donderdag 14 maart 2013

De VU opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger komt naderbij


==============================================================================
UPDATE
Zie ook mijn blog van 19 maart .
==============================================================================

Sinds eind februari staat op de VU website het document: “Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger .“ Zie hier en hier .

Tot voor kort was er alleen informatie over de éénjarige master, zoals ik heb beschreven en becommentarieerd op 13 februari, zie hier
Nu dus ook over de ambtsopleiding die na de master gevolgd kan worden.
Ik benadruk dat 'kan' want enerzijds hoeft het niet en anderzijds kan het ook niet altijd (voor elke student). Daarover meer aan het eind van deze tekst.

Het document begint met “Dit is een levend document dat een werk in uitvoering is. Deze beschrijving van de opleiding kan nog verdere wijzigingen ondergaan. “ Mogelijk levert deze blog een bijdrage aan dit 'work in progress'.

Laat ik om te beginnen de auteurs van dit stuk een compliment maken. Niet alleen André van der Braak maar ook Bert van Baar die – in de pdf zichtbaar te maken – als eerste auteur vermeld wordt.
Het biedt veel informatie aan potentiële studenten maar ook aan andere boeddhisten die willen weten of de (protestanten bij de) VU niet met hun boeddhisme aan de haal gaat.

Een beetje vreemd vind ik in paragraaf 1 de opmerking " ... specialisatie Spiritual Care. Deze richt zich zowel op traditiespecifieke geestelijke verzorging (boeddhistische, hindoeïstische en islamitische geestelijke verzorging) als op algemene geestelijke verzorging.
Ik zou zeggen: hallo, vrienden van de VU, cijferen jullie jezelf en je verleden nu niet al te veel weg; waar is de protestante geestelijke verzorging nu gebleven?
Of is 'de algemene geestelijke verzorging' eigenlijk 'de protestante geestelijke verzorging' ?

Met name de “ Invulling boeddhistische opleiding in de masterfase “ (paragraaf 2) en de uitwerkingen daarvan in de paragrafen 3 en 4 zijn helder.
Ik herken daar ook een aantal suggesties in die ik in eerdere blogs van mij heb gedaan, maar een document als dit moet kennelijk zonder bronvermelding geplaatst worden.

Twee kritiekpunten op de invulling van dit masterjaar:
(1) Paragraaf 4 spreekt over “ Boeddhistische ethiek in het werkveld (detentie, defensie, gezondheidszorg)
Defensie kent geen onderdeel boeddhistisch geestelijke verzorging en wat mij betreft moet dat ook zo blijven. Of is de lobby dit ook op gang te brengen, nog steeds werkzaam?

(2) 'Rituelen' krijgen in deze beschrijving relatief veel aandacht. Te veel, vind ik.
Ook voor mij hebben rituelen in mijn beoefening een betekenis. Maar het is een beperkte betekenis. In andere boeddhistische tradities is die functie groter, bv in het Tibetaans boeddhisme; mogelijk speelt de eigen achtergrond van de auteur van dit document (en dan doel ik op van Baar) een rol hierbij.

Maar los van het verschil tussen (de rol van ritueel binnen) boeddhistische tradities is er het feit dat onvoldoende de doelgroep van boeddhistische geestelijke verzorging nagegaan is.
Die doelgroep bestaat (helaas is deze hele studie gestart zonder enige 'marktverkenning') cumulatief in de loop der jaren waarschijnlijk uit enkele honderden tot duizenden boeddhisten en enkele duizenden tot tienduizenden mensen met duidelijke affiniteit tot het boeddhisme
En dan heb ik het primair over de patiënten en cliënten in instellingen voor volksgezondheid, verreweg de grootste groep.
En bij mensen met 'affiniteit tot het boeddhisme' zullen rituelen een veel kleinere rol spelen dan bij de hardcoreboeddhisten, aangesloten bij een sangha. Hier wreekt zich weer eens dat de dimensie 'ongeorganiseerde boeddhisten' een taboe is en blijft bij de initiatiefnemers achter deze VU-opleiding.
Ter voorkoming van een eventueel misverstand: mediteren is niet een ritueel.


Dit is allemaal nog wel te herstellen.
Mijn grootste probleem heb ik echter bij paragraaf 5 van dit document, over De boeddhistische ambtsopleiding
Deze 'ambtsopleiding' moet volgen op de éénjarige master; het is echter nog helemaal niet zeker of deze in september 2014 daadwerkelijk gaat starten.

Het document noemt vijf taken van een toekomstige 'buddhist chaplain', zo moet degene gaan heten die deze ambtsopleiding heeft gedaan:
“1. Begeleiden van boeddhistische meditatie
2 . Uitvoeren en begeleiden van rituelen
3 . Begeleiden van boeddhistische groepen en individuele boeddhisten bij religieuze vraagstukken
4 . Ondersteuning bieden aan mensen met ethische- en zingevingvraagstukken
5 . Vertegenwoordigen van het boeddhisme naar de brede Nederlandse samenleving


Ik vraag me werkelijk af of 'de boeddhistische gemeenschap' de invulling van deze taken aan de VU heeft gedelegeerd. Zelfs de ledenvergadering van de BUN heeft dat m.i. niet gedaan, en die representeert nog maar een deel van de boeddhisten.
Het begint erg veel op een opleiding tot boeddhistisch leraar te lijken, en (de vijfde taak) tot boeddhistisch leider , goddank een niet-bestaande functie.

De meeste moeite heb ik met de rol die de Boeddhistisch Zendende Instantie (BZI) wordt toebedeeld.
Er wordt gezegd: “ Wie na afronding van de ambtsopleiding een zendingsbrief van de BZI wenst te ontvangen, wordt aangeraden om voor de start van de opleiding een toetsingsgesprek aan te vragen bij de BZI. “
'Vòòr de start' is voor het begin van de master komende nazomer.
Ik heb de afgelopen weken geprobeerd er achter te komen wie er op dit moment zitting hebben in de BZI; dit is nergens te vinden en het secretariaat van de BUN reageert niet op een mail van me waarin ik om die informatie vraag. Vermoedelijk zitten er nog in Gertjan Mulder (ex-directeur van de BOS) en Artho Jansen (hoofd ener school) en een derde lid waarvan niets bekend is.
Ik vind Gertjan een aardige peer maar een geestelijk verzorger is hij niet; Artho Jansen ook niet en die is bovendien niet erg communicatief.
Ik herhaal m'n opmerking uit m'n vorige blog: de BZI is niet competent.

Stel nu dat men begint te studeren zonder zo'n toetsingsgesprek of met een negatief aflopend toetsingsgesprek met de BZI ?
Dan maar alleen de éénjarige master volgen, zou ik zeggen, want dat is op zichzelf al een beroepsopleiding tot geestelijk verzorger.

Geen opmerkingen: