dinsdag 1 maart 2016

Maart * Vipassana-vergadering 13-3; crisis doorleefd? * Raak ik nog 'ontwaakt'? En volgens welke traditie?   * (On)boeddhistische romantiek volgens Thanissaro   * Dingetjes over het heelal & wat verder ter tafel komt


Bijeenkomst van 'de Vipassana-gemeenschap' op 13 maart.  Een voorbeschouwing.
Is de crisis doorleefd?   Hoe wordt de Münchhausen-positie opgelost?
Informatie over en kritiek op de uitnodiging.   En oplossingsmogelijkheden.


Op 13 maart vindt er een vervolgesprek plaats van de vipassana-beoefenaren (met Mettavihari-wortels) die ook op 13 december 2015 bij elkaar zijn geweest. Ik heb daarover op 18 december (Kopje 'Münchhausen ...') en op 9 januari (Kopje 'Is er nieuws ...') geschreven.
De uitnodiging is gericht aan de deelnemers van het Landelijk Begeleiders Overleg, de veertien personen die op 1 september j.l. de leraren een brief stuurden met suggesties om het vertrouwen te bevorderen, en aan de diverse lokale Vipassana-gemeenschappen.
Maar bij de afsluiting op 13 december is gezegd dat ook andere betrokken vipassana-beoefenaren welkom zijn. Het is dit keer in Amsterdam (De Roos).
Overigens:  De 'de voormalige lerarengroep' - 'de 11' - wordt niet als uitgenodigde maar als uitnodiger beschouwd. Dat lijkt me niet correct.

Uit de uitnodiging:
"Na de bijeenkomst van 13 december, waarin vooral de verwerking van het verleden aan bod kwam, gaan we nu meer de blik op de toekomst richten. Het verleden nemen we overigens wel mee om van onze fouten te leren. De elf leraren hebben al in oktober j.l. hun intentie uitgesproken om, ondanks de verschillen in opvattingen, in een nieuw en breder verband, waarin ook andere vipassana-leraren welkom zijn, cruciale gemeenschappelijke zaken en thema’s te regelen. Bij de begeleiders en andere aanwezigen is een bereidheid om mee te denken over een nieuwe inrichting van het vipassana-onderricht. Daarom is de bijeenkomst van 13 maart een unieke gelegenheid om een nieuw begin te maken.
Aan de orde zullen komen:
- Hoe staan de voormalige Mettavihari-leraren er nu in? (enkele conclusies van de leraren uit de gebeurtenissen van de afgelopen periode) Welke samenwerking met andere Vipassana-leraren is er mogelijk?
- Hoe kunnen we in de toekomst zorg dragen voor gekwalificeerde leraren die onderricht geven vanuit de drie trainingen, sila, samadhi en pañña?
- Hoe gaan we dat organiseren? Bij dit punt zal ook de rol van de sangha’s en van de Stichting Inzichts Meditatie ter sprake komen. Het gaat erom een instantie te creëren die de verantwoordelijkheden aan kan wat betreft de toelating/erkenning van leraren en afhandeling van ethische kwesties, een instantie die binnen onze vipassana-wereld bevoegdheden gaat krijgen.
"

Een overwegend leraar-gericht betoog. Er staat "De elf leraren hebben al in oktober j.l. hun intentie uitgesproken om, ondanks de verschillen in opvattingen,
in een nieuw en breder verband, ... gemeenschappelijke zaken en thema’s te regelen. "
Daarbij wordt de vraag overgeslagen die de 11 eerst hadden moeten stellen aan de 13 december/maart-groep:
     Beschouwen jullie ons nog als vipassana-leraren, nu de transmissie door
     Mettavihari ongeldig althans zonder morele en spirituele waarde is?
     En omdat wij - sommigen van ons - zolang hebben gezwegen en het
     misbruik onder het tapijt hebben geveegd?

Willen we nu dan zo'n 'verband ' van leraren? Is dat het 'nieuwe begin' met de bijbehorende nieuwe bescheidenheid die verwacht mag worden? Dat probleem is ook niet opgelost als dit 'verband' onder wordt gebracht bij de SIM; die heeft bv ook zelf in de zaak Mettavihari gezwegen. Het SIM-bestuur zou een begin kunnen maken door openbaar het beleid van de afgelopen jaren te beschrijven waarom leraren wel of waarom ze niet (meer) op de lijst van leraren staan.

" ... leraren die onderricht geven vanuit de drie trainingen, sila, samadhi en pañña."
Deze formulering had ik niet verwacht. Maar wie kan het daarmee oneens zijn? Wordt hiermee 'vipassana' bedoeld? Waarom staat er niet het gebruikelijke 'de Mahasi-methode'?
Problematisch is dat juist Mettavihari géén training heeft gegeven in de sila en een deel van de samadhi (namelijk 'de juiste concentratie'), en deze ook niet heeft voorgeleefd; zodat nascholing van zijn leerlingen alsnog nodig is.

"Hoe gaan we dat organiseren?" Wie is dat we? Is de groep van 13 december en 13 maart 'de vipassana-gemeenschap' die die bevoegdheid krijgt, of is de voormalige groep van elf leraren dat? Of wordt die bevoegde (persoon of groep) op 13 maart benoemd?

Het centrale thema is: "Het gaat erom een instantie te creëren die de verantwoordelijkheden aan kan wat betreft de toelating/erkenning van leraren en afhandeling van ethische kwesties, een instantie die binnen onze vipassana-wereld bevoegdheden gaat krijgen. "
Ik weet bv niet of één instantie zowel toelating van leraren als afhandeling van ethische kwesties moet doen. En er staat niet in wie er in die 'instantie' moeten komen, met name of ook (vertegenwoordiging van) de 11 daarin moeten zitten.

In de uitnodiging staan geen concrete suggesties. Zijn die er niet bij de uitnodigers of acht men het te vroeg ze openbaar te maken? Dat laatste zou ik betreuren, want is een voorbeeld van de mistige manier van besluiten nemen in de Nederlandse vipassana-wereld.
We hebben kunnen lezen dat twee van 'de elf' door hun eigen groep, in Nijmegen, op non-actief zijn, zowel als leraar als ook als bestuurder. Een dramatische ontwikkeling, vind ik.

Verder adviseer ik iedereen, de talk van Ank Schravendeel van 10 februari bij Vipassana Groningen te beluisteren: 'Terugkeer na bezinningsperiode '
Dit is voor mij een voorbeeld van het besef dat we met een crisis te maken hebben en dat loutering (catharsis ) nodig is om verder te komen.

De 13e maart zal ook mijn notitie van 15 december aan de orde komen, zo heb ik begrepen. Met voorstellen. Dat stel ik natuurlijk op prijs. Maar ik hoop dat ook de basis ervan - de ervaring dat er van een crisis sprake is - wordt geaccepteerd. En de overtuiging dat wat we willen - ons à la Münchhausen zelf aan ons haren uit het moeras trekken - misschien wel onmogelijk is.
Daarom moet eerst de vraag beantwoord worden: denken we dat we het zonder steun van buiten af (van een buitenlandse leraar) aankunnen ?
En moet de vraag beantwoord worden: denken we het bestuurlijk zelf aan te kunnen, met dezelfde mensen als nu?

Mijn antwoord op de eerste vraag is: heel misschien, alleen als iedereen echt de crisis heeft durven te doorleven. En m'n antwoord op de tweede vraag is: nee.

Ik heb ook alternatieve vragen:
Is het misschien niet beter te stóppen met pogingen een centraal vipassana-orgaan te creëren, met de bevoegdheid om leraren te benoemen?
Kan dan niet beter iedereen die vindt leraar te zijn, zijn of haar ding doen? Met na- en voordelen.

=========================================================================

Raak ik nog ontwaakt? En volgens welke traditie?

Hier had ik een artikel willen plaatsen met de volgenden strekking:
Ik ben nu een jaar op vijftien aan het oefenen op het boeddhistische pad.
Had ik al die tijd hetzelfde doel voor ogen? En hoe zit he met dat doel / die doelen?
Voor het gemak vat ik de mogelijke doelen samen als 'ontwaken' (een meer adekwate term dan 'verlichting').

Na deze vraagstelling volgt een meer wetenschappelijke tussenstuk genaamd "wat wordt in de diverse boeddhistische tradities eigenlijk onder 'verlichting', beter gezegd 'ontwaken' verstaan."? En hebben die doelen een gemeenschappelijke kern?
Dan zou ik de fasen van 'ontwaken' in de Theravada (*) (vier stadia: Sotapanna, Sakadagami) Anāgāmi, and Arahat; in etappen bevrijd van alle 'ketens ). vergelijken met kensho en satori in de Zen. (Allemaal van horen zeggen, ik heb het zelf niet meegemaakt.) (**)

Mijn conclusie zou zijn dat deze betekenissen van 'ontwaken' niets met elkaar te maken hebben.
Dat is een andere dan die van het boek van Richard P. Boyle, 'Realizing Awakened Consciousness: Interviews with Buddhist teachers ...'. Zie bv Amazon.  Boyle onderzoekt de eventuele ontwakings-ervaringen van een serie gerenommeerde leraren maar verraadt al op de eerste pagina z'n bias: "Buddhism holds that, if properly followed, the path leads to awakening, to qualitative different and truer way of experiencing reality."

In een bespreking van het boek van Boyle wordt gezegd:   "In building towards his model of awakening, Boyle states that ordinary consciousness is caught up in the self as the primary actor in one’s world and that a disappearing self is what leads to awakening. In drawing on the teachers’ experiences, he identifies three properties of awakened consciousness;
1. No separation from one’s environment; removing boundaries between self and others
2. No emotional attachment to the self, fluid and dynamic, spontaneity of being,
    freedom, lightness, peace and equanimity
3. Not knowing: awareness co-arises with action, freely, at each moment.
    Detachment from the self and the stories in which it is implanted
This tripartite list leaves out love, compassion and empathy, which would make sense if the awakening conceived of here is simply a perceptual shift, which he ponders at various points. Boyle mentions Joshu Sasaki, the teacher of Shinzen Young, one of Boyle’s primary informants, in a discussion in which he separates awakened consciousness from saintliness.  ...[T]hat awakening could be a “part-time” phenomena for some. Compassion then is not necessarily concomitant with awakening consciousness in his view, or rather, is not a required or inevitable feature. This might explain why so many new age, awakened teachers turn out to be sexual predators and immoral, narcissistic idiots, whilst subjectively enjoying a high degree of the three qualities above.
"
Een onderscheid tussen een 'ontwaakt bewustzijn' en 'ontwaakte' (hoe anders moet ik 'saintiless' vertalen, als 'heiligheid' kan niet, dat is een rooms concept) Hoe bedenk je het; of: wat is zo'n ontwaakt bewustzijn dan eigenlijk nog waard?

Dan zou ik weer persoonlijk worden, maar niet voordat ik de opvatting van Stephen Batchelor bespreek.
Die vraagt zich af of het niet onjuist is de Dharma, en dus ook het concept 'ontwaken' als iets ontologisch te willen zien. Bijvoorbeeld het ideaal 'de dingen zien zoals ze echt zijn ' waar ik lang aan gehecht was, is nogal ontologisch van aard.
Ook herinner ik aan de kritiek van Thanissaro Bhikkhu op 'boeddhistische romantiek' (zie onder) die het boeddhistische karakter van mystieke ervaringen, die ik eerst hoopte te ervaren toen ik boeddhist dacht te zijn, onderuit haalt. En transformerende doorbraken heb ik ook niet gehad.

Wat blijft er over?
Een beetje minder begeerte, haat en onwetenheid; wat minder gehechtheden; soms wat milder, soms wat zorgelozer. En ouder.
 ...
Zover ben ik gekomen in de vijftien jaar dat ik boeddhist heb proberen te zijn. Wat is ver?

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

*) Noot: In de Theravada wordt het nog verder gecompliceerd doordat de vipassana - door sommigen gezien als het enige pad - ook een systeem van Nana's kent, zestien stadia van inzichten op weg naar Nibbana (en dus 'ontwaakt' zijn) kent. Mettavihari gebruikte dit systeem, maar behalve Adi Ichsan zijn leerlingen volgens mij niet.   Meer hierover
Waar ik me bevond of bevindt in deze schaal van zestien: geen idee.

**) Noot: Hoe het in het Tibetaans boeddhisme zit, heb ik nooit goed doorgrond, mij te complex. Ik geloof dat 'bodhicitta ' het centrale begrip is, hoewel: meer een streven dan een resultaat; een leek (zeker een niet-Tibetaan) raakt nooit 'ontwaakt', is nooit klaar.

=========================================================================

'Buddhist Romanticism ' door Ṭhānissaro Bhikkhu

De ontieglijk ijverige (zie Accestoinsight ) monnik Thanissaro heeft artikelen in Tricycle over 'Romancing the Buddha ' uitgewerkt tot een compleet eboek.
In pdf-formaat ruim driehondervijftig bladzijden; hier te verkrijgen: Buddhist Romanticism

Een echt - gratis - boek dat voor mij veel van Westers esthetisch al te mooie en lieve teksten over 'het boeddhisme' een plaats geeft.
Ik geef de 'Introductie ' van het boek - zelf al een soort samenvatting van het geheel - weer met gebruik van vertaalde citaten. Thanissaro schrijft 'Buddhist' en 'Romantic/Romanticism' steeds met een hoofdletter, dat doe ik in deze vertaling dan ook maar, met tegenzin.


" Bedenkelijke Boeddhistische Romantiek

Veel westerlingen, als ze net met het Boeddhisme kennismaken, zijn getroffen door de griezelige vertrouwdheid met wat de centrale concepten lijken te zijn: onderlinge verbondenheid, heelheid, spontaniteit, ego-transcendentie, non-oordeelzucht en integratie van de persoonlijkheid. Zij lijken niet te beseffen dat de begrippen bekend klinken omdat ze vertrouwd zijn. Voor een groot deel komen ze niet van de leringen van de Boeddha maar uit hun verborgen wortels in de Westerse cultuur: de gedachten van de vroege Duitse Romantici.
De namen van de vroege Romantici – Schleiermacher, Schlegel, Schelling, Hölderlin en Novalis – zijn grotendeels vergeten, maar hun ideeën zijn nog steeds erg springlevend in de Westerse cultuur. Ze behoorden tot de eersten die het probleem analyseerden van hoe het voelt om op te groeien in de moderne cultuur, waar de wetenschap een duizelingwekkende perspectief van diepe ruimte en diepe tijd onderwijst, en waar gerationaliseerde economische en politieke systemen een gevoel van fragmentatie van binnen en van buiten bevorderen. De Romantische analyse van de manier waarop het geestelijk leven, benaderd als een kunst van de emoties, innerlijke psychische gezondheid en uiterlijke harmonie in de moderne cultuur kan verbeteren, heeft verder vorm gegeven aan populaire ideeën over deze kwesties tot op de huidige dag.

Als de invloed van de vroege Romantiek op het moderne Boeddhisme niet verder zou gaan dan een aantal geïsoleerde concepten, zou dat niet zo'n probleem zijn, eenvoudig een zaak van vertrouwde Westerse concepten zetten naast Boeddhistische termen waarmee we niet vertrouwd zijn, zodat de Boeddhistische concepten intuïtief zin krijgen voor mensen met een Westerse achtergrond. En er kan geredeneerd worden dat het zetten van Romantische concepten in een Boeddhistisch raamwerk deze concepten automatisch verandert in een Boeddhistische richting. Maar de situatie is precies andersom. De invloed van de Romantiek op het moderne Boeddhisme is door de oppervlakte gepenetreerd en zit in de botten, niet alleen afzonderlijke concepten vormgevend maar ook de onderliggende denk-structuur waarmee deze concepten hun betekenis krijgen. Met andere woorden, de Romantiek heeft voorzien in het raamwerk waarin de Boeddhistische concepten zijn geplaatst, deze begrippen opnieuw vorm gevend in de richting van Romantische doelstellingen.

Als we de Dhamma - de leer van de Boeddha - vergelijken met het religieuze denken van de vroege Romantici, zien we dat ze radicaal verschillen op een structureel niveau, in hoe ze alle belangrijke vragen definiëren met betrekking tot het doel van religie, de aard van het fundamentele geestelijke probleem, de behandeling van dat probleem, hoe de genezing kan worden uitgevoerd, en het effect van deze behandeling op de genezen persoon.
• Voor de Romantici houdt godsdienst zich bezig met de opstellen van een zuivere relatie tussen de mens en het universum. Voor de Dhamma houdt religie zich bezig met het verkrijgen van totale vrijheid van lijden en stress, voorbij 'mens', 'heelal,' of welke relatie dan ook.
• Voor de Romantici is het fundamentele geestelijke probleem de onwetendheid van de menselijke identiteit, dat elke persoon een integraal onderdeel van de oneindige organische eenheid van de kosmos is. Deze onwetendheid, op zijn beurt, leidt tot een vervreemdend gevoel van scheiding: in jezelf, tussen zichzelf en andere mensen, en tussen jezelf en de natuur in het algemeen. Voor de Dhamma is het fundamentele geestelijke probleem de onwetendheid van wat lijden is, hoe het wordt veroorzaakt, en hoe het beëindigd kan worden. In feite zet de Dhamma zelfs de poging om te definiëren wat een mens is of wat de plaats is van een mens in het universum op de lijst van de oorzaken van het lijden.
• Voor de Romantici ligt de fundamentele geestelijke genezing in het verkrijgen van een onmiddellijke ervaren gevoel van eenheid in jezelf en tussen zichzelf en het universum. Voor de Dhamma ligt een ervaren gevoel van eenheids-bewustzijn deel van het pad naar een remedie; maar de ultieme remedie komt neer op voorbij de gevoelens gaan - en voorbij alle verdere zaken waarmee men een identiteitsgevoel opbouwt - naar een directe realisatie van nibbāna (Nirvana): een dimensie voorbij Eenheid en veelheid, voorbij het universum, voorbij causale relaties, en voorbij de dimensies van tijd en ruimte.
• Voor de Romantici zijn er vele manieren om een ​​spirituele genezing te induceren, maar zij alle induceren van een gevoel van ontvankelijkheid voor alle dingen zoals ze zijn. Voor de Dhamma, is er maar één pad naar nibbana - het pad van vaardigheden genaamd de nobele achtvoudige pad - waartegen alle mentale toestanden worden beoordeeld als bekwame (heilzaam) en onheilzaam; waarbij heilzame staten worden gekoesterd en onheilzame op een effectieve wijze moeten worden verlaten.
• Voor de Romantici is de genezing nooit definitief, maar moet voortdurend worden voortgezet gedurende het hele leven. Het begrip dat men heeft van innerlijke en uiterlijke eenheid kan zich natuurlijk verdiepen in de tijd. Met elke nieuwe ervaring van die eenheid voelt men een natuurlijk verlangen deze uit te drukken: Dit verlangen is de oorsprong van religieuze tradities en teksten. Maar omdat de eenheid oneindig is, en uitingen van gevoelens eindig zijn, heeft geen enkele religieuze traditie het laatste woord over hoe de oneindige eenheid voelt. En omdat iedere uiting van een gevoel moet worden gevormd door tijd en plaats, is elke persoon verplicht om het gevoel van oneindige eenheid op steeds nieuwe manieren uit te drukken. Alleen dit kan religie levend houden terwijl culturen veranderen.
Voor de Dhamma echter is volledig, definitief, ontwaken mogelijk in dit leven, en de teksten citeren duizenden mensen die in de Boeddha's tijd dit feit voor zichzelf bevestigden. Eenmaal verworven, is volledig ontwaken volledig begrijpen. De Boeddha was niet geïnteresseerd in het uiten van zijn gevoelens over het oneindige. In plaats daarvan lag zijn interesse in het uitleggen van het actieve pad dat ook andere mensen konden gaan om nibbāna te bereiken, en zette hen er toe aan, dat te volgen. Omdat het pad tijdloos is, is er geen behoeft om op nieuwe manieren te formuleren. In feite is het grootste geschenk dat er aan andere mensen nu en in de toekomst gegeven kan worden, de kennis van het pad van de Boeddha zo getrouw mogelijk door te geven, zodat ze het kunnen testen voor zichzelf.

Wanneer we kijken naar de manier waarop het Boeddhisme momenteel wordt onderwezen in het Westen - en, in sommige gevallen in Azië aan mensen met een Westerse opleiding - vinden we dat het vaak de kant kiest van de Romantische positie en tegen de Dhamma op alle vijf van deze thema's. En omdat vragen de structuren vormen die begrippen hun betekenis doel geven, is het resultaat dat het moderne Boeddhisme is Romantisch in zijn binnenste en alleen Boeddhistisch in z'n buitenste gewaad. Of om een andere analogie te gebruiken: het modern Boeddhisme is als een gebouw waarvan de structuur volledig Romantisch is, met Boeddhistische elementen gebruikt als decoratie, omgevormd teneinde te passen binnen de grenzen van die structuur. Dit is de reden waarom deze trend in het moderne Boeddhisme het best aangeduid kan worden als Boeddhistische Romantiek, in plaats van Romantisch Boeddhisme.


... voor iedereen die oprecht geïnteresseerd is in het pad naar de vrijheid, beloofd door de Dhamma, is Boeddhistische Romantiek is veeleer een probleem. Het sluit het pad naar twee groepen van mensen die het verwarren met echte Dhamma: zij die aangetrokken zijn tot Romantische ideeën, en zij die er afkeer van hebben. Het leert de eerste groep een zeer beperkt idee van hoeveel vrijheid een mens eventueel kan ervaren. En het leert de tweede groep de Dhamma niet helemaal serieus te nemen.

Voor beide groepen is het probleem een gebrek aan bewustzijn: niet wetende dat Boeddhistische Romantiek één ding is, en de Dhamma een ander. Dus, terwille van beide groepen is het belangrijk om bewust te maken van de manier waarop Boeddhistische Romantiek en de Dhamma twee verschillende dingen zijn; elkaar overlappend in sommige gebieden, maar toch vanuit radicaal verschillende aannames en leidend tot radicaal verschillende doelen. Op deze wijze kunnen leden van het eerste groep in staat zijn om een ​​weloverwogen keuze te maken: willen ze verblijven in de comfortzone van Romantische ideeën, of willen ze streven naar iets meer veelbelovends, zelfs al is het een grotere uitdaging?
En voor de leden van de tweede groep: zij zullen in een betere positie verkeren om hun geest te openen, de toegang tot de werkelijke Dhamma te krijgen, en het op zijn eigen voorwaarden op waarde te schatten.
”  ...

Ironisch genoeg is een nog grotere reden voor de onwetendheid over de Boeddhistische Romantiek de algemene onwetendheid in de Westerse cultuur over zijn eigen geschiedenis en de geschiedenis van de Romantische ideeën in het bijzonder. In sommige gevallen kan worden herleid tot een wijdverspreide overtuiging dat de maatschappij en cultuur zozeer zijn veranderd dat we niet langer worden beïnvloed door het verleden. Er is dus geen reden om iets te weten over wat men in het verleden dacht. Deze houding maakt ons blind voor het feit dat veel van die oude gedachten eigenlijk nog wel invloed hebben op de manier waarop we vandaag de dag denken.
...
Bijvoorbeeld, een breed gedragen misvatting over de Romantici is dat zij tegen de wetenschap zijn en emoties van het Zelf over de harde feiten van de wereld stelden. Echter, de Romantici reageerden positief op de wetenschappen van hun tijd, die - inzake astronomie, biologie, paleontologie en geologie - het universum zagen als een oneindige, evoluerende organische Eenheid, en ieder mens als een deel van die Eenheid in een interactieve relatie met de omgeving.” ...

Gezien de vele bovenbeschreven niveaus van onwetendheid moet het dan ook niet als een verrassing komen dat de Boeddhistische Romantiek zelden in twijfel is getrokken. Het is gewoon aanvaard als een geldige versie van de Dhamma voor onze plaats in de tijd. Zelfs de wetenschappelijke literatuur over het Westerse Boeddhisme heeft de neiging om de opkomst van de Boeddhistische Romantiek als zowel noodzakelijk als goed te zien, in termen van de wetten van culturele verandering. De geleerden vragen zich zelden af waar deze zogenaamde wetten vandaan komen. Het blijkt namelijk dat ze afkomstig van de vroege Romantiek. In feite is, zoals we zullen zien, de academische studie van religie één van de belangrijkste voertuigen waarmee Romantische opvattingen over religie over de moderne wereld zijn verspreid.” ...

Gezien de doelstellingen van dit boek, zal ik het Boeddhisme niet als één enkele religie behandelen, maar als een familie van vele godsdiensten, waarvan de voornaamste drie zijn Theravāda, Mahāyāna en Vajrayana. Hoewel de Boeddhistische Romantiek al deze religies heeft beïnvloedt toen ze naar het Westen zijn gekomen, zal mijn focus hier gericht zijn op de Dhamma zoals onderwezen in de sutta's van de Pāli Canon, die de basis vormen van de Theravāda vormt. Ik doe dit om drie redenen:
1) Van alle verschillende bronnen van de Boeddha's leer lijken de Pāli sutta's - samen met de Pāli Vinaya of monastieke regels - veruit het dichtstbijzijnde verslag te zijn van de leer van de Boeddha.
2) Dit is de boeddhistische godsdienst waarmee ik het meest vertrouwd ben en waarin ik werd opgeleid.
3) Van alle boeddhistische religies bevat de Theravāda het leringen die het scherpste verschillen van de ideeën van de Romantiek. Maar toch worden zelfs moderne discussies over Pali sutta's sterk beïnvloed door Romantische principes, wat betekent dat de moderne Theravāda een duidelijke testcase is voor hoe indringend Boeddhistisch Romantiek kan zijn, zelfs in een traditie die de minste mogelijke punten van overlap biedt.


[Vervolgens beschrijft Thanissaro Bhikkhu de inhoud van de hoofdstukken van z'n boek]
...
Omdat een van de leerstellingen van de Boeddhistische Romantiek is dat er uiteindelijk in de praktijk geen verschil ia tussen het volgeling zijn van de Dhamma van de Pāli Canon óf de Boeddhistische Romantische ideeën - dat beide leiden naar hetzelfde doel hoewel Boeddhistische Romantiek dat effectiever doet - sluit hoofdstuk 7 af met een discussie over hoe het kiezen van de Boeddhistische Romantiek boven de Dhamma daadwerkelijk echter leidt tot een lager doel dat in de plaats komt van het hogere doel dat de Dhamma biedt.
...

[Hij sluit af met een reactie op de kritiek op een eerdere versie van z'n boek. Als derde punt :]
• De groei van de Boeddhistische Romantiek wordt soms afgeschilderd als een dialoog tussen de oude Boeddhistische en moderne Westerse ideeën, een dialoog dat moet plaatsvinden als het Boeddhisme in het Westen zinvol te maken. Maar zoals ik al heb aangegeven, is de term 'dialoog' nauwelijks van toepassing op de huidige situatie. De Boeddhistische Romantiek heeft meer weg van een monoloog, waarin moderne leraren en hun publiek het onderwerp bepalen, de vragen formuleren, en kiezen welke de oude teksten zijn en wat ze niet mogen zeggen. In veel gevallen, is er nauwelijks een besef dat er nog een andere overtuigende kant zou kunnen zijn aan de discussie: De claim is dat de ware boodschap van de Boeddha ging over onderlinge verbondenheid, heelheid, spontaniteit, ego-transcendentie, niet oordeelzucht en integratie van de persoonlijkheid, terwijl al het andere in de teksten eenvoudig een fout in de transmissie is.
...


Met veel van wat Thanissaro schrijft ben ik het eens (omdat en zover het feiten zijn); een deel kan ik zonder veel moeite plaatsen in zijn orthodoxe Theravada-visie. Maar met een paar zaken heb ik moeite. Als hij bijvoorbeeld schrijft "omdat het pad tijdloos is, is er geen behoeft om [het] op nieuwe manieren te formuleren, dan vind ik dat onjuist en onverstandig.

Trouwens, misschien is minj interesse in de astrofysica ook wel Romantisch; zie hieronder.

=========================================================================

Dingetjes over het heelal & wat verder ter tafel komt

Bij sommige boeddhistische lijstjes vraag ik me af welk indelingscriterium hier nu speelt. Waarom zijn bv materie, gewaarwording, perceptie, intentie en bewustzijn de vijf khanda's en niet andere zaken? Jorge Luis Borges kan er (ironisch) ook wat van, vergelijk deze bijzondere lijst:
" Het Hemels Emporium van welwillende kennis (Chinese encyclopedie): 'De dieren kunnen verdeeld worden in:
a) dieren die aan de keizer toebehoren, b) gebalsemde dieren, c) tamme dieren, d) speenvarkens, e) zeemeerminnen,
f) fabeldieren, g) zwerfhonden, h) dieren die in deze classificatie zijn opgenomen, i) razende dieren, j) ontelbare dieren, k) dieren die geschilderd zijn met een fijn kameelharen penseel, l) enzovoort, m) die juist een vaas gebroken hebben, n) die in de verte op vliegen lijken.'
"

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nu we het toch over het heelal hebben: hoe zit het met de ontdekking van zwaartekrachtgolven ?
Kan die ontdekking ons denken als boeddhist en over het boeddhisme als filosofie beïnvloeden?
Volgens mij kan de natuurwetenschappelijke theorievorming (en -toetsing) rustig bestaan naast onze pogingen onszelf als hechtende en begerende wezens te begrijpen.
Maar dat neemt niet weg dat het leuk is, daarover wat te filosoferen; we hebben het wel over de grootste ontdekking in jaren.
Ene Shaun en zijn vrienden hebben dat een beetje gedaan in een blogtekst in 'Engaged Buddhism '. Ik gebruik trouwens een ander, een wat minder romantisch, plaatje dan hij.

"In termen van het boeddhisme, denk ik dat het waarschijnlijk het grootste wetenschappelijk bewijs ooit is, dat er niet zoiets bestaat als 'leegte' in de fysieke wereld. Zelfs de tijd-ruimte, de leegste fysieke dimensies die we kennen, zijn niet absoluut 'leeg'. Het is, zoals zo veel natuurkundigen te hebben genoemd, 'het weefsel van de werkelijkheid.' Hij beweegt, heeft geluiden, vormen en golven. De Mahayanisten zullen 'de leegte' moeten gaan herdefiniëren tenminste wat betreft de kwaliteiten van vorm, geluid en beweging en vergankelijkheid.

... Dit is het einde van de 'twee waarheden' leer. Er is maar één werkelijkheid en het is allemaal relatief. De 'twee waarheden', die werden verdinglijkt in de twee werkelijkheden, de absolute en de relatieve, gaat de weg van de Mt. Meru. Het zal uiteindelijk een historisch overblijfsel worden van de manier waarop boeddhisten dachten. Degenen die nog steeds absolute leegte onderwijzen, zullen uiteindelijk irrelevant zijn voor toekomstige boeddhisten, die de laatste millennia van het onderwijs op de leegte zullen zien als een misvatting, op basis van een gebrek aan wetenschappelijke kennis. Hedendaagse Tibetanen, met uitzondering van misschien de Dalai Lama zullen zich tegen deze verandering verzetten. Er is geen manier om hun gedachten te veranderen, want het is niet meer dan een vast waanidee. Ze zullen alleen maar uitsterven, terwijl zij worden vervangen door een generatie van boeddhisten die onderlinge afhankelijkheid oefenen in een relationele kosmos.
"
  De 'relationele kosmos' lijkt me een typisch voorbeeld van romantiek (en dus niet van boeddhisme) zoals Thanissaro die heeft beschreven.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Op 12 februari is in het Museum voor Volkenkunde te Leiden de tentoonstelling over de Boeddha geopend. Eén van de geplande activiteiten is een speciaal weekend. Ik citeer de website:

"Boeddhismeweekend
Aansluitend bij de tentoonstelling DE BOEDDHA – Van levensverhaal tot inspiratiebron staat Museum Volkenkunde het weekend van 19 & 20 maart geheel in het teken van het boeddhisme.
Twee dagen vol rondleidingen, lezingen, workshops zoals Mediteren en Kung Fu en muziek van DJ Kareem. Bekende sprekers leggen o.a. uit wat het boeddhisme met Mindfulness te maken heeft en waarom échte boeddhisten niet mediteren.
"

Bron: Hier . Ik neem aan dat er meer nieuws volgt.
Degene die de inleiding over 'echte boeddhisten mediteren niet' gaat houden, heb ik al gemeld dat dit statement lijkt op 'echte mannen huilen niet'. Kom ik op terug, misschien ga ik er zelf wel heen.
Update - Programma
PROGRAMMA BOEDDHISMEWEEKEND 2016.pdf

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nee, niet weer

In maart 2015 plaatste ik, net zoals in april 2014, de 'Ananda Passion ': Citaten uit het Maha Parinibbana Sutta over de ouderdom, het lijden en het sterven van Gautama de Boeddha.
Dit omdat de christenen ook elk jaar de Mattheus doen en, veel erger nog, er nu ook elk jaar
The Passion is: het TV-spektakel van de christelijke publieke omroep waaraan de stad haar medewerking verleent.
Dit jaar ga ik mezelf niet herhalen; hoewel het nog dichterbij komt: The Passion zal op 24 maart in mij woonplaats Amersfoort life worden gespeeld en uitgezonden. Wegwezen dus.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Een bruikbaar artikel (volgens mij, voor mij) in Tricycle van 23 februari:
'5 Perks of Being Married to a Non-Buddhist ' door Brent R. Oliver
'One practitioner extols the virtues of being married to someone who doesn’t practice at all '

Oliver beschrijft hoe hij het waardeert met een niet-boeddhiste getrouwd te zijn:
Als buitenstaander relativeert ze zijn soms wat fanatieke beoefening; ze houdt geaard; ze help me praktisch focussen en ze bekijkt heel z'n boeddhisme met een hilarische blik.
Omgekeerd misschien ook wel bruikbaar voor wie getrouwd is (of samenwoont) met iemand die het boeddhisme beoefent. Sterkte.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

In m'n zoektocht naar een model voor een nieuw boeddhistisch tijdschrift bekeek ik
het nieuwe nummer van Lions Roar :
Hear The Lions Roar
“The proclamation of the dharma,” the Buddha said, “is as fearless as a lion’s roar.” We asked the 14 teachers on our cover: What is the most important truth to proclaim in today’s troubled world? Hear them roar!


Veertien optimistische en in ieder geval positieve leeuwenroepen van bekende Amerikaanse leraren van diverse tradities. Iets te positief naar mijn smaak, een klein beetje (Europose) somberheid of benadrukken van onvolmaaktheid kunnen ze daar toch ook wel gebruiken?

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Is er nog nieuws over boeddhistische media in Nederland ?

Het aanbod blijft zeer beperkt; mijn overtuiging is dat het nooit meer wordt zoals het tot 2014 was.
Missen we het? Het lijkt er op dat er ook minder geïnteresseerde en minder lezende boeddhisten zijn.

* Het aantal bloggers of hun activiteiten neemt af. Ik schrijf met mijn zogenaamde maandblad ook steeds minder; ik heb sinds kort ook een teen in het water van facebook gezet: ben er niet kapot van.
* Ook zelf neemt het Boeddhistisch Dagblad zich steeds minder serieus, zeker in journalistieke zin. Leuk doen is de norm. Merkwaardig genoeg wel veel Vlaams nieuws.
* Ik wacht al lang op het volgende onderzoeksjournalistieke product van openboeddhisme.nl
* De BUN heeft een nieuwe mooie website maar nauwelijks content.
* Van de 'Vrienden van het Boeddhisme' geen nieuws (sinds begin december).

* 'Het opstarten van de boeddhistische programma's bij KRO-NCRV is op gang maar loopt nog wat langzaam aan', vertelt een woordvoerder van de 'Stichting Vrienden van de BOS' me. Dat kan je wel zeggen: in plaats van 2 uur per maand is er dit jaar nog geen enkel programma geweest.
* De 'werkgroep Bodhi guards' van deze stichting (die nog steeds bestaat en geld heeft) '... onderzoekt momenteel de haalbaarheid om het internetforum van 'Bodhitv' in aangepaste vorm voort te zetten.'  Het gaat langzaam: deze werkgroep komt binnenkort voor de tweede keer bijeen; ondertussen zijn de creatieve medewerkers van Bodhitv (met name meisjes) al lang uitgevlogen.

19 opmerkingen:

Rob Hogendoorn zei

Eén ding valt me opnieuw op: de betrokkenen personen—tevens belanghebbenden!—die het gedrag van Mettavihari decennialang faciliteerden, stellen altijd en overal zichzelf centraal. En o wat willen ze de zaak graag 'afsluiten'. Alsof het aan hen is, te beslissen wanneer daarvoor de tijd rijp is! Ik heb het praatje van Ank Schravendeel van begin tot eind beluisterd: ze besteedt letterlijk geen woord aan de ervaring van slachtoffers, maar stelt in plaats daarvan haar eigen beleving centraal. Probeer het door de oren van een slachtoffer te beluisteren, en het is bijna niet om aan te horen. Het zijn al met al wonderlijke reflexen, van boeddhisten en vipassana-leraren die zich zo nadrukkelijk op de kwaliteit van hun eigen beoefening en ervaring laten voorstaan. Ruard Ganzevoort beschrijft in de bundel 'Geschonden vertrouwen: seksueel misbruik in religieuze context' heel adequaat hoe een religie juist door die reflex in een 'religie van plegers' verandert. Het boekje waarin dit en andere lezenswaardige artikelen zijn opgenomen, is hier te bestellen: http://ksgv.nl. Ik raad alle deelnemers aan de bijeenkomst op 13 maart a.s. aan er van kaft tot kaft kennis van te nemen. Hopelijk nemen de personen in kwestie de vanzelfsprekendheid waarmee zij aannemen dat de toekomst van vipassana in Nederland aan hén is, dit tijdens hun meditaties en retraites ook eens aandachtig onder de loep. Een welgemeend advies aan hen: leg je de komende tien, twintig jaar uitsluitend toe op luisteren en zwijgen. Dat zou nog eens een echte beoefening zijn.

Joop zei

Ik ben het niet met je eens, Rob

En bovendien is je interventie niet effectief omdat je geen differentiatie maakt in de groep betrokken personen.

''Religie van plegers' vind ik nogal een metafysische term

Joop zei

Een tweede reactie van mij zoals ik die op Facebook heb geplaatst, na een tweede reactie door Rob:

Omdat ik toch nog steeds en marginaal deel uit maak van de (abstracte) vipassana-gemeenschap, lijd ik wellicht ook aan de collectieve waan die door zelfbedrog en groepsdruk in stand wordt gehouden.
Mogelijk dus vanuit die waan analyseer ik de situatie toch een beetje anders. Er zijn twee thema's:
- Het misbruik door Mettavihari destijds
- Het zwijgen door de leerlingen van Mettavihari over dat misbruik

Rob is niet in staat de verschillen de dynamiek binnen die groep van leerlingen (nu deel leraren, deels vipassana-notabelen) te analyseren omdat hij ze collectief FACILITEERDERS noemt. Hij onderscheidt de twee thema's dan ook niet en doet alsof wij uitsluitend over de slachtoffers mogen praten, en bijvoorbeeld niet over hoe de ene mens een ander een beetje kan helpen om te mediteren (dat heet 'leraar')
In mijn artikel in m'n blog staat juist deze dynamiek centraal. Optimistisch over bv mijn interventie ben ik overigens niet. Daarom eindig ik met:

"Ik heb ook alternatieve vragen:
Is het misschien niet beter te stóppen met pogingen een centraal vipassana-orgaan te creëren, met de bevoegdheid om leraren te benoemen?
Kan dan niet beter iedereen die vindt leraar te zijn, zijn of haar ding doen? Met na- en voordelen "
Bron: http://joopromeijn.blogspot.nl/.../maart-vipassana...

Rob Hogendoorn zei

Mijn tweede reactie: Ik zou zeggen, Joop Romeijn: lees eerst de artikelen in de bundel. En verder: wie de schoen past trekke hem aan.

Noem eens een betrokkene (die het misbruik faciliteerde) die zichzelf en zijn/haar eigen beleving van Mettavihari en zijn 'goede werken' niet centraal stelt? Ik kan me geen enkele reactie (van degenen die het misbruik faciliteerden) herinneren waarin dit niet het geval was. Dat hebben deze personen in mijn ogen met elkaar gemeen, en daarmee tonen ze mogelijk een (collectief) door Mettavihari aangeleerde blinde vlek.

Het is geen wilde speculatie te denken dat precies die blinde vlek de enige echte nalatenschap van Mettavihari is. Noem het een collectieve waan, die door zelfbedrog en groepsdruk in stand wordt gehouden. Dat is niet iets om mee te koop te lopen, volgens mij. Vandaar mijn welgemeende advies er eerst maar eens tien of twintig jaar het zwijgen toe te doen.

Overigens is het goed, zoals jij ook doet Joop Romeijn, nog eens vast te stellen dat de kring van faciliteerders groter is dan de 14 door Mettavihari benoemde leraren alleen.

Rob Hogendoorn zei

En mijn derde: Vanzelfsprekend ben ik wel in staat tot zo'n analyse, Joop Romeijn. Echter, ik kies ervoor de relatie van deze groep volgelingen met Mettavihari als een symbiose te zien die nog steeds intact is: Mettavihari en zijn volgelingen ontleenden en verleenden hun status als vipassana-beoefenaar c.q. -leraar aan elkáár.

Zonder deze dynamiek zou niet alleen Mettavihari een anonieme voorbijganger zijn, maar zij ook. Zij hieven en heffen elkáár op het schild. (Her)lees voor een wat uitvoeriger toelichting op deze dynamiek: http://openboeddhisme.nl/mettavihari-en-zijn-volgelingen/.

Met andere woorden: Mettavihari en zijn volgelingen gebruikten elkaar, en hadden daarbij een gedeeld belang. En dat belang bestaat nog steeds. Zo bezien zijn Mettavihari's 'leraarschap', de benoeming van zijn volgelingen tot 'leraar', het seksueel en financieel misbruik en de zwijgcultuur allemaal zijden van dezelfde medaille.

Deze dynamiek is nu nog zichtbaar, en verraadt zich onder meer in de vanzelfsprekendheid—maar ook de krampachtigheid—waarmee de personen in kwestie aan hun status als vipassana-beoefenaar en -leraar vasthouden.

Joop zei

Mijn zoveelste reactie richting Rob (op Facebook):

In mijn opinie ontbreekt het je aan onbevangenheid om deze dynamiek binnen de groep Mettavihari-leerlingen te analyseren

En verder valt me op dat je niet alleen het leraar-zijn status toekent maar ook denkt dat het beoefenen van vipassana op zich status heeft.

Rob Hogendoorn zei

En de mijne: Mwah, Joop, ik beroep me op toetsbare feiten, eigen waarnemingen en argumenten, zij het wellicht andere dan jij.

Zoals ik al schreef: ik denk dat deze hele groep volgelingen er verstandig aan zou doen de komende tien, twintig jaar vooral te luisteren en te zwijgen. Anders gezegd: laat hen in de anonimiteit verdwijnen, waaruit zij—dankzij Mettavihari—zijn opgerezen.

Waarom zou de toekomst van vipassana uitgerekend aan hen zijn? Laat nieuwe, andere beoefenaren opstaan, als het moet over vijf, tien of twintig jaar. Het Nederlandse volk kan echt wel even zonder vipassana, hoor!

Wat die status van vipassana en het leraar-zijn betreft: die verleen ik niet, maar degenen die zich daarop beroepen. In mijn ogen genieten betrokkenen geen enkele status. Het zijn dolende zielen, net zoals jij, ik en onze buren.

Het is wat ongebruikelijk, maar ik beoordeel mensen zelf bij voorkeur op hun gedrag, niet op de verhalen die zij zichzelf en elkaar over dat gedrag vertellen. Tot slot: passend stilzwijgen van mede-verantwoordelijken in misbruikzaken is in onze samenleving niet ongebruikelijk, integendeel.

Willie Brunekreeft zei

Dag Joop,

Allereerst complimenten met je blog, ik volg het met belangstelling. Jouw blog is een van de weinige inhoudelijk nederlandse boeddhistische blogs.

Ik heb de reacties van Rob en jouw gelezen en misschien kan ik als relatieve outsider, relatief omdat ik een andere vipassana stroming train (Ruth Denison, Doshin Houtman) en oud-SIM bestuurder (secretaris/redactielid 2007-2010) daaraan iets toevoegen. Tegenwoordig volg ik de Nederlandse vipassana aangelegenheden op enige afstand.
Ik heb de talk van Ank Schravendeel beluisterd, daarin vallen me een aantal dingen op, met name een aantal zaken die niet worden gezegd of uitgesproken.
• Bijv. in het feiten relaas. Wat was de aanleiding om vanaf december 2013 het binnen de lerarengroep over de erfenis van Mettavihari te hebben? Dit lijkt mij van wezenlijk belang, was dit op eigen initiatief of was dit ingegeven door druk van buitenaf? Ik ben vrees namelijk dat eea pas is gaan spelen nadat Rob Hogendoorn met zijn onderzoek is begonnen...
Transparantie hierover lijkt belangrijk voor zowel de beeldvorming, als (collectieve) zelfreflectie.
• Opvallend vind ik ook wat zij zegt over het 20 jaar zwijgen. Letterlijk zegt ze: "Ik zou willen dat ik het anders had kunnen doen". Misschien interpreteer ik het niet goed, maar voor mij klinkt het als 'Ik kon er niks aan doen'. Misschien bedoelde ze het anders, bijv. 'Het spijt me dat ik toen niet anders kon handelen en heb gehandeld'. In haar reactie (zoals ik die interpreteer) mis ik de zelfreflectie (ik had de keus om het anders te doen) en de spijtbetuiging (de erkenning dat ik door dit niet te doen, anderen leed heb berokkend).
• Wat ik ook opvallend vind is dat Ank geen afstand neemt van de leer van Mettavihari. Nee, 'ik heb zoveel van hem geleerd'. Prima, maar wat ethiek aangaat ging de monnik totaal de mist in. Voor zover ik heb begrepen besteedde Mettavihari hier in zijn onderricht geen aandacht aan. In zijn optiek ontstond ethisch juist handelen vanzelf als je opmerkzaamheid ontwikkelde.
Ank Schravendeel staat hierin overigens niet alleen, Jotika Hermsen maakte het enige tijd geleden wel erg bont door in een interview met de BOS met Marloes Lazal, doodleuk te beweren dat er volgens haar geen verschil is in het onderricht van Mettavihari en Jospeh Goldstein (?). Misschien moet Jotika nog wat meer retraites bij Jospeh volgen, wat talks van hem beluisteren of boeken van hem lezen, want dit is m.i. toch een zeer ernstige en grove misvatting.

Veel wijsheid en metta gewenst Joop.

Rob Hogendoorn zei

Willie Brunekreeft spreekt een waar woord: het feitenrelaas van de lerarengroep—naar mijn beste weten momenteel 'de elf', maar dat kan alweer achterhaald zijn, het is fluïde—is verre van compleet. En de uitlatingen over hun eigen verantwoordelijkheid voor de handel en wandel van Mettavihari tussen 1974 en 2007 is, zacht gezegd, nogal onbestemd.

Feit is dat één van deze leraren, Henk van Voorst, al vanaf begin jaren 80 weet dat Mettavihari leerlingen lastig viel met seksuele handelingen. Ook Henk Barendregt, Frits Koster en Aad Verboom zijn daarvan al sindsdien op de hoogte. Frits Koster werd in die tijd zelf misbruikt. Barendregt en Verboom werden over het misbruik geïnformeerd door Patrick Franssen (die zelf misbruikt was). Van Voorst hoorde het van Guus Went (die zelf misbruikt was) en noemde bij die gelegenheid twee namen van anderen die hetzelfde was overkomen. Het is moeilijk voorstelbaar dat deze personen daarover wel met Franssen en Went spraken, maar niet met elkaar en met de andere volgelingen die Mettavihari in 2006 tot leraar benoemde. Met andere woorden: minstens vier, maar vermoedelijk meer leden van dit gezelschap verzwegen het misbruik niet slechts 20 jaar, maar bijna 35 jaar.

Diezelfde Guus Went liet Hans Gijsen en Henk van Voorst in 2013, respectievelijk 2014 weten dat ik onderzoek naar Mettavihari deed. Lees hierover Wents artikel 'De zwijgcultuur van Mettavihari's volgelingen': http://www.achtzaamheid.nl/en/vipassana-mahasi-methode/de-zwijgcultuur-van-mettaviharis-volgelingen. Onderzoeksredacteur Bas de Vries van het Achtuurjournaal en ik werkten vanaf januari 2015 intensief samen. De 'spontane' openheid van 'de 6' en 'de 7' volgde op De Vries' vragen over Mettavihari. Met andere woorden: deze leraren brachten het seksueel misbruik pas naar buiten toen duidelijk werd dat het Achtuurjournaal aandacht aan Mettavihari zou gaan besteden. Bovendien hebben ze hun opeenvolgende verklaringen onder druk van door De Vries en mijzelf achterhaalde feiten keer op keer moeten bijstellen.

Om eerlijk te zijn denk ik dat individuele leden van deze lerarengroep de aard en ernst van het leed dat Mettavihari en zijzelf anderen hebben bezorgd nog nauwelijks beseffen. Mettavihari was vanaf 1974—en zeer waarschijnlijk ook daarvoor al in o.m.. Thailand en de V.S.— praktiserend homoseksueel en misbruikte minderjarigen, waaronder minstens één kind van 12. Dat kind had helemaal niets met Mettavihari of de tempel te maken, maar had de domme pech in dezelfde straat te wonen. De trauma's die Mettavihari slachtoffers bezorgde, beschadigden niet alleen hen, maar ook hun partners, kinderen en kleinkinderen. Daarnaast maakte Mettavihari zich ook schuldig aan financieel misbruik en onderwees hij een ernstig verminkte vorm van vipassana.

In een door Paul Boersma opgesteld communiqué over een bijeenkomst van de lerarengroep op 6 september 2015 heet het echter nog steeds: 'Mettavihari kon briljant lesgeven en begeleiden in de Vipassana-meditatie.' Op welk bewijs baseren deze leraren die kwalificatie 'briljant' nu eigenlijk? Wat hebben zij zich aan de voeten van Mettavihari nu werkelijk eigen gemaakt? Zeggen deze uitspraken over Mettavihari niet vooral iets over hun goedgelovigheid en het belang dat zij zelf bij zulke uitspraken hebben? Het is alsof alle in therapeutische beroepen bereikte inzichten over projectie en wensdenken, overdracht en tegenoverdracht, zelfbedrog en groepsdruk, volledig aan hen voorbij zijn gegaan. Dat slecht onderwezen of begrepen vormen van vipassana ook geestelijke schade kunnen aanrichten houden zij kennelijk ook nog steeds niet voor mogelijk.

Rob Hogendoorn zei

Om een kleine fout recht te zetten: toen Guus Went mijn onderzoek naar Mettavihari in 2014 met Henk van Voorst besprak, was de laatste daarvan reeds op de hoogte.

Waarschijnlijk vernam Van Voorst dit nieuws van Hans Gijsen, die daarover al in 2013 door Went was ingelicht. Verder is het aannemelijk dat Gijsen en/of Van Voorst het nieuws over mijn onderzoek binnen de lerarengroep van dat moment ('de 14') niet voor zichzelf gehouden hebben.

Joop zei

Inderdaad zullen de leraren (en anderen) die leerling geweest zijn van Mettavihari, door de pomp moeten en zich duidelijk van hem distantiëren.
Sommigen hebben dat min of meer al gedaan, anderen duidelijk niet. Hier wreekt zich het onvermogen van veel boeddhisten om (op een volwassen manier) conflicten met elkaar te hebben en het openlijk met elkaar oneens te zijn.

Over het hoe dan wel gaat mijn artikel juist. Kennelijk zijn Willie en Rob het of met mijn voorstellen eens c.q. of hebben er geen interesse in.

gerben hieminga zei

Hoi joop,
Ik heb n vraag aan je.
In je januari blog schrijf je dat het al dan niet verlicht zijn vn vipassana leraar 'geen onderwerp van publiek gesprek mag zijn'. In je blog van maart kom je min of meer zelf uit de kast door te stellen dat je zelf geen directe ervaring met nibbana hebt. Ik vind die twee posities tegenstrijdig. Kun je uitleggen waarom het volgens jou onder leraren niet openlijk bediscussieert mag worden?
Groetjes, Gerben

Joop zei

Hallo Gerben

Ik ga niet altijd precies of consequent om met de Theravada-orthodoxie, dat weet ik.
Maar hier ben ik toch niet zo tegenstrijdig bezig.
Een bron kan ik niet zo snel opduikelen (waarschijnlijk in de Vinaya) maar zover ik weet hoort een monnik die van zichzelf weet 'stroombetreder' of hoger te zijn geworden, daar niet met anderen over te praten, alleen met z'n senior-monnik. Het is niet zo van belang maar ik vind dat ook wel een goede regel.

Maar is dan omgekeerd ook niet toegestaan om te melden dat ik NIET stroombetreder of hoger ben? Ik heb daar geen moeite mee.
Of de uitdrukking 'ervaring met nibbana' in een Sutta voor komt, heb ik lichte twijfel over, het lijkt me iets uit latere kommentaren of zelfs Mahayana, maar dat weet ik niet zeker

Groet
Joop

Gerben Hieminga zei

Hoi Joop,

Dank voor je reactie.

Het gaat mij niet om de tegenstrijdigheid hoor. Doel is ook geen 'robbertje Sutta teksten vechten'. Ik vond beide uitspraken gewoon opvallend en het raakte een aspect wat ik van belang vind in de beoefening. Onze vriend Sid de Boeddha schroomde niet om zijn toehoorders op het hoogste doel van de beoefening te wijzen; het zelf ervaren van Nibbana en het je eigen maken van de bevrijdende inzichten die dat kan opleveren. Dat laatste is overigens geen vanzelfsprekendheid en daarin kan een leraar van grote waarde zijn!

Uit de Suttas blijkt ook dat hij zijn toehoorders er veelvuldig op wees dat hij zelf volledig ontwaakt was. Veel Suttas blinken nou niet uit in bescheidenheid op dit punt :-) Je kent vast zijn uitspraken na zijn verlichting als hij zijn oude vrienden ontmoet waarmee hij jarenlang ascetische praktijken beoefent heeft. Als je niet beter weet zou je denken: die man heeft grootsheidswaanzin :-)

Hoe anders is de situatie in Nederland waar het een doodzonde lijkt om hierover te praten. Ik ken de klassieke argumenten (waar jij waarschijnlijk ook op doelt) en ik ben er vaak op stuk gelopen tijdens het stellen van vragen:

• je kunt je makkelijk vergissen door een diepzinnige ervaring onterecht als Nibbana te duiden. Dat is een recept voor teleurstellingen.

• mensen gaan in- of expliciet allerlei eigenschappen op je projecteren waaraan je niet kunt voldoen. Ook dat is een recept voor teleurstellingen. Het feit dat je de ultieme waarheid gezien hebt, wil allerminst zeggen dat je de rest van je leven niets meer verkeerd doet en een ethisch perfect leven leidt. Er zijn voorbeelden van verlichte meesters die zich als klootzakken gedragen. En we kennen allemaal wel mensen die een ‘heilig en bewonderenswaardig’ leven leiden maar geen enkel benul hebben van waar de geest toe in staat is. Het een is geen garantie voor het ander (hoewel in de meeste gevallen het een het ander versterkt).

• en je ego kan er goed mee op de loop gaan. Trots en eigendunk kunnen de ervaring gaan overschaduwen waardoor het gevoel van een zelf alleen maar versterkt wordt.

• het kan in mediterenden jaloersheid opwekken of een ongezonde vorm van streberigheid in de beoefening (dat wil ik ook! Ik doe het niet goed, iets anders willen dan datgene wat er in het moment is, et cetera).

• En zo worden er nog veel meer argumenten aangehaald om er vooral niet in concrete termen over te praten.

Gerben Hieminga zei

Allemaal valide punten maar deze cultuur heeft ook grote nadelen. En ik heb de nadelen altijd groter gevonden dan de voordelen van het zwijgen.

1) Het hoogste doel van de beoefening wordt door deze zwijgcultuur iets heel abstracts voor mediterenden. Praktisch onbereikbaar en alleen weggelegd voor de ‘happy few’. In plaats van iets alledaags wat heel goed tot de mogelijkheden behoort in de beoefening. In al die jaren van beoefening was niets zo inspirerend voor mij als de ontmoetingen met mensen die gewoon zeiden: “Het is realiseerbaar want ik heb het bereikt.” “Dit is wat het me opgebracht heeft en dit is nog hetzelfde als ervoor.” “Van wat er over geschreven wordt in de teksten is dit en dat waar, maar deze zaken zijn grote onzin om die en die reden.” Dat soort realisme heeft mij altijd enorm geïnspireerd en gemotiveerd. Maar je komt het bijna niet tegen en je moet in Nederland leraren er zelf echt op bevragen. In Engeland en de VS zijn er een paar positieve uitzonderingen, hoewel die vaak als buitenbeentjes worden gezien door de gevestigde leraren.

2) De zwijgcultuur houdt verkeerde beelden van Nibbana in stand. Mensen denken dat al hun problemen opgelost worden door de ervaring. Dat al hun negatieve emoties waar ze zo mee worstelen voorgoed verdwijnen (de positieve mogen wel blijven), of bepaalde gedachten. Dat ze altijd en overal juist en ethisch handelen. Nooit meer fouten maken en een ‘perfect persoon’ worden. Dat er nooit meer een moment van onopmerkzaamheid is. Dat ze allerlei bijzondere gaven krijgen (van helderziendheid tot perfecte gelijkmoedigheid en onbegrensde compassie). En nog veel meer van dat soort onzin. Leraren worden zo onterecht op een voetstuk gezet. Het feit dat er geen leraren openlijk over hun ervaringen met Nibbana vertellen, houdt deze ongewenste situatie in stand. Het zorgt er ook voor dat er onjuiste visies kunnen blijven bestaan over de relatie tussen inzicht en ethiek in de beoefening. Je kent de recente Nederlandse voorbeelden.

Dus ik zou zeggen: leraren, deel de mijlpalen en resultaten van je beoefening onder een breed publiek, net zoals onze vrienden Siddharta en Sariputta dat deden! Het zal inspirerend werken voor veel beoefenaars. Het brengt ook het noodzakelijke realisme over waar het pad wel en niet toe leidt. En last but not least kan het ook bijdragen aan het vertrouwensherstel waar jij al veel over geschreven hebt.

Groet, Gerben

Rob Hogendoorn zei

Het is een nogal vervreemdende, bijna potsierlijke discussie, wat mij betreft.

Het zou werkelijk niet in me opkomen dat er in Nederland leraren zouden rondlopen die met hun beoefening 'mijlpalen' en 'resultaten' zouden hebben bereikt waarover zij verslag zouden kunnen uitbrengen.

Ik loop nu zo'n 25 jaar mee in boeddhistisch Nederland, maar tot op heden heeft niet één Nederlandse boeddhist die indruk op mij gemaakt. Vergeleken met mijn niet-boeddhistische vrienden en bekenden, scoren veel leraren op allerlei schalen een heel stuk lager.

Is de suggestie wekken dat zulke mensen hier daadwerkelijk rondlopen zelf niet een vorm van mythevorming? Hebben we van zulke mythevorming nog niet genoeg last gehad?

Om het tot de vipassana-gemeenschap te beperken: hele volksstammen hadden weet van het seksueel en financieel misbruik door Mettavihari. En hele volksstammen keken weg. Zegt dat niet genoeg?

En, als ik de bal terug mag kaatsen, Gerben: je uit her en der toespelingen op 'onethisch gedrag' waarmee jij te maken hebt gehad, zonder duidelijk te maken waaruit dat onethische gedrag precies bestond, en wie precies zich daaraan overgaf.

Begrijp je dat zulk soort aantijgingen het vertrouwen pas echt schaden? Want zo is iedereen verdacht.

Roep je de leraren op behalve hun 'mijlpalen' en 'resultaten' ook hun 'onethisch gedrag' openbaar te maken, zodat we daarvoor allemaal gewaarschuwd zijn en leren hoe dat 'beoefenen' in ieder geval niet moet?

Joop zei

Omdat Gerben eigenlijk op mij reageerde, wil ik zeggen z'n bijdrage wel te waarderen, niet potsierlijk en ook geen aantijging.
Het is Rob's discussie niet maar dat lijkt me niet doorslaggevend.
Het is ook een moeilijke discussie: heeft het zin om anderen te vertellen wat je hebt bereikt in je meditatie, in de zin van mijlpalen, resultaten ?

Mijn stelling is dus dat het geen zin heeft (soteriologisch, voor jezelf) en ook niet voor anderen want die kunnen er niets van leren, hoogstens geïmponeerd worden.

Daarmee hoeft de vraag of Nederlandse Theravada-beoefenaren (van andere heb ik geen verstand, de algemene term 'boeddhist' kan beter niet gebruikt worden) iets hebben bereikt met hun meditatie niet meer beantwoord.
En al helemaal niet of door Mettavihari getrainde beoefenaren meer of minder resultaat op de Nibbana-ladder hebben bereikt dan leerlingen van andere, bv Birmese of Amerikaanse, leraren.

Gerben zei

Hoi Rob en Joop,
Ik zie jullie reacties nu pas (3 weken later).
Blijkbaar krijg ik geen mailtjes van nieuwe reacties.
Anyway.

@Rob:
Er zijn wel degelijk leraren die, uit eigen ervaring, zeer gedegen kennis en inzicht hebben van meditatie en haar 'resultaten' zoals de jhana's, nana's en Nibbana. Dat dat niet automatisch leidt tot ethisch juist of verstandig gedrag is nou juist mijn punt waar ik veelvuldig op gehamerd heb, met name naar aanleiding van de Mettavihari zaak. Inzicht en moraliteit zijn twee aparte zaken. Daarom nam de Boeddha ze ook apart op in het achtvoudige pad: panna EN sila EN samadhi. Helaas geloven Boeddhisten (of willen ze geloven) dat moraliteit automatisch uit inzicht volgt. Dit is een misvatting. Doorgaans versterkt het één het ander, maar dat is geen garantie. Ik zie het als mijn taak om dat te benadrukken in Boeddhistisch Nederland (vraag me niet waarom, want dat weet ik niet).

En: het is gelukkig bij lange na niet alleen maar kommer en kwel in het Boeddhisme of de Nederlandse vipassana wereld. Er gebeurt heel veel goeds en moois!

En ja, ook ik heb heel veel niet Boeddhistische vrienden die zich ethisch erg goed gedragen en wel verstandige besluiten nemen in lastige situaties. Bij hen kan ik alleen niet terecht met vragen over de meditatiebeoefening.

Verschillende situaties, verschillende sparringspartners. In jouw woorden Rob: het zijn inderdaad verschillende schalen.

@Joop
Mijn stelling is dus dat het delen van de 'resultaten' ook erg zinvol kan zien. Het is niet per se alleen maar negatief. Zelf heeft het mij bijvoorbeeld enorm geholpen en geïnspireerd om datgene waar de Boeddha over sprak rechtstreeks te horen uit de mond van mensen die daar zelf ervaring mee hebben. Niet enkel uit duizenden pagina's Pali schrift of vanuit het idee dat het nog ik weet niet hoeveel levens kost voordat het te ervaren. Met oprechte intenties en wat serieuze beoefening is het wel degelijk te ervaren.

Ah, nu zie ik de oorzaak. De site staat ingelogd onder het google account van mijn vriendin. Waarschijnlijk heeft zij de updates gekregen.....gedacht wat is dit voor onzin mail.....en het verwijderd. Zij valt duidelijk in de categorie van Rob: verstandig mens maar geen Boeddhist :-)
Zal met mijn account inloggen.

Groetjes, Gerben

Gerben zei

Voor de duidelijkheid en om mogelijke misverstanden te voorkomen: met de laatste zin bedoel ik "zij valt in de categorie mensen die Rob aanduidt als verstandige mensen maar geen Boeddhist."