zaterdag 10 oktober 2015

Het boeddhisme voorbij? Batchelor's After Buddhism Over het opnieuw doordenken van de dharma

Begin oktober (hoewel pas voor de 27e aangekondigd!) is een nieuw boek van
Stephen Batchelor uitgekomen:
After Buddhism: Rethinking the Dharma for a Secular Age

Uitgever: Yale University Press
Te koop via onder andere  Amazon.com  of  Bol.com

Een eerste samenvatting en bespreking ervan is verschenen in de website van de Secular Buddhist Association. Zie bijlage 1 waarin ik deze (ingekort en deels vertaald) heb opgenomen.

Een andere recensie verscheen op de website van Schettini: thenakedmonk.com  
Deze ex-Tibetaanse monnik (tegelijk met Batchelor) vat het revolutionaire denken van Batchelor als volgt samen:  "He is of the opinion that the Buddha didn’t teach any doctrine at all; merely a way to let go of reactivity—though that’s hardly trivial. Reactivity is our animal mode; to transcend it may be the most pragmatic enlightenment possible. "

Mijn eerste indruk na deels lezen en bladeren:
Z'n stijl maakt het een plezier om te lezen, maar er zit tegelijk veel informatie in.
Het is persoonlijk èn overstijgend, speculatief èn integer.
Interessant vind ik zijn 'Ten Theses of Secular Dharma ' op pag 321-322.
Een - ik durf de term bijna niet te gebruiken - soort geloofsbelijdenis.
Ik vertaal de eerste en de zevende:

 1. Een seculier boeddhist is iemand die toegewijd is aan de
    beoefening van de dharma in het belang van uitsluitend deze wereld.

 7. De gemeenschap van beoefenaren wordt gevormd door autonome personen
    die elkaar wederzijds ondersteunen in het cultiveren van hun paden.
    In dit netwerk van gelijkgezinde individuen, respecteren de leden de
    gelijkheid van alle leden, tegelijkertijd de specifieke kennis
    en expertise honorerend die iedere persoon met zich mee brengt.


Stephen noemt zich nu gewoon atheïstisch boeddhist, eerder gebruikte hij de term 'agnostisch' en nu ook wel 'seculier'; maar volgens mij zijn de verschillen tussen die woorden alleen 'skilful means' ten opzichte van 'gelovige boeddhisten' (in karma over meerdere levens en wedergeboorte).

Wat me wel opvalt is dit:
Destijds was hij in het Tibetaans boeddhisme, jaren lang als monnik; daar is hij met behoud van een aantal zaken los van gekomen. Toen ging hij naar Korea waar hij in een klosster intensief jarenlang de Koreaanse Zen beoefende, ook daar kwam hij los van, opnieuw met behoud van een paar elementen.

Z'n volgende fase was de onderdompeling in het vroege boeddhisme met haar Pali Canon; merkwaardig genoeg lijkt hij daar nu niet los van te komen.
Wat dat betreft is hij nog niet  'Na het Boeddhisme', hoewel de titel van z'n boek zo luidt.
Hij creëert (construeert) stap voor stap een Westers boeddhisme dat mij zeer aanspreekt, met losjes daarin enige elementen van het Tibetaans en Koreaan boeddhisme; maar het belang dat hij bijvoorbeeld hecht aan een aantal Sutta's en het boek van Rockhill (alsof die iets moeten rechtvaardigen) kan m.i. niet het eindstadium van deze constructie zijn. 'After' is geen 'beyond'

Stephen komt met zijn vrouw Martine Batchelor van 23 t/m 29 oktober naar Nederland om een retraite te geven waarvan de dhamma-talks ongetwijfeld over zijn boek gaan.
Misschien ook over ethiek naar aanleiding van de actualiteit in Nederland (het misbruik van Mettavihari èn het zwijgen daarover).
Zie de  informatie op de website van de SIM  hierover.

=======================================================================

Nog twee opmerkingen terzijde

Wie op een beetje niveau tegenwoordig het boeddhisme wil beoefenen, is aangewezen op Engelse teksten. Dat is jammer, ik lees ook makkelijker in het Nederlands, maar langzamerhand niet meer onoverkomelijk: ook voor werk en studie is beheersing van het Engels steeds meer nodig.

Het boek dat die ik hier bespreek, zou vroeger waarschijnlijk binnen een jaar in het Nederlands vertaald zijn. Datzelfde geldt een binnenkort verschijnend boek van Leigh Brasington (leerling van Ayya Khema) en een nieuw van Richard Shankman. Nu is er wel de wens van Milinda, Brasington eind volgend jaar (of later) uit te geven, maar zeker is dat niet. Ook een aantal van de boeken van Batchelor zijn in het verleden door Asoka/Milinda uitgegeven, maar financieel lijkt dat nu bijna onmogelijk.

We moeten onder ogen zien dat het hoogtepunt van het
boeddhisme in Nederland inmiddels achter ons ligt.

=======================================================================

Deze tekst gaat over boeken, over de vreugde en nut van het lezen van (moeilijke) teksten.
Het anti-intellectualisme in het Nederlandse boeddhisme groeit.
Dharma-studie hoort m.i. wezenlijk ook bij de beoefening, het kunnen denken is één van de (weinige) faculteiten die de mens van het dier onderscheidt. Vgl deze link naar het Sati Journal
Dus weg met uitspraken (in het BD ) als:
"... maken korte metten met boekenwijsheid en bieden een alternatief voor het traditionele boeddhistische pad van levenslang of zelfs levens lang studeren en praktiseren.
... niet als een filosoof uit een ivoren toren, niet als een schriftgeleerde met een griffel, niet als een predikant van de kansel, maar als een jongen van de straat ... recht voor zijn raap, zonder kapsones, grappig op het vulgaire af, en nooit mis te verstaan. Van hart tot hart, zou de zenboeddhist zeggen.
"
Om het ook maar eens 'recht voor de raap' te zeggen: dit is het cultiveren van domheid.

=======================================================================

Bijlage

Stephen Batchelor's NA HET BOEDDHISME : een recensie (door Carl Hultman)

[Licht ingekorte vertaling van mij, Batchelor-citaten erin heb ik onvertaald gelaten.
Wat betreft de vertaling van de titel:  'Na Boeddhisme '  is geen fraai Nederlands, maar
  'Na het Boeddhisme '  is eigenlijk te bepaald.  Joop R ]


" ... Het was 2010 toen z'n 'Bekentenis van een Boeddhistisch Atheïst ' werd gepubliceerd; wat kunnen we verwachten te vinden in zijn nieuwe werk?

What I seek to provide in this book is a philosophical, ethical, historical, and cultural framework for mindfulness and other such practices, which are rooted in the earliest canonical sources but articulated here afresh (5).

Het is zijn frisse brengen van de dharma dat ofwel lezers uitdaagt ofwel hen intrigeert. Batchelor wordt door sommige boeddhisten gezien als een ketter, terwijl sommigen hem zelfs niet als een ​​boeddhist beschouwen. Andere critici respecteren zijn werk, maar denken dat hij misleid is; en toch waarderen velen hem als een bevlogen leraar en een visionair.

Het boek heeft – net als zijn vorige - een mild provocerend titel. Waar wil hij naar toe met deze 'After Buddhism'? "Boeddhisme" is een relatief moderne Westerse term die verwijst naar de verschillende culturen die zijn ontwikkeld rond het onderzoek en de praktijk van de leer toegeschreven aan de in de vijfde eeuw voor Christus levende Indiase wijsgeer, genaamd Siddhartha Gotama . Het zijn deze verschillende culturen die Batchelor terzijde wil schuiven; niet omdat hij ze als onjuist beoordeelt, maar omdat hij er niet mee in contact kan komen als een kind van de moderniteit. Wat hij hoopt is dat wat hij 'een cultuur van het ontwaken' ('a culture of awakening ') noemt, die de energie krijgt om zich te ontwikkelen. Hij maakt in zijn voorwoord duidelijk dat het niet de Boeddha-dharma (de studie en de praktijk van de leer) is die hij terzijde schuift:
This book is an attempt to synthesize an understanding of Buddhism . . . [with] a steady focus on a single question: What does it mean to practice the dharma of the Buddha in the context of modernity (ix)?

Die vraag heeft evenveel antwoorden als er boeddhistische geleerden en leraren zijn; en elk antwoord hangt af van interpretaties van [de concepten] "om de dharma te beoefenen" en "de context van de moderniteit." Veel conventionele interpretaties zullen worden uitgedaagd als we ontdekken of het antwoord van de auteur ons al dan niet overtuigend voorkomt.

Een eerste uitdaging is, dat ondanks het feit dat hij een uitgesproken atheïst is, Batchelor de beoefening van de dharma als een religieuze praktijk ziet, terwijl het tegelijkiertijd seculier van aard is. Sommigen vinden dit idee van een "seculiere religie" tegenstrijdig. De auteur erkent deze contradictie in termen en legt uit:

One can be religious in the sense of being motivated by ultimate concerns, without ever engaging in any overtly religious behavior, just as one can be religious in the conventional sense merely out of habit or custom, without being driven by an ultimate concern (15).
A secular approach to Buddhism is thus concerned with how the dharma can enable humans and other living beings to flourish in this biosphere, not in a hypothetical afterlife. Rather than emphasizing personal enlightenment and liberation, it is grounded in a deeply felt concern and compassion for the suffering of all those with whom we share this earth
(16).
My concern, therefore, is as much about imagining a Buddhist secularity as about imagining a secular Buddhism
(20).

Dan zijn er zijn deconstructies van verschillende "klassieke" interpretaties van de dharma. De belangrijkste hiervan zou zijn weigering om de dharma te zien als een verzameling van metafysische waarheidsclaims waarin men dient te geloven. Hij beschouwt de Boeddha's leer als taakgericht, een reeks taken die moeten worden volbracht. Dus de "Vier Edele Waarheden" worden tot een "viervoudige taak." Het "Ongeconditioneerde" wordt het werk van de "ongeconditioneerde worden door" hebzucht, woede en onwetendheid.

Het boek telt elf hoofdstukken met elk zes tot negen paragrafen, en, vergelijkbaar met de structuur van zijn vorige boek, 'Bekentenis van een BoeddhistischAtheïst', wisselen ook dit boek de hoofdstukken tussen twee verhaal-lijnen: de interpretatie van de dharma en de historische context.

Hoofdstuk 1 is de achtergrond van de ontwikkeling van de auteur en zijn oriëntatie als student en docent van de dharma. Hij beschrijft zijn langzaam gegroeide benadering van de vroege leringen als volgt:
[giving] central importance to those teachings in Gotama’s dharma that cannot be derived from the worldview of fifth century BCE India (26).
[which] leaves us with four central ideas that do not appear to have direct precedents in Indian tradition. I call them the “four P’s”:
the principle of conditionality
the practice of a fourfold task
the perspective of mindful awareness
the power of self-reliance
(27).

De volgende vijf hoofdstukken zijn een poging tot een codificatie van Batchelor's interpretatie van de leringen van de vroege teksten die zijn ontstaan ​​over zijn vele jaren van studie en beoefening. Hier brengt hij die leringen tot leven die hij fundamenteel acht voor een ​​seculiere benadering van de dharma; en langs deze weg deconstrueert een aantal van de reeds lang bestaande interpretaties die hij in strijd acht met een dergelijke benadering.

Hoofdstuk 3, 'Een Viervoudige Taak' (A Fourfold Task ) is dan zijn interpretatie van de eerste leerrede van de Boeddha's, het 'Draaien van het Wiel van Dharma'.
Hoofdstuk 5 wordt 'Loslaten van de Waarheid' (Letting Go of Truth ) en deconstrueert de begrippen van de Waarheid met een hoofdletter W en het Onvoorwaardelijke met een hoofdletter O, en de redenen van hoe zij in de leer zijn opgenomen.
Hoofdstuk 7 is "Ervaring" (Experience ) en verkent pragmatische aanpak van de Boeddha in het omgaan met onze fenomenologische ervaring en zijn vermijden van metafysische vraagstukken.
Hoofdstuk 9 is "Het Alledaagse Sublieme" (The Everyday Sublime ), dat kijkt naar de manier waarop het mystieke onze dagelijkse ervaring niet overstijgt, maar juist is ingebed in die zeer ervaren en hoe de beoefening van mindfulness en [andere vormen van] meditatie betrekking hebben op die ervaring.
Hoofdstuk 11 is "Een Cultuur van Ontwaken" (A Culture of Awakening ) waarin ook de ideeën van vorige levens, karma en wedergeboorte worden gedeconstrueerd; en waarin hij vervolgens een overzicht geeft van wat een seculiere Boeddha, Dharma, Sangha eruit zouden kunnen zien.
Dit hoofdstuk eindigt met een lijst van de tien stellingen van Seculiere Dharma.

De andere verhaal-lijn ontwikkelt verder de historische context in de tijd en plaats waarin de Boeddha leefde waarmee Batchelor een begin maakte in zijn vorige boek, de 'Bekentenis'.
Focusing on the dramatic episodes scattered through the canon that recount Gotama’s often-fraught dealings with his contemporaries allows his humanity to emerge with more clarity than if we concentrate on abstractions (28).

De hoofdstukken 2, 4, 6, 8 en 10 bevatten de Boeddha 's interactie met vijf van die tijdgenoten, het zijn Mahanama, de Boeddha's neef die de leider van hun Sakiya clan wordt; Pasenadi, de koning van Kosala; Sunakhatta, een monnik die de Boeddha en zijn leer verwerpt en disrobes; Jivaka, een hofarts en Ananda, de begeleider van de Boeddha.
Opvallwend is dat Mahanama, Pasenadi en Jivika leken-beoefenaren waren in plaats van bedelmonniken (monniken) zoals Ananda en Sunakhatta.

Bij het trachten historische gebeurtenissen en hun context uit de vijfde eeuw BCE van het NO van India te reconstrueren, nodigt de fragmentarische aard van de informatie uit tot speculaties en gissingen. Van tijd tot tijd extrapoleert Batchelor op deze wijze waarschijnlijke scenario's van een aantal van deze historische fragmenten om extra context te geven aan zijn interpretatie van de leer. Deze zijn weliswaar voorlopige, en ik beschouw hen als 'onderbouwde speculaties' ; nuttig als ze zijn, lijken ze toch af en toe uitgerekt en een beetje dun. De auteur doet wat hij kan met de informatie die beschikbaar is en hij voegt een door hem gevonden secundaire bron toe aan de bronnen in de Pali Canon:

I have based the core narrative of the life of Gotama on the account in the Vinaya of the Mulasarvastivada school as preserved in Tibetan and translated by W. Woodville Rockhill in 1884. My previous book Confession of a Buddhist Atheist (2010) reconstructed the story of the Buddha’s life entirely on the basis of Pali sources. The version presented by Rockhill differs in a number of details, but the story is essentially the same. Since these two textual traditions were preserved at opposite ends of the Indian subcontinent, and since their preservers had no contact with each other for centuries, both texts were presumably based on an earlier version that was probably extant until the time of Emperor Asoka (304–232 BCE), who was born only a century or so after the death of the Buddha (x). ...

Tot slot, het boek eindigt met een 'Nawoord' dat een ander historisch geïnformeerde speculatie bevat over mogelijke ontwikkelingen in India in de eeuwen na de dood van de Boeddha. Batchelor kijkt vervolgens naar het contact van het Boeddhisme met het Westen vanaf de zeventiende eeuw tot heden. Na de Nawoord is een sectie van 'Selected Discourses' van de Pali Canon in de eigen vertaling van de auteur.

De Boeddha onderwees vijfenveertig jaar aan een verscheidenheid van mensen. Zijn leringen werden gememoriseerd en mondeling doorgegeven. Het nam meer dan vier eeuwen voordat ze werden opgeschreven. Gedurende deze tijd werden ze bewerkt, uitgebreid, gecondenseerd en gecombineerd. Op deze manier vinden we een verscheidenheid aan stemmen in de vroege leer. De auteur onderscheidt er zes: poëtische stemmen, dramatische stemmen, sceptische stemmen, pragmatische stemmen, dogmatisch stemmen, en mythische stemmen. Hij heeft niet het gevoel dat deze stemmen persé met elkaar in tegenspraak zijn, maar het is niet moeilijk om teksten te vinden die dat wel doen. Iedereen die de dharma bestudeert moet kiezen welke leringen hem of haar aanspreken. De meeste boeddhistische scholen hebben hun eigen keuzes gemaakt. Stephen Batchelor wordt soms beschuldigd van cherry picking [krenten uit de pap halen] van de leerredes; maar is dat niet wat vereist is om een ​​consistentie in ze te vinden? Ik vind zijn keuzes en interpretaties een consistente leer geven die mij diep aanspreekt.

Ik voel dat Stephen Batchelor een uitgebreid en samenhangend antwoord op zijn leidende vraag heeft gegeven, en een die ik van dwingende aard acht. Zelfs degenen die zijn goed bekend met zijn meest recente geschriften en lezingen zijn, zullen nieuwe wegen en extra diepte in 'Na het Boeddhisme' ontdekken. Met de toevoeging van de historische stukken die de context vormen voor de interpretaties van de auteur, is deze visie ['understanding'] van de dharma gepresenteerd als een volledig coherent stuk, zeer welkom. Of u bekend bent met zijn werk bent of niet, of eens bent met zijn visie of niet, dit boek is een belangrijke bijdrage aan de studie van de historische Boeddha, en verdient serieuze aandacht want het is een goed onderbouwde, hoewel onorthodoxe, interpretatie van de leringen gevonden in vroege boeddhistische teksten die deel uitmaken van de dharma van de Boeddha. "

Bron: SecularBuddhism 1 okt.

2 opmerkingen:

Unknown zei

Het Boeddhisme voorbij beschrijft het pad van een agnost die terugvalt in materialistisch en reductionistisch "old school" denken. De rationele manier waarop orthodoxie schijnbaar wordt ontdaan van eeuwenoude mythes en onjuistheden, heeft dezelfde quasi superieure ondertoon als het verspreiden van de democratie in het midden oosten door het zogenaamde vrije westen. Hetgeen alles behalve vrijheid heeft voortgebracht in oost én west.

Batchelor's vroegere positie was agnostisch. Vanuit een agnostisch perspectief kan het bestaan van karma en wedergeboorte niet worden bevestigd noch worden ontkend. En dat vormt de reden waarom de historische Boeddha geen antwoord gaf op metafysische vraagstukken. Batchelor's ontkenning is daarom een stap terug ipv een stap vooruit. De stap terug naar het geloof in wetenschap: post modern scientisme. Dit geloof in wetenschap is alles behalve wetenschappelijk.

Unknown zei

Seculier Boeddhisme = wereldse dharma = donker licht of koud vuur.