Op dezelfde Achterbandag werd vooral gesproken over documentaires en films, estethiek en exotisch boeddhisme derhalve, nauwelijks aandacht voor het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme.


vii. nauwkeurige beschrijving van de governance-structuur en van de administratieve
organisatie van de instelling die het media-aanbod verzorgt en uitzendt;
Wat dat betreft een reactie op wat het Commissariaat in de toelichting op art. 4, vierde lid van de Beleidsregels zegt:" 6. Omgang met belanghebbenden
... In dit beleid wordt voorts aandacht geschonken aan een klachtenregeling,
klanttevredenheid, dienstbaarheid (servicegerichtheid), correcte bejegening (respect)
en kwaliteitszorg ten aanzien van de dienstverlening.”
De BOS hanteert niet het principe van ‘hoor en wederhoor’, noch ingebouwd in een programma noch n.a.v. een reaktie op een programma.
Ik ken een aantal voorbeelden waar dit soort reakties niet of respectloos zijn bejegend.
Volgens mij heeft de BOS ook geen klachtenregeling of door mij voorgestelde ombudsfunctie.


Tot slot nog dit:
De positie van de BUN is in deze onomstreden binnen boeddhistisch Nederland “, zegt de Aanvraag op pagina 4.
Het spijt me dat ik het zeggen moet: de positie van de BUN is wel omstreden en is dat steeds meer geworden de laatste twee jaar. Met name de rol van het BUN-bestuur in haar geheel en van een aantal invididuele BUN-bestuursleden in het proces van commercialisering van het Nederlandse boeddhisme is – in mijn opvatting – bepaald niet integer te noemen.
Met deze aanvraag en met de reklame die de BOS recentelijk (in radio-uitzendingen) voor bedrijven van BUN-bestuursleden heeft gemaakt, is deze positie er niet sterker op geworden.


Hoogachtend,

(was getekend)

J.W. Romeijn
...
Amersfoort

maandag 17 november 2014

Laatste kans voor de BUN om eervol het conflict met het Commissariaat voor de Media te beëindigen - Lopen belangen BUN en BOS nog wel parallel?

Update d.d. 20 november
Aanstaande zaterdag, 22 november, houdt de Boeddhistische Unie Nederland haar ledenvergadering. Waarschijnlijk komt ook de rechtszaak aan de orde tussen de BUN en het Commissariaat voor de Media, die haar heeft beboet. Een aantal boeddhisten vindt dat de BUN zichzelf en het boeddhisme schaadt met deze rechtszaak en heeft de ledenvergadering een 'Open brief' geschreven.
Deze heb ik onderaan deze blogtekst integraal weergegeven.
Het verschil tussen de oproep in deze brief (die ik medeondertekend heb) en mijn oproep in deze blog van eerder deze week is dat ik optimistisch rekening houd met de mogelijkheid dat het Commissariaat wil onderhandelen, zoals door de rechtbank geopperd; de open brief is realistischer.

=======================================================================

Update d.d. 18 november
Hieronder schrijf ik dat ik me al jaren met deze zaak heb beziggehouden. Ik ging er van uit dat een brief die ik hierover vijf jaar geleden aan het Commissariaat voor de Media had gestuurd, ook in mijn blog stond en dus openbaar was. Dat was niet het geval, daarom heb ik deze nog alsnog in m'n blog opgenomen.

=======================================================================

Verleden week ben ik naar de zitting van de rechtbank in de zaak Commissariaat voor de Media tegen de BUN. Op de publieke tribune, o.a. samen met mensen van *OpenBoeddhisme* ( hier een opiniërend verslag ) en iemand van de VvB
Het gaat nog steeds (zie hier en hier en hier) om de € 50.000 aan omroepmiddelen die (volgens het CvdM) ten onrechte aan een onderzoek zijn besteed om te bepalen hoeveel boeddhisten Nederland telt; plus € 2.500 aan boete omdat de BUN deze daad heeft verricht.
Het probleem is dat het destijds de BOS is geweest die dit heeft gedaan en dat de BUN, zonder de feiten te kennen, daarin achteraf meegegaan is.

De zitting is geschorst nadat beide partijen gebruik hebben gemaakt van de aangeboden mogelijkheid, nog eens met elkaar te overleggen of oplossing buiten de rechtbank mogelijk is.
De BUN heeft er geluk bij gehad dat deze mogelijkheid is geopperd en het CvdM die niet meteen heeft afgewezen; in de jaren dat ik me met deze zaak heb beziggehouden ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat het CvdM gelijk heeft, of ik dat nu leuk vind of niet.

Van de zaken die me daar in Amsterdam opvielen, wil ik er eerst twee noemen:
* De voorzitter van de BUN (dhr. Ritman) benadrukte dat wat de BUN vooral zo pijnlijk treft, is dat ze als organisatie die onrechtmatig heeft gehandeld, wordt beschouwd; hij benadrukte de goede trouw van de BUN.
* De advocaat van het CvdM die duidelijk maakte dat het Commissariaat moet handhaven, en dan dus niet een béétje kan handhaven.  Dat betrof met name de terugvordering, in de bepaling van de boete (nu € 2.500) is het CvdM relatief vrij.

Deze twee zaken combinerend komt ik tot de volgende suggestie:
   De onderhandelingen BUN-CvdM moet zo gaan dat uiteindelijk:
* Enerzijds de BUN zich neerlegt bij de terugbetaling van ten onrechte

   uitgegeven omroepmiddelen;
* Anderzijds het Commissariaat de aan de BUN opgelegde boete wegens

   de overtreding van de Mediawet van € 2.500 naar € 0 (nul Euro) verlaagt,
   waarmee aan het probleem van de BUN-voorzitter tegemoet wordt gekomen.


Wat me verder op viel was - voor het eerst - de advocaat van de BUN (formeel dan, feitelijk was en is hij aangestuurd door de BOS, met name dhr. Mulder) zei dat het ‘zeer de vraag is of de terugvordering en boete onder de vrijwaring vallen'; een in de delegatieovereenkomst tussen BUN en BOS genoemde garantie. De BOS heeft in het verleden steeds verklaart dat zij i.p.v. de BUN gaat betalen, mocht de BUN onverhoopt (en niet verwacht) de zaak gaan verliezen. En de BUN is daar ook steeds van uit gegaan. Maar dat is nu onzekerder geworden: mag de BOS dat wel en wil ze het wel, nu BUN en BOS eind 2015 sowieso uit elkaar gaan?
Nog een signaal dat ik kreeg over de koelere relatie tussen BUN en BOS: het schijnt dat in het recente verleden het bestuur van de BUN een andere organisatie heeft gepolst, of die de omroeplicentie wilde uitvoeren in plaats van de BOS die steeds minder boeddhistisch programmeerde.

Hoe het ook zij: de ledenvergadering van de BUN aanstaande zaterdag 22 november heeft de BUN zo ongeveer de laatste kans de eigen verantwoordelijkheid te nemen in dit langslepende conflict, waarin de BUN door de BOS is meegesleept.

De ledenvergadering heeft nog een ander interessant punt op de agenda. Het kan - eindelijk - een beslissing gaan nemen om alsnog echt representatief voor het boeddhisme, dat is alle boeddhisten, te worden. Namelijk door beleid te gaan maken, de ongeorganiseerde (helaas soms genoemd 'ongebonden') boeddhist bij de BUN te betrekken.

Helaas kennen we de agenda niet en is de vergadering nog steeds niet openbaar; iets dat niet meer van deze tijd is.

=======================================================================

Update 20 november

OPEN BRIEF AAN DE LEDENVERGADERING VAN DE BOEDDHISTISCHE UNIE NEDERLAND, TE HOUDEN OP 22 NOVEMBER 2014 IN LOENEN

19 november 2014

Beste lezers,

Het bestuur van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) is in conflict met het Commissariaat voor de Media. Dit loopt uit de hand: de rechter komt eraan te pas. Het aanspannen van rechtszaken tegen overheidsinstanties en toezichthouders is niet iets waarmee het bestuur van een boeddhistische koepelorganisatie bezig moet zijn. De beeldvorming over het boeddhisme in Nederland loopt daardoor grote schade op.
Omdat de BUN het contactorgaan is voor de hele boeddhistische gemeenschap dienen bestuurders en leden steeds opnieuw bij zichzelf te rade te gaan. Ook nu: welk aandeel hebben zij in dit conflict? De afgelopen vijf jaar is de bestuurders en leden immers herhaaldelijk een spiegel voorgehouden.
In 2010 confronteerde de Belastingdienst de BUN met de ongewenste consequenties van de provisieregeling inzake de zogeheten ‘boeddhistenpolis’. In 2011 sloeg toenmalig BUN-voorzitter Richard de Jongh alarm over de gevolgen van het losweken van de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) van de BUN. In 2012 maakte het Commissariaat voor de Media duidelijk dat onrechtmatig handelen door de BOS de BUN wordt aangerekend. Het wordt steeds duidelijker welke consequentie dit heeft: de BOS betaalde een (kwantitatief) achterbanonderzoek dat zij niet mocht betalen, de leden van de BUN krijgen daarvan de rekening gepresenteerd.
Eerdere signalen gaven het BUN-bestuur geen aanleiding de koers te wijzigen. Men ging door op ingeslagen weg en de negatieve gevolgen daarvan worden steeds groter.
Bij de Rechtbank Amsterdam voert de BUN nu een rechtszaak tegen het Commissariaat voor de Media. Tegenover de meervoudige kamer verkondigden voorzitter Michael Ritman (BUN), directeur Laetitia Schoofs (BOS), oud-directeur Gertjan Mulder (BOS) en advocaat mr. Van Werven op 12 november 2014 namens de leden van de BUN opvattingen die feitelijk neerkomen op het tegenovergestelde van opvattingen die BUN- en BOSvertegenwoordigers in deze kwestie eerder verkondigden.

Hoe kan dit gebeuren? Hoe kan een boeddhistische organisatie zo in de problemen komen? Hoe kan de waarheid voor de BUN een bedreiging vormen? De huidige rechtszaak legt de kern van het probleem bloot: het bestuur en de leden van de BUN weigeren nog steeds verantwoordelijkheid te nemen voor instellingen die zij zelf hebben opgericht en waarvoor zij zelf aansprakelijk zijn.
Om de BOS te kunnen verwezenlijken definieerden het bestuur en de leden van de BUN hun aanhang vijftien jaar geleden zo dat het Commissariaat voor de Media deze als achterban zou accepteren. Hiermee heeft de BUN, juist omdat zij in daarin slaagde, de indruk gewekt waaraan zij nu wordt gehouden—ook door de rechter.

Er kan geen twijfel over bestaan: het gewraakte achterbanonderzoek richtte zich van meet af aan op het opnieuw vaststellen van de omvang van deze achterban, opdat het Commissariaat voor de Media de BUN meer zendtijd zou toewijzen.
De leden hebben zich door opeenvolgende BUN- en BOS-bestuurders ten onrechte wijs laten maken dat zij zichzelf door het sluiten van een overeenkomst van elke wettelijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de BOS zouden kunnen ontslaan, en zichzelf zouden kunnen vrijwaren van elk financieel risico. Dat is een mythe waarvoor de leden uiteindelijk de rekening zullen moeten betalen.

Een van de betekenissen van het boeddhistische begrip dhamma of dharma is: de feiten zien zoals ze zijn. De negatieve beeldvorming waartoe de rechtszaak tussen de BUN en het Commissariaat voor de Media aanleiding geeft raakt ook boeddhisten die daaraan part noch deel hebben. Daarom roepen wij de leden op tijdens de algemene ledenvergadering van 22 november 2014 de feiten onder ogen te zien en het volgende te besluiten:

Staak de rechtszaak;
geef de gemaakte fouten openlijk toe; en
accepteer de consequenties.

De leden van de BUN kunnen tijdens deze ledenvergadering hun verantwoordelijkheid nemen en ingrijpen. Zij kunnen voorkomen dat de boeddhistische gemeenschap als geheel verder en blijvend beschadigd wordt en in de ogen van niet-boeddhisten haar geloofwaardigheid en aanzien verliest.

Met vriendelijke groet,

prof. Henk Barendregt
Mirjam Bosman
Rob van Eijk
prof. Joest ’t Hart, oud-bestuurslid BUN
Rob Hogendoorn
Richard de Jongh, oud-voorzitter BUN
prof. Ton van der Laaken
Marijke Lassche, oud-bestuurslid BUN
prof. Johan Niezing, oud-voorzitter BUN, oud-bestuurslid BOS
Joop Romeijn, oud-bestuurslid SVB, oud-lid BUN werkgroep geëngageerd boeddhisme
Eric Stols
Louwrien Wijers, oud-lid Participatieraad BOS
John Willemsens, voorzitter Advayavada Stichting

vrijdag 7 november 2014

Bodem onder compassie weggeslagen? Spiegel-neuronen doen niet wat boeddhisten dachten (en autisme ook niet) Toch: zonder brein geen empathie

Hersenwetenschap en het hebben (het kunnen hebben) van compassie bij mensen hebben met elkaar te maken.
De laatste tien jaar wordt daarbij met name gedacht door het bestaan van spiegelneuronen in onze hersenen. Want die zouden het hebben van empathie en dus van compassie verklaren, als bij onze menselijke natuur (Boeddha-natuur?) horend.
Over de verschillen en overeenkomsten tussen de begrippen empathie, sympathie en compassie: zie bijlage 1.

Wat zijn en wat kunnen spiegelneuronen ?

'Wikipedia'  (ingekort en zonder noten) zegt er het volgende van:
"Een spiegelneuron of spiegelcel is een neuron dat niet alleen vuurt als een dier een handeling uitvoert, maar ook als het dier een handeling ziet uitvoeren door een ander dier (vooral van dezelfde diersoort). Het neuron weerspiegelt dus als het ware het gedrag van een ander dier en is op dezelfde manier actief als wanneer het dier de handeling zelf uitvoert. Dergelijke neuronen zijn gevonden bij primaten, waaronder de mens, en bij sommige vogels. Bij mensen bevinden ze zich in de premotorische schors en in de pariëtale kwabben van de hersenen.
De aanwezigheid van spiegelneuronen in de hersenen werd ontdekt door ... de universiteit van Parma. Zij deden onderzoek naar handacties bij makaken, bijvoorbeeld het grijpen en oppakken van objecten. Ze ontdekten dat bepaalde hersengebieden actief werden bij het uitvoeren van deze handelingen, maar ook als wordt waargenomen dat een ander eenzelfde handeling uitvoert. Onderzoek met behulp van fMRI, transcraniële magnetische stimulatie en elektro-encefalografie deed sterk vermoeden dat een dergelijk systeem zich ook in de menselijke hersenen bevindt.
Sommige wetenschappers beschouwen spiegelneuronen als een van de belangrijkste ontdekkingen in de recente geschiedenis van de neurowetenschap.
"

'Belangrijkste ontdekking ', misschien zijn die 'sommige' wetenschappers wel wat doorgeslagen, lijkt nu, ruim tien jaar verder.
Niet alleen wetenschappers hebben zich aan dergelijke speculaties bezondigd; ook boeddhisten konden er wat van. Met als ultieme uitspraak dat serieus is voorgesteld, de naam spiegelneuron te vervangen door 'DalaiLama-neuron '.

====================================================================

Hoe hebben boeddhisten het bestaan van spiegelneuronen ingepast in hun Dharma ?

Bovengenoemde uitdrukking lijkt me een vorm van boeddhistisch triomfantalisme.
In bijlage 2 geef ik een selectie van gevonden citaten van boeddhisten over spiegelneuronen in relatie tot empathie en/of compassie. Ze komen zowel van Theravadins als Zen en Tibetaans boeddhisten.
'Ingepast in de Dharma' is daarbij wat te mooi gezegd, het zijn nogal losse flarden. Wat het echt betekent, bv ten aanzien van de relatie materie (hersenen) en geest, of de Abhidhamma nu anders geïnterpreteerd moet worden en vooral: of het invloed heeft op de beoefening (bv meditatie), daarover lees ik weinig.
Een uitzondering daarop is het verband, gelegd door een Thich Nhat Hanh auteur: bij het samen in een sangha mediteren kunnen spiegelneuronen getriggerd worden, de beoefening te versterken.

Om eerlijk te zijn: ik heb ook wel in deze trant geschreven; kort en terloops, maar toch: hier en hier en hier .
Ik ben geen haar beter dan andere boeddhisten, ik heb gewoon met het napraten meegedaan. Omdat ik zo graag wilde (en wil) dat het zo was: dat er een biologische basis is voor empathische gevoelsstromen tussen mensen is, en voor compassie voor een medemens.

Jammer voor deze boeddhisten dat het waarschijnlijk allemaal niet waar is wat ze over spiegelneuronen denken te hebben begrepen.

====================================================================

Is er van een mythevorming sprake, met name over de neurale basis voor het vermogen van de mens, emoties zoals empathie te hebben ?

Idealistische (in filosofische zin) boeddhisten zullen in het algemeen niet veel op hebben met de combinatie van hogere gevoelens zoals empathie en het brein. Dat blijkt uit de negatieve reacties die ik in ieder geval wel heb gehoord op de bestseller  'We zijn ons brein ' van Dick Swaab, dat als materialistisch (ook in filosofische zin) wordt ervaren.

Heel andere kritiek is er van de kant van andere neurowetenschappers. Een helder voorbeeld is:

The Myth of Mirror Neurons:
The Real Neuroscience of Communication and Cognition
door  Gregory Hickok          Te verkrijgen via bv Amazon of Bol.com

De Nijmeegse hoogleraar cognitieve neurowetenschappen Peter Hagoort
vat dit - pas verschenen - boek als volgt samen:
"De ontdekking van spiegelneuronen zijn wel vergeleken met de ontdekking van het DNA. Het lezen van dit boek heeft mij echter gesterkt in de overtuiging dat de vondst van spiegelneuronen de meest overschatte ontdekking is in de neurowetenschappen van de laatste 50 jaar. Spiegelneuronen, zo laat Hickok in zijn boek zien, worden vandaag de dag als verklaring van zo ongeveer elk probleem gezien. Heb je autisme, het komt door een gebrek in je spiegelneuronen. Lijd je aan stotteren, heb je schizofrenie, erectieproblemen, last van obesitas, het is allemaal de schuld van je spiegelneuronen als die niet optimaal functioneren. ... Dit alles op basis van een interessante ontdekking met beperkte relevantie die in 1992 door een groep Italiaanse onderzoekers in Parma wereldkundig gemaakt werd.
...
Op basis van deze en daarop volgende bevindingen zagen de onderzoekers hierin een oplossing voor een centraal probleem: hoe kan ik uit het gedrag van een ander zijn bedoeling afleiden? Het antwoord was: er hoeft niets te worden afgeleid. De spiegelneuronen zorgen ervoor dat je intern het gedrag van de ander simuleert. Zelf ken je het doel van je handeling. Datzelfde systeem kan nu gebruikt worden om het doel van andermans handelen te achterhalen. Jouw eigen handelingssysteem resoneert mee indien je andermans handelen waarneemt. Op zichzelf is dit een interessante gedachte, maar het werkt niet. Ons gedrag is daarvoor veel te ambigu en contextafhankelijk.
...
[Wij] hebben door middel van hersenonderzoek laten zien dat je, om de bedoeling van de spreker te achterhalen, het zogenaamde ‘Theory of Mind’ netwerk moet inschakelen. Dat is een serie gebieden in het brein die ons in staat stellen inferenties te maken over de mentale toestanden van de ander. Deze gebieden zijn duidelijk te onderscheiden van de gebieden in de hersenen die als het spiegelneuronennetwerk te boek staan. Patronen van hersenactiviteit tonen aan dat er andere gebieden nodig zijn om de bedoeling van de spreker te achterhalen dan die waarin de spiegelneuronen zich bevinden.
In zijn boek onderzoekt Hickok de houdbaarheid van de spiegelneuronentheorie op basis van een zorgvuldige lezing van alle relevante studies die daarover door de Parmagroep gepubliceerd zijn. Hij laat in een zorgvuldig opgebouwd betoog zien waarom de claims van Rizzolatti en zijn collega’s uiteindelijk niet houdbaar zijn.
"    Bron:  Hagoort

Dit gaat met name over taal; Hickok heeft het in zijn boek ook over 'ons (boeddhisten) unique selling point': compassie hebben.
De term 'empathie' wordt door de Parma-theoretici en door Hickok in z'n kritiek op hen veel gebruikt; de term 'compassie' komt slechts één keer voor, n.a.v. het bezoek van de dalai lama aan de UCLA.
De Parma-theoretici stellen dat het spiegel-mechanisme (de simpele resonantie tussen geobserveerd en zelf uitgevoerde acties) wordt ondersteund door spiegelneuronen en de basis is van taal, empathie en de 'theorie of mind' bij mensen.
Echter, zegt Hickok: niet bij makaken, hoewel ze hetzelfde spiegelmechanisme hebben; er moet dus veel meer hersen-mechanismen een rol spelen om één en ander te verklaren.
Anders gezegd: de theorie rammelt.

Eén van de teksten uit de Parma-school is "The ‘Shared Manifold’ Hypothesis - From Mirror Neurons To Empathy " door Vittorio Gallese, uit 2001, zie de pdf
Hij begint met "In our daily life we are constantly exposed to the actions of the individuals inhabiting our social world. We are not only able to describe these actions, to understand their content, and predict their consequences, but we can also attribute intentions to the agents of the same actions. ... In other words, we are able to understand the behaviour of others in terms of their mental states. I will designate this ability as mind-reading. How do we ‘read’ intentions in the mind of other individuals? A common view maintains that all normal humans develop the capacity to represent mental states in others by means of a conceptual system, commonly designated as ‘Theory of Mind"
Hickok echter: daarin kan men er behoorlijk naast zitten, afhankelijk van de context.

Het merkwaardige is vervolgens dat Gallese 'empathie' vooral als gedrag beschrijft en dus niet, wat het toch is, als gevoel.
Hij zegt wel "My proposal is that also sensations, pains and emotions displayed by others can be empathized, and therefore understood, through a mirror matching mechanism", maar geeft geen feiten dat dit can ook feitelijk, d.m.v. vurende spiegelneuronen, plaatsvindt.
Een gedachte plus gevoel als: 'hij huilt dus hij zal wel verdrietig zijn - want zo kan ik me ook voelen -, wat vervelend voor hem' is wel empathie, maar zie ik niet via spiegelneuronen plaatsvinden.

====================================================================

Wat moeten we nu, na de kritische toetsing van het spiegelneuron-concept ?

Terug naar de vraag in de titel van dit stuk: Is de bodem onder compassie weggeslagen ?
Wel als Hickok, Hagoort etc. volledig gelijk hebben en Rizzolatti, Gallese, Ramachandran etc. volledig ongelijk. Maar zo is het meestal niet in de wetenschap.
Bovendien worden door de tegenstanders van de spiegelneuronen-theorie ook wel opmerkingen gemaakt dat bepaalde aspecten van empathie (bv de 'theory of mind'-functies, zie het Engelstalige Wikipedia artikel) zich vooral in andere delen van de hersenen afspelen.
Dat is toch ook goed?
Toch minder want dat gaat om een functie in een individu en de spiegelneuronen-theorie (d.w.z. de boeddhistische variant er van) ging uit van (empathische) processen tussen individuen.

Niet als de vraag anders zou worden geformuleerd: is er neurowetenschappelijk iets te vinden over gevoelens (bv die van empathie) tussen mensen? Dus los van de specifieke rol van spiegelneuronen?
Uit een interview met Tania Singer over een eerder artikel van haar in Science, dat bekend is geworden vanwege de uitdrukking "I feel your pain” .
Gevraagd wat de belangrijkste ontwikkelingen sinds dat artikel uit 2004 zijn, zegt ze:
"I guess, most importantly, it introduced empathy research to the field of cognitive neuroscience. Some years later, we are already publishing meta-analyses summarizing the findings of many fMRI studies on empathy in multiple domains ranging from pain, affective touch, and disgust to taste and reward. The sum of all these studies suggests a general neuronal mechanism for the human capacity to understand other people’s affective states and confirmed that we actually use cortical representations underlying the processing of our own first-hand emotional experiences to understand what another person is feeling. Soon after, the second phase of empathy research started identifying the factors which block and modulate our empathic brain responses when witnessing others’ suffering or the perceived fairness of others depending on whether these are “ingroup” or “outgroup” members. At the moment, we are trying to identify the difference between empathy and compassion and whether you can train these social emotions. "

Helaas geeft ze niet aan hòè dat 'witnessing' gaat: rechtsstreeks opgevangen door spiegel- of andere neuronen of gewoon door het horen of zien van dat lijden?
En gevraagd waarom het belangrijk is om 'empathie' te begrijpen, zegt ze:
"... However, these studies have also shown that it is crucial to distinguish between empathy, which is in itself not necessarily a good thing, and compassion. When I empathize with the suffering of others, I feel the pain of others; I am suffering myself. This can become so intense that it produces empathic distress in me and in the long run could lead to burnout and withdrawal. In contrast, if we feel compassion for someone else’s suffering, we do not necessarily feel with their pain but we feel concern – a feeling of love and warmth – and we can develop a strong motivation to help the other.
The neural networks underlying the effects of empathy and compassion training are very different. Whereas the former increases negative emotions, the latter is associated with positive feelings of warmth and increased activation in brain networks associated with affiliation and reward.
"   Bron:  CNS

Mijn conclusie: zonder brein geen empathie en ook geen compassie.
Wat mij nog niet duidelijk is: mèrkt het object van empathie en compassie, de medemens dus, er ook iets van, in zijn of haar spiegelneuronen of waar dan ook in zijn of haar brein? Ik bedoel: als niet tegen deze persoon wordt gezegd 'ik voel je pijn', of door een compassievol gezicht te laten zien, alleen als 'overdracht tussen brein en brein' ?
(Ik gebruik deze uitdrukking met enige ironie, vergelijk de mooie maar weinig precieze Zen-uitdrukking 'Overdracht van hart tot hart'.)
M'n vraag anders uitgedrukt: als de één woordloos zegt 'ik voel je pijn', zal dan de ander kunnen zeggen: 'ik voel je empathie en je compassie'? Ik heb twijfel of het zenden en ontvangen zo gaat.

Ondanks de zeer interessante bevindingen van Singer is er alle reden voor boeddhisten (en boeddhistische 'leiders') om bescheidener te zijn en wat minder te claimen dat boeddhisme en wetenschap zo goed verenigbaar zijn en dat de boeddhistische traditie vooruitloopt op wetenschappelijke bevindingen. Over het essentiële verschil tussen empathie en compassie heb ik nog nooit een leraar gehoord bijvoorbeeld.
Misschien kunnen we dan ook tegelijk wat bescheidener de compassie bedrijven, niet om 'alle levende wezens te bevrijden', maar door hooguit 'een steen te verleggen'. (Hoor Bram Vermeulen, hoewel het nog veel ego bevat)
Compassie met verstand dus.

====================================================================

Een opmerking over autisme

Een aantal van de in bijlage 2 geciteerden vermelden ook de 'bevinding' van de Parma-groep dat autisten geen of niet goed functionerende spiegelneuronen hebben. Dit versterkt dat beeld dat boeddhisten zich in hun compassievolheid zo ongeveer als het tegendeel van autisten beschouwen, ten onrechte zoals ik in September 2013 heb geschreven.
In feite is het geen 'bevinding' geweest, maar grotendeels speculatie, zoals bv uit het (Engelse) Wikipedia-artikel blijkt. Hickok gaat een stap verder en postuleert dat 'autisme' wellicht geen tekortkoming van iets (een 'deficiency') maar een te veel is, een als reactie op hypersensitiviteit niet overspoeld willen worden door zintuigelijke indrukken.
Bij dit alles moeten we ons realiseren dat het autistisch spectrum zo breed is dat elke generalisering onterecht is (zie DSM-5 ).

====================================================================
====================================================================

Bijlage 1

Empathie,  Sympathie,  Compassie: wat is het verschil?


Sympathie wordt het verhoogde bewustzijn van de benarde situatie van een andere persoon als iets om te verlichten. De nadruk ligt hier op bewustwording, dat is het tot de kennis en het inzicht komen dat er een andere persoon is, wiens situatie uw aandacht verdient en dat er een element van pijn/lijden is dat die persoon ervaart. Van daar uit wordt bezorgdheid en zorg getoond jegens die persoon. Het klinkt meestal als: 'Het spijt me voor je verlies' of 'Ik hoop dat je er goed mee om kan gaan.'

Empathie is de poging van iemand om zelf bewust de situatie en emotionele toestand van een andere persoon begrijpt en er zelfs en zelfs plaatsvervangend ervaart. De meeste mensen noemen dit 'het staan in de schoenen van iemand anders'. ... De nadruk ligt hier op ervaren; dat wil zeggen in staat zijn om bijna voelen wat de ander doormaakt.
[Uit een andere bron: "Empathie is een ander woord voor inlevingsvermogen; het steunt ook op een goed 'lezen' of verstaan van verbale en non-verbale communicatieboodschappen van anderen"]

Compassie gaat nog een stap verder, wanneer een persoon empathie voelt en vervolgens een verlangen om het lijden van de ander te helpen verlichten. De nadruk ligt hier op actie d.w.z. het willen helpen. Het hebben van compassie voor een ander vraagt allereerst gerichtheid op de andere persoon, dan het je een voorstelling maken van wat door die andere persoon heen gaat en manieren overwegen over hoe die persoon het beste geholpen kan worden om zich beter te voelen en met de situatie om te kunnen gaan.
Karen Armstrong, auteur van '12 stappen naar een meer compassievol leven', gelooft dat het fundamentele principe van compassie de gouden regel is: 'Behandel anderen wat u zou willen dat anderen u aandoen'. Het klinkt meestal als volgt: 'Ik kan je pijn voelen en het is vast moeilijk om hier alleen door te gaan. Is er een manier waarop ik kan helpen? '

Uit het bovenstaande blijkt dat er 3 fasen die overeenkomen met de 3 concepten.
* Sympathie richt zich op bewustwording;
* Empathie richt zich op de ervaring; en
* Compassie richt zich op actie.


Bron:  hier ; auteur onbekend
Zie echter ook het citaat van Tania Singer over het verschil tussen empathie en compassie.

====================================================================

Bijlage 2

Hoe hebben boeddhisten het bestaan van spiegelneuronen ingepast in hun Dharma ?
Een aantal citaten


' Empathy and Compassion in Buddhism and Neuroscience '  door Alfred W. Kaszniak
If this is so, and we have a kind of built-in, automatic empathic responding, then why does compassion (empathy for another’s suffering, plus the desire to alleviate it) so often seem in short supply? The answer to this question given by Buddhist contemplative practitioners is that the delusion of being a separate self that must be protected and satisfied gives rise to a self-focus in which aversion and attraction derail the natural inclination toward altruistic action.

' I Feel Your Brain '  in Tricycle
Sharon Salzberg speaks with Daniel Goleman about altruism, mirror neurons, and how the human brain is wired for compassion.
In his latest book, Social Intelligence, Daniel Goleman, author of the best-seller Emotional Intelligence, illustrates how new clinical results in the fields of neuroscience and biology show that humans are in fact wired for empathy—that without any conscious effort, we feel the joy, pain, anger, and other emotions of the people around us.


' The Wise Heart: Buddhist Psychology for the West '   door Jack Kornfield
There is a neurological basis for compassion as well. In de 1980s, Italian scientist … mirror neurons. Extensive research since that time has shown that through our mirror neurons, we actually feel the emotions, movements, and intentions of others. Researchers describe this natural empathy as part of the social brain, a neural circuitry that connects us in timately in every human encounter.
In Buddhist psychology, compassion is not a struggle or a sacrifice. Within our body, compassion is natural and intuitive. …


' Buddhists, neuroscientists come to a meeting of the minds '  door Judy Lin
”For UCLA neuropsychologist Susan Bookheimer, research shows that the human brain comes wired for empathy — we "feel" another person’s physical or emotional pain via our brain’s mirror neuron system, which sends electrochemical messages that stimulate pain centers in our own cerebral cortex when we witness another person’s suffering.
For Buddhist scholar Robert Thurman, Buddhist practices going back thousands of years associate compassion with our sense of personal identity and our connection to others.…


' How is your good heart today? '   over Sogyal Rinpoche in Delhi
Instead we must tune into his (=Sogyal) being, and his presence. As he called upon us to do this he mentioned “mirror neurons” which dissolve the barrier between “self” and “other” and are often referred to as 'empathy neurons' or 'Dalai Lama neurons.'

' Using Mindfulness to Rewire the Brain '  door Paul Tingen over Thich Nhat Hanh
How the Insights of Neuroscience Can Aid Our Practice
... why practicing in a Sangha is so important. Neuroscience offers an additional reason, emanating from its research of a particular class of neurons called mirror neurons, which are triggered when we observe the actions and/or feelings of others, and which then fire in corresponding ways. Neuroscientists have argued that mirror neurons make empathy possible; and even simply being in the company of other practitioners will trigger mirror neurons that strengthen our own practice.


' Snoeien in het ik-mij-mijn '   door André van der Braak
Dit “kan nog verder worden toegelicht aan de hand van de zogeheten 'spiegelneuronen' die tien jaar geleden ontdekt zijn: ... Is dit hoe we empathie kunnen verklaren? Het meeleven met de ander, het voelen van de pijn van de ander. ...
Via de spiegelneuronen leren we van elkaar (je gaat echt beter tennissen als je vaak naar Federer kijkt) en resoneren we met elkaar. Wanneer we gezamenlijk in de zendo zazen beoefenen, dan is het dus letterlijk waar dat we 'gezamenlijk de Boeddhaweg realiseren.' Vanuit het allocentrisch perspectief ervaar ik daadwerkelijk dat de pijn van de ander ook mijn pijn is, en is er geen verschil meer tussen mezelf bevrijden en alle levende wezens bevrijden.


' Inside Compassion '   door Joan Halifax
"... Why? Because human beings are societies. We're not one person. We're many people that communicate with each other. Now we talk about resonance and we have mirror neurons in our brain and what's defective in children with autism actually is those mirror neurons. They can't communicate because they don't have those neurons. And to some extent this is true for people with psychopathy. That's why psychopathy is emotional defect. So this interaction between human beings has been called resonants. But it should be called consonance actually because resonants means, again; "re" means again; "con" means together."

' Mindfulness, Psychotherapy and the Brain '  door Dan Siegel (mindfulnes expert)
" For example, the mirror neuron system is thought to be an essential aspect of the neural basis for empathy. By perceiving the expressions of another individual, the brain is able to create within its own body an internal state that is thought to “resonate” with that of the other person. Resonance involves a change in physiologic, affective, and intentional states within the observer that are determined by the perception of the respective states of activation within the person being observed. One-to-one attuned communication may find its sense of coherence within such resonating internal states. In addition, the behavior of larger groups, such as families and social gatherings may reveal this shared state of internal functioning. "

zaterdag 1 november 2014

Wat biedt het boeddhisme als je hoop wilt hebben? Gelukkig wordt daar weer verschillend over gedacht En over met het Christendom wedijverend vergelijken


De situatie is hopeloos maar niet ernstig
Spreekwoord

Onlangs werden op de website van 'NieuwWij'  twee inleidingen  aangekondigd over
' Rol en kracht van hoop in christendom en boeddhisme '.
Over het Christendom wordt gezegd: " Hoop wordt, haast vanzelfsprekend, aan het begrip ‘toekomst’ verbonden. Paulus ziet dat anders. Hij schrijft: 'Christus Jezus, onze hoop, is opgestaan'. Dan gaat het om de hoop die hier is, in de verrezen Christus. Daarmee wordt hoop uit een al te plat tijdskader gehaald. Christen leven hier in de hoop. Sterker nog, de werkelijkheid zelf heeft een Hoffnungsstruktur. ..."
Dat de werkelijkheid een 'Hoopstruktuur' heeft, vind ik mooi gezegd, maar het is daarom nog niet persé waar: volgens mij heeft de werkelijkheid ZELF geen structuur, die proberen wij er aan te geven, er òp te leggen.

De lezing over het boeddhisme werd aldus aangekondigd:  "Welke rol speelt hoop in de boeddhistische beoefening? In het boeddhisme lijkt het soms te gaan om ‘leven in het hier en nu’. Hoop, als een gerichtheid op een toekomstig heil, lijkt dan uit den boze. Dit ligt genuanceerder. Boeddha spreekt over het wedergeboren worden in Sukhavati, het westelijke paradijs van de eeuwige gelukzaligheid. Dit is niet een hemel naar christelijk model, maar een paradijselijke plek van waaruit de verlichting bereikt kan worden, zoals André van der Braak ... u zal vertellen."

De stelling van deze inleider lijkt te zijn:
het boeddhisme kan best met het christendom wedijveren, want wij leveren ook hoop.
Als algemene stelling is dat nogal merkwaardig. 'HET boeddhisme', wordt gezegd; maar in feite gaat het over één in Nederland slechts door weinigen beoefende variant van de boeddhismen die we kennen: het Zuivere Land boeddhisme. In andere varianten (tradities noemen we ze meestal) wordt helemaal niet gezegd dat de Boeddha zoiets gezegd zou hebben. En dan nog, waarom zouden we hetzelfde willen (bieden) als de Christenen?
Een overzicht, met de meeste accenten op het vroege boeddhisme.

=================================================================

Het wordt ons makkelijk gemaakt door een artikel van (de in Australië wonende monnik)
Bhante Sujato. Zie zijn blogtekst  'Hope - Why Paul Williams is wrong'
Hij schrijft over de bekende boeddholoog Paul Williams die boeddhist was maar op een gegeven moment zichzelf naar het rooms katholicisme heeft bekeerd. Deze Williams heeft een missionerend artikel geschreven dat in Azië (bv Vietnam) gebruikt wordt om autochtone boeddhisten tot het katholicisme te bekeren.

Ik citeer een paar (door mij vertaalde) passages uit dit lange artikel.
Hij "heeft er geen probleem mee dat Williams Christen is geworden of dat hij kritiek op het Boeddhisme heeft. Maar zijn kritiek zit vol fouten. Als we hoopten op een intelligente en betekenisvolle kritiek op het Boeddhisme vanuit een Katholiek gezichtspunt: dat is dit niet.
Waarom niet? De essentie van zijn kritiek is dat het Boeddhisme letterlijk hopeloos is (vanwege de wedergeboorte), terwijl het Christendom hoop biedt. Daarom heeft het Christendom gelijk, en is het rationeel om te concluderen dat Jezus uit de dood verrees, en zo voorts.
Dit benadert zelfs niet een rationeel argument. Het is wensdenken, anders niet.
...
Maar laten we eens kijken centrale probleem van Williams, deze vraag van hoop. ...
Boeddhisten praten niet veel over hoop, want hoop is gebaseerd op de toekomst, en is daarom misleidend. We weten niet wat de toekomst in petto heeft, om ons emotionele welzijn zo te baseren op iets wat we niet weten, en nooit kunnen weten, is teleurstellingen uitlokken.
Het betoog dat de hoop is gebaseerd op wat onbekend is, is niet alleen mijn argument. Het werd gebruikt door Paulus, door Williams geciteerd:
  ' Want in de hoop worden we gered; maar hoop nu die gezien wordt, is geen hoop.
    Want wie hoopt nu op wat hij al ziet? '

Voor boeddhisten zou dit nooit aanvaardbaar zijn. Onze voornaamste zorg is om gegrond te zijn in de realiteit, in wat we kunnen zien. We kunnen nooit tevreden zijn met een leer waarvan de wezenlijke principes niet alleen onbekend zijn, maar onkenbaar.
Dit is waarom we tevredenheid cultiveren.
[Engels: 'contentment'; deze term kan misverstanden oproepen, in ieder geval bij mij; Joop R.] Tevredenheid is gewoon gelukkig zijn met wat er is, hier en nu. Het is gebaseerd op de realiteit van de huidige, niet van een ingebeelde toekomst. Als we leren om nu tevreden zijn, kunnen we dat bij ons dragen, waar we ook gaan. Volgens Paulus, echter hopen we juist omdat we iets niet weten. Dit is een doctrine die permanente onwetendheid verheft tot een deugd.

Hoop is niet alleen misleidend, het is geworteld in afkeer. Waarom hebben we de behoefte aan hoop? Omdat dit heden slecht is. Dit, deze plek waarin ik verblijf, deze mensen waarmee ik ben, deze gedachten die ik heb: die zijn allemaal op een of andere manier mis, pijnlijk, ondraaglijk. In plaats van het omgaan met deze realiteit, vertelt hoop ons dat in een of ander fantasieland van de toekomst alles goed komt.
Tevredenheid, aan de andere kant, is gebaseerd op de acceptatie en liefde. We proberen niet om de werkelijkheid weg te duwen. We proberen niet om de pijn en verdriet van het leven te vermijden. Wij accepteren, en hebben daar letterlijk vrede mee. Het is oké. Dit is de reden waarom het Boeddhisme een pad voor volwassenen is. We zijn niet op zoek naar iemand om onze problemen voor ons op te lossen. We proberen een volwassen en wijze verbinding met de werkelijkheid aan te gaan.

Dat wil niet zeggen dat het hebben van een positieve kijk op de toekomst onmogelijk is. Natuurlijk doen we dat nog steeds, zowel bij seculiere als bij spirituele zaken. We studeren nu zodat we later een baan kunnen krijgen. Of we gaan naar nu een Dhamma-klas zodat we straks met meer begrip kunnen mediteren. Onze wereld vindt nog steeds in de tijd plaats, en we dealen daar mee zoals normale mensen doen.
Het verschil is dat we als boeddhisten niet proberen om dit gewone proces om te zetten in een aantal grote spirituele principes. Tuurlijk, je hebt hoop. Als je een goed mens bent, maak je goed kamma, dan zul je een goede wedergeboorte te hebben. Geweldig! En als je Dhamma diep beoefent en de vier edele waarheden realiseert, dan zult je genieten van de gelukzaligheid van Nibbana. Nog beter! Er is genoeg hoopvol over in de boeddhistische filosofie en praktijk. Maar dat is uiteindelijk niet belangrijk. We maken geen big deal over, want het is allemaal onzeker. Veel beter is het, ons te richten op het hier en nu, en het ontwikkelen van tevredenheid met wat is.

Dus het is in geen geval juist om te zeggen dat het boeddhisme hopeloos is, als we die term in deze beperkte zin beperken. Het is slechts "hopeloos" in de zin dat we niet baseren onze spirituele praktijk op de "hoop" van een onbekende en onkenbare goddelijke interventie op een bepaald punt in de toekomst. ....
Het woord 'hopeloos' heeft een negatieve gevoelswaarde, het betekent 'wanhoop' [Engels: despair]. In een bepaalde door mij hierboven bedoelde betekenis, kunnen we zeggen dat het Boeddhisme 'hopeloos' is. Maar dat soort van hopeloosheid heeft niets te maken met 'wanhoop'. In tegendeel, het heeft te maken van emotionele rijpheid dat z'n geluk vindt in de realiteit, niet in fantasie. Het ontbreekt ons niet aan hoop omdat we er naar op zoek zijn en het niet kunnen vinden; we hebben de behoefte eraan achter ons gelaten.

Het hoofdargument van Williams berust op zijn analyse van de wedergeboorte. Hij argumenteert niet, zoals de seculieren doen, dat wedergeboorte feitelijk onjuist is, omdat er geen bewijs voor is. Hij kan dat niet, omdat het Christelijk geloof duidelijk veel dingen betreft, waarvoor er veel minder bewijs is dan voor wedergeboorte. In plaats daarvan stelt hij dat wat is herboren niet 'mij' kan worden. Hij zegt dat boeddhisten terecht zeggen dat wat is herboren is, niet-zelf is, want wat is herboren heeft slechts een beperkte relatie tot wie we zijn in dit leven. Maar de implicatie hiervan voor hem is, dat hij, de persoon die Paul Williams is, zal verdwijnen. In deze zin is de leer van wedergeboorte is hopeloos: er is geen hoop voor hem als persoon.
Dit is zo'n totaal onverstandig argument, dat ik weet niet waar te beginnen. Maar laat me gewoon zeggen: het feit dat je iets niet graag hebt, betekent niet dat het niet waar is. De wereld bestaat niet om jouw emotionele behoeften te dienen. Als het echt zo is dat wedergeboorte echt is, dan is de rol van religie om ons te helpen daarmee te leren omgaan.
[onderstreping door mij, om aan te duiden dat dit voor mij als seculier boeddhist niet mijn overtuiging is; Joop R]

Hoop is niet iets dat bestaat daar ergens in het universum. De wereld is noch hoopvol noch hopeloos. Noch, wat dat betreft, is een abstract sociaal construct zoals "Boeddhisme" of "Christendom" het soort ding dat ofwel hoopvol of hopeloos kan zijn
.......
Bekering is niet een probleem voor boeddhisten; het probleem is het lijden. Als mensen hun lijden kunnen verzachten door het volgen van een bepaald religieus of spiritueel pad, dan is dat de ware praktijk van Dhamma voor hen.
Maar we moeten niet toezien terwijl het boeddhisme oneerlijk en ten onrechte wordt bekritiseerd.
...
Ik heb veel profijt gehad van het lezen, nadenken over, en interactie met de Christenen en die van vele verschillende paden. Er is altijd iets te leren, en we mogen nooit zo arrogant zijn om te geloven dat we alle antwoorden hebben.
Uiteraard, aan het eind van de dag kan ik niet instemmen met de fundamentele christelijke overtuigingen. Maar wat ik respecteer in de Christelijke traditie, is het gevoel van een echte menselijke strijd om verbinding met het transcendente in het midden van het alledaagse. Als we op deze manier naar de Bijbel kunnen kijken, zien we niet het door God geopenbaarde Woord van God, maar de woorden van de mensen door de eeuwen heen, die, elk op hun zeer verschillende manieren betekenis hebben gevonden in een gekke wereld.

We hebben het geluk om deze gekke wereld met Christenen te delen, en met veel mensen van verschillende overtuigingen en praktijken, en wij Boeddhisten kunnen veel van hun strijd en inzichten leren. En ik hoop dat ik in de toekomst kan leren van een meer betekenisvolle Christelijke kritiek op het boeddhisme.
"


Dit artikel van Sujato riep veel reacties op (volgens mij allemaal van boeddhisten); de meesten stelden dat het boeddhisme best wel 'hoop' kent en hoop biedt.
Bijvoorbeeld Jayarava:
" Natuurlijk is het boeddhisme gebaseerd op hoop. Wij verkopen het boeddhisme op de basis dat we het lijden kunnen beëindigen. Sommigen van ons zeggen dat we een eind aan alle lijden voor alle wezens overal kunnen maken. Sommigen van ons zitten dicht bij het absolute minimum, dat wil zeggen dat het beoefenen het leven een beetje draaglijker kan maken. Maar we bezitten allemaal de hoop dat het beter kan worden, en de meesten van ons denken bij het aanbieden van hoop dat "beter" kan betekenen: "het beste". We hebben allemaal hetzelfde doel. Ontwaken, Verlichting, Bevrijding. Alle concepten die positief zijn, druipend van hoop.
...
Ons probleem zit in het perspectief van de binaire hemel/hel eschatologieën, dat we niets stelligs kunnen zeggen over hoe het is om bevrijd te zijn ...
Er is absoluut hoop in het gezicht van de rondes van de wedergeboorte. Wedergeboorte eindigt met vimokkha, samen met alle andere lijden. Dat is wat de boeddhistische religie haar volgelingen biedt.
"


Het antwoord van Sujato op deze en andere reacties:
"De drie grote deugden in het christendom zijn Geloof, Hoop en Liefde.
Geloof is Saddha; Liefde is Metta. Beide zijn eenvoudig centrale leringen, talloze malen expliciet uitgesproken door de Boeddha als deel van het Pad.
En, waar is de Hoop? Is er ergens een enkele term, idee, of lering dat de Boeddha zei: "Ontwikkel hoop terwille van uw 'Ontwaken', of iets ook maar enigszins vergelijkbaars? Ik denk het niet.
Ik heb niet ontkend dat de gewone hoop onderdeel is van het leven voor een boeddhist. Wat ik heb ontkend is dat het op welke manier dan ook een centrale deugd voor Boeddhisten is, zoals het dat voor Christenen is.
'Leven in het heden' heeft niet alleen op arahants betrekking: het is het pad.
"


Om Sujato te parafraseren: het gaat er niet om of er hoop is (in het boeddhisme)
maar of je hoop kunt beoefenen, op een heilzame manier. Niet dus.
Ik ben het met Sujato eens.
Daarnaast wil ik de nadruk leggen op intenties: We zouden geen hoop moeten willen hebben.
Het heeft geen zin te zeggen 'er is hoop'(volgens zeggen door het Christendom),
of 'er is geen hoop' (aan het Boeddhisme toegeschreven).
Alsof 'hoop' een ding is, of een staat van zijn.
Ook in sociaal opzicht vind ik het concept 'hoop' niet zo geweldig: het rechtvaardigt ongelijkheid.

Maar boven alles: 'hoop' is een verlangen, en daar moeten we toch juist van af ?
Of om mijn credo ( wees blij dat het leven geen zin heeft ) te parafraseren:
WEES BLIJ DAT ER GEEN HOOP IS.