Het uitkomen van het vroege Lentenummer van BoeddhaMagazine afgelopen week was aanleiding tot een discussie in LinkedIn over inhoud en vormgeving (electronisch of op papier) van een boeddhistisch tijdschrift.
Een interessante discussie die ik hieronder zal weergeven; maar eerst een vraag die daaraan vooraf moet gaan: Waarom leest een boeddhist eigenlijk ?
Mijn poging tot antwoord erop is een beetje als schrijver(tje) maar vooral als lezer.
Ondanks dat er veel-lezers en weinig-lezers zijn, spreek ik voor het gemak verder maar in de meervoudsvorm.
Lang niet alle boeddhisten lezen veel (over het boeddhisme), in Nederland. Sommige helemaal niet. En ik heb de indruk dat dat in Aziatische en in andere Westerse landen niet veel anders is.
Wel nemen we allemaal in orale vorm allerlei teksten tot ons.
Het boeddhisme was oorspronkelijk ook een orale traditie. En een kenmerk daarvan is de herhaling .
Dat roept een interessante eerste vraag op: lezen we het liefste dat wat we al weten of liever iets nieuws ? Ik denk dat de boeddhist (de mens als boeddhist) het liefst leest wat hij/zij al weet. Waarbij we wel diezelfde boodschap op licht gevarieerde vorm wil lezen of horen.
Steeds weer opnieuw kennelijk. Alleen daarmee wordt het begrijpelijk waarom nieuwe boeken van boeddhistische bestsellerschrijvers opnieuw gekocht worden hoewel ze vaak dezelfde boodschap en deels dezelfde teksten bevatten als eerder geschreven boeken.
In een poging precieser te zijn moeten we eerst kijken naar de functie van het lezen.
Ik heb er geen wetenschappelijke literatuur op nageslagen maar volgens mij kunnen er met teksten drie zaken worden overgedragen ; plus nog een functie:
(1) feitelijke informatie; van losse feiten tot in een theoretisch kader gebrachte gegevens
(2) meningen; van heel persoonlijke tot groepsideologieën
(3) gevoelens; van subjectieve uitingen via poëzie tot mantra's
(4) eigenbelang: bekendheid, geld etc.
Er zijn natuurlijk ook allerlei mengvormen en combinaties. 'De lezer proberen te overtuigen' bijvoorbeeld, met argumenten die van alles kunnen bevatten. Of 'verleiden'. Of 'intimideren'.
Dat is vanuit de schrijver dus. Vanuit de lezer is het wezenlijk niet anders. De lezer wil ontroerd, geïnformeerd of geamuseerd worden, lang bezig gehouden of juist snel up-to-date gebracht. En de lezer wil 'er bij horen', door gelezen te hebben wat anderen gelezen hebben.
Geldt dit ook boeddhistische teksten? Lijkt me wel.
Ik noem een paar mengvormen die ik kan bedenken als redenen tot lezen zijn, of tot aanhoren van lezingen of gechante teksten:
(a) Uitleg hoe een beoefening moet. Dat kan van alles zijn: hoe precies te zitten bij meditatie, een tekst om in te prenten, wat de volgorde is bij rituele handelingen, enzovoorts.
(b) Uiteenzetting van de boeddhistische leer, de Dhamma of Dharma. Veel boeken van 'bekende boeddhisten', met name van monniken, zijn eigenlijk door hen uitgesproken talks die door leerlingen zijn opgenomen en uitgewerkt.
(c) Chanten of reciteren van sutra's en andere klassieke teksten. Of het luisteren ernaar waarbij het 'van binnen' mee-resoneert. Desnoods het lezen ervan als tweede keus. Een functie die ik lang met m'n protestante en theravada-achtergrond over het hoofd heb gezien. Maar teksten als van Connie Franssen en van Menno Prins hebben me nog eens ingescherpt dat sutra's er niet alleen zijn om te lezen maar om te reciteren of chanten, dat ze ' de taal van het hart ' zijn.
Ik herken dat laatste wel en ervaar dat soms ook wel maar een sutra of (als ik het over Theravada heb) een sutta is voor mij toch primair een tekst die ik wil begrijpen.
En dat dualisme dat veel boeddhisten (juist zij die zeggen non-dualistisch te willen zijn) propageren tussen het hoofd en het hart (en daarbij dan 'het hart' prefereren) deugt volgens mij niet.
Een sutra of sutta wil ik met het hoofd èn met het hart begrijpen.
De Hart Sutra, om een uitgesproken Mahayana-tekst als voorbeeld te nemen kan men wel alleen als een soort muziekstuk over zich heen laten komen. Maar ik denk dat weten wat 'vorm' eigenlijk is in het vroege boeddhisme, en weten wie Sariputta was, geen kwaad kan.
===================================================================
UPDATE - Een apart type tekst en in zekere zin een aparte functie is de ervaringsbeschrijving , vaak over de meditatie: pieken en dalen. Opvallend genoeg bijna altijd teksten door vrouwen (jongere en oudere meisjes); of dat ook de lezers ervan geldt, weet ik niet. De functie ervan is misschien vooral herkenning en het zich vergelijken.
===================================================================
Samenvattend: de lezer wil met het lezen van boeddhistische teksten geïnformeerd worden en gesticht worden; om een ouderwetse term te gebruiken: meegevoerd worden.
Ondanks dat het een heel rijtje is geworden, komt het toch eigenlijk niet op zoveel leesstof neer. Alles bij elkaar kan het bij wijze van spreken in één boek opgenomen worden.
Hoewel velen zeggen dat lezen werk van het 'hoofd' (de hersenen) is en dat je als boeddhist niet 'zo in je hoofd moet zitten' , niet zo moet denken ook, valt het wat dat betreft wel mee.
Toch is er enorm veel tekst, waardevolle tekst dan (nog veel meer vullis maar daar gaat het vandaag even niet over).
Waarom dat dan lezen? Waarom al die boeken en tijdschriftartikelen en blogs ?
Ik denk vooral: herbevestigd willen worden en m'n tijd op een 'spirituele' wijze doorbrengen.
Maar ook om mezelf te toetsen ; uit nieuwsgierigheid over hoe andere vormen van boeddhisme en het beoefenen van boeddhisme er uit zien. En ook om daar polemisch mee om te gaan, te formuleren of ik het er mee eens of niet mee eens ben.
Laat ik dit alles proberen te toetsen aan de mooie serie blogs van Edel Maex, oorspronkelijk verschenen in Leven in de Maalstroom , later overgenomen door het BoeddhistischDagblad
Niet alleen mooie taal (in esthetische zin) maar ook met een meeslepende diepzinnigheid. En vooral ook: komend van een persoon, gedragen door iemand. Tegelijk zitten er veel zaken in die me tegen de haren instrijken. Ik heb op een aantal van deze essays van Edel gereageerd; en om het onbescheiden te zeggen: dat waren goeie reacties, zijn tekst riep het beste (het polemisch beste maar toch het beste) in me op.
Wat betekent deze beschouwing nu voor de discussie (op o.a.LinkedIn) naar aanleiding van het uitkomen van het vroege lentenummer van BoeddhaMagazine.
Naast het thema of BM zich niet te veel richting Happinez beweegt was er de vraag of het niet tijd wordt voor een digitaal tijdschrift.
Er was ook nog de vraag of dan de copy van het BoeddhistischDagblad de enige inhoud van zo'n tijdschrift moet vormen; over die vraag kan ik kort zijn: dat zou niet goed zijn.
Het is (volgens mij) voor boeddhisten die het lezen van boeddhistische teksten als onderdeel voor hun beoefening beschouwen (voor hun 'hoofd', voor hun 'hart' of voor beide) nuttig als zo'n tijdschrift er zou komen.
Of dat naast of in plaats van BM en BD moet, weet ik niet. Vanuit de optiek van de lezer doet dat er niet zo toe. Wat wel van belang is dat er een toets op kwaliteit komt voor een tekst wordt gepubliceerd; dat kan tot gevolg hebben: als er een bepaalde maand niets is om te publiceren, dan is er niets en wordt er geen bladvulling gezocht .
(Een praktisch probleem wordt dan wel wie er in de redactie moet, wie voldoet er aan de eis van onafhankelijkheid?)
Voor mij is dit electronische tijdschrift er eigenlijk al: op de website van de SIM, www.simsara.nl ; in het bijzonder het tijdschrift, hier aangegeven als 'Nieuwsbrief' .
Maar waar we naar op zoek zijn, is een nog in sterkere mate traditie-overstijgend tijdschrift.
Nog meer om te lezen .
Ik lees ook wel andere teksten dan 'boeddhistische' zoals hierboven bedoeld. Ook kranten, fictie- en non-fictie boeken, ter lering ontspanning en escapisme. Of gedichten, jaren niet en dan weer wel, Rainer Maria Rilke bijvoorbeeld is een van m'n favorieten, en Remco Campert.
Maar van de non-fictie teksten is er nog een speciaal type hier van belang: boeddhologische .
Dat is de wetenschap die het boeddhisme als verschijnsel bestudeert zoals de astrofysica het verschijnsel van sterren(stelsels) en melkweg(stelsels) en hun ontstaan bestudeert.
Om een voorbeeld te noemen: Nagarjuna . Men kan een uitspraak van Nagarjuna los van enige context herhaaldelijk 'citeren', zoals 'Samsara is Nirvana ' .
Het is echter ook mogelijk Nagarjuna en zijn werk in zijn tijd proberen te zien, en de verspreiding van zijn werk (soms Madhyamaka genoemd) over Azië naar bv Tibet en China te kennen.
Met dit type studies houd ik me ook graag bezig, zonder te verwachten (laat staan te verlangen) dat ook andere boeddhisten dat doen.
De centrale vraag daarbij, want anders zou het alleen maar een persoonlijke hobby zijn, is: heb ik aan die studie ook iets voor mijn boeddhistische beoefening, voor mijn pad?
Mijn antwoord: wel een beetje, af en toe. Ruim genoeg om ermee door te gaan.
De beste tekst daarover is van de Engelse (Triratna)boeddhist Jayarava die ook nog eens over zijn onderzoeksresultaten schrijft: Amateur Scholars: Pros and Cons
Ik citeer hier zijn conclusie. Het is in het Engels. Daarover nog een opmerking:
Wie over het boeddhisme wil lezen, als boeddhist, heeft aan het begrijpen van de Engelse taal nog meer dan aan een Aziatische. De hoeveelheid literatuur is wel het honderdvoudige dan die in het Nederlands. Met veel onzin uiteraard (budshit) maar ook veel van zeer hoog niveau.
Maar zolang lezen in het Nederlands me dichter bij kan brengen, moet die er toch ook maar blijven.
Conclusion
I love the way that the Internet has reopened the field to amateurs. But the Internet has produced very few scholars of note, and few commentators consistently worth reading—some exceptions that I enjoy can be found in the "Blogs I Read" section in the sidebar. The best Buddhist blogs are usually the popular comment blogs with no pretension to scholarship, or the scholarly blogs by academics (though again there are exceptions). The tensions that often exist between popular magazine writers, and popular blog writers are a feature of the landscape of popular Buddhism, but they don't usually impinge much on the realm of serious scholarship. Where popular and professional Buddhist writing and Buddhist scholarship do cross over the result is often mutual incomprehension.
We need to be aware of our limitations. Unfortunately amateurs, with no training and often no discipline, no access to the secondary literature, and no participation in critical dialogue, can be unaware of their limitations. But amateurs are also free from the constraints of earning a living from their writing, from the artificial conditions imposed on 'serious' writing, and from the paradigmatic thinking that makes new ideas hard to see in academia. As amateurs we do not have to find approval from our peers, and this can be both weakness and strength.
Scholars, whether amateur or professional, play an important role in the ecosystem of Buddhism. Scholars are part of the system of checks and balances that characterise a healthy society. Old ideas are conserved, and put into appropriate context and perspective. New ideas, emerging from experience, are assessed in the light of existing intellectual frameworks. Knowledge gradually accumulates. Scholars, whether directly or indirectly, are in dialogue with practitioners (and increasingly span both camps) and help to refine interpretations of experiences, and the language by which our ideas, images and practices are communicated. Without scholars our ecosystem would collapse. We need only look at the toxicity of the the anti-intellectual fundamentalist religious sects to see where a rejection of scholars and scholarship lands us. Of course scholarship should not blind us to the experiential nature of the Buddhist program. Ideas can get in the way of practice—too many of us are trying to prove a dogma instead of paying attention to what is happening—but a good scholar knows this limitation and works with it.
Tot zover Jayarava.
Als ik in een sentimentele bui zou zijn, zou ik zeggen dat hij tot m'n ' boeddhistische helden ' zou behoren met bv Batchelor en Buddhadasa; maar dat ben ik vandaag niet.
Toch is dat een boeiend fenomeen. Er zijn nu eenmaal schrijvers waarvan je alles wil lezen, waarbij je haast bij voorbaat weet dat ze je gaan inspireren. Dat is tegelijk een fijn èn een gevaarlijk gevoel, want dan is het moeilijk toe te geven dat het wel eens tegenvalt wat je 'held' heeft geschreven.
Dat hou je toch.
Het omgekeerde trouwens ook: dat iemand waarvan ik niet zo'n hoge dunk heb (ik ben nog niet ontwaakt) ineens iets schrijft dat me raakt.
Dus: blijf schrijven en blijf lezen.
En laat het los.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten