Eind deze maand, tot 3 november, is Stephen Batchelor in Nederland.
Ter gelegenheid daarvan stukjes vertaling van een uitgebreid essay dat hij begin dit jaar heeft geschreven onder de titel ‘A Secular Buddhism’. Zie hier en hier .
Eerst wat informatie over het bezoek van Stephen en zijn vrouw (een feministisch-boeddhistische vrouw) Martine.
Van 26 oktober t/m 2 november leiden zij een retraite, georganiseerd door de SIM (Stichting Inzicht Meditatie), zie hier .
Op 3 november geven ze inleidingen in het ‘Simposium ’ van de SIM, zie hier, een symposium ter ere van medeoprichter en oud-voorzitter van de SIM, Dingeman Boot.
Via deze sites kan men zich ook aanmelden (voor de retraite vòòr vrijdag de 19e, er zijn nog een paar plaatsen).
Het essay van Stephen Batchelor is (of was) waarschijnlijk bedoeld voor het tijdschrift ‘ Journal of Global Buddhism ’ maar is daar nog niet in verschenen, mogelijk moet het als een concept beschouwd worden, aldus de website van het Britse secular buddhism waar ook een serie interessante reacties op dit essay staat.
De samenvatting (ABSTRACT, pagina 1) vertaald:
“Dit essay exploreert de mogelijkheid van een volledige seculiere herdefiniëring van het Boeddhisme. Het beargumenteert dat een seculiere herformatie verder gaat dan het veranderen van een traditionele Boeddhische school, traditie of ideologie teneinde het meer verenigbaar met zoiets als ‘moderniteit’ te maken; maar dat tevens inhoudt het opnieuw doordenken van de kern-ideeen waarop de notie van ‘Boeddhisme’ is gebaseerd. Uitgaand van een critisch lezen van de Vier Edele Waarheden, zoals die beschreven worden in de eerste leerrede van de Boeddha, stelt de auteur voor om plaats van te redeneren over ontwaken in termen van te begrijpen ‘waarheden’, te redeneren in termen van ‘taken‘ die verricht moeten worden. Zo’n pragmatische benadering maakt ruimte voor de mogelijkheid om voorbij de op geloof gebaseerde metafysica van de klassieke Indiase soteriologie (Boeddhisme 1.0) naar een op handelen gebaseerde post-metafysische visie op de dharma (Boeddhisme 2.0) te gaan. "
Over de term 'seculier'. Voor mijn (niet geweldig ontwikkelde) taalgevoel is dit in het Nederlands niet een helder woord; ik geef de voorkeur aan de omschrijving 'vrijzinnig boeddhisme ' , net zo als het christendom het 'vrijzinnig protestantisme' kent.
Het Engelse 'secular' heeft drie betekenissen, legt Batchelor uit:
- de populaire betekenis van secular als tegenovergestelde van 'religieus';
- etymologisch, uit het Latijn, iets als: deze tijd, deze generatie, deze wereld;
- de historisch-politieke betekenis: het overgedragen zijn van het gezag van een bepaald levensgebied van de Kerk naar de Staat (een staatsinstelling).
Hij noemt als voorbeeld iemand die na een mindfulnesscursus gegeven door een (Engelse overheids-)GGZ-instelling naar een boeddhistische retraite gaat: mindfulness is geseculariseerd boeddhisme in alledrie de betekenissen van het woord. Ook verder staat hij daar tamelijk positief tegenover: 'Misschien is de penetratie van mindfulness in de gezondheidszorg iets als een Boeddhistisch Trojaans Paard; want als mindfulness zich eenmaal in de hoofden van sympathisanten bevindt, verspeiden dharmische memes zich als virussen, snel en onvoorspelbaar.' (pagina 6)
Daarna gebruikt Batchelor op pagina 8 de vergelijking van een Operating System (O.S.) zoals Windows of Android en anderzijds toepassingsprogramma’s/ apps. ‘Seculier Boeddhisme’ is niet een andere en nieuwe traditie, een ander programma, maar het moet een ander O.S. zijn: Boeddhisme 2.0, waarop hedendaags boeddhistische tradities kunnen (gaan) draaien.
Hij benadrukt vervolgens (pagina 10) dat het hem niet gaat om het terugkeren naar het vroege boeddhisme, naar de oorsprong; hij onderkent wel de verleiding bij zichzelf, dat te doen.
Het gaat hem om een andere manier van lezen en begrijpen van de teksten, met name die over de Vier Edele Waarheden, zoals uiteengezet in de Eerste Leerrede (Samyutta Nikaya 56.11, voor Nederlandse vertalingen, zie hier en hier ).
Het is een om-leren (unlearning) bij dit lezen, namelijk niet gericht op de vraag ‘is het waar ?’ maar om de vraag ‘werkt het ?´
Dan geeft hij uitgebreid en zeer subtiel zijn begrip van de Vier. De rest van de uitdrukking ´Edele Waarheden´ zijn een latere toevoeging in de Sutta, zo heeft de bekende filoloog en vertaler K.R. Norman geconstateerd. Kortom: het gaat niet om ´waarheid´, noch om een relatieve noch om een absolute. Immers: de Boeddha wees alle metafysica af.
“Dit overwaarderen van ´waarheid´, is mijn redenering, is één van de sleutel-indicatoren van hoe de dharma geleidelijk getransformeerd is van een bevrijdende praktijk van het ontwaken naar een religieus geloofssysteem genaamd ´Boeddhisme´. “ (pagina 15)
De Vier [Edele Waarheden] zoals Batchelor die begrijpt, vat hij samen als:
Embrace,
Let go,
Stop,
Act,
samen het acroniem ELSA vormend. "Men accepteert en omhelst (embraces) dukkha, dat is wat het leven ook voor situaties in petto heeft, laat het hechten los (lets go) dat in reactie daarop ontstaat; stopt (stops) met het re-ageren daarop zo dat men niet-geconditioneerd door reacties kan handelen (act)."
Zijn conclusie: het is niet ´het leven is dukkha´ maar ´dukkha door en door kennen´. (pagina 35 en 43)
Batchelor eindigt dit essay optimistisch met de stelling dat het boeddhisme niet – zoals sommigen zeggen – op z’n eind loopt maar dat het pas echt begint. Anders gezegd: dat het instortende Boeddhisme 1.0. vervangen wordt door een Boeddhisme 2.0. :
“Voor wie toevallig bij het boeddhisme terecht komen door de beoefening van mindfulness (of, wat dat betreft, door hun waardering voor de filosofie van Nagarjuna, hun liefde voor Zen haiku en schilderen, hun bewondering van de persoonlijkheid van Dalai Lama, of hun verlangen naar sociale rechtvaardigheid als voormalige onaanraakbaren in India), Boeddhisme 2.0 biedt een geseculariseerde dharma die afziet van de soteriologie van het oude India, gebaseerd op een kritische lezing van de belangrijkste canonieke teksten, zoals De eerste Leerrede.
Bij het opnieuw vormgeven van de operationele code van de Vier biedt ‘Boeddhisme 2.0’ een ander perspectief op het begrijpen en beoefenen van de dharma, één die is gebaseerd op de positieve terugkoppeling van ELSA. Het blijft te bezien of deze herformatie in staat is een consistente en coherente interpretatie van de boeddhistische praktijk, filosofie en ethiek te genereren die kan dienen als basis voor een bloeiend menselijk bestaan dienen in de wereld waarin we leven vandaag de dag.
In de gelijkenis van het vlot beschrijft de Boeddha een man die op reis is aankomt bij een water dat hij over moet steken. Aangezien er geen boten of bruggen beschikbaar zijn, is de enige optie om een vlot te maken van grassprietjes, takjes, takken, bladeren en welke andere materialen dan ook die bij de hand zijn. Na deze bij elkaar gebonden te hebben, weet hij zich peddelend met zijn handen en voeten aan de overkant te brengen. Ondanks het duidelijke nut dat het had, beseft hij dat het geen zin heeft het vlot verder te dragen zodra het haar doel heeft bereikt. Dus laat hij laat het aan de oever achter en gaat verder op zijn weg. Net zo, concludeert de Boeddha: ‘Heb ik laten zien dat de Dharma vergelijkbaar is met een vlot, puur bedoeld om mee over te steken en niet om bij zich te blijven dragen (vast te houden)’. [M. 22].
Dit verhaal laat zien op welke wijze de Dharma een hulpmiddel is, een middel om een dringende taak die voorligt, te bereiken, niet iets dat tegen elke prijs moet worden bewaard. Het benadrukt hoe men een beroep moet doen op welke middelen dan ook die beschikbaar zijn op een gegeven moment om te bereiken wat je moet doen. Het maakt niet uit of deze middelen zijn 'wat de Boeddha werkelijk onderwezen heeft’ of niet.
Het enige dat telt is of een dergelijke configuratie van verschillende elementen is van enig nut zijn om u aan de overkant van de rivier te krijgen. Zo is het ook met het Boeddhisme 2.0. In het licht van deze gelijkenis, heeft het weinig zin te vragen: "Is dit echt Boeddhisme?" De enige relevante vraag is: ‘Drijft het?’. " (pagina 46/47)
De gelijkenis van het vlot staat in de Nederlandse vertaling van de Breet en Janssen van de ´Alagaddupama Sutta – De gelijkenis van de zwarte cobra´, sutta 22 in deel 1 van de Majjhima-Nikaya; een vertaling namens Thich Nhat Hanh staat hier .
Een paar kanttekeningen
Batchelor en de Theravada-traditie zullen van mening verschillen over de vraag wanneer het vlot aan de overkant van de stroom is. In het vroege boeddhisme (dat van de Sutta’s dus) worden, in andere termen, vier graden van verlichting onderscheiden. ‘Stroombetreder’ is (nog maar) de eerste daarvan; en wie de stroom betreedt is – in deze beeldspraak – nog niet aan de overkant.
Nog verder gaand binnen de beeldspraak van vlot en stroom: moet iedereen zijn of haar eigen vlot bouwen en aan de overkant zien te komen? Het vroege boeddhisme, althans in de Westers-protestante interpretatie ervan zoals ook Batchelor dat doet, neigt daar sterk naar.
Maar tegelijk benadrukken Stephen en vooral ook Martine de waarde van sangha-vorming, nu ook van seculier-boeddhistische sangha’s, zie bijvoorbeeld haar oproep voor Secular Buddhist Practice .
Wat me opvalt is dat in dit essay het Pali-woord ´dukkha´ vele malen voor komt (45 maal om precies te zijn), maar de nauw er aan verbonden begrippen ´anicca´ en ´anatta´ in het geheel niet, ook niet in vertaalde vorm. Begrijpen doe ik dit niet: zijn die begrippen misschien te metafysisch van aard?
Ook mis ik bij de vierde van de Vier (Act) de meditatie, terwijl het toch een essentieel onderdeel is (van het pad zoals ik dat traditioneel noem).
Een interessante vraag (vind ik) is of dit seculiere boeddhisme wel 'slechts een mening ' is.
Immers, op dit moment wordt er een discussie gevoerd over de vraag of 'een geloofsovertuiging ook maar een mening is en op grond daarvan niet meer respect verdient dan andere opvattingen'.
Wat maalt een boeddhist nu om respect? Daar zijn we toch aan voorbij? Ik neig daar wel toe maar sommige boeddhisten en veel christenenen en nog meer moslims hechten daar wel sterk aan.
De godsdienstfilosdoof Smedes stelt (in de Volkskrant, van 5 oktober) dat atheisten ten onrechte de opvatting hebben dat een religieuze overtuiging niet anders dan een mening is. Ten onrechte, zegt hij, een geloof (bv in een laatste oordeel of de goedheid van de mens) is een uitdrukking van een basale houding ten aanzien van mijn medemensen; een 'mening' is louter cognitief, een kennisclaim; geloof in ... is een overtuiging die cruciaal is voor de beleving van de identiteit van de gelovige, en die een houding ten aanzien van al wat bestaat tot uitdrukking brengt.
Het seculiere boeddhisme a la Batchelor is geen religie, zal hij zelf vermoedelijk zeggen; maar is het wel 'meer dan slechts een mening'? Ik wil die vraag graag met 'toch wel' beantwoorden, maar zeker weten doe ik het niet.
Voor een criticus als Glenn Wallis (zeer critisch, daar ben ik echt een doetje bij) van het hedendaagse boeddhisme is het dat wel, maar die labelt dat juist negatief in z'n essay ‘On the Faith of Secular Buddhists‘, zie hier . Wallis stelt dat Batchelor’s boeddhisme ook een ‘faith’ is, en onderkent een vijftal geloofsartikelen in zijn werk. Zoals vaak bij goede critici: hij heeft een punt, maar overdrijft (wat sommigen kwade trouw noemen)
In ieder geval voor mij is het ‘vrijzinnig boeddhisme’ toch ook een religieus boeddhisme.
Nog meer Stephen, en ook Martine, Batchelor
Zie de website van Stephen en Martine.
Overigens is er nog een artikel van de hand van Stephen Batchelor, met als (net iets andere) titel 'A Secular Buddhist' ; dat is korter, lichter en persoonlijker dan het hier samengevatte. Het is dit artikel waar Wallis zich op baseert in zijn neersabeling van Batchelor.
Eerder schreef ik over het seculier boeddhisme in een blog van februari van dit jaar .
Martine kan je lezen, maar (nog beter, vind ik) ook horen:
De meest recente boeken van haar:
The Spirit of the Buddha; uitgever: New Haven and London, Yale University Press, 2010
Let Go; uitgever: Boston: Wisdom Publications, 2007
Artikelen van haar zijn te vinden via hun website .
Eén van mijn favorieten: What is this?
Batchelor in het Nederlands
Bij Asoka zijn de boeken van Stephen Batchelor, vertaald in het Nederlands, uitgegeven
Zie hier het overzicht.
Van Martine ken ik geen in het Nederlands vertaalde teksten
Nawoord
Inmiddels (begin november) is het artikel van Batchelor verschenen in 'The Journal of Global Buddhism '. Zie hier
1 opmerking:
Dank voor de leestip, Joop. Ik vind seculier boeddhisme een interessante beweging waar ik wat ambivalent tegenover sta. Als maatschappelijk fenomeen vind ik het in ieder geval erg interessant.
Ik zal binnenkort ook de kritiek van Glenn Wallis lezen.
http://boeddhaboeddha.wordpress.com/2012/10/26/seculier-boeddhisme-van-stephen-batchelor-onder-de-loep/
Een reactie posten