woensdag 6 februari 2013

Wat heeft de Boeddha nu echt gezegd over vipassana-meditatie? Een boekbespreking

SIMSARA is de ‘Nieuwsbrief’voor belangstellenden in Vipassana-meditatie. Ik noem het ook wel het tijdschrift van de SIM (Stichting Inzicht Meditatie) die zich – gelukkig – ook wel buiten de strikte vipassana-meditatie begeeft. Zie hun website .
Voor de SIMSARA, uitgekomen januari 2013 heb ik een boekbespreking geschreven, die ik hier overneem:


We weten, als SIM-gemeenschap en Simsara-lezers, dat vipassana-meditatie voortkomt uit het Theravada Boeddhisme.
Maar waar precies uit? Meer concreet: op welke sutta’s is deze meditatie gebaseerd?
Op deze vraag is de (Nederlandse maar hier in het Engels schrijvende) meditator René van Oosterwijk ingegaan. In zijn studie heeft hij dit thema op twee manieren bekeken.

Eerst heeft hij in teksten van leraren (bv de Eerwaarde Mettavihari, en nog twintig anderen, monniken en leken, van Ajahn Chah tot Jack Kornfield) èn van geleerde monniken zoals Bhikkhu Bodhi nagegaan welke sutta’s zij citeren en waarop ze hun meditatie-instructies baseren.
Daarna is hij in indexen van de Pali Canon het voorkomen nagegaan van de term ‘vipassana’ en de zeer dicht daarbij zittende term ‘pannavimutti’, letterlijk ‘bevrijding door wijsheid’.

Wat is ‘vipassana’ ?
Het gaat steeds om inzicht in de zin van ervaren en begrijpen. De letterlijke betekenis van vipassana is: innerlijke visie, inzicht, intuitie en introspectie. ‘Vipassana’ is daarbij het streven, het doel van de meditatie en van de beoefening in bredere zin. Niet de methode, hoewel we dat soms gemakzuchtig wel zo zeggen. De methode wordt bijna altijd gekenmerkt door ‘ sati ’, te vertalen als opmerkzaamheid of aandachtigheid en in het Engels als mindfulness.

Hoe kan het bereikt worden ?
Niet alleen sati ! De leraren en de geleerde monniken noemen ook, gebaseerd op de sutta’s, sila (ethisch handelen) en het al hebben van een notie van wat onbestendigheid, lijden en niet-zelf is en wat de aspecten van het Achtvoudige Pad zijn.
Maar ook – en dat vind ik het meest significante in Oosterwijks objectiverende onderzoek – concentratie: niet alleen toegangs- en momentane concentratie, maar ook absorptie, minstens de eerste jhana. Niet alle sutta’s stellen deze eis en ook niet alle leraren (Mettavihari zoals bekend bv niet) maar wel veel. Inclusief de meeste geraadpleegde geleerde monniken.
Aspecten van de vipassana waarvan de basis niet in een sutta terug te vinden zijn, zijn onder andere de ‘body-sweep’ bij de methode van Goenka en het systeem van nana’s als stadia van verkregen inzichten.

De meeste vipassana-leraren en geleerde monniken baseren zich op de Satipatthana Sutta zoals die voorkomt in de Middellange Leerredes (Majjhima-Nikaya): MN 10 en de Lange Leerredes (Digha-Nikaya): DN 22.
Maar ook – en dat vind ik heel opvallend – op de Anapanasati Sutta (MN 118).
Andere genoemde sutta’s zijn vooral die uit de MN 4, MN 28, MN 62, MN 119, MN141 en DN 2.

Een paar andere punten
Kort krijgt ook de metta-meditatie en de beoefening van de andere Brahmavihara’s aandacht in het verkrijgen van inzicht en wijsheid. Soms zijn ze een versterking van de op sati gerichte methode. Maar soms ook (bv in MN 7 en DN 13) lijkt deze meditatie-vorm een eigen, een aparte, methode waarmee het hoogste inzicht kan worden bereikt. Dit is echter mijn opinie, van Oosterwijk blijft voorzichtig over dit thema omdat slechts een enkele sutta het erover heeft. Hij geeft, gebaseerd op Sutta-studie, trouwens wat betreft metta de voorkeur aan de uitdrukking ‘mentale cultivering’ boven ‘meditatie-beoefening’.

Van Oosterwijk wijdt nog een apart hoofdstuk aan de Chinese Agama Sutra’s. Die vertonen veel overeenkomsten met die uit de Pali Canon over ‘vipassana’, maar ook een paar verschillen. Om er een te noemen, gaat in de bestudeerde Agama’s – in tegenstelling tot in de Sutta’s - zelden over het (bereiken van het) inzicht ‘dit is niet het zelf’.

Het bestuderen van het hele boek is wellicht voor de meeste lezers wat veel gevraagd.
Maar hoofdstuk 6, de ‘Summary and Conclusions’ is meditatoren aan te bevelen. Het verheldert het beeld dat zowel het doel als de methode van vipassana niet helemaal éénduidig in de Sutta’s voorkomt. Een variatie die we het beste maar kunnen accepteren, lijkt mij.


Doctrinal backgrounds of Vipassana-meditation
Insight in current methods and according to canonical sources

door R.C. (René) van Oosterwijk
Uitgeverij Barkhuis, Groningen, 2012
ISBN 9789491431098
Tot zover deze boekbespreking in SIMSARA
Oudere nummers van dit tijdschrift zijn te vinden in hun archief
Over de concentratie-meditatie, eventueel tot en met de ‘absorptie’ (jhana) zal ik binnenkort wel meer schrijven.
Dit in verband met de komst van de bekende leraar Leigh Brasington (leerling van Ayya Khema) eind oktober van dit jaar naar Nederland.
We zijn daarvoor nog een programma aan het maken, dat ook via de SIM aangekondigd zal worden.

Geen opmerkingen: