Dit weekend kreeg ik, net als waarschijnlijk veel andere (bekende?) boeddhisten een mail van Han de Wit met de vraag of ik zijn droom wil steunen “ om het maatschappelijke boeddhisme van Shambhala te delen met onze landgenoten.
Er zijn 500 steunbetuigingen nodig om deze droom in het nationale droomboek te krijgen. Dit boek zal op 5 september worden aangeboden aan ons nieuwe koningspaar Willem-Alexander en Maxima. “
Zijn vraag: "Om deze droom te steunen ga naar Steun deze droom! "
Hij vraagt me tevens dit berichtje door te sturen naar m'n eigen netwerk.
Dat laatste doe ik in deze blog. Zie z'n tekst hieronder.
Echter, aan zijn verzoek om zijn droom te steunen, zal ik niet voldoen.
De reden is dat deze 'droom' gebaseerd is op de aanname van (koning) Shambhala over de fundamentele goedheid en dat deze aanname de mijne niet is.
' Fundamentele goedheid ' beschouw ik als een vertaling van ' boeddhanatuur '; en dat is niet iets waarin ik geloof.
De mens (ik in ieder geval) heeft goede eigenschappen en goede mogelijkheden; en heeft ook (en misschien wel: en vooral) slechte eigenschappen en slechte mogelijkheden.
En moet er vooral naar streven geen eigenschappen meer te hebben.
Die opvatting is wel niet puur Theravada maar zit er niet zo ver vandaan.
Eigenlijk kan je vanuit mijn visie boeddhistische principes niet zomaar vertalen naar principes van staatsinrichting. Het zijn principes van de bevrijding van, het ontwaken van de individu.
Vervolgens: als het dan moet gaan over hoe in ogen van boeddhisten de staat zou moeten functioneren, dan speelt de koning daarin – in Nederland in de 21e eeuw – nauwelijks een rol.
Dan gaat het om democratische principes en hoe ons te wapenen tegen bijna ongrijpbare internationale instituties zoals de banken.
Daar mag een portie wantrouwen best een rol in spelen.
Democratische controle is dan een mooier woord voor 'georganiseerd wantrouwen'.
Hierboven schreef ik over 'de staat'. En dat een andere (kleinere) aanleiding deze droom niet te steunen, helemaal geen droom te steunen. 'De staat' (der Nederlanden)' bestaat nauwelijks meer.
Hoewel Han dat onderscheid niet zo helder maakt, heeft het niet alleen over 'de staat', ook over 'de samenleving'.
Hij beweert: " Wantrouwen maakt dat mensen zich niet met elkaar willen of durven te verbinden. Ze zullen niet meer willen samenleven en samenwerken met anderen. Dat betekent dat een samenleving – op welk niveau dan ook, van gezin tot maatschappij – uiteenvalt en desintegreert tot ‘ieder voor zich en God voor ons allen’. "
Dat 'God voor allen' komt er uiteraard niet van maar die analyse deel ik niet. Een mengsel van empathie en licht wantrouwen is zo slecht niet om goed met bv je buren om te gaan.
Trouwens: gaat die samenleving van Han uit elkaar vallen of is dat al het geval?
Nog helemaal afgezien van het feit dat ik niets met het kroningsgedoe te maken wil hebben:
niet doen dus .
========================================================================
Tekst van ' De droom van dr. Han F. de Wit ' :
"Fundamentele goedheid: een boeddhistische droom voor ons land.
In het Boeddhisme bestaat een legende over het koninkrijk Shambhala en zijn koning Suchandra, die een leerling van de Boeddha was. Shambhala was een verlichte samenleving: ze was gebaseerd op principes, die de fundamentele goedheid van mensen wekken en bevorderen. De maatschappelijke taak van de koning was deze principes levend te houden.
Deze principes waren niet gebaseerd op een maatschappelijke theorie of ideologie, maar op een heel persoonlijke en tegelijk universele menselijke ervaring: de ervaring dat wij ten diepste goedwillende wezens zijn. We willen van ons leven en onze samenlevingsverbanden iets maken. Het ervaren van dat verlangen in onszelf wordt in Shambhala de ervaring van fundamentele goedheid genoemd. Die ervaring is van alle tijden en alle culturen. Ze is de vitaliteit van onszelf en van èlke cultuur. Maar als dit verlangen in de greep raakt van kortzichtigheid, vooroordelen en andere vormen van verwarring en blindheid, kan het tot de meest destructieve daden leiden. Diep wantrouwen ontstaat dan tegenover onze fundamentele goedheid.
Maar hoe gaat een samenleving eruit zien, die door wantrouwen en twijfel aan de goede gezindheid van anderen (en van onszelf!) wordt gevormd? Heeft zij toekomst? Misschien dat we onze eigen fundamentele goedheid soms nog wel vertrouwen, maar of die goedheid ook bij anderen aanwezig is… En dat wantrouwen hebben die anderen weer tegenover ons! Wantrouwen maakt dat mensen zich niet met elkaar willen of durven te verbinden. Ze zullen niet meer willen samenleven en samenwerken met anderen. Dat betekent dat een samenleving – op welk niveau dan ook, van gezin tot maatschappij – uiteenvalt en desintegreert tot ‘ieder voor zich en God voor ons allen’.
Mijn droom voor ons land is, dat we onder koning Willem Alexander onze fundamentele goedheid bij onszelf en bij anderen steeds meer leren te ontdekken en te vertrouwen. En dat we deze ervaring als grondprincipe gebruiken voor de manier waarop we onze samenleving vormgeven.
Wij delen deze droom
Er zijn 500 steunbetuigingen nodig om deze droom in het nationale droomboek te krijgen. Dit boek zal op 5 september worden aangeboden aan ons nieuwe koningspaar Willem-Alexander en Maxima.
Ik zie dit als een prachtige kans om het maatschappelijke boeddhisme van Shambhala te delen met onze landgenoten. Om deze droom te steunen ga naar Steun deze droom! En misschien ook goed om dit berichtje door te sturen naar je eigen netwerk?
Bij voorbaat dank!
Met vriendelijke groet,
Han F. de Wit
zondag 28 april 2013
zaterdag 20 april 2013
Kunnen boeddhisten leren ?
Het onderstaande heb ik op 20 april als reactie geplaatst in het Boeddhistisch Dagblad.
Bij nader inzien vond ik het 'tijdeloos' genoeg, het ook in m'n eigen blog te plaatsen.
Context is de discussie over Ritskes en Zen.Nl waarover ik ook de afgelopen weken heb geschreven.
Hoewel er de komende dagen wellicht opnieuw een bommetje gegooid zal worden, denk ik dat het stof langzamerhand wel neer kan dalen in ‘de zaak Ritskes’.
En we dus toekomen aan de vraag: hoe nu verder?
En aan de vraag: wat leren we er van?
Het ‘hoe nu verder’ is primair de vraag bij Zen.Nl
Ritskes kan zich terugtrekken als hoofdleraar en z’n financiële banden ontwarren; of hij doet dat niet.
De ‘eigenaren’ van lokale Zen.Nl-vestigingen /leraren kunnen zich losmaken van Zen.Nl zoals in het verleden al door een aantal mensen is gedaan; of ze doen dat niet en tekenen (feitelijk of in de geest) een nieuwe loyaliteitsverklaring richting Ritskes. Het zal wel een mengvorm worden. Ik wens hen sterkte in hun keus.
De vraag ‘wat leren we er van’ geldt de boeddhistische gemeenschap , degenen die de laatste weken aan deze discussie hebben deelgenomen door te schrijven of door actief te lezen, en dat waren er zeer velen, blijkt uit de statistieken van de diverse blogs!
‘Leren discussiëren’ is het eerste; dat ging nog steeds onhandig maar dat is ‘ons’ ook niet kwalijk te nemen, dat is in het Nederlandse boeddhisme bijna nooit gedaan.
De lastigste probleem daarbij is: is het zinnig je af te vragen wat boeddhisme is en wat (al te westers, al te werelds) geen boeddhisme? De vraag is niet te beantwoorden maar is toch een belangrijke vraag, een paradox!
Over dat discussiëren zijn nog veel meer vragen te stellen, bijvoorbeeld: hoe zo’n discussie te modereren en moet daarbij de moderator actief meepraten?
Een specifiek thema zal steeds meer blijken te zijn: de rol van de leraar. Moeten ‘we’ het traditionele Aziatische model blijven hanteren of kunnen we een meer horizontaal westers model vinden waarin wel overeind blijft dat de één verder op het pad is dan de ander?
Uiteindelijk gaat het hier om de vraag: zijn we gezamenlijk verantwoordelijk voor de vorm die het boeddhisme in Nederland (in al haar veelvormigheid) aan gaat nemen?
Ik denk van wel, ‘leven en laten leven’ is niet genoeg.
En die verantwoordelijkheid kunnen we niet aan een instantie overlaten.
Update 21 april
Er lopen nog steeds diverse discussies over diverse thema's van 'de zaak Ritskes'
Op bovenstaande thread volgden er een drietal reacties (deels) op mijn reactie.
Ik schreef daar weer over:
Nieuws kan gebracht worden in de vorm van of kan het effect hebben van een bommetje, het was geen oordeel maar een metaforische manier van zeggen, Joop Ha
En of ‘Rients Ritskes onwaarheid heeft gesproken over zijn autorisatie als leraar‘ is vanaf het begin (voor mij zoals ik eerder schreef: 2011) niet m’n punt geweest. Het punt is het schermen met autorisaties en zogenaamd wetenschappelijk gemeten effecten.
(En ‘autorisatie’ is voor mij geen Dharma-begrip)
Blijven mijn vragen: ‘wat nu te doen’; en ‘wat leren we hiervan’?
Zowel ‘vanuit stilte en de oprechte wens tot zelfreflectie ‘, zoals Anne terecht zegt.
Maar ook in de openbaarheid – want daarin ben ik het niet met haar (of hem?) eens – er zijn voor mij geen ‘situaties die je niet direct aangaan ‘.
Met Pjotr ben ik het eens. Ik heb ook wel een idee hoe de door hem bedoelde ‘constructie’ voor individuele Zen.Nl-leraren er uit zou kunnen zien maar ben misschien niet de geschikte autoriteit om dat voor te stellen en misschien is het nog te vroeg daarvoor.
Want nogmaals: meer dan wat Ritskes nu zou kunnen zeggen vind ik het interessant wat zijn leerlingen (lokale ‘leraren’) vinden van de situatie.
Op een andere thread schreef 'Frank' over het uitsteken van de hand naar de ander.
Mijn reactie:
Ik wil wel een stukje met je suggestie meegaan, Frank (zonder achternaam).
Alleen, was het maar waar dat ‘Nederlandse zen gemeenschap ‘ van zich heeft laten horen; de andere Zen-sangha’s (dan Zen.Nl) laten juist niet van zich horen. Meer types zoals ik: wel boeddhist, maar geen Zen-boeddhist, en betrokken op het hele boeddhisme.
Je wil net als ik weten ‘wat zen.nl leraren en leraren in opleiding van deze situatie vinden‘; ze lijken wel verlamd en dat kan ik me voorstellen; misschien moet iemand ze bij elkaar roepen en ze over hun situatie laten praten (ook over de financiële dimensie daarvan want die kant ligt wel onder de hele problematiek)
En Rient Ritskes heeft zich in een eenzame hoek gemanoevreerd, ik hoop dat hij – zonder echte leraar zijnde – een vertrouwenspersoon heeft waarmee hij kan afwegen of hij wel of niet terugtreedt als hoofdleraar van Zen.Nl en hoe het met dat geld moet.
Meer hand kan ik niet uitsteken, het moet van mensen van Zen.Nl zelf komen.
Of van andere Zen-leraren.
Dat was het voorlopig
Ik ga even onder water; voor een week, of twee.
Bij nader inzien vond ik het 'tijdeloos' genoeg, het ook in m'n eigen blog te plaatsen.
Context is de discussie over Ritskes en Zen.Nl waarover ik ook de afgelopen weken heb geschreven.
Hoewel er de komende dagen wellicht opnieuw een bommetje gegooid zal worden, denk ik dat het stof langzamerhand wel neer kan dalen in ‘de zaak Ritskes’.
En we dus toekomen aan de vraag: hoe nu verder?
En aan de vraag: wat leren we er van?
Het ‘hoe nu verder’ is primair de vraag bij Zen.Nl
Ritskes kan zich terugtrekken als hoofdleraar en z’n financiële banden ontwarren; of hij doet dat niet.
De ‘eigenaren’ van lokale Zen.Nl-vestigingen /leraren kunnen zich losmaken van Zen.Nl zoals in het verleden al door een aantal mensen is gedaan; of ze doen dat niet en tekenen (feitelijk of in de geest) een nieuwe loyaliteitsverklaring richting Ritskes. Het zal wel een mengvorm worden. Ik wens hen sterkte in hun keus.
De vraag ‘wat leren we er van’ geldt de boeddhistische gemeenschap , degenen die de laatste weken aan deze discussie hebben deelgenomen door te schrijven of door actief te lezen, en dat waren er zeer velen, blijkt uit de statistieken van de diverse blogs!
‘Leren discussiëren’ is het eerste; dat ging nog steeds onhandig maar dat is ‘ons’ ook niet kwalijk te nemen, dat is in het Nederlandse boeddhisme bijna nooit gedaan.
De lastigste probleem daarbij is: is het zinnig je af te vragen wat boeddhisme is en wat (al te westers, al te werelds) geen boeddhisme? De vraag is niet te beantwoorden maar is toch een belangrijke vraag, een paradox!
Over dat discussiëren zijn nog veel meer vragen te stellen, bijvoorbeeld: hoe zo’n discussie te modereren en moet daarbij de moderator actief meepraten?
Een specifiek thema zal steeds meer blijken te zijn: de rol van de leraar. Moeten ‘we’ het traditionele Aziatische model blijven hanteren of kunnen we een meer horizontaal westers model vinden waarin wel overeind blijft dat de één verder op het pad is dan de ander?
Uiteindelijk gaat het hier om de vraag: zijn we gezamenlijk verantwoordelijk voor de vorm die het boeddhisme in Nederland (in al haar veelvormigheid) aan gaat nemen?
Ik denk van wel, ‘leven en laten leven’ is niet genoeg.
En die verantwoordelijkheid kunnen we niet aan een instantie overlaten.
Update 21 april
Er lopen nog steeds diverse discussies over diverse thema's van 'de zaak Ritskes'
Op bovenstaande thread volgden er een drietal reacties (deels) op mijn reactie.
Ik schreef daar weer over:
Nieuws kan gebracht worden in de vorm van of kan het effect hebben van een bommetje, het was geen oordeel maar een metaforische manier van zeggen, Joop Ha
En of ‘Rients Ritskes onwaarheid heeft gesproken over zijn autorisatie als leraar‘ is vanaf het begin (voor mij zoals ik eerder schreef: 2011) niet m’n punt geweest. Het punt is het schermen met autorisaties en zogenaamd wetenschappelijk gemeten effecten.
(En ‘autorisatie’ is voor mij geen Dharma-begrip)
Blijven mijn vragen: ‘wat nu te doen’; en ‘wat leren we hiervan’?
Zowel ‘vanuit stilte en de oprechte wens tot zelfreflectie ‘, zoals Anne terecht zegt.
Maar ook in de openbaarheid – want daarin ben ik het niet met haar (of hem?) eens – er zijn voor mij geen ‘situaties die je niet direct aangaan ‘.
Met Pjotr ben ik het eens. Ik heb ook wel een idee hoe de door hem bedoelde ‘constructie’ voor individuele Zen.Nl-leraren er uit zou kunnen zien maar ben misschien niet de geschikte autoriteit om dat voor te stellen en misschien is het nog te vroeg daarvoor.
Want nogmaals: meer dan wat Ritskes nu zou kunnen zeggen vind ik het interessant wat zijn leerlingen (lokale ‘leraren’) vinden van de situatie.
Op een andere thread schreef 'Frank' over het uitsteken van de hand naar de ander.
Mijn reactie:
Ik wil wel een stukje met je suggestie meegaan, Frank (zonder achternaam).
Alleen, was het maar waar dat ‘Nederlandse zen gemeenschap ‘ van zich heeft laten horen; de andere Zen-sangha’s (dan Zen.Nl) laten juist niet van zich horen. Meer types zoals ik: wel boeddhist, maar geen Zen-boeddhist, en betrokken op het hele boeddhisme.
Je wil net als ik weten ‘wat zen.nl leraren en leraren in opleiding van deze situatie vinden‘; ze lijken wel verlamd en dat kan ik me voorstellen; misschien moet iemand ze bij elkaar roepen en ze over hun situatie laten praten (ook over de financiële dimensie daarvan want die kant ligt wel onder de hele problematiek)
En Rient Ritskes heeft zich in een eenzame hoek gemanoevreerd, ik hoop dat hij – zonder echte leraar zijnde – een vertrouwenspersoon heeft waarmee hij kan afwegen of hij wel of niet terugtreedt als hoofdleraar van Zen.Nl en hoe het met dat geld moet.
Meer hand kan ik niet uitsteken, het moet van mensen van Zen.Nl zelf komen.
Of van andere Zen-leraren.
Dat was het voorlopig
Ik ga even onder water; voor een week, of twee.
dinsdag 16 april 2013
De vreemde wereld van Zen
Net als het Boeddhistisch Dagblad ontving ik een persbericht, getiteld 'Titelfraude Zen.nl, autorisaties zonder formele waarde ' met het verzoek het te plaatsen.
Ik neem het hier op als bijlage 1. Dit bericht werd 'verzonden namens en op verzoek van Sokun Tsushimoto Roshi', ik kreeg het van Ron Sinnige.
Dit bericht veroorzaakte grote onrust bij de schrijvers van reacties in het BD.
Zie het bericht van 14 april , met 21 reacties, vooral van leerlingen
Ik heb er ook een paar geschreven op een eerder bericht, een weergave van het persbericht van Zen.Nl , die copieer ik hieronder (bijlage 2).
Hier wil ik iets schrijven over de wonderlijke wereld van Zen, door sommigen ook wel genoemd Zen-boeddhisme.
Hoezo, is 'Zen ' dan niet gewoon een afkorting van 'Zen-boeddhisme ' ?
Volgens sommigen van de aanhangers van deze stroming(en) kennelijk niet. Zelfs de meest elementaire principes van het boeddhisme (over anicca, anatta, dukkha en de Vier Edele Waarheden bijvoorbeeld) worden terzijde geschoven door deze aanhangers, die de woorden Boeddha en boeddhisme ook niet gebruiken. Rients Ritskes is volgens mij een van dezen, al moet ik toegeven lang niet alles van zijn boeken gelezen te hebben, ik kan niet tegen zijn onderwerpkeus en zijn vorm van positief denken (zie mijn blog daarover)
Overigens: ik ken ook 'Zennies' die nadrukkelijk wel boeddhist zijn, die naar de letter of naar de geest toevlucht hebben genomen.
Waar deze vorm van Zen wel extreem veel waarde aan hecht, is het begrip 'lineage '. Een Engels woord (Zen heet wel uit Japan te komen maar is nogal Amerikaans net zo als de pizza) dat vertaald kan worden als afstammingslijn . Van de huidige leraar van een beoefenaar rechtsstreeks via Japanse-Chinese-Indiase stappen naar de historische Boeddha, hier meestal Sakyamuni genoemd (Theravadins gebruiken die eigennaam nooit, die spreken van Siddharta en/of Gautama om de historische Boeddha aan te duiden)
Het is typisch Oostaziatisch (China, Japan) fenomeen dat veel lijkt op de daar toch al belangrijke voorouderverering. In India (vroeger) en in Theravada-landen speelt het slechts een ondergeschikte rol.
De wat ironische kritiek op de historische betrouwbaarheid van het lineage-denken in het algemeen is mooi beschreven door John R. McRae in 'Seeing through Zen: Encounter, Transformation, and Genealogy in Chinese Chan Buddhism ', Berkeley: University of California Press, 2003. Zie als klikbaar plaatje zijn 'Rules of Zen studies .
In het vroege boeddhisme, in de Pali Canon en in Theravada speelt de leraar ook een rol. Vooral de Boeddha zelf als leraar dan; maar ook wel de senior-monnik.
Maar vooral toch is de leer de leraar
Duidelijk wordt dat verwoord in twee citaten uit de Maha Parinibbana Sutta (Digha Nikaya 16):
“ 2.26. Wees daarom, Ananda, als een eiland voor jullie zelf, een toevlucht voor jullie zelf, zoek geen externe toevlucht. Met de Dhamma als jullie eiland, met de Dhamma als jullie toevlucht, zoek geen andere toevlucht.
en
6.1. En de Heer zei tegen de Eerwaarde Ananda: "Het kan zijn, Ananda, dat in sommigen van jullie de gedachte opkomt: 'De instructies van de Meester zijn er niet meer; wij hebben geen Leraar meer.' Maar zo, Ananda, moet dat niet worden gezien. Want, Ananda, dat wat ik verkondigd heb en bekend gemaakt heb als de Dhamma en de Discipline, dat zal jullie Leraar zijn nadat ik ben heengegaan."
Bron: hier
Ook elders in de Sutta's komt nergens de uitspraak van de Boeddha voor dat hij een opvolger (onder zijn monniken) benoemd
Een opmerking van Buddhadasa Bhikku spreekt mij wat dat betreft zeer aan:
The next consideration is what they call an "acariya (teacher, master)".But in truth, even in the old training systems, they did not talk much about "acariya." They called such a person a "good friend (kalyana-mitta)." To say "friend" - an advisor who can help us with certain things - is correct.We should not forget, however, principle that no one can help someone else directly. Yet nowadays, everyone wants to have a teacher to supervise them! A good friend is someone who has extensive personal experience and knowledge about the meditation practice or whatever else it is that we are striving to do. Although he is able to answer questions and explain some difficulties, it is not necessary for him to sit over us and supervise every breath. A good friend who will answer questions and help us work through certain obstacles is more than enough. To have such a kalyana-mitta is one more thing to arrange.”
Als ik vanuit deze optiek het persbericht lees, kan ik dat alleen maar hoofdschuddend doen.
Maar ook met compassie, voor degenen die dure cursussen bij Zen.Nl hebben gevolgd en dachten daarmee een 'echte' Zen-titel te verkrijgen.
Behalve dat een titel vanuit mijn perspectief helemaal niets betekent, betekenen deze specifiek Zen.Nl-titels ook nog eens niks vanuit Zen-perspectief.
Kortom: ook in Zen is dukkha volop aanwezig, of ze het weten of niet.
Nawoord
Het is nu twee dagen na de hete zondag 14 april waarin Rients Ritskes gebraden werd.
Tot nu heeft niemand van de leraren van andere Zen-sangha's in Nederland zich publiekelijk uitgelaten over deze zaak.
Ook (het bestuur of lerarenraad van) de BUN niet, maar dat had ik ook niet verwacht, die zijn volstrekt irrelevant.
Bijlage 1
Persbericht, verzonden namens en op verzoek van Sokun Tsushimoto Roshi
Titelfraude Zen.nl, autorisaties zonder formele waarde
Rients Ritskes, leider van Zen.nl, leidt al jarenlang mensen op tot zenleraar of zenmeester zonder dat hij zelf enige autorisatie heeft. Alle autorisaties van Zen.nl zijn daarmee formeel zonder waarde.
Ritskes maakte valse claims over zijn status op zijn website en in interviews en gesprekken. Hij beweerde dat hij in 1999 als zenmeester was geautoriseerd door Sokun Tsushimoto Roshi, een Japanse zenmeester die momenteel arts is. Ritskes noemt zichzelf ‘Zen Master’, ‘Dai Osho’ en ‘Roshi’. Hij incasseert hoge bedragen voor opleidingen. Op aandringen van Tsushimoto Roshi heeft hij begin april zijn valse claim van zijn website verwijderd. Op veel andere plaatsen op internet is deze nog wel te vinden. Tsushimoto Roshi heeft ook aangedrongen op een publieke verklaring waarin Ritskes de waarheid vertelt. Tot op heden is niet aan dit verzoek voldaan. De gedragscode van Zen.nl kent de volgende bepaling: ‘Je doorziet je eigen tekortkomingen en kunt waar nodig goed excuses maken’ (http://www.zen.nl/nl/gedragscode.php’) .
Sokun Tsushimoto Roshi was niet op de hoogte van de claim van Ritskes tot begin april van dit jaar. Op zijn website www.revsokun.net schrijft Tsushimoto nu: ‘I declare that I have never ever authorized anyone as a Roshi (zen master).’ Hij geeft aan dat hij ‘erg verdrietig en woedend’ is dat hij op deze manier door Ritskes gebruikt is. Hij heeft Ritskes in 1999 als teken van vriendschap een rakusu gegeven, een Japans symbool van het monnikskleed van de Boeddha. Daarover zegt Tsushimoto: ‘Als een zenmeester zijn leerling autoriseert als Dharma-opvolger, geeft hij hem officieel een ‘Inka-certificaat’ (kalligrafie) als bewijs van autorisatie. Dan krijgt de leerling de titel Roshi. Een andere vorm van autorisatie, bijvoorbeeld het geven van een rakusu, monnikskleed en dergelijke, is niet toegestaan.’
Ritskes vraagt voor zijn opleidingsprogramma een bedrag van 297,50 per maand (minder draagkrachtigen kunnen in overleg een korting krijgen op dit bedrag). Mensen kunnen een ‘eerste-, tweede- en derdegraads bevoegdheid’ halen binnen een vastgesteld aantal jaren, als ze aan bepaalde kwalificaties en inspanningen voldoen. Op dit moment volgen 135 mensen de opleiding in enig stadium. Ruim 100 mensen hebben eerder (een deel van) de opleiding gevolgd. De bruto inkomsten uit alleen al dit traject van Zen.nl lopen daarmee in de tonnen per jaar.
Tsushimoto Roshi over de termijnen en de bedragen: ‘Je kunt zen niet kopen. Het is totale nonsens om te stellen dat je zenleraar of zenmeester kunt worden binnen een bepaalde tijd, ook al moet je daarbij aan een aantal voorwaarden voldoen. Zen is individuele beoefening waarbij je zoekt naar je ware zelf, dat niet-zelf is. Een echte zenmeester of leraar vraagt geen hoge geldbedragen voor cursussen en zentraining.’
Nadat Ritskes begin april door Tsushimoto Roshi is aangesproken op zijn valse voorstelling van zaken, schrijft Ritskes hem plotseling iets anders over zijn autorisatie. Hij verklaart nu dat ‘zijn 30 leraren’ in 2010 besloten om hem als zenmeester / roshi te autoriseren. Volgens Ritskes tekenden ze daartoe een certificaat en gaven ze hem een nieuwe rakusu. In de zentraditie is het niet mogelijk dat studenten hun leraar autoriseren. Mogelijk daarom laat Ritskes tegelijk aan Tsushimoto Roshi weten dat hij in Nederland ‘al uitgebreid heeft aangekondigd’ dat hij vanaf nu doorgaat zonder enige verbinding met het Japanse Rinzai zen, en dat Tsushimoto geen autorisatie heeft verleend aan Ritskes.
Onder druk van de omstandigheden heeft Ritskes inmiddels zelf een persbericht uitgebracht waarin hij het doet voorkomen alsof hij uit vrije wil ‘breekt’ met zijn Japanse meester (die hij niet heeft) en dat hij naar Japan is om ‘zijn monnikskleed’ terug te brengen. Overigens woont Tsushimoto Roshi momenteel in Londen. Ook geeft Ritskes in zijn persbericht opnieuw een valse voorstelling van zaken over zijn vermeende autorisatie. '
Bijlage 2
Reacties van mij over 'de zaak Ritskes' in het Boeddistisch Dagblad
( http://boeddhistischdagblad.nl/zenleraar-rients-ritskes-neemt-afstand-van-japanse-zenmeester/#comments )
Ik citeer hier alleen mezelf en niet de andere reageerders waarop ik soms weer reageer. Een paar keer heb ik naar andere reacties verwezen, dat schrap ik hier.
De haiku (die ik zelf had geschreven) vind ik nog steeds wel gaaf.
Een opvallend bericht. Maar ook een merkwaardig bericht dat context en commentaar verdient. Ik heb dat in mijn blog over dit bericht geprobeerd http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/04/asjemenou-zenleraar-rients-ritskes.html
Het bericht staat nu (12 april) ook op de website van Zen.Nl, als persbericht, zonder veel spirituele diepgang.
Die website moet trouwens drastisch worden herzien, nu de wortels met de Japanse zen worden doorgesneden, titels als ‘osho’ zullen waarschijnlijk verdwijnen en sesshins zullen geen sesshins meer heten.
Nog één suggestie voor de altijd creatieve en de tijdgeest aanvoelende Ritskes: schrap de
term ‘Zen’ en vervang haar door een flitsender begrip.
=======================================================================
Nog een aanvulling, over mijn suggestie hierboven.
Daarvoor moet je de geschiedenis van de verspreiding van het boeddhisme een beetje kennen.
Meditatie (ook maar een woord, je kan het ook concentratie noemen) is in het Pali ‘Jhana ‘, in het Sanskriet ‘Dhyana ‘, in het Chinees ‘ Chan ‘ en in het Japans ‘Zen ‘.
Nu de volgende stap, door Ritskes te nemen: noem het ‘Med ‘, als afkorting van ‘meditatie’.
‘ Med.Nl ‘, wie claimt het eerst die naam?
‘ Con.Nl ‘, als afkorting van ‘concentratie’ kan ook maar vind ik minder fraai.
En nog wat: wat zullen andere Zen- en Chan- en Leven-in-aandacht-sangha’s van deze stap van Ritskes vinden ?
=======================================================================
Haiku van een onbekend auteur:
De Boeddha noemt zijn leer
“lijden en het beëindigen van het lijden”.
Zen is pissen tegen de wind
=======================================================================
….
Mijn bezorgdheid over de ontwikkelingen bij Zen.Nl zijn tweeërlei:
- Het commerciele, het positieve denken en op succesvolle doelstellingen gericht zijn. De religieuze of levensbeschouwelijke dimensie die het Zen-boeddhisme ook heeft (en waar zowel jij als ik waarde aan hechten, denk ik te mogen zeggen, Jules) verdwijnt uit het zicht.
- Een ontwikkeling die licht maar toch geleidelijk steeds nadrukkelijker in de richting van een sekte gaat, het verbreken van de banden met Japanse leraren (wat mij op zich niet interesseert) is daar weer een symptoom van. Dat is een zorg t.a.v. de cursisten die contracten moeten sluiten maar ook t.a.v. het boeddhisme in Nederland in het algemeen; immers in steeds meer plaatsen heeft Zen.Nl een monopolie-positie om (boeddhistisch) te kunnen mediteren. Ook de rol die HET BOEK van R.R. in de cursussen speelt, vind ik eng.
Op die reden zouden ook andere Zen-sangha’s in Nederland zich zorgen moeten maken en dat ook (want ik weet dat sommigen er ongelukkig mee zijn) hardop durven zeggen. Maar ik vermoed dat die bang zijn van jaloersheid op het succes van Zen.Nl te worden beschuldigd.
Verder weet ik ook mezelf onder te pissen, al ben ik pas een beginner op het gebied van de Zen-humor.
=======================================================================
….
Wie kan min of meer objectief oordelen over de Zen.Nl-controverse? Iedereen is belanghebbend, ook de hoogleraren van der Braak en van der Velde een beetje.
Het gaat trouwens niet alleen om commercie of niet maar om wat bij Zen zeer belangrijk, haast wel heilig , is: de lineage. En daar heeft RR een knoeiboel van gemaakt, dat is een van de weinige dingen die zeker is.
=======================================================================
Nog even terugkomen op m’n opmerking van vanmiddag “Iedereen is belanghebbend, ook de hoogleraren van der Braak en van der Velde een beetje.”
Beide heren hebben college gegeven (ik neem aan tegen een redelijke vergoeding) aan een door Ritskes georganiseerde prestigieuze ‘Zenfilosofie Zomercursus ‘, in 2012. Dat kan maar dat maakt hen minder geschikt als eventuele bemiddelaars of scheidsrechters in de huidige controverse.
De door de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) ingestelde ‘Lerarenraad’ (waar Ritskes ook in zit) is daar ook niet geschikt voor, denk ik.
Ik neem het hier op als bijlage 1. Dit bericht werd 'verzonden namens en op verzoek van Sokun Tsushimoto Roshi', ik kreeg het van Ron Sinnige.
Dit bericht veroorzaakte grote onrust bij de schrijvers van reacties in het BD.
Zie het bericht van 14 april , met 21 reacties, vooral van leerlingen
Ik heb er ook een paar geschreven op een eerder bericht, een weergave van het persbericht van Zen.Nl , die copieer ik hieronder (bijlage 2).
Hier wil ik iets schrijven over de wonderlijke wereld van Zen, door sommigen ook wel genoemd Zen-boeddhisme.
Hoezo, is 'Zen ' dan niet gewoon een afkorting van 'Zen-boeddhisme ' ?
Volgens sommigen van de aanhangers van deze stroming(en) kennelijk niet. Zelfs de meest elementaire principes van het boeddhisme (over anicca, anatta, dukkha en de Vier Edele Waarheden bijvoorbeeld) worden terzijde geschoven door deze aanhangers, die de woorden Boeddha en boeddhisme ook niet gebruiken. Rients Ritskes is volgens mij een van dezen, al moet ik toegeven lang niet alles van zijn boeken gelezen te hebben, ik kan niet tegen zijn onderwerpkeus en zijn vorm van positief denken (zie mijn blog daarover)
Overigens: ik ken ook 'Zennies' die nadrukkelijk wel boeddhist zijn, die naar de letter of naar de geest toevlucht hebben genomen.
Waar deze vorm van Zen wel extreem veel waarde aan hecht, is het begrip 'lineage '. Een Engels woord (Zen heet wel uit Japan te komen maar is nogal Amerikaans net zo als de pizza) dat vertaald kan worden als afstammingslijn . Van de huidige leraar van een beoefenaar rechtsstreeks via Japanse-Chinese-Indiase stappen naar de historische Boeddha, hier meestal Sakyamuni genoemd (Theravadins gebruiken die eigennaam nooit, die spreken van Siddharta en/of Gautama om de historische Boeddha aan te duiden)
Het is typisch Oostaziatisch (China, Japan) fenomeen dat veel lijkt op de daar toch al belangrijke voorouderverering. In India (vroeger) en in Theravada-landen speelt het slechts een ondergeschikte rol.
De wat ironische kritiek op de historische betrouwbaarheid van het lineage-denken in het algemeen is mooi beschreven door John R. McRae in 'Seeing through Zen: Encounter, Transformation, and Genealogy in Chinese Chan Buddhism ', Berkeley: University of California Press, 2003. Zie als klikbaar plaatje zijn 'Rules of Zen studies .
In het vroege boeddhisme, in de Pali Canon en in Theravada speelt de leraar ook een rol. Vooral de Boeddha zelf als leraar dan; maar ook wel de senior-monnik.
Maar vooral toch is de leer de leraar
Duidelijk wordt dat verwoord in twee citaten uit de Maha Parinibbana Sutta (Digha Nikaya 16):
“ 2.26. Wees daarom, Ananda, als een eiland voor jullie zelf, een toevlucht voor jullie zelf, zoek geen externe toevlucht. Met de Dhamma als jullie eiland, met de Dhamma als jullie toevlucht, zoek geen andere toevlucht.
en
6.1. En de Heer zei tegen de Eerwaarde Ananda: "Het kan zijn, Ananda, dat in sommigen van jullie de gedachte opkomt: 'De instructies van de Meester zijn er niet meer; wij hebben geen Leraar meer.' Maar zo, Ananda, moet dat niet worden gezien. Want, Ananda, dat wat ik verkondigd heb en bekend gemaakt heb als de Dhamma en de Discipline, dat zal jullie Leraar zijn nadat ik ben heengegaan."
Bron: hier
Ook elders in de Sutta's komt nergens de uitspraak van de Boeddha voor dat hij een opvolger (onder zijn monniken) benoemd
Een opmerking van Buddhadasa Bhikku spreekt mij wat dat betreft zeer aan:
The next consideration is what they call an "acariya (teacher, master)".But in truth, even in the old training systems, they did not talk much about "acariya." They called such a person a "good friend (kalyana-mitta)." To say "friend" - an advisor who can help us with certain things - is correct.We should not forget, however, principle that no one can help someone else directly. Yet nowadays, everyone wants to have a teacher to supervise them! A good friend is someone who has extensive personal experience and knowledge about the meditation practice or whatever else it is that we are striving to do. Although he is able to answer questions and explain some difficulties, it is not necessary for him to sit over us and supervise every breath. A good friend who will answer questions and help us work through certain obstacles is more than enough. To have such a kalyana-mitta is one more thing to arrange.”
Als ik vanuit deze optiek het persbericht lees, kan ik dat alleen maar hoofdschuddend doen.
Maar ook met compassie, voor degenen die dure cursussen bij Zen.Nl hebben gevolgd en dachten daarmee een 'echte' Zen-titel te verkrijgen.
Behalve dat een titel vanuit mijn perspectief helemaal niets betekent, betekenen deze specifiek Zen.Nl-titels ook nog eens niks vanuit Zen-perspectief.
Kortom: ook in Zen is dukkha volop aanwezig, of ze het weten of niet.
Nawoord
Het is nu twee dagen na de hete zondag 14 april waarin Rients Ritskes gebraden werd.
Tot nu heeft niemand van de leraren van andere Zen-sangha's in Nederland zich publiekelijk uitgelaten over deze zaak.
Ook (het bestuur of lerarenraad van) de BUN niet, maar dat had ik ook niet verwacht, die zijn volstrekt irrelevant.
Bijlage 1
Persbericht, verzonden namens en op verzoek van Sokun Tsushimoto Roshi
Titelfraude Zen.nl, autorisaties zonder formele waarde
Rients Ritskes, leider van Zen.nl, leidt al jarenlang mensen op tot zenleraar of zenmeester zonder dat hij zelf enige autorisatie heeft. Alle autorisaties van Zen.nl zijn daarmee formeel zonder waarde.
Ritskes maakte valse claims over zijn status op zijn website en in interviews en gesprekken. Hij beweerde dat hij in 1999 als zenmeester was geautoriseerd door Sokun Tsushimoto Roshi, een Japanse zenmeester die momenteel arts is. Ritskes noemt zichzelf ‘Zen Master’, ‘Dai Osho’ en ‘Roshi’. Hij incasseert hoge bedragen voor opleidingen. Op aandringen van Tsushimoto Roshi heeft hij begin april zijn valse claim van zijn website verwijderd. Op veel andere plaatsen op internet is deze nog wel te vinden. Tsushimoto Roshi heeft ook aangedrongen op een publieke verklaring waarin Ritskes de waarheid vertelt. Tot op heden is niet aan dit verzoek voldaan. De gedragscode van Zen.nl kent de volgende bepaling: ‘Je doorziet je eigen tekortkomingen en kunt waar nodig goed excuses maken’ (http://www.zen.nl/nl/gedragscode.php’) .
Sokun Tsushimoto Roshi was niet op de hoogte van de claim van Ritskes tot begin april van dit jaar. Op zijn website www.revsokun.net schrijft Tsushimoto nu: ‘I declare that I have never ever authorized anyone as a Roshi (zen master).’ Hij geeft aan dat hij ‘erg verdrietig en woedend’ is dat hij op deze manier door Ritskes gebruikt is. Hij heeft Ritskes in 1999 als teken van vriendschap een rakusu gegeven, een Japans symbool van het monnikskleed van de Boeddha. Daarover zegt Tsushimoto: ‘Als een zenmeester zijn leerling autoriseert als Dharma-opvolger, geeft hij hem officieel een ‘Inka-certificaat’ (kalligrafie) als bewijs van autorisatie. Dan krijgt de leerling de titel Roshi. Een andere vorm van autorisatie, bijvoorbeeld het geven van een rakusu, monnikskleed en dergelijke, is niet toegestaan.’
Ritskes vraagt voor zijn opleidingsprogramma een bedrag van 297,50 per maand (minder draagkrachtigen kunnen in overleg een korting krijgen op dit bedrag). Mensen kunnen een ‘eerste-, tweede- en derdegraads bevoegdheid’ halen binnen een vastgesteld aantal jaren, als ze aan bepaalde kwalificaties en inspanningen voldoen. Op dit moment volgen 135 mensen de opleiding in enig stadium. Ruim 100 mensen hebben eerder (een deel van) de opleiding gevolgd. De bruto inkomsten uit alleen al dit traject van Zen.nl lopen daarmee in de tonnen per jaar.
Tsushimoto Roshi over de termijnen en de bedragen: ‘Je kunt zen niet kopen. Het is totale nonsens om te stellen dat je zenleraar of zenmeester kunt worden binnen een bepaalde tijd, ook al moet je daarbij aan een aantal voorwaarden voldoen. Zen is individuele beoefening waarbij je zoekt naar je ware zelf, dat niet-zelf is. Een echte zenmeester of leraar vraagt geen hoge geldbedragen voor cursussen en zentraining.’
Nadat Ritskes begin april door Tsushimoto Roshi is aangesproken op zijn valse voorstelling van zaken, schrijft Ritskes hem plotseling iets anders over zijn autorisatie. Hij verklaart nu dat ‘zijn 30 leraren’ in 2010 besloten om hem als zenmeester / roshi te autoriseren. Volgens Ritskes tekenden ze daartoe een certificaat en gaven ze hem een nieuwe rakusu. In de zentraditie is het niet mogelijk dat studenten hun leraar autoriseren. Mogelijk daarom laat Ritskes tegelijk aan Tsushimoto Roshi weten dat hij in Nederland ‘al uitgebreid heeft aangekondigd’ dat hij vanaf nu doorgaat zonder enige verbinding met het Japanse Rinzai zen, en dat Tsushimoto geen autorisatie heeft verleend aan Ritskes.
Onder druk van de omstandigheden heeft Ritskes inmiddels zelf een persbericht uitgebracht waarin hij het doet voorkomen alsof hij uit vrije wil ‘breekt’ met zijn Japanse meester (die hij niet heeft) en dat hij naar Japan is om ‘zijn monnikskleed’ terug te brengen. Overigens woont Tsushimoto Roshi momenteel in Londen. Ook geeft Ritskes in zijn persbericht opnieuw een valse voorstelling van zaken over zijn vermeende autorisatie. '
Bijlage 2
Reacties van mij over 'de zaak Ritskes' in het Boeddistisch Dagblad
( http://boeddhistischdagblad.nl/zenleraar-rients-ritskes-neemt-afstand-van-japanse-zenmeester/#comments )
Ik citeer hier alleen mezelf en niet de andere reageerders waarop ik soms weer reageer. Een paar keer heb ik naar andere reacties verwezen, dat schrap ik hier.
De haiku (die ik zelf had geschreven) vind ik nog steeds wel gaaf.
Een opvallend bericht. Maar ook een merkwaardig bericht dat context en commentaar verdient. Ik heb dat in mijn blog over dit bericht geprobeerd http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/04/asjemenou-zenleraar-rients-ritskes.html
Het bericht staat nu (12 april) ook op de website van Zen.Nl, als persbericht, zonder veel spirituele diepgang.
Die website moet trouwens drastisch worden herzien, nu de wortels met de Japanse zen worden doorgesneden, titels als ‘osho’ zullen waarschijnlijk verdwijnen en sesshins zullen geen sesshins meer heten.
Nog één suggestie voor de altijd creatieve en de tijdgeest aanvoelende Ritskes: schrap de
term ‘Zen’ en vervang haar door een flitsender begrip.
=======================================================================
Nog een aanvulling, over mijn suggestie hierboven.
Daarvoor moet je de geschiedenis van de verspreiding van het boeddhisme een beetje kennen.
Meditatie (ook maar een woord, je kan het ook concentratie noemen) is in het Pali ‘Jhana ‘, in het Sanskriet ‘Dhyana ‘, in het Chinees ‘ Chan ‘ en in het Japans ‘Zen ‘.
Nu de volgende stap, door Ritskes te nemen: noem het ‘Med ‘, als afkorting van ‘meditatie’.
‘ Med.Nl ‘, wie claimt het eerst die naam?
‘ Con.Nl ‘, als afkorting van ‘concentratie’ kan ook maar vind ik minder fraai.
En nog wat: wat zullen andere Zen- en Chan- en Leven-in-aandacht-sangha’s van deze stap van Ritskes vinden ?
=======================================================================
Haiku van een onbekend auteur:
De Boeddha noemt zijn leer
“lijden en het beëindigen van het lijden”.
Zen is pissen tegen de wind
=======================================================================
….
Mijn bezorgdheid over de ontwikkelingen bij Zen.Nl zijn tweeërlei:
- Het commerciele, het positieve denken en op succesvolle doelstellingen gericht zijn. De religieuze of levensbeschouwelijke dimensie die het Zen-boeddhisme ook heeft (en waar zowel jij als ik waarde aan hechten, denk ik te mogen zeggen, Jules) verdwijnt uit het zicht.
- Een ontwikkeling die licht maar toch geleidelijk steeds nadrukkelijker in de richting van een sekte gaat, het verbreken van de banden met Japanse leraren (wat mij op zich niet interesseert) is daar weer een symptoom van. Dat is een zorg t.a.v. de cursisten die contracten moeten sluiten maar ook t.a.v. het boeddhisme in Nederland in het algemeen; immers in steeds meer plaatsen heeft Zen.Nl een monopolie-positie om (boeddhistisch) te kunnen mediteren. Ook de rol die HET BOEK van R.R. in de cursussen speelt, vind ik eng.
Op die reden zouden ook andere Zen-sangha’s in Nederland zich zorgen moeten maken en dat ook (want ik weet dat sommigen er ongelukkig mee zijn) hardop durven zeggen. Maar ik vermoed dat die bang zijn van jaloersheid op het succes van Zen.Nl te worden beschuldigd.
Verder weet ik ook mezelf onder te pissen, al ben ik pas een beginner op het gebied van de Zen-humor.
=======================================================================
….
Wie kan min of meer objectief oordelen over de Zen.Nl-controverse? Iedereen is belanghebbend, ook de hoogleraren van der Braak en van der Velde een beetje.
Het gaat trouwens niet alleen om commercie of niet maar om wat bij Zen zeer belangrijk, haast wel heilig , is: de lineage. En daar heeft RR een knoeiboel van gemaakt, dat is een van de weinige dingen die zeker is.
=======================================================================
Nog even terugkomen op m’n opmerking van vanmiddag “Iedereen is belanghebbend, ook de hoogleraren van der Braak en van der Velde een beetje.”
Beide heren hebben college gegeven (ik neem aan tegen een redelijke vergoeding) aan een door Ritskes georganiseerde prestigieuze ‘Zenfilosofie Zomercursus ‘, in 2012. Dat kan maar dat maakt hen minder geschikt als eventuele bemiddelaars of scheidsrechters in de huidige controverse.
De door de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) ingestelde ‘Lerarenraad’ (waar Ritskes ook in zit) is daar ook niet geschikt voor, denk ik.
vrijdag 12 april 2013
Hoe moet het nu met de boete van de BUN ?
Op 6 april meldde ik ( hier ) dat ik het Commissariaat voor de Media een aantal vragen had gesteld over de vraag: wie zal dat betalen en uit welk potje ?
Dit vooral naar aanleiding van een onbegrijpelijke passage in een bericht van de BOS op haar website: " De BOS, die uiteindelijk een eventuele boete en terugvordering van fondsen voor haar rekening zal nemen ... "
Vandaag kreeg ik een antwoord van het Commissariaat (afdeling Communicatie):
" U informeert [= vraagt ] onder meer naar het betalen van de boete en het terugbetalen van het bedrag dat niet is besteed aan het realiseren van media-aanbod.
Het Commissariaat voor de Media heeft de BUN, de instelling die de aanwijzing heeft voor het verzorgen van media-aanbod, een bestuurlijke boete van € 2.500,- opgelegd. Daarnaast heeft het Commissariaat een bedrag van € 50.000,- teruggevorderd.
Op de vraag hoe deze bedragen betaald worden, kunnen we niet vooruitlopen.
Zoals uit de besluiten blijkt, heeft de BUN tot nu toe niet om uitstel van betaling gevraagd en evenmin om een betalingsregeling gevraagd. "
Het belangrijkste feit is dat de BUN echt binnen (vanaf nu) 3 weken) moet betalen; of ze in beroep gaan of niet.
Verder is het niet duidelijk wat er gebeurt als de BOS (weer) de fout in gaat en uit omroepmiddelen betaalt.
Ik vraag me af of het niet een beetje dom van de BUN is geweest, niet om uitstelling van betaling te hebben gevraagd.
Dit vooral naar aanleiding van een onbegrijpelijke passage in een bericht van de BOS op haar website: " De BOS, die uiteindelijk een eventuele boete en terugvordering van fondsen voor haar rekening zal nemen ... "
Vandaag kreeg ik een antwoord van het Commissariaat (afdeling Communicatie):
" U informeert [= vraagt ] onder meer naar het betalen van de boete en het terugbetalen van het bedrag dat niet is besteed aan het realiseren van media-aanbod.
Het Commissariaat voor de Media heeft de BUN, de instelling die de aanwijzing heeft voor het verzorgen van media-aanbod, een bestuurlijke boete van € 2.500,- opgelegd. Daarnaast heeft het Commissariaat een bedrag van € 50.000,- teruggevorderd.
Op de vraag hoe deze bedragen betaald worden, kunnen we niet vooruitlopen.
Zoals uit de besluiten blijkt, heeft de BUN tot nu toe niet om uitstel van betaling gevraagd en evenmin om een betalingsregeling gevraagd. "
Het belangrijkste feit is dat de BUN echt binnen (vanaf nu) 3 weken) moet betalen; of ze in beroep gaan of niet.
Verder is het niet duidelijk wat er gebeurt als de BOS (weer) de fout in gaat en uit omroepmiddelen betaalt.
Ik vraag me af of het niet een beetje dom van de BUN is geweest, niet om uitstelling van betaling te hebben gevraagd.
woensdag 10 april 2013
Asjemenou - Zenleraar Rients Ritskes neemt afstand van Japanse Zenmeester
UPDATE van 12 april
Het bericht staat nu ook op de website van Zen.Nl , als persbericht .
Dat heb ik ook in het Boeddhistisch Dagblad vermeld, met wat verdere opmerkingen:
' Een opvallend bericht. Maar ook een merkwaardig bericht dat context en commentaar verdient. Ik heb dat in mijn blog over dit bericht geprobeerd. ..
Het bericht staat nu (12 april) ook op de website van Zen.Nl, als persbericht, zonder veel spirituele diepgang.
Die website moet trouwens drastisch worden herzien, nu de wortels met de Japanse zen worden doorgesneden, titels als ‘osho’ zullen waarschijnlijk verdwijnen en sesshins zullen geen sesshins meer heten.
Nog één suggestie voor de altijd creatieve en de tijdgeest aanvoelende Ritskes: schrap de term ‘Zen’ en vervang haar door een flitsender begrip. '
========================================================================
Nog een aanvulling, over mijn suggestie hierboven.
Daarvoor moet je de geschiedenis van de verspreiding van het boeddhisme een beetje kennen.
Meditatie (ook maar een woord, je kan het ook concentratie noemen) is in het Pali 'Jhana ', in het Sanskriet 'Dhyana ', in het Chinees ' Chan ' en in het Japans 'Zen '.
Nu de volgende stap, door Ritskes te nemen: noem het 'Med ', als afkorting van 'meditatie'.
' Med.Nl ', wie claimt het eerst die naam?
' Con.Nl ', als afkorting van 'concentratie' kan ook, maar vind ik minder fraai.
En nog wat: wat zullen andere Zen- en Chan- en Leven-in-aandacht-sangha's van deze stap van Ritskes vinden ?
========================================================================
Het staat in de rubriek 'Nieuws' van de website van Bodhitv , 'Zenleraar Rients Ritskes neemt afstand van Japanse Zenmeester '
Ik zet het toch maar tussen aanhalingstekens want de website van hem, Zen.Nl vermeldt het bericht niet en ook de twitter-accounts van hem of zen_nl maken er geen gewag van.
Hieronder citeer ik het bericht volledig, want het is toch wel bijzonder nieuws.
Het is moeilijk voor een buitenstaander (in zen-kringen) als ik om dit bericht te 'vertalen', te 'decoderen'.
Wat is er echt aan de hand? Hebben vertegenwoordigers van zijn zen-traditie in Japan hem gezegd dat zijn leraar-opleiding voor hen niet acceptabel is? Vreest Ritskes reputatie-schade als hij in verband wordt gebracht met de omstreden (inderdaad, seks met z'n leerlingen) roshi Joshu Sasaki? ( zie hier )
Heeft men (in Japan) wellicht ook commentaar bij zijn verdienmodel? In ieder geval is dat er in Nederland wel evenals op zijn inflatoire benadering van het leraarschap die communicatie tussen Zen.nl en andere zen-sangha's in Nederland (die zijn er ook nog!) bemoeilijken.
Het bericht besluit met "Zen.nl blijft ook lid van de Boeddhistische Unie Nederland."
Dat is een hele geruststelling, al weet ik niet voor wie. Het komt me voor dat dit aan de ledenvergadering van de BUN is, maar die zal het wel als zoete koek slikken.
Er is natuurlijk wel iets tegen in te brengen: het boeddhistische gehalte van Zen.nl is met deze stap nog verder afgenomen. Wiens zorg is dat?
" Zenleraar Rients Ritskes neemt afstand van Japanse Zenmeester
25 jaar nadat Rients Ritskes (1957) zijn eerste zenlessen, onder toeziend oog van de Japanse Rinzai zentraditie gaf, breekt hij met zijn Japanse meester. Volgende week reist hij naar Japan om zijn in 1999 ontvangen Monnikspij in te leveren. Ritskes wil op deze wijze enige afstand nemen van de Japanse traditie. Zijn doel is zeker te stellen dat de verder bijzonder mooie en zeer waardevolle zentraditie in een aan deze tijd aangepaste vorm verder kan groeien en bloeien. Een ontwikkeling die binnen Zen.nl wordt nagestreefd en gerealiseerd.
De aanleiding voor deze weloverwogen stap is het feit dat Rients Ritskes, de Zen-meester en hoofdopleider van Zen.nl inmiddels bijna op alle fronten een andere dan de in Japan gewenste lijn volgt. Het belangrijkste onderdeel daarvan is wel de inhoud en vorm van de opleiding tot zenleraar. Gezien de toenemende belangstelling startte Zen.nl 5 jaar geleden met het professionaliseren van deze deeltijd opleiding. Inmiddels is de structurering van de opleiding helemaal rond en deze week wordt bij het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO) de erkenning aangevraagd. (Meer info over de opleiding tot zenleraar zie: www.zen.nl)
In Japan zijn officiële vertegenwoordigers van de Rinzai school van mening, dat alleen een opleiding van minimaal 10 jaar in een Japans zen-klooster goed genoeg zou zijn om leraar te worden. In Nederland is inmiddels het tegendeel ruimschoots aangetoond. De gezamenlijke Zen.nl leraren geven momenteel meer dan 150 groepen wekelijks les en deze worden structureel goed tot zeer goed geëvalueerd. Dit in tegenstelling tot een steeds verder teruglopende belangstelling voor het traditionele (Rinzai) zenonderwijs in Japan. Het succes van Zen.nl komt waarschijnlijk doordat zeer sterk gefocust wordt op de integratie van het geleerde in de dagelijkse praktijk.
Een ander verschil van mening gaat over de didactische methoden. In Japan is de Rinzai opleiding van leraren in het klooster niet of nauwelijks verschillend van 200 jaar geleden. Aan nieuwe inzichten uit de psychologie en didactiek lijkt men geen boodschap te hebben. Zo zijn er nog steeds zenmeesters die veel hard schreeuwen en is het standaard dat ze urenlange monologen houden. Het Zen.nl onderwijs voor aanstaande leraren laat zich daarentegen inspireren door de modernste onderwijstechnieken, waarbij onder andere participatie, transparantie, opbouwende feedback en al in een vroeg stadium lesgeven de effectieve instrumenten zijn. Ritskes beoefende zelf 10 jaar zen (waarvan 1 jaar in Japan), voor hij zelf in 1987 les ging geven. Hij deed dit met toestemming van een moderne, maar inmiddels overleden Japanse zenmeester, Hirata Roshi van het belangrijke zenklooster Tenryu-ji. Van Seiko Hirata Roshi ontving hij de naam RanZen, hetgeen betekent: Nederlandse Zen. Die naam wil hij graag blijvend eer aan doen.
De inhoud van het in de afgelopen decennia ontwikkelde onderwijs aanbod van Zen.nl zal door bovenstaande niet veranderen. Zie voor de visie van Zen.nl www.zen.nl.
Zen.nl blijft ook lid van de Boeddhistische Unie Nederland. "
dinsdag 9 april 2013
Boeddhistische helden
Dit verhaaltje gaat uiteraard niet zozeer over 'boeddhistische helden ' maar om de neiging van ons om van bepaalde mensen 'helden' te maken.
Ook ik ('zelfs ik' denk ik nog steeds trots), terwijl ik me zo voorsta op m'n onafhankelijkheid, op het ontbreken van guru-devotie, in geen toevlucht nemen in de leraar, op het belachelijk vinden van de lineage-verheerlijking bij Zen; ik die me voorsta op m'n (zelfbedachte term) 'anarchistische boeddhisme '. Ik die niets moet hebben van het adorerende gedrag van sommige volgelingen (eerlijk gezegd: vooral vrouwen) richting hun leraar; ook in het soort boeddhisme dat nog het meest protestante trekken heeft, de Theravada.
Toen ik een jaar of zeven naar een retraite van Stephen Batchelor in Zwitserland ging, was m'n gevoel aan het eind (ook uitgesproken in het slotgesprek): 'ik ben deze week twee helden kwijtgeraakt, de Boeddha en Batchelor '.
Siddharta Gautama, de historische Boeddha die in de talks van Batchelor beschreven werd als een mens inclusief de zwakheden (lafheid) van deze historische figuur. Bijvoorbeeld dat de Boeddha (koning) Ajatasattu (die zijn vader, de vroegere koning Bimbisara had vermoord) niet durfde te zeggen dat zijn gedrag zo verwerpelijk was dat hij nooit verlicht zou kunnen worden.
(Een deel van deze analyse is terug te vinden in zijn boek 'Bekentenis van een boeddhistisch atheïst ' maar veel voorzichtiger dan hij in die retraite deed, in mijn herinnering althans).
En Batchelor die – zo realiseerde ik me toen – ook een 'held', een voorbeeld, voor mij was, zo koel en ironisch de Boeddha analyseerde, viel daarmee van z'n voetstuk. Van z'n door mijzelf gemaakte voetstuk!
Achteraf weet ik dat ik als nieuweling in het boeddhisme, variant Theravada, nogal orthodox deze religie had geabsorbeerd, waarna ik met veel moeite weer wat los kon komen van die omarming.
Nog niet helemaal trouwens, nog steeds word ik boos als de Theravada wordt uitgescholden als hinayana, als 'minderwaardig voertuig'; kortom: ik heb nog een weg te gaan.
Een beperkte troost zit in het feit dat het een zeer breed voorkomend verschijnsel is, ook en juist in de levensbeschouwing waarvan het het minst verwacht wordt, het boeddhisme. Helden maken
Sommige leraren (en bijna altijd zijn het leraren, want ze hebben leerlingen) laten zich deze rol als 'held' graag aanleunen, anderen negeren het of willen er niets van weten. Deze reactie van de leraar makt wel enig verschil, maar niet alle verschil want het adoreren vindt ook plaats bij wie zich helemaal niet als held gedraagt zoals Niko Tydeman.
De aantrekkingskracht van diverse boeddhistische tradities voor spirituele zoekers is de aanwezigheid van 'helden', die men kan adoreren.
De Dalai Lama en Thich Nhat Hanh zijn zulke objecten van adoratie. Als die wegvallen (doodgaan) valt veel van de aantrekkingskracht weg.
En dat zal menselijkerwijs gesproken toch wel binnen tien jaar gebeuren.
De vraag is of dode helden ook nog tot de verbeelding blijven spreken?
Kan natuurlijk wel, Krisnamurti bv is nog steeds bekend, maar z´n aanhang was vijftig jaar geleden al vergrijsd.
En de vipassana-retraites in de Goenka-variant kunnen toch niet ten eeuwige dagen video´s met talks van hem blijven draaien?
In de Nederlandse schaal: wat blijft er van Chan over als Ton Lathouwers er mee stopt? Niet veel denk ik.
Een een vipassana-leraar met het charisma van eerst Mettavihari en later Jotika is er ook niet.
Zijn er ook nieuwe helden? Iemand die volle zalen (zeer grote zalen) trekt? Niet zo veel, is mijn indruk. Lama Lobsang? Ach
Lama Nydahl is iets minder bekend maar hoort er ook bij, maar roept naast adoratie ook afkeer op. (Roshi) Genpo Merzel idem, al is die wel definitief van z'n voetstuk gevallen, lijkt het.
'De gevallen held ' is een speciaal fenomeen. Genpo is een voorbeel en recenter de roshi Joshu Sasaki.
Niet alleen Zen heeft z'n gevallenen trouwens, we kennen in Nederland de ex-Theravada-monnik Dhammawiranatha kwam in die 1953 in Den Haag ter wereld kwam als Pierre Krul.
En het Tibetaans boeddhisme ? In de ogen van sommigen (ik denk het ook wel een beetje) was het onmatige (sex, drugs etc) gedrag van Chögyam Trungpa reden genoeg voor een val.
Geld is soms de oorzaak van de val maar vaker is het: niet van de vrouwelijke leerlingen af kunnen blijven. Als ex-protestant weet ik dat de mens geneigd is tot het kwade, dus verbazen doet dat me niet echt; maar voor meer idealistische mensen die geloven in Boeddha Natuur en zo kan de klap hard aankomen, en het aantal jaren dat het probleem ontkend wordt, lang.
Eén van de (aanvankelijk weinige) beoefenaren die iets hebben durven zeggen over Genpo en Sasaki, terwijl de rest nog zweeg en ontkende, is Joan Halifax geweest.
Voor mij is zij, en ik ken nu de gevaren, de nieuwe boeddhistische held. (Moet je een vrouwelijke held een heldin noemen?)
Want de slotvraag is: kunnen we het helemaal zonder boeddhistische helden? Ik denk het niet.
Maar moet het wel? Noem het maar een upaya, een vaardig middel: iets dat nuttig is in een fase van de beoefening van het boeddhisme, waar je doorheen moet, en voorbij moet.
En Gautama de Boeddha en Stephen Batchelor waardeer ik nog steeds, inclusief hun kleine zwakheden.
Ook ik ('zelfs ik' denk ik nog steeds trots), terwijl ik me zo voorsta op m'n onafhankelijkheid, op het ontbreken van guru-devotie, in geen toevlucht nemen in de leraar, op het belachelijk vinden van de lineage-verheerlijking bij Zen; ik die me voorsta op m'n (zelfbedachte term) 'anarchistische boeddhisme '. Ik die niets moet hebben van het adorerende gedrag van sommige volgelingen (eerlijk gezegd: vooral vrouwen) richting hun leraar; ook in het soort boeddhisme dat nog het meest protestante trekken heeft, de Theravada.
Toen ik een jaar of zeven naar een retraite van Stephen Batchelor in Zwitserland ging, was m'n gevoel aan het eind (ook uitgesproken in het slotgesprek): 'ik ben deze week twee helden kwijtgeraakt, de Boeddha en Batchelor '.
Siddharta Gautama, de historische Boeddha die in de talks van Batchelor beschreven werd als een mens inclusief de zwakheden (lafheid) van deze historische figuur. Bijvoorbeeld dat de Boeddha (koning) Ajatasattu (die zijn vader, de vroegere koning Bimbisara had vermoord) niet durfde te zeggen dat zijn gedrag zo verwerpelijk was dat hij nooit verlicht zou kunnen worden.
(Een deel van deze analyse is terug te vinden in zijn boek 'Bekentenis van een boeddhistisch atheïst ' maar veel voorzichtiger dan hij in die retraite deed, in mijn herinnering althans).
En Batchelor die – zo realiseerde ik me toen – ook een 'held', een voorbeeld, voor mij was, zo koel en ironisch de Boeddha analyseerde, viel daarmee van z'n voetstuk. Van z'n door mijzelf gemaakte voetstuk!
Achteraf weet ik dat ik als nieuweling in het boeddhisme, variant Theravada, nogal orthodox deze religie had geabsorbeerd, waarna ik met veel moeite weer wat los kon komen van die omarming.
Nog niet helemaal trouwens, nog steeds word ik boos als de Theravada wordt uitgescholden als hinayana, als 'minderwaardig voertuig'; kortom: ik heb nog een weg te gaan.
Een beperkte troost zit in het feit dat het een zeer breed voorkomend verschijnsel is, ook en juist in de levensbeschouwing waarvan het het minst verwacht wordt, het boeddhisme. Helden maken
Sommige leraren (en bijna altijd zijn het leraren, want ze hebben leerlingen) laten zich deze rol als 'held' graag aanleunen, anderen negeren het of willen er niets van weten. Deze reactie van de leraar makt wel enig verschil, maar niet alle verschil want het adoreren vindt ook plaats bij wie zich helemaal niet als held gedraagt zoals Niko Tydeman.
De aantrekkingskracht van diverse boeddhistische tradities voor spirituele zoekers is de aanwezigheid van 'helden', die men kan adoreren.
De Dalai Lama en Thich Nhat Hanh zijn zulke objecten van adoratie. Als die wegvallen (doodgaan) valt veel van de aantrekkingskracht weg.
En dat zal menselijkerwijs gesproken toch wel binnen tien jaar gebeuren.
De vraag is of dode helden ook nog tot de verbeelding blijven spreken?
Kan natuurlijk wel, Krisnamurti bv is nog steeds bekend, maar z´n aanhang was vijftig jaar geleden al vergrijsd.
En de vipassana-retraites in de Goenka-variant kunnen toch niet ten eeuwige dagen video´s met talks van hem blijven draaien?
In de Nederlandse schaal: wat blijft er van Chan over als Ton Lathouwers er mee stopt? Niet veel denk ik.
Een een vipassana-leraar met het charisma van eerst Mettavihari en later Jotika is er ook niet.
Zijn er ook nieuwe helden? Iemand die volle zalen (zeer grote zalen) trekt? Niet zo veel, is mijn indruk. Lama Lobsang? Ach
Lama Nydahl is iets minder bekend maar hoort er ook bij, maar roept naast adoratie ook afkeer op. (Roshi) Genpo Merzel idem, al is die wel definitief van z'n voetstuk gevallen, lijkt het.
'De gevallen held ' is een speciaal fenomeen. Genpo is een voorbeel en recenter de roshi Joshu Sasaki.
Niet alleen Zen heeft z'n gevallenen trouwens, we kennen in Nederland de ex-Theravada-monnik Dhammawiranatha kwam in die 1953 in Den Haag ter wereld kwam als Pierre Krul.
En het Tibetaans boeddhisme ? In de ogen van sommigen (ik denk het ook wel een beetje) was het onmatige (sex, drugs etc) gedrag van Chögyam Trungpa reden genoeg voor een val.
Geld is soms de oorzaak van de val maar vaker is het: niet van de vrouwelijke leerlingen af kunnen blijven. Als ex-protestant weet ik dat de mens geneigd is tot het kwade, dus verbazen doet dat me niet echt; maar voor meer idealistische mensen die geloven in Boeddha Natuur en zo kan de klap hard aankomen, en het aantal jaren dat het probleem ontkend wordt, lang.
Eén van de (aanvankelijk weinige) beoefenaren die iets hebben durven zeggen over Genpo en Sasaki, terwijl de rest nog zweeg en ontkende, is Joan Halifax geweest.
Voor mij is zij, en ik ken nu de gevaren, de nieuwe boeddhistische held. (Moet je een vrouwelijke held een heldin noemen?)
Want de slotvraag is: kunnen we het helemaal zonder boeddhistische helden? Ik denk het niet.
Maar moet het wel? Noem het maar een upaya, een vaardig middel: iets dat nuttig is in een fase van de beoefening van het boeddhisme, waar je doorheen moet, en voorbij moet.
En Gautama de Boeddha en Stephen Batchelor waardeer ik nog steeds, inclusief hun kleine zwakheden.
zaterdag 6 april 2013
Vragen over de uitvoering door BUN en/of BOS van het besluit van het Commissariaat voor de Media
De publicatie door het CvdM van haar besluit , het bezwaar te verwerpen van de BUN tegen het besluit € 50.000 terug te vorderen en € 2.500 boete op te leggen, heeft z'n schaduwen vooruit geworpen.
Onmiddellijk na de bekendmaking er van door de BUN op 21 maart rees de vraag:
wie gaat dat betalen, en uit welk potje ?
Die vraag werd daarna door reacties van BUN en BOS en door discussies op diverse websites en blogs gevolgd door een serie andere vragen.
Omdat de termijn kort is - nog deze maand zijn de verleende zes weken voorbij - moet daar dringend een antwoord op komen.
Aan wie kunnen die vragen beter gesteld worden dan aan het Commissariaat voor de Media zelf?
Daarom heb ik dat maar gedaan, afgelopen donderdag.
Hieronder citeer ik m'n mail. Zodra er antwoord is, zal ik dat in deze blog vermelden.
Betreft: Beslissing op bezwaar Boeddhistische Unie Nederland d.d. 12 maart 2013
Amersfoort, 4 april 2013
Geachte dames en heren van het Commissariaat
Vandaag kunnen we op uw website uw besluit lezen 'Beslissing op bezwaar; Kenmerk 27924/2012014894 '
Delen hiervan waren reeds door de Boeddhistische Unie Nederland op haar website gezet.
Over de uitvoering van dit besluit is in de boeddhistische gemeenschap enige verwarring ontstaan.
Met name over de vraag wie dit mag betalen. De BUN zelf uiteraard; maar die bezit de middelen niet en lijkt er van uit te gaan dat de BOS dit wel gaat doen.
Dat bevreemdt degenen die denken dat uw Commissariaat juist dit betalen uit omroepmiddelen heeft bestraft. Of mag een publieke omroep als de BOS potjes hebben waaruit zoiets wel mag? Zoals gespaard uit donaties aan de Stichting Vrienden van de BOS? Hoe het daar mee staat is zeer onduidelijk, zie het artikel uit *OpenBoeddhisme* daarover.
Een ander probleem is dat sommigen denken dat het naar de rechtbank gaan door de BUN een opschortende werking heeft voor de betaling. Dat blijkt niet uit uw besluit maar wellicht is dat vanzelfsprekend.
Beide misverstanden zijn ontstaan door een bericht van de BOS op haar website
Ik citeer daaruit
" De BOS, die uiteindelijk een eventuele boete en terugvordering van fondsen voor haar rekening zal nemen ... "
Dit bericht was een reactie op artikelen in de NRC, de Volkskrant en Trouw (online) van 26 c.q. 27 maart die ten onrechte de kop bevatte als zou de BOS misschien failliet gaan. Kennelijk hebben journalisten (of koppenmakers) BUN en BOS door elkaar gehusseld, wat ze niet echt kwalijk te nemen valt.
Tenslotte veronderstel ik dat de BOS bij u navraag heeft gedaan of een en ander mag zoals zij zich blijkens bovengenoemd citaat voorneemt.
Wellicht kunt u mij daarover informeren
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
J.W. Romeijn
....
Onmiddellijk na de bekendmaking er van door de BUN op 21 maart rees de vraag:
wie gaat dat betalen, en uit welk potje ?
Die vraag werd daarna door reacties van BUN en BOS en door discussies op diverse websites en blogs gevolgd door een serie andere vragen.
Omdat de termijn kort is - nog deze maand zijn de verleende zes weken voorbij - moet daar dringend een antwoord op komen.
Aan wie kunnen die vragen beter gesteld worden dan aan het Commissariaat voor de Media zelf?
Daarom heb ik dat maar gedaan, afgelopen donderdag.
Hieronder citeer ik m'n mail. Zodra er antwoord is, zal ik dat in deze blog vermelden.
Betreft: Beslissing op bezwaar Boeddhistische Unie Nederland d.d. 12 maart 2013
Amersfoort, 4 april 2013
Geachte dames en heren van het Commissariaat
Vandaag kunnen we op uw website uw besluit lezen 'Beslissing op bezwaar; Kenmerk 27924/2012014894 '
Delen hiervan waren reeds door de Boeddhistische Unie Nederland op haar website gezet.
Over de uitvoering van dit besluit is in de boeddhistische gemeenschap enige verwarring ontstaan.
Met name over de vraag wie dit mag betalen. De BUN zelf uiteraard; maar die bezit de middelen niet en lijkt er van uit te gaan dat de BOS dit wel gaat doen.
Dat bevreemdt degenen die denken dat uw Commissariaat juist dit betalen uit omroepmiddelen heeft bestraft. Of mag een publieke omroep als de BOS potjes hebben waaruit zoiets wel mag? Zoals gespaard uit donaties aan de Stichting Vrienden van de BOS? Hoe het daar mee staat is zeer onduidelijk, zie het artikel uit *OpenBoeddhisme* daarover.
Een ander probleem is dat sommigen denken dat het naar de rechtbank gaan door de BUN een opschortende werking heeft voor de betaling. Dat blijkt niet uit uw besluit maar wellicht is dat vanzelfsprekend.
Beide misverstanden zijn ontstaan door een bericht van de BOS op haar website
Ik citeer daaruit
" De BOS, die uiteindelijk een eventuele boete en terugvordering van fondsen voor haar rekening zal nemen ... "
Dit bericht was een reactie op artikelen in de NRC, de Volkskrant en Trouw (online) van 26 c.q. 27 maart die ten onrechte de kop bevatte als zou de BOS misschien failliet gaan. Kennelijk hebben journalisten (of koppenmakers) BUN en BOS door elkaar gehusseld, wat ze niet echt kwalijk te nemen valt.
Tenslotte veronderstel ik dat de BOS bij u navraag heeft gedaan of een en ander mag zoals zij zich blijkens bovengenoemd citaat voorneemt.
Wellicht kunt u mij daarover informeren
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
J.W. Romeijn
....
vrijdag 5 april 2013
Een boeddhist maalt niet om erkenning
Met toestemming van de auteur neem ik hier een tekst op die Edel Maex onlangs plaatste op zijn blog LEVEN IN DE MAALSTROOM
Onder de titel " Zou een erkenning van het boeddhisme wijsheid zijn? " gaat hij, persoonlijk en tegelijk met distantie in op de voor- en nadelen van erkenning van het boeddhisme . In zijn geval in België, maar ondanks verschillen in subsidie- en belastingwetgeving t.a.v. religies ook relevant voor de Nederlandse situatie.
Zijn - voorzichtige, want de gevoeligheden in België zijn groot - conclusie luidt:
" Het zou best kunnen dat ook voor het boeddhisme een erkenning op dit ogenblik het ergste is wat haar zou kunnen overkomen.
Het boeddhisme in Nederland is 'erkend', door een aantal overheidsorganen.
En het is bepaald niet het beste dat ons is overkomen; vind ik hoor, maar ik maal niet om erkenning.
Zou een erkenning van het boeddhisme wijsheid zijn? door Edel Maex
Een mogelijke erkenning van het boeddhisme in België staat al geruime tijd in de steigers. Niet onlogisch. De invloed van het boeddhisme in het levensbeschouwelijk landschap is in de voorbije jaren alsmaar toegenomen.
Zelf ben ik tot 2010 nauw bij deze materie betrokken geweest. Eerst als bestuurslid daarna als secretaris generaal van de Boeddhistische Unie van België (BUB). Nu ik er weer wat meer afstand van heb stel ik mij in alle eerlijkheid de vraag: zou een uiteindelijke erkenning van het boeddhisme op dit ogenblik een wijze beslissing zijn?
De context
Anders dan in de ons omringende landen bepaalt de Belgische grondwet dat de bedienaren van de erediensten door de staat bezoldigd worden. Daarenboven worden materiële en financiële tekorten door de overheid bijgepast. Dit systeem stamt nog uit de tijd van Napoleon. In oorsprong was het een schadevergoeding voor de confiscatie van kerkelijke bezittingen tijdens de Franse revolutie.
België is zowat het enige land waar dit systeem tot op heden is blijven bestaan. Ondertussen zijn er zes erediensten erkend. Op basis van het principe van gelijkberechtiging heeft ook de georganiseerde vrijzinnigheid, die zichzelf uiteraard niet als een eredienst wil zien, een bijkomend artikel in de grondwet verkregen. Hierdoor worden ook de morele consulenten door de staat bezoldigd en worden de kosten van de centra voor morele dienstverlening bijgepast.
Op basis van hetzelfde principe van gelijkberechtiging is het maar logisch dat ook aan het boeddhisme dezelfde voordelen worden toegekend.
Logisch is het zeker, maar is het ook wijs?
Representatief orgaan
Een basisvoorwaarde voor de overheid voor de erkenning van een levensbeschouwing is het oprichten van een centraal representatief orgaan. Vanuit het perspectief van de overheid is dit begrijpelijk. Zij wil zich niet tot een bont lappendeken moeten richten maar wil één duidelijk aanspreekpunt. Vanuit het perspectief van levensbeschouwingen is het enkel de Katholieke Kerk die een dergelijke centrale organisatievorm kent. Voor de andere levensbeschouwingen is dit een vreemd gegeven. Hoe moeten b.v. de verschillende islamitische tradities of de talrijke protestantse kerken als een eenheid naar buiten komen?
Om aan deze eis te kunnen voldoen is de BUB opgericht. De raad van bestuur van de BUB werpt zich op als representatief orgaan van het boeddhisme in België. Ook voor het historisch zeer heterogene boeddhisme is het een vreemd idee om door één centraal orgaan gerepresenteerd te worden.
De BUB telt 20 leden. Dat is maar een fractie van wat er op het terrein leeft. De BUB wil de verschillende boeddhistische verenigingen in België verenigen en naar de overheid vertegenwoordigen. Maar er zijn talrijke boeddhistische verenigingen die geen lid zijn van de BUB. Sommige van deze verenigingen voelen er helemaal niet voor om zich onder een koepel te scharen, die ze als een soort Vaticaan aanvoelen en staan erop hun autonomie te bewaren. Andere verenigingen willen wel graag lid worden maar voelen zich er niet welkom.
In de huidige situatie is het erg moeilijk om de raad van bestuur van de BUB te zien als een orgaan dat het de morele autoriteit heeft om het hele boeddhisme in België te representeren. Een officiële erkenning van de BUB als representatief orgaan zou neerkomen op een flinke hap geld voor een handvol verenigingen en de officiële uitsluiting van een groot aantal andere. Dat kan toch niet de bedoeling van de (grond)wetgever geweest zijn.
Is een erkenning wel begerenswaardig?
Op het eerste zicht lijkt het een enorme financiële opsteker als de overheid de bezoldiging van de bedienaren op zich neemt en de kosten van de materiële noodwendigheden bijpast. Uit talrijke gesprekken met vertegenwoordigers van andere levensbeschouwingen komen toch meer gemengde gevoelens naar voren.
Sommige vrijzinnigen noemen de erkenning zonder meer het ergste wat de vrijzinnigheid in België ooit is overkomen. Voor sommigen heeft de eis om als een eenheid naar de overheid op te treden het debat binnen de vrijzinnigheid in de kiem gesmoord. Ze waarschuwen het boeddhisme voor het risico op ‘verkostering’, met name dat materiële en financiële belangen de inhoud gaan verdringen.
Het boeddhisme is geen eenheid. Het heeft sinds de dood van een historische Boeddha vele en soms heftige polemieken gekend. Het is uit deze debatten dat verschillende tradities en scholen voortgekomen zijn. Dit heeft geleid tot een zeer grote rijkdom van teksten, doctrines en praktijken. Het zou een enorme verarming betekenen moest deze debatcultuur geofferd worden aan het gouden kalf van de erkenning.
Ook bij sommige katholieke priesters klinkt het geluid dat het Belgische financieringssysteem de Kerk lui gemaakt heeft. Ze ervaren de Kerk in België als een stuk minder vitaal dan in onze buurlanden. Omdat de Kerk toch door de overheid gefinancierd wordt heeft ze zich veel minder naar haar eigen gelovigen te verantwoorden.
Dit heeft ook voor gevolg dat de Belg levensbeschouwing is gaan zien als iets dat van boven moet komen en dan ook gratis moet zijn. We hebben geen moeite om geld uit te geven in een restaurant maar vinden het overdreven als een gelijkaardig bedrag gevraagd wordt voor een dag over een filosofisch of levensbeschouwelijk thema. Geestelijk voedsel mag niets kosten. We staan er niet bij stil dat de religie uiteindelijk niet gratis is maar door ieder van ons als belastingsbetaler betaald wordt, zij het zonder enige democratische inspraak in de bestemming en het gebruik ervan.
De huidige bloei van het boeddhisme in het Westen bewijst dat het ook anders kan en dat mensen met veel goodwill en idealisme in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen levensbeschouwing en de beoefening daarvan. Een eventuele erkenning van het boeddhisme binnen het huidige systeem dreigt ook dat in de kiem te smoren.
Recent toonde Jan Peumans, een bekend politicus en voorzitter van het Vlaams Parlement, een bewonderenswaardig voorbeeld. Hij vertelde voor de TV dat hij regelmatig een deel van zijn inkomen afstaat aan een boeddhistisch centrum waar hij vaak en graag komt. Als bekende Vlaming haalt hij daarmee het nieuws maar hij is maar een voorbeeld van talloze mensen die dit doen, ieder naar eigen kunnen en vermogen. Dat is prachtig.
Maar waarom moeten deze mensen daarnaast via hun belastingsbrief ook betalen voor de financiering van de andere levensbeschouwingen, ook die waar ze geen enkele band mee hebben?
Daarenboven zijn giften aan boeddhistische verenigingen in principe niet belastingsaftrekbaar. Erger nog, in het advies van de werkgroep die zich met deze materie bezighoudt wordt voorgesteld om giften aan erkende levensbeschouwingen in mindering te brengen op de overheidstoelage die ze ontvangen. Concreet zou dat betekenen dat het bedrag dat Jan Peumans met een groot hart wegschenkt niet zijn geliefd boeddhistisch centrum ten goede komt maar enkel de Belgische staat.
Is dat het systeem dat we willen?
Besluit
Het zou best kunnen dat ook voor het boeddhisme een erkenning op dit ogenblik het ergste is wat haar zou kunnen overkomen.
Het zou m.i. beter zijn als we hier nog behoorlijke wat tijd over heen laten gaan. Tijd voor de BUB om tot meer maturiteit te komen. En vooral tijd voor de wetgever om het huidige systeem te herdenken. Is het niet hoog tijd om ook de wetgeving over de levensbeschouwingen vanuit het Napoleontische tijdperk het democratische tijdperk binnen te loodsen? Zo kan de verantwoordelijkheid komen te liggen waar ze thuishoort: bij de burger. Het feit dat het boeddhisme in België ook zonder erkenning tot bloei is kunnen komen toont aan dat dit moet kunnen.
Bron: http://levenindemaalstroom.drupalgardens.com/blog/zou-een-erkenning-van-het-boeddhisme-wijsheid-zijn
Overigens: lees vooral ook zijn essays over de Avatamsaka
Onder de titel " Zou een erkenning van het boeddhisme wijsheid zijn? " gaat hij, persoonlijk en tegelijk met distantie in op de voor- en nadelen van erkenning van het boeddhisme . In zijn geval in België, maar ondanks verschillen in subsidie- en belastingwetgeving t.a.v. religies ook relevant voor de Nederlandse situatie.
Zijn - voorzichtige, want de gevoeligheden in België zijn groot - conclusie luidt:
" Het zou best kunnen dat ook voor het boeddhisme een erkenning op dit ogenblik het ergste is wat haar zou kunnen overkomen.
Het boeddhisme in Nederland is 'erkend', door een aantal overheidsorganen.
En het is bepaald niet het beste dat ons is overkomen; vind ik hoor, maar ik maal niet om erkenning.
Zou een erkenning van het boeddhisme wijsheid zijn? door Edel Maex
Een mogelijke erkenning van het boeddhisme in België staat al geruime tijd in de steigers. Niet onlogisch. De invloed van het boeddhisme in het levensbeschouwelijk landschap is in de voorbije jaren alsmaar toegenomen.
Zelf ben ik tot 2010 nauw bij deze materie betrokken geweest. Eerst als bestuurslid daarna als secretaris generaal van de Boeddhistische Unie van België (BUB). Nu ik er weer wat meer afstand van heb stel ik mij in alle eerlijkheid de vraag: zou een uiteindelijke erkenning van het boeddhisme op dit ogenblik een wijze beslissing zijn?
De context
Anders dan in de ons omringende landen bepaalt de Belgische grondwet dat de bedienaren van de erediensten door de staat bezoldigd worden. Daarenboven worden materiële en financiële tekorten door de overheid bijgepast. Dit systeem stamt nog uit de tijd van Napoleon. In oorsprong was het een schadevergoeding voor de confiscatie van kerkelijke bezittingen tijdens de Franse revolutie.
België is zowat het enige land waar dit systeem tot op heden is blijven bestaan. Ondertussen zijn er zes erediensten erkend. Op basis van het principe van gelijkberechtiging heeft ook de georganiseerde vrijzinnigheid, die zichzelf uiteraard niet als een eredienst wil zien, een bijkomend artikel in de grondwet verkregen. Hierdoor worden ook de morele consulenten door de staat bezoldigd en worden de kosten van de centra voor morele dienstverlening bijgepast.
Op basis van hetzelfde principe van gelijkberechtiging is het maar logisch dat ook aan het boeddhisme dezelfde voordelen worden toegekend.
Logisch is het zeker, maar is het ook wijs?
Representatief orgaan
Een basisvoorwaarde voor de overheid voor de erkenning van een levensbeschouwing is het oprichten van een centraal representatief orgaan. Vanuit het perspectief van de overheid is dit begrijpelijk. Zij wil zich niet tot een bont lappendeken moeten richten maar wil één duidelijk aanspreekpunt. Vanuit het perspectief van levensbeschouwingen is het enkel de Katholieke Kerk die een dergelijke centrale organisatievorm kent. Voor de andere levensbeschouwingen is dit een vreemd gegeven. Hoe moeten b.v. de verschillende islamitische tradities of de talrijke protestantse kerken als een eenheid naar buiten komen?
Om aan deze eis te kunnen voldoen is de BUB opgericht. De raad van bestuur van de BUB werpt zich op als representatief orgaan van het boeddhisme in België. Ook voor het historisch zeer heterogene boeddhisme is het een vreemd idee om door één centraal orgaan gerepresenteerd te worden.
De BUB telt 20 leden. Dat is maar een fractie van wat er op het terrein leeft. De BUB wil de verschillende boeddhistische verenigingen in België verenigen en naar de overheid vertegenwoordigen. Maar er zijn talrijke boeddhistische verenigingen die geen lid zijn van de BUB. Sommige van deze verenigingen voelen er helemaal niet voor om zich onder een koepel te scharen, die ze als een soort Vaticaan aanvoelen en staan erop hun autonomie te bewaren. Andere verenigingen willen wel graag lid worden maar voelen zich er niet welkom.
In de huidige situatie is het erg moeilijk om de raad van bestuur van de BUB te zien als een orgaan dat het de morele autoriteit heeft om het hele boeddhisme in België te representeren. Een officiële erkenning van de BUB als representatief orgaan zou neerkomen op een flinke hap geld voor een handvol verenigingen en de officiële uitsluiting van een groot aantal andere. Dat kan toch niet de bedoeling van de (grond)wetgever geweest zijn.
Is een erkenning wel begerenswaardig?
Op het eerste zicht lijkt het een enorme financiële opsteker als de overheid de bezoldiging van de bedienaren op zich neemt en de kosten van de materiële noodwendigheden bijpast. Uit talrijke gesprekken met vertegenwoordigers van andere levensbeschouwingen komen toch meer gemengde gevoelens naar voren.
Sommige vrijzinnigen noemen de erkenning zonder meer het ergste wat de vrijzinnigheid in België ooit is overkomen. Voor sommigen heeft de eis om als een eenheid naar de overheid op te treden het debat binnen de vrijzinnigheid in de kiem gesmoord. Ze waarschuwen het boeddhisme voor het risico op ‘verkostering’, met name dat materiële en financiële belangen de inhoud gaan verdringen.
Het boeddhisme is geen eenheid. Het heeft sinds de dood van een historische Boeddha vele en soms heftige polemieken gekend. Het is uit deze debatten dat verschillende tradities en scholen voortgekomen zijn. Dit heeft geleid tot een zeer grote rijkdom van teksten, doctrines en praktijken. Het zou een enorme verarming betekenen moest deze debatcultuur geofferd worden aan het gouden kalf van de erkenning.
Ook bij sommige katholieke priesters klinkt het geluid dat het Belgische financieringssysteem de Kerk lui gemaakt heeft. Ze ervaren de Kerk in België als een stuk minder vitaal dan in onze buurlanden. Omdat de Kerk toch door de overheid gefinancierd wordt heeft ze zich veel minder naar haar eigen gelovigen te verantwoorden.
Dit heeft ook voor gevolg dat de Belg levensbeschouwing is gaan zien als iets dat van boven moet komen en dan ook gratis moet zijn. We hebben geen moeite om geld uit te geven in een restaurant maar vinden het overdreven als een gelijkaardig bedrag gevraagd wordt voor een dag over een filosofisch of levensbeschouwelijk thema. Geestelijk voedsel mag niets kosten. We staan er niet bij stil dat de religie uiteindelijk niet gratis is maar door ieder van ons als belastingsbetaler betaald wordt, zij het zonder enige democratische inspraak in de bestemming en het gebruik ervan.
De huidige bloei van het boeddhisme in het Westen bewijst dat het ook anders kan en dat mensen met veel goodwill en idealisme in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen levensbeschouwing en de beoefening daarvan. Een eventuele erkenning van het boeddhisme binnen het huidige systeem dreigt ook dat in de kiem te smoren.
Recent toonde Jan Peumans, een bekend politicus en voorzitter van het Vlaams Parlement, een bewonderenswaardig voorbeeld. Hij vertelde voor de TV dat hij regelmatig een deel van zijn inkomen afstaat aan een boeddhistisch centrum waar hij vaak en graag komt. Als bekende Vlaming haalt hij daarmee het nieuws maar hij is maar een voorbeeld van talloze mensen die dit doen, ieder naar eigen kunnen en vermogen. Dat is prachtig.
Maar waarom moeten deze mensen daarnaast via hun belastingsbrief ook betalen voor de financiering van de andere levensbeschouwingen, ook die waar ze geen enkele band mee hebben?
Daarenboven zijn giften aan boeddhistische verenigingen in principe niet belastingsaftrekbaar. Erger nog, in het advies van de werkgroep die zich met deze materie bezighoudt wordt voorgesteld om giften aan erkende levensbeschouwingen in mindering te brengen op de overheidstoelage die ze ontvangen. Concreet zou dat betekenen dat het bedrag dat Jan Peumans met een groot hart wegschenkt niet zijn geliefd boeddhistisch centrum ten goede komt maar enkel de Belgische staat.
Is dat het systeem dat we willen?
Besluit
Het zou best kunnen dat ook voor het boeddhisme een erkenning op dit ogenblik het ergste is wat haar zou kunnen overkomen.
Het zou m.i. beter zijn als we hier nog behoorlijke wat tijd over heen laten gaan. Tijd voor de BUB om tot meer maturiteit te komen. En vooral tijd voor de wetgever om het huidige systeem te herdenken. Is het niet hoog tijd om ook de wetgeving over de levensbeschouwingen vanuit het Napoleontische tijdperk het democratische tijdperk binnen te loodsen? Zo kan de verantwoordelijkheid komen te liggen waar ze thuishoort: bij de burger. Het feit dat het boeddhisme in België ook zonder erkenning tot bloei is kunnen komen toont aan dat dit moet kunnen.
Bron: http://levenindemaalstroom.drupalgardens.com/blog/zou-een-erkenning-van-het-boeddhisme-wijsheid-zijn
Overigens: lees vooral ook zijn essays over de Avatamsaka
donderdag 4 april 2013
Een aantal reacties van mij opgenomen in het Boeddhistisch dagblad
Ook de laatste maanden schrijf ik af en toe een reactie op een artikel in het ' Boeddhistisch Dagblad ' .
Een selectie hieruit, voornamelijk over de Dhamma/Dharma (ik neem aan dat de lezer het verschil tussen deze twee termen kent); niet zozeer de kibbelreacties.
M'n blog ' De kracht van negatief denken- Waarheid, melancholie en een tragisch levensgevoel hier werd op 15 december 2012 overgenomen in het BD
Het riep veel reacties op; te veel om hier over te nemen en selecteren doet de schrijvers tekort.
Daarom slechts een verwijzing.
Een vrolijke discussie !
Op 23 december 2012 schreef Dick Verstegen het artikel ' Het is alles of niets in de bodhisattvagelofte ', hier .
Dit riep veel reacties op, het waren dan ook de kerstdagen. Ook ik deed mee:
Joop Romeijn zegt:
30 december 2012 om 10:29
De bodhisattva-belofte(n) hebben me als niet-mahayana-boeddhist vaak beziggehouden. Ze doen me denken aan een dichtregel van Marsman die ik als adolescent graag sprak: groots en meeslepend wil ik leven … . Nu ben ik zo ambitieus niet meer, heb ook geen arhat-gelofte en wil slechts losjes verbonden zijn met het universum.
Verder denk ik dat het voor iemand met katholieke wortels makkelijker is deze belofte te reciteren dan voor iemand met protestante wortels, de laatste denk al snel: kan ik dat echt wel uitvoeren, en wil ik het wel echt? Vooral dat alle poorten binnen willen gaan , daar komt het vaak niet van.
Maar via een irrationele transformatieregel van Dogen (‘irrationeel’ is voor mij geen negatief oordeel, slechts feitelijk bedoeld) maakt Dick er een gans andere gelofte van die me wel weer aanspreekt.
Alleen die derde regel weer, ik weet niet of ik dat wel ga doen, daarom wordt het voor mij:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Er is geen weg dus er is niets te volgen
Hoe lang het duurt maakt mij niet uit.
Dick Verstegen zegt:
Wat leuk Joop! Mooie derde regel. Er is verschil tussen weg en weg, denk ik. Zoals ik het voel is er maar één weg en dat is je eigen leven. In dat eigen leven valt er veel te ervaren en -zo bedoel ik het- dat wijst in je leven de weg. Dat is een beetje dubbelop. Maar een weg die ergens aan de andere kant van een wei ligt – nee die is er -ook voor zover ik kan zien- niet. Dus nogmaals: Leuke derde regel.
De bodhisattvagelofte drukt overigens m.i. geen ambitie uit, maar iets feitelijks. Ik ben protestant van huis uit. Had je dat verwacht?
Joop Romeijn zegt:
Dank je Dick. Blijk ik toch nog meer vooroordelen te hebben dan ik toch
al vermoedde, in dit geval dat alle ‘Zennies’ katholieke wortels hadden.
Je bent toch wel een ‘Zennie’, van Zen.Nl,of heb ik dat ook al fout?
Maar dat de bodhisattvagelofte geen ambitie zou inhouden, dat begrijp ik niet. Het gaat toch om de wens , de intentie bodhisattva te worden? En men kan alleen iets willen worden wat men nog niet is. Het is anders voor mij net zo iets ongeremds als met ‘BoeddhaNatuur’: iedereen heeft de mogelijkheid Boeddha te worden en is dan ineens ook al Boeddha. Ik geef de voorkeur aan een meer bescheiden benadering
Edel zegt:
Zouden we dat Marsman ook aandoen, zo maar even zijn gedichten herschrijven? Kan natuurlijk. De bodisattvagelofte is uiteindelijk ook maar een gedicht, dat gereciteerd wordt.
Wie is die bodhisattva wiens gelofte we reciteren? We vertalen het met ‘ik beloof’ maar een even correcte vertaling zou zijn ‘hij belooft’ of ‘zij belooft’ of ‘jij belooft’… Het is niet mijn tekst, maar ik kan hem reciteren, zoals ik een gedicht van Marsman kan reciteren.
En toch: als je ‘groots en meeslepend wil ik leven’ reciteert zindert er iets. Zo ook met de bodhisattvagelofte. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet.
Uiteindelijk is de werkelijkheid prozaïscher. Wat de bodhisattva zegt (en doet) is: ik hou er niet mee op voor het werk af is.
Joop Romeijn zegt:
Eerst even terug naar de leer. Ik heb steeds begrepen dat het Mahayana-boeddhisme er de voorkeur aan geeft te streven naar het bodhisattva worden omdat men het arhat-ideaal (dat de monniken probeerden te bereiken) van Theravada aka ‘Hinayana’ egocentrisch vond.
Van de bodhisattva-vow zijn vele varianten bekend, ook degene die Dick citeerde, men paste voortdurend aan (liever gezegd: men varieerde, als upaya).
De oudste versie (zover ik weet hoor) vond ik op wikipedia:
“ A Bodhisattva vow is found at the end of the Avatamsaka Sutra by Samantabhadra. In Guide to the Bodhisattva’s Way of Life, Shantideva explains that the Bodhisattva vow is taken with the following famous two verses from Sutra:
‘ Just as all the previous Sugatas, the Buddhas
Generated the mind of enlightenment
And accomplished all the stages
Of the Bodhisattva training,
So will I too, for the sake of all beings,
Generate the mind of enlightenment
And accomplish all the stages
Of the Bodhisattva training.’ ”
En wie de bodhisattva-training heeft voltooid (duurt vele levens volgens de leer) wordt bodhisattva. En dan kan het redden van alle levende wezens pas goed beginnen; terwijl een arhat (nog steeds volgens de leer) er dan mee stopt.
Edel zegt:
Joop, ik heb uiteraard de wijsheid ook niet in pacht maar dit is hoe ik het altijd begrepen hebt:
Er bestaat geen enkele traditie die zich hinayana noemt. Hinayana is een uitvinding van het mahayana. Het is niet fair de theravada daarmee te vereenzelvigen.
De mahayana sutra’s verzetten zich tegen een verkeerd begrepen visie op nirvana en de arhat, alsof die laatste enkel in de eigen bevrijding zou geïnteresseerd zijn. In de Pali canon vind ik dat niet terug. (Kijk maar naar het mooie stukje van Andre Baets).
Het is niet de bedoeling een bodhisattva te worden, je bent het al. Je kunt die potentie in jezelf afwijzen of cultiveren. Je ten dienste stellen van het welzijn van alle levende wezens is dan het meest natuurlijke wat er is. En dit pad is eindeloos.
Joop Romeijn zegt:
Edel, ik denk te begrijpen waarom jij het zo begrepen hebt.
In het vroege Mahayana (kort na het begin van onze jaartelling) was bodhisattva worden iets waarna gestreefd kan worden, wat men dus nog niet was. De Ugra-Sutra waar Jan Nattier zo mooi over geschreven heeft (‘A few good men’) is daar een voorbeeld van.
Later, met name een paar eeuwen later, in China werd de gedachte populair dat men ‘eigenlijk‘ altijd al bodhisattva was en is.
Dit spanningsveld wordt ook in je laatste allinea duidelijk, je zegt eerst ‘ je bent het al ‘ (nl bodhisattva); en meteen daarna dat het een potentie is.
In mijn simpele (vrijzinnig)Theravada-denken moet de mens wel enige moeite doen om zijn of haar potenties te verwerkelijken; ik kan bv in potentie de 100 meter binnen 10 seconden lopen maar om de een of andere reden is dat er nog niet van gekomen.
Ook verder zijn mijn ambities beperkt, d.w.z. bescheiden: ik ga echt niet proberen ‘alle levende wezens te bevrijden ‘, als het bij een paar zou lukken, zou dat al mooi zijn.
Edel zegt:
Joop
Niemand weet hoe het mahayana ooit ontstaan is en de mensen die je noemt zoals als Jan Nattier en Alan Cole, en vele anderen doen ongelofelijk interessant historisch onderzoek. Dat is zeker. Het is wel zo dat het idee dat iedereen al een bodhisattva is, centraal staat in de Lotus Sutra, een tekst die gesitueerd wordt in India in het begin van onze jaartelling.
Maar het is niet zozeer het historische dat mij hier interesseert. Dat is maar een hobby. Als ik het zo begrepen heb, komt dat uit wat ik geleerd heb in hedendaagse westerse zen. Ten slotte is het aan ons om het hier waar te maken. Ik ben geen Indiër en geen Chinees.
Daarin deel ik je westerse nuchterheid en bescheidenheid. Voor mij betekent de zin ‘alle levende wezens redden’ niet alleen in functie van mijn eigen behoeftebevrediging leven, maar ten dienste van het welzijn van iedereen die op mijn pad komt (daar hoor ik overigens zelf ook bij). En ja, dat vraagt enige moeite. En soms weet ik ook niet wat wijsheid is. En inderdaad, ik ben blij als het al eens lukt.
Menno Prins zegt:
Dick, en anderen. Dank voor jullie schrijfsels, waar ik graag op reageer. Ik spreek uiteraard voor mijzelf en uit eigen ervaring.
Alle levende wezens bevrijden is hetzelfde als jezelf bevrijden van het eigen ego. De peilloze oorzaak van het lijden wegnemen, komt naar mijn idee neer op hetzelfde: want alleen het ego kan zich met lijden vereenzelvigen. Als er geen ego meer is, is er niets meer dat lijdt.
Daar zit ook meteen de moeilijkheid: je hebt dat ego niet voor niets in dit ondermaanse. Het heeft een belangrijke functie in het dagelijks leven. In theorie is het allemaal heel eenvoudig om jezelf te bevrijden van het eigen ego, maar in de praktijk valt dat (mij) vies tegen. Het blijkt noodzakelijk om voortdurend alert te blijven en het besef levend te houden dat “alles waarvan gezegd kan worden ‘Ik heb’ niet het ware wezen is van de Boeddha natuur (dat vrij is van lijden)” Mijn ego geeft zijn positie blijkbaar niet zomaar op, en beklimt te pas en te onpas weer de troon.
Menno
Dick Verstegen zegt:
Prachtig zoals deze gedachtewisseling zich ontwikkelt. Dank jullie zeer. Ik ben het met jullie allen eens. Zetten we het bodhisattva-ideaal als onbereikbaar neer in dit leven en plaatsen we het zelfs vele levens ver weg, of kunnen we zien dat het zich ook ogenblikkelijk –nu- voltrekt? Dat het al zo is dus. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet, zegt Edel. Wat is het dat die snaar raakt? In mijn beleving is dit dat het over iets gaat dat dichter bij is dan onze eigen huid. Meer, veel meer dan een niet waar te maken intentie. Wie heeft ooit de bodhisattva-training voltooid? Wie zal haar ooit voltooien? We are always halfway, even the Buddha, zei mijn Japanse zenmeester Sokun Tsushimoto ooit. Dat is geen bevestiging dat we er nooit komen, maar een bevestiging dat we er al zijn, ook met alle onthutsende stunteligheid die ons als mensen kenmerkt. Wat ik in mijn stukje probeer te zeggen is dat we ons dat op een anderszins onthutsende wijze bewust kunnen worden. Natuurlijk vergt ook dat tijd. Maar die is betrekkelijk, zoals bijvoorbeeld mag blijken uit de Maha Satipatthana Sutta.
Rob Hogendoorn zegt:
Om eerlijk te zijn: de portee van deze discussie ontgaat me.
Wat is ‘alle levende wezens’ anders dan een abstract idee of een subjectief beeld, vraag ik me af?
Welke functie vervult dat abstracte idee of die subjectieve voorstelling precies voor degenen die zich ervan bedienen?
Op welke vooronderstellingen berusten ze? Zijn er betere ideeën en beelden denkbaar? Is een andere, effectievere didactiek of pedagogiek voorstelbaar?
Waarom etaleren boeddhisten de persoonlijke voorstelling die zij zich van mededogen en liefdevolle vriendelijkheid maken zo nadrukkelijk? Hoort dat erbij?
Is er ijdelheid in het spel? Wensdenken misschien? Kun je jezelf met dit soort ideeën ook voor de gek houden? Je rijk rekenen? Is het geen loze belofte? Hoe kom je daarachter?
Doen christenen, joden, moslims, hindoes, humanisten, atheïsten, niet-religieuzen dit nét zo met noties als ‘naastenliefde’?
Of zijn de wittebroodsweken van hun ideeën daarover allang voorbij? Zijn zij over hun grootste illusies heen?
Dat laatste brengt me op het volgende. Mij is niet duidelijk welke meerwaarde het idee ‘alle levende wezens’ heeft boven het idee ‘de levende wezens om mij heen’.
Het laatste heeft als voordeel dat het aanmerkelijk concreter is, en heel wat makkelijker te operationaliseren valt. Het handelingsperspectief van het bescheidener voornemen is een heel stuk duidelijker.
Echte nadelen zie ik niet. Leef je naar je voornemen, dan komt het praktisch op hetzelfde neer: je bent (verlicht of niet) altijd ergens, en levende wezens zijn overal.
‘Alle’ levende wezens klinkt natuurlijk wel interessant en vastberaden, en je kunt je er in het publieke domein (of op verjaardagsfeestjes) prima mee vertonen.
Op mij komt de overdadige aandacht die eraan besteed wordt echter over als een zinledig tijdverdrijf dat nodeloos afleidt.
Mensen die vol zijn van hun eigen ideeën over (naasten)liefde en mededogen schieten in het dagelijks leven maar al te vaak hopeloos tekort.
Joop Romeijn zegt:
Rob toch!? De portee van deze gedachtenwisseling is dat de bodhisattvagelofte een van de meest gereciteerde Mahayana-teksten is en alleen al daarom belangrijk of op z’n minst interessant is. Ook al omdat ie kort is; de vraag is of ie – net zoals de Hart Sutra – niet-rationeel van aard is. Jij gaat er in je reactie van uit dat ie dat wel zou moeten zijn.
Het is ook geen belofte zoals mensen soms doen bij het nieuwe jaar zoals voortaan z’n vrouw niet meer slaan.
Verder is dit een van de weinige momenten dat Nederlansdse boeddhisten van diverse tradities met elkaar van gedachten wisselen, dat zou een discussie ; op kunnen leveren als de deelnemers de kennelijk sterke boeddhistisch-nederlandse impuls kunnen onderdrukken het bij voorbaat met elkaar eens te willen zijn (daar kan niemand jou overigens makkelijk van beschuldigen).
Dat zijn de deelnemers dus niet en ik begrijp niet dat Dick zegt ‘Ik ben het met jullie allen eens ‘.
Helaas moet ik nog steeds zeggen: Nederlandse boeddhisten (van diverse tradities) kunnen nauwelijks met elkaar discussiëren, dat is van gedachten wisselen, dat is in potentie met elkaar van mening verschillen. Deels is dat omdat men elkaar opvatting niet kent, ondanks de derde regel uit de bodhisattvagelofte. En deels is het het verkeerd begrijpen van de regel van ‘zuiver spreken’.
M'n blog ' Een tekst geschreven vanuit verbazing ' is (met toestemming) op 25 februari 2013 overgenomen in het B.D. M'n verbazing betrof een eerder essay van Edel Maex.
Hieronder de gedachtenwisseling over mijn tekst:
Joop Romeijn zegt:
... opmerking vooraf ...:
Het is een esthetisch plezier flarden uit de Avatamsaka Sutra zelf te lezen; een goede aanleiding weer eens te wijzen op de rijke website van White-Jade-River met haar vertalingen van en toelichtingen op veel Mahayana Sutra’s. Haar website algemeen . En de Avatamsaka Sutra .
Wat betreft de reactie van Edel: gelukkig is het misverstand over je waardering van wetenschap (en van ‘filosofie’ voeg ik er maar aan toe, hoewel filosofie geen wetenschap maar iets eigensoortigs is)
Interessant dat je ‘soteriologie’ opvat als ‘het bevrijden van alle wezens’, terwijl ik het strenger bedoelde als ‘de leer van het bevrijden’ en bovendien niet weet of men een ander wel kan bevrijden.
En dan je vraag ‘Kunnen we niet beter de ontroering haar eigen soteriologisch werk laten doen?'
Ik onderdruk mijn neiging deze mogelijkheid onmiddellijk af te wijzen als zijnde het bij zichzelf illusies opwekken.
Het ontroert worden kan zeker een rol spelen om bv gericht te raken op andere waarden dan die van consumentisme en materialisme. Maar andere processen zijn m.i. onmisbaar om ‘de werkelijkheid te zien zoals die echt is’.
Eén van die zaken is sila , het zich ethisch proberen te gedragen.
De vraag is dus eigenlijk of de gerichtheid op sila het beste vòòr of nà de ontroering kan komen? Ik denk: vòòr.
Edel Maex zegt:
Joop
Ik weet niet of iedereen kan bevrijd worden, maar ik wil niemand a priori uitsluiten, vandaar alle.
Ontroert de sila jou dan niet?
Voor mij maakt het niet uit of iemand over de sila leert door de 5 leefregels of door een jatakaverhaal te horen of door een poëtische tekst te zingen. Laat iedereen aangesproken worden in zijn eigen aard en temperament.
En inderdaad: de sila is een wezenlijk onderdeel van het soteriologisch pad. Daar is geen weg om heen.
Joop Romeijn zegt:
Go, wat ben jij rolvast, Edel: “Ontroert de sila jou dan niet? "
Nou nee, maar ik probeer ook niet me te laten ontroeren. Toegegeven, de vijf aandachstoefeningen van Thich Nhat Hanh zijn esthetisch mooier dan die van de Pali Canon .
Het effect echter – niet toegeven aan m’n neiging die mug dood te slaan of dat vierde chocolaatje ook te nemen – is in principe hetzelfde.
Dus die ontroering is irrelevant.
Ook Jules Prast werd geïnspireerd door een artikel van Edel Maex.
Hij schreef op 17 februari ' De herberg van geborgenheid: kanttekeningen bij de Avatamsaka-commentaren van Edel Maex ', hier . Z'n artikel sloot Jules af met:
“ De geest van openheid die Edel Maex op gezag van de Avatamsaka Sutra vertolkt, zou ik graag zo opvatten: als een uitnodiging om in de onvermijdelijke pijn van de onderlinge verbroedering, in het existiële kraken en schuren van gekoesterde doctrines en heilverwachtingen, een unieke kans te ontwaren om de Dharma verder te brengen en klaar te maken voor komende generaties.
Een nieuwe synthese van zelf en ander als wenkend perspectief voor de boeddhistische wereld? Ik zou in ieder geval graag hopen op iets meer onderlinge handreiking, met behoud van eigenheid. Er moeten mensen opstaan die een pad uitzetten van dialoog. Wellicht dat het initiatief kan komen van de zengemeenschap, van de vertegenwoordigers van een traditie die er als geen andere een track record op nahoudt zichzelf bij herhaling te kunnen ‘revolutioneren’. “
Joop Romeijn zegt:
De komende weken wil ik nog eens goed nadenken over je ‘oproep’, Jules. Want zo beleef ik deze tekst.
Ik ken de teksten over ‘ One Dharma ’, bv dat van Joseph Goldstein, maar ook het commentaar er op van David Chapman.
Tot nu ervaar ik het vooral als de kip die aan het varken voorstelt (met excuses voor dit niet-vegetarische beeld) “zullen we samen het ontbijt ‘ham and eggs’ gaan verkopen, dan lever ik de eieren en jij de ham ” , wat het varken wel een goed idee leek tot zij zich realiseerde daarvoor te moeten sneven.
Het is niet dat ik hecht aan de concepten ‘samsara’ en ‘dukkha’ maar ik gooi ze toch nog niet weg ten behoeve van een poëtische eenheid. Ik ben nu eenmaal geen positivo.
M’n belangrijkste vraag is: waarom zou die verbroedering, die eenheid nodig zijn?
Waarom niet met elkaar leven vanuit de gedachte ‘we agree to disagree’?
Maar dit alles neemt niet weg die ik het debat tusen de diverse boeddhistische tradities zinnig en gewenst vindt.
Misschien is het resultaat niet het één worden maar een ‘we still disagree but on a higher level’.
Laten we dat debat maar eens in Nederland gaan voeren, niet met het doel het eens te worden noch met enig ander doel; alleen dan om het niveau van verbazing hoger te krijgen: hoe is het mogelijk dat hij/zij op deze manier denkt. Dat vind ik ook toch al behoorlijk poëtisch.
Laten we eerst maar eens Chapman gaan lezen.
Jules Prast zegt:
Beste Joop, ik ben ongelooflijk blij met jouw reactie. Mij gaat het om dialoog, je laten verbazen inderdaad, van elkaar leren. Niet om een eenheidsworst als eindresultaat, niet om voorwaarden vooraf om zeker te stellen wiens dharma de ware is. Een platform voor ontmoeting en wederzijdse stimulering. Zoiets. In eerdere artikelen in het BD schreef ik over de theravadavisie op meditatie. Kun je dat delen zonder dat je van richting hoeft te wisselen? Ik ben nieuwsgierig om over muurtjes heen te kijken maar die muurtjes mogen best blijven staan. Als je er over nadenkt (fijn dat je dat wilt), dan misschien in deze geest?
Joop Romeijn zegt:
Goed dat je terugkomt op de post van 12 februari , pas vijf dagen geleden maar sindsdien zijn er in het BD al weer veel zinnige maar ook veel overbodige artikelen geplaatst.
Ik vond het te lastig daar goed op te reageren vanuit een (niet ‘het’) Theravada-perspectief, er is te veel uit te leggen. Toch een korte poging. Het wordt wat technisch.
Je schreef “Wat voor de ‘techniek’ van de zenmeditatie geldt, gaat eveneens op voor andere vormen van mindfulnesstraining. Je zou eens kunnen kijken wat er gebeurt wanneer je tijdens het mediteren eerst de geest kalmeert en dan omschakelt naar een actieve(re) modus waarin je de woorden van de Boeddha als object van meditatie neemt.”
‘Mindfulness’ is een vereenvoudigde en geseculariseerde vorm van wat in de Theravada ‘vipassana-meditatie’ wordt genoemd en vertaald wordt als ‘inzicht’- (engels ‘insight’) meditatie. Meditatie dus en geen contemplatie op woorden; maar wel een actief soort meditatie: aandacht hebben (‘sati’ is het Pali-woord) voor wat er opkomt in je hoofd en weer verdwijnt.
De vipassana-meditatie wordt altijd vooraf gegaan door concentratie-meditatie; en dat lijkt me dicht bij wat in Zen bij het mediteren gedaan wordt.
‘ De woorden van de Boeddha' spelen bij de vipassana-meditatie wel als een referentie-kader een rol, met name dan de drie begrippen anatta (niet-zelf), anicca (onbestendigheid) en dukkha (lijden)
Zie bv dit Simsara-artikel voor verdere toelichting. Op deze Simsara-website is veel meer van je gading te vinden, maar ook breder want de Batchelors zijn geen Theravadins.
Naast ´vipassana´ beoefent men in de Theravada de laatste jaren ook steeds meer nog een andere meditatievorm, die van metta , meestal vertaald als liefdevolle vriendelijkheid .
Wel een kanttekening bij je streven: volgens mij is het goed meer dan één meditatie-vorm te beoefenen (veel vipassana-leraren vinden overigens van niet) maar niet door elkaar en pas als men één vorm als een soort thuisbasis goed beheerst.
Edel zegt:
Je kunt het boeddhisme benaderen in zijn gelijkenissen. Dan vind je veel overeenkomsten tussen de verschillende tradities. Je kunt zelfs verder gaan en veel gelijkenissen vinden tussen verschillende religies en levensbeschouwingen.
Je kunt het ook benaderen in zijn verschillen. Dan zie je grote verschillen tussen theravada en mahayana. Maar ook het mahayana is een heel heterogeen gegeven. En ook binnen zen vind je weer heel verschillende tradities. Zelfs binnen één traditie als de soto-zen ga je grote verschillen vinden tussen de leraren. En ik vertel niets nieuws als ik zeg dat ook een en dezelfde leraar vol contradicties kan zitten.
Beide benaderingen leveren andere resultaten op. Geen daarvan is meer of minder waar.
Veel interessanter dan de vraag naar de verschillen en gelijkenissen vind ik zoals Jules zegt: de dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren.
Joop Romeijn zegt:
Na nog wat reflectie en studie heb ik – uitgedaagd door Jules – een blog geschreven over dit onderwerp. Zie hier.
Samengevat zegt ik:
A. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Dionysische richting bevorderen. ´Zen´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Apollinisch gerichte Zen-beoefenaren zijn.
B. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Apollinische richting bevorderen. ‘Theravada´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Dionysisch gerichte Theravadins zijn.
Ik hoop met dit begrippenpaar een soort neutrale taal te hebben kunnen introduceren waarin de discussie tussen beoefenaren gevoerd kan worden, zoals in het Boeddhistisch Dagblad bv Edel Maex, Dick Verstegen en Jules Prast bepleit hebben.
Mijn probleem met hun bijdragen was dat ze zelf ´poëtisch´ en ´Dionysisch´ van aard waren en dus niet perfect een gezamenlijk gedragen taal inhielden.
Want: Hoe discussieer je in godsnaam met een dichter ? Omgekeerd zouden zij mogelijk van mij kunnen zeggen:
Hoe kan je in godsnaam met een wetenschapper/filosoof komen tot een dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren ? Deze laatste vraag probeer ik te beantwoorden.
Een uitdaging voor anderen?
Op 31 maart 2013 werd een lang artikel van Henk Blezer geplaatst ( hier )
' Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn? ; over ervaringen en denkbeelden omtrent sterven en dood in de Tibetaans boeddhistische literatuur.
Een deel van de discussie daarover:
Joop Romeijn zegt:
Het was opvallend dat er bijna nooit iets in het Boeddhistisch Dagblad stond over het Tibetaans boeddhisme, vergeleken met stukken vanuit Theravada en Zen.
Wel de nodige artikelen over de Tibetaanse cultuur en de onderdrukking daarvan en over zelfverbrandingen maar dat is toch wat anders dan de Dharma.
Met dit lange artikel van Henk Blezer lijkt die achterstand in één klap ingehaald.
Het is inderdaad lang maar zeer de moeite waard, er de tijd voor te nemen. (Misschien staan er juist teveel korte artikelen en non-onderwerpen in het BD)
Een probleem voor iemand die (zoals ik) bezig is met zijn of haar eigen dood is dat het tegelijk verwachtingen wekt.
Namelijk versterking van de fantasie van een ‘mooie dood’ in bed in een stille kamer met geliefden om me heen, en de verschillende fasen van het sterven ervarend.
Ik probeer juist, geen verwachtingen te hebben ; en realiseer me ook dat het er anders aan toe kan gaan, wreder bijvoorbeeld, of korter of eenzamer.
‘Sterven, meestal geen haastig project ‘, zegt Joop Hoek terecht, maar garanties daarop zijn er niet, en dus ook geen verwachtingen.
robbie rosmalen zegt:
Hoi Joop R,
De hierboven beschreven leringen zijn fantastische oefeningen en een schat aan praktische wijsheid. Maar als je serieus de hierboven beschreven oefeningen wilt doen dien je volgens de traditionele bronnen eerst een Mahayana/Vajrayana Spirituele Gids te vinden, van die persoon een Hoogste Yoga Tantra machtiging verkrijgen van Heroeka of Vajrayogini of andere HYT Boeddha. Dan dien je ervaring te krijgen met de leringen over onthechting, (de wens om uit samsara te ontsnappen) de aard van samsara, groot mededogen en bodhichitta en leegte. Daarna kan je beginnen om vertrouwd te raken met die leringen. Zie onder andere ; Tantrische Gronden en Paden, Gids naar Dakiniland, Mahamudra Tantra, Essentie van Vajrayana en Helder Licht van Gelukzaligheid van Eerw. Geshe Kelsang Gyatso. Stukken kan je wellicht vinden via google books, titel intypen etc..
vriendelijke groeten
Robbie
PS Boeddhistische Tantra (die kan leiden naar verlichting in 1 leven) zonder bodhichitta bestaat niet, zonder ervaring van leegte is Boeddhistische Tantra onmogelijk en zonder ervaring van de basisbegrippen van Sutra van Boeddha’s leer kan de Tantra negatieve effecten veroorzaken. (Dus door verkeerd gebruik, niet de fout van de leringen.)
Joop Romeijn zegt:
Misschien heb ik het artikel van Blezer verkeerd gelezen, Robbie.
Want ik heb het niet als een serie oefeningen opgevat maar als een beschrijving van feiten, van ervaringen.
Overigens bedankt voor de informatie; het is duidelijk een andere insteek dan Zen of Theravada. Van en over Geshe Kelsang Gyatso had ik al het een en ander gelezen: een fascinerende wereld, dat Tibetaans boeddhisme.
robbie rosmalen zegt:
Beste Joop,
het is een beschrijving van feiten/ervaringen die alleen bewust kunnen worden waargenomen door zeer ervaren en geoefende tantrische beoefenaars. De verschillende verschijningen vinden trouwens ook elke nacht plaats, tijdens het in slaap vallen en de verschillende stadia van de slaap. Dus die verschijningen ontstaan tijdens het proces van de slaap, tijdens het sterven en voor de beoefenaars tijdens meditatie waaneer men de innerlijke winden beheerst en die in het centraal kanaal kan leiden en vasthouden. Het doel van die meditatie is om in dit leven volledige verlichting/boeddhaschap te bereiken door met de gelukzaligheid van de zeer subtiele heldere licht geest te mediteren op leegte(sunyata). Het is nogal wat dus…
Een selectie hieruit, voornamelijk over de Dhamma/Dharma (ik neem aan dat de lezer het verschil tussen deze twee termen kent); niet zozeer de kibbelreacties.
M'n blog ' De kracht van negatief denken- Waarheid, melancholie en een tragisch levensgevoel hier werd op 15 december 2012 overgenomen in het BD
Het riep veel reacties op; te veel om hier over te nemen en selecteren doet de schrijvers tekort.
Daarom slechts een verwijzing.
Een vrolijke discussie !
Op 23 december 2012 schreef Dick Verstegen het artikel ' Het is alles of niets in de bodhisattvagelofte ', hier .
Dit riep veel reacties op, het waren dan ook de kerstdagen. Ook ik deed mee:
Joop Romeijn zegt:
30 december 2012 om 10:29
De bodhisattva-belofte(n) hebben me als niet-mahayana-boeddhist vaak beziggehouden. Ze doen me denken aan een dichtregel van Marsman die ik als adolescent graag sprak: groots en meeslepend wil ik leven … . Nu ben ik zo ambitieus niet meer, heb ook geen arhat-gelofte en wil slechts losjes verbonden zijn met het universum.
Verder denk ik dat het voor iemand met katholieke wortels makkelijker is deze belofte te reciteren dan voor iemand met protestante wortels, de laatste denk al snel: kan ik dat echt wel uitvoeren, en wil ik het wel echt? Vooral dat alle poorten binnen willen gaan , daar komt het vaak niet van.
Maar via een irrationele transformatieregel van Dogen (‘irrationeel’ is voor mij geen negatief oordeel, slechts feitelijk bedoeld) maakt Dick er een gans andere gelofte van die me wel weer aanspreekt.
Alleen die derde regel weer, ik weet niet of ik dat wel ga doen, daarom wordt het voor mij:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Er is geen weg dus er is niets te volgen
Hoe lang het duurt maakt mij niet uit.
Dick Verstegen zegt:
Wat leuk Joop! Mooie derde regel. Er is verschil tussen weg en weg, denk ik. Zoals ik het voel is er maar één weg en dat is je eigen leven. In dat eigen leven valt er veel te ervaren en -zo bedoel ik het- dat wijst in je leven de weg. Dat is een beetje dubbelop. Maar een weg die ergens aan de andere kant van een wei ligt – nee die is er -ook voor zover ik kan zien- niet. Dus nogmaals: Leuke derde regel.
De bodhisattvagelofte drukt overigens m.i. geen ambitie uit, maar iets feitelijks. Ik ben protestant van huis uit. Had je dat verwacht?
Joop Romeijn zegt:
Dank je Dick. Blijk ik toch nog meer vooroordelen te hebben dan ik toch
al vermoedde, in dit geval dat alle ‘Zennies’ katholieke wortels hadden.
Je bent toch wel een ‘Zennie’, van Zen.Nl,of heb ik dat ook al fout?
Maar dat de bodhisattvagelofte geen ambitie zou inhouden, dat begrijp ik niet. Het gaat toch om de wens , de intentie bodhisattva te worden? En men kan alleen iets willen worden wat men nog niet is. Het is anders voor mij net zo iets ongeremds als met ‘BoeddhaNatuur’: iedereen heeft de mogelijkheid Boeddha te worden en is dan ineens ook al Boeddha. Ik geef de voorkeur aan een meer bescheiden benadering
Edel zegt:
Zouden we dat Marsman ook aandoen, zo maar even zijn gedichten herschrijven? Kan natuurlijk. De bodisattvagelofte is uiteindelijk ook maar een gedicht, dat gereciteerd wordt.
Wie is die bodhisattva wiens gelofte we reciteren? We vertalen het met ‘ik beloof’ maar een even correcte vertaling zou zijn ‘hij belooft’ of ‘zij belooft’ of ‘jij belooft’… Het is niet mijn tekst, maar ik kan hem reciteren, zoals ik een gedicht van Marsman kan reciteren.
En toch: als je ‘groots en meeslepend wil ik leven’ reciteert zindert er iets. Zo ook met de bodhisattvagelofte. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet.
Uiteindelijk is de werkelijkheid prozaïscher. Wat de bodhisattva zegt (en doet) is: ik hou er niet mee op voor het werk af is.
Joop Romeijn zegt:
Eerst even terug naar de leer. Ik heb steeds begrepen dat het Mahayana-boeddhisme er de voorkeur aan geeft te streven naar het bodhisattva worden omdat men het arhat-ideaal (dat de monniken probeerden te bereiken) van Theravada aka ‘Hinayana’ egocentrisch vond.
Van de bodhisattva-vow zijn vele varianten bekend, ook degene die Dick citeerde, men paste voortdurend aan (liever gezegd: men varieerde, als upaya).
De oudste versie (zover ik weet hoor) vond ik op wikipedia:
“ A Bodhisattva vow is found at the end of the Avatamsaka Sutra by Samantabhadra. In Guide to the Bodhisattva’s Way of Life, Shantideva explains that the Bodhisattva vow is taken with the following famous two verses from Sutra:
‘ Just as all the previous Sugatas, the Buddhas
Generated the mind of enlightenment
And accomplished all the stages
Of the Bodhisattva training,
So will I too, for the sake of all beings,
Generate the mind of enlightenment
And accomplish all the stages
Of the Bodhisattva training.’ ”
En wie de bodhisattva-training heeft voltooid (duurt vele levens volgens de leer) wordt bodhisattva. En dan kan het redden van alle levende wezens pas goed beginnen; terwijl een arhat (nog steeds volgens de leer) er dan mee stopt.
Edel zegt:
Joop, ik heb uiteraard de wijsheid ook niet in pacht maar dit is hoe ik het altijd begrepen hebt:
Er bestaat geen enkele traditie die zich hinayana noemt. Hinayana is een uitvinding van het mahayana. Het is niet fair de theravada daarmee te vereenzelvigen.
De mahayana sutra’s verzetten zich tegen een verkeerd begrepen visie op nirvana en de arhat, alsof die laatste enkel in de eigen bevrijding zou geïnteresseerd zijn. In de Pali canon vind ik dat niet terug. (Kijk maar naar het mooie stukje van Andre Baets).
Het is niet de bedoeling een bodhisattva te worden, je bent het al. Je kunt die potentie in jezelf afwijzen of cultiveren. Je ten dienste stellen van het welzijn van alle levende wezens is dan het meest natuurlijke wat er is. En dit pad is eindeloos.
Joop Romeijn zegt:
Edel, ik denk te begrijpen waarom jij het zo begrepen hebt.
In het vroege Mahayana (kort na het begin van onze jaartelling) was bodhisattva worden iets waarna gestreefd kan worden, wat men dus nog niet was. De Ugra-Sutra waar Jan Nattier zo mooi over geschreven heeft (‘A few good men’) is daar een voorbeeld van.
Later, met name een paar eeuwen later, in China werd de gedachte populair dat men ‘eigenlijk‘ altijd al bodhisattva was en is.
Dit spanningsveld wordt ook in je laatste allinea duidelijk, je zegt eerst ‘ je bent het al ‘ (nl bodhisattva); en meteen daarna dat het een potentie is.
In mijn simpele (vrijzinnig)Theravada-denken moet de mens wel enige moeite doen om zijn of haar potenties te verwerkelijken; ik kan bv in potentie de 100 meter binnen 10 seconden lopen maar om de een of andere reden is dat er nog niet van gekomen.
Ook verder zijn mijn ambities beperkt, d.w.z. bescheiden: ik ga echt niet proberen ‘alle levende wezens te bevrijden ‘, als het bij een paar zou lukken, zou dat al mooi zijn.
Edel zegt:
Joop
Niemand weet hoe het mahayana ooit ontstaan is en de mensen die je noemt zoals als Jan Nattier en Alan Cole, en vele anderen doen ongelofelijk interessant historisch onderzoek. Dat is zeker. Het is wel zo dat het idee dat iedereen al een bodhisattva is, centraal staat in de Lotus Sutra, een tekst die gesitueerd wordt in India in het begin van onze jaartelling.
Maar het is niet zozeer het historische dat mij hier interesseert. Dat is maar een hobby. Als ik het zo begrepen heb, komt dat uit wat ik geleerd heb in hedendaagse westerse zen. Ten slotte is het aan ons om het hier waar te maken. Ik ben geen Indiër en geen Chinees.
Daarin deel ik je westerse nuchterheid en bescheidenheid. Voor mij betekent de zin ‘alle levende wezens redden’ niet alleen in functie van mijn eigen behoeftebevrediging leven, maar ten dienste van het welzijn van iedereen die op mijn pad komt (daar hoor ik overigens zelf ook bij). En ja, dat vraagt enige moeite. En soms weet ik ook niet wat wijsheid is. En inderdaad, ik ben blij als het al eens lukt.
Menno Prins zegt:
Dick, en anderen. Dank voor jullie schrijfsels, waar ik graag op reageer. Ik spreek uiteraard voor mijzelf en uit eigen ervaring.
Alle levende wezens bevrijden is hetzelfde als jezelf bevrijden van het eigen ego. De peilloze oorzaak van het lijden wegnemen, komt naar mijn idee neer op hetzelfde: want alleen het ego kan zich met lijden vereenzelvigen. Als er geen ego meer is, is er niets meer dat lijdt.
Daar zit ook meteen de moeilijkheid: je hebt dat ego niet voor niets in dit ondermaanse. Het heeft een belangrijke functie in het dagelijks leven. In theorie is het allemaal heel eenvoudig om jezelf te bevrijden van het eigen ego, maar in de praktijk valt dat (mij) vies tegen. Het blijkt noodzakelijk om voortdurend alert te blijven en het besef levend te houden dat “alles waarvan gezegd kan worden ‘Ik heb’ niet het ware wezen is van de Boeddha natuur (dat vrij is van lijden)” Mijn ego geeft zijn positie blijkbaar niet zomaar op, en beklimt te pas en te onpas weer de troon.
Menno
Dick Verstegen zegt:
Prachtig zoals deze gedachtewisseling zich ontwikkelt. Dank jullie zeer. Ik ben het met jullie allen eens. Zetten we het bodhisattva-ideaal als onbereikbaar neer in dit leven en plaatsen we het zelfs vele levens ver weg, of kunnen we zien dat het zich ook ogenblikkelijk –nu- voltrekt? Dat het al zo is dus. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet, zegt Edel. Wat is het dat die snaar raakt? In mijn beleving is dit dat het over iets gaat dat dichter bij is dan onze eigen huid. Meer, veel meer dan een niet waar te maken intentie. Wie heeft ooit de bodhisattva-training voltooid? Wie zal haar ooit voltooien? We are always halfway, even the Buddha, zei mijn Japanse zenmeester Sokun Tsushimoto ooit. Dat is geen bevestiging dat we er nooit komen, maar een bevestiging dat we er al zijn, ook met alle onthutsende stunteligheid die ons als mensen kenmerkt. Wat ik in mijn stukje probeer te zeggen is dat we ons dat op een anderszins onthutsende wijze bewust kunnen worden. Natuurlijk vergt ook dat tijd. Maar die is betrekkelijk, zoals bijvoorbeeld mag blijken uit de Maha Satipatthana Sutta.
Rob Hogendoorn zegt:
Om eerlijk te zijn: de portee van deze discussie ontgaat me.
Wat is ‘alle levende wezens’ anders dan een abstract idee of een subjectief beeld, vraag ik me af?
Welke functie vervult dat abstracte idee of die subjectieve voorstelling precies voor degenen die zich ervan bedienen?
Op welke vooronderstellingen berusten ze? Zijn er betere ideeën en beelden denkbaar? Is een andere, effectievere didactiek of pedagogiek voorstelbaar?
Waarom etaleren boeddhisten de persoonlijke voorstelling die zij zich van mededogen en liefdevolle vriendelijkheid maken zo nadrukkelijk? Hoort dat erbij?
Is er ijdelheid in het spel? Wensdenken misschien? Kun je jezelf met dit soort ideeën ook voor de gek houden? Je rijk rekenen? Is het geen loze belofte? Hoe kom je daarachter?
Doen christenen, joden, moslims, hindoes, humanisten, atheïsten, niet-religieuzen dit nét zo met noties als ‘naastenliefde’?
Of zijn de wittebroodsweken van hun ideeën daarover allang voorbij? Zijn zij over hun grootste illusies heen?
Dat laatste brengt me op het volgende. Mij is niet duidelijk welke meerwaarde het idee ‘alle levende wezens’ heeft boven het idee ‘de levende wezens om mij heen’.
Het laatste heeft als voordeel dat het aanmerkelijk concreter is, en heel wat makkelijker te operationaliseren valt. Het handelingsperspectief van het bescheidener voornemen is een heel stuk duidelijker.
Echte nadelen zie ik niet. Leef je naar je voornemen, dan komt het praktisch op hetzelfde neer: je bent (verlicht of niet) altijd ergens, en levende wezens zijn overal.
‘Alle’ levende wezens klinkt natuurlijk wel interessant en vastberaden, en je kunt je er in het publieke domein (of op verjaardagsfeestjes) prima mee vertonen.
Op mij komt de overdadige aandacht die eraan besteed wordt echter over als een zinledig tijdverdrijf dat nodeloos afleidt.
Mensen die vol zijn van hun eigen ideeën over (naasten)liefde en mededogen schieten in het dagelijks leven maar al te vaak hopeloos tekort.
Joop Romeijn zegt:
Rob toch!? De portee van deze gedachtenwisseling is dat de bodhisattvagelofte een van de meest gereciteerde Mahayana-teksten is en alleen al daarom belangrijk of op z’n minst interessant is. Ook al omdat ie kort is; de vraag is of ie – net zoals de Hart Sutra – niet-rationeel van aard is. Jij gaat er in je reactie van uit dat ie dat wel zou moeten zijn.
Het is ook geen belofte zoals mensen soms doen bij het nieuwe jaar zoals voortaan z’n vrouw niet meer slaan.
Verder is dit een van de weinige momenten dat Nederlansdse boeddhisten van diverse tradities met elkaar van gedachten wisselen, dat zou een discussie ; op kunnen leveren als de deelnemers de kennelijk sterke boeddhistisch-nederlandse impuls kunnen onderdrukken het bij voorbaat met elkaar eens te willen zijn (daar kan niemand jou overigens makkelijk van beschuldigen).
Dat zijn de deelnemers dus niet en ik begrijp niet dat Dick zegt ‘Ik ben het met jullie allen eens ‘.
Helaas moet ik nog steeds zeggen: Nederlandse boeddhisten (van diverse tradities) kunnen nauwelijks met elkaar discussiëren, dat is van gedachten wisselen, dat is in potentie met elkaar van mening verschillen. Deels is dat omdat men elkaar opvatting niet kent, ondanks de derde regel uit de bodhisattvagelofte. En deels is het het verkeerd begrijpen van de regel van ‘zuiver spreken’.
M'n blog ' Een tekst geschreven vanuit verbazing ' is (met toestemming) op 25 februari 2013 overgenomen in het B.D. M'n verbazing betrof een eerder essay van Edel Maex.
Hieronder de gedachtenwisseling over mijn tekst:
Joop Romeijn zegt:
... opmerking vooraf ...:
Het is een esthetisch plezier flarden uit de Avatamsaka Sutra zelf te lezen; een goede aanleiding weer eens te wijzen op de rijke website van White-Jade-River met haar vertalingen van en toelichtingen op veel Mahayana Sutra’s. Haar website algemeen . En de Avatamsaka Sutra .
Wat betreft de reactie van Edel: gelukkig is het misverstand over je waardering van wetenschap (en van ‘filosofie’ voeg ik er maar aan toe, hoewel filosofie geen wetenschap maar iets eigensoortigs is)
Interessant dat je ‘soteriologie’ opvat als ‘het bevrijden van alle wezens’, terwijl ik het strenger bedoelde als ‘de leer van het bevrijden’ en bovendien niet weet of men een ander wel kan bevrijden.
En dan je vraag ‘Kunnen we niet beter de ontroering haar eigen soteriologisch werk laten doen?'
Ik onderdruk mijn neiging deze mogelijkheid onmiddellijk af te wijzen als zijnde het bij zichzelf illusies opwekken.
Het ontroert worden kan zeker een rol spelen om bv gericht te raken op andere waarden dan die van consumentisme en materialisme. Maar andere processen zijn m.i. onmisbaar om ‘de werkelijkheid te zien zoals die echt is’.
Eén van die zaken is sila , het zich ethisch proberen te gedragen.
De vraag is dus eigenlijk of de gerichtheid op sila het beste vòòr of nà de ontroering kan komen? Ik denk: vòòr.
Edel Maex zegt:
Joop
Ik weet niet of iedereen kan bevrijd worden, maar ik wil niemand a priori uitsluiten, vandaar alle.
Ontroert de sila jou dan niet?
Voor mij maakt het niet uit of iemand over de sila leert door de 5 leefregels of door een jatakaverhaal te horen of door een poëtische tekst te zingen. Laat iedereen aangesproken worden in zijn eigen aard en temperament.
En inderdaad: de sila is een wezenlijk onderdeel van het soteriologisch pad. Daar is geen weg om heen.
Joop Romeijn zegt:
Go, wat ben jij rolvast, Edel: “Ontroert de sila jou dan niet? "
Nou nee, maar ik probeer ook niet me te laten ontroeren. Toegegeven, de vijf aandachstoefeningen van Thich Nhat Hanh zijn esthetisch mooier dan die van de Pali Canon .
Het effect echter – niet toegeven aan m’n neiging die mug dood te slaan of dat vierde chocolaatje ook te nemen – is in principe hetzelfde.
Dus die ontroering is irrelevant.
Ook Jules Prast werd geïnspireerd door een artikel van Edel Maex.
Hij schreef op 17 februari ' De herberg van geborgenheid: kanttekeningen bij de Avatamsaka-commentaren van Edel Maex ', hier . Z'n artikel sloot Jules af met:
“ De geest van openheid die Edel Maex op gezag van de Avatamsaka Sutra vertolkt, zou ik graag zo opvatten: als een uitnodiging om in de onvermijdelijke pijn van de onderlinge verbroedering, in het existiële kraken en schuren van gekoesterde doctrines en heilverwachtingen, een unieke kans te ontwaren om de Dharma verder te brengen en klaar te maken voor komende generaties.
Een nieuwe synthese van zelf en ander als wenkend perspectief voor de boeddhistische wereld? Ik zou in ieder geval graag hopen op iets meer onderlinge handreiking, met behoud van eigenheid. Er moeten mensen opstaan die een pad uitzetten van dialoog. Wellicht dat het initiatief kan komen van de zengemeenschap, van de vertegenwoordigers van een traditie die er als geen andere een track record op nahoudt zichzelf bij herhaling te kunnen ‘revolutioneren’. “
Joop Romeijn zegt:
De komende weken wil ik nog eens goed nadenken over je ‘oproep’, Jules. Want zo beleef ik deze tekst.
Ik ken de teksten over ‘ One Dharma ’, bv dat van Joseph Goldstein, maar ook het commentaar er op van David Chapman.
Tot nu ervaar ik het vooral als de kip die aan het varken voorstelt (met excuses voor dit niet-vegetarische beeld) “zullen we samen het ontbijt ‘ham and eggs’ gaan verkopen, dan lever ik de eieren en jij de ham ” , wat het varken wel een goed idee leek tot zij zich realiseerde daarvoor te moeten sneven.
Het is niet dat ik hecht aan de concepten ‘samsara’ en ‘dukkha’ maar ik gooi ze toch nog niet weg ten behoeve van een poëtische eenheid. Ik ben nu eenmaal geen positivo.
M’n belangrijkste vraag is: waarom zou die verbroedering, die eenheid nodig zijn?
Waarom niet met elkaar leven vanuit de gedachte ‘we agree to disagree’?
Maar dit alles neemt niet weg die ik het debat tusen de diverse boeddhistische tradities zinnig en gewenst vindt.
Misschien is het resultaat niet het één worden maar een ‘we still disagree but on a higher level’.
Laten we dat debat maar eens in Nederland gaan voeren, niet met het doel het eens te worden noch met enig ander doel; alleen dan om het niveau van verbazing hoger te krijgen: hoe is het mogelijk dat hij/zij op deze manier denkt. Dat vind ik ook toch al behoorlijk poëtisch.
Laten we eerst maar eens Chapman gaan lezen.
Jules Prast zegt:
Beste Joop, ik ben ongelooflijk blij met jouw reactie. Mij gaat het om dialoog, je laten verbazen inderdaad, van elkaar leren. Niet om een eenheidsworst als eindresultaat, niet om voorwaarden vooraf om zeker te stellen wiens dharma de ware is. Een platform voor ontmoeting en wederzijdse stimulering. Zoiets. In eerdere artikelen in het BD schreef ik over de theravadavisie op meditatie. Kun je dat delen zonder dat je van richting hoeft te wisselen? Ik ben nieuwsgierig om over muurtjes heen te kijken maar die muurtjes mogen best blijven staan. Als je er over nadenkt (fijn dat je dat wilt), dan misschien in deze geest?
Joop Romeijn zegt:
Goed dat je terugkomt op de post van 12 februari , pas vijf dagen geleden maar sindsdien zijn er in het BD al weer veel zinnige maar ook veel overbodige artikelen geplaatst.
Ik vond het te lastig daar goed op te reageren vanuit een (niet ‘het’) Theravada-perspectief, er is te veel uit te leggen. Toch een korte poging. Het wordt wat technisch.
Je schreef “Wat voor de ‘techniek’ van de zenmeditatie geldt, gaat eveneens op voor andere vormen van mindfulnesstraining. Je zou eens kunnen kijken wat er gebeurt wanneer je tijdens het mediteren eerst de geest kalmeert en dan omschakelt naar een actieve(re) modus waarin je de woorden van de Boeddha als object van meditatie neemt.”
‘Mindfulness’ is een vereenvoudigde en geseculariseerde vorm van wat in de Theravada ‘vipassana-meditatie’ wordt genoemd en vertaald wordt als ‘inzicht’- (engels ‘insight’) meditatie. Meditatie dus en geen contemplatie op woorden; maar wel een actief soort meditatie: aandacht hebben (‘sati’ is het Pali-woord) voor wat er opkomt in je hoofd en weer verdwijnt.
De vipassana-meditatie wordt altijd vooraf gegaan door concentratie-meditatie; en dat lijkt me dicht bij wat in Zen bij het mediteren gedaan wordt.
‘ De woorden van de Boeddha' spelen bij de vipassana-meditatie wel als een referentie-kader een rol, met name dan de drie begrippen anatta (niet-zelf), anicca (onbestendigheid) en dukkha (lijden)
Zie bv dit Simsara-artikel voor verdere toelichting. Op deze Simsara-website is veel meer van je gading te vinden, maar ook breder want de Batchelors zijn geen Theravadins.
Naast ´vipassana´ beoefent men in de Theravada de laatste jaren ook steeds meer nog een andere meditatievorm, die van metta , meestal vertaald als liefdevolle vriendelijkheid .
Wel een kanttekening bij je streven: volgens mij is het goed meer dan één meditatie-vorm te beoefenen (veel vipassana-leraren vinden overigens van niet) maar niet door elkaar en pas als men één vorm als een soort thuisbasis goed beheerst.
Edel zegt:
Je kunt het boeddhisme benaderen in zijn gelijkenissen. Dan vind je veel overeenkomsten tussen de verschillende tradities. Je kunt zelfs verder gaan en veel gelijkenissen vinden tussen verschillende religies en levensbeschouwingen.
Je kunt het ook benaderen in zijn verschillen. Dan zie je grote verschillen tussen theravada en mahayana. Maar ook het mahayana is een heel heterogeen gegeven. En ook binnen zen vind je weer heel verschillende tradities. Zelfs binnen één traditie als de soto-zen ga je grote verschillen vinden tussen de leraren. En ik vertel niets nieuws als ik zeg dat ook een en dezelfde leraar vol contradicties kan zitten.
Beide benaderingen leveren andere resultaten op. Geen daarvan is meer of minder waar.
Veel interessanter dan de vraag naar de verschillen en gelijkenissen vind ik zoals Jules zegt: de dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren.
Joop Romeijn zegt:
Na nog wat reflectie en studie heb ik – uitgedaagd door Jules – een blog geschreven over dit onderwerp. Zie hier.
Samengevat zegt ik:
A. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Dionysische richting bevorderen. ´Zen´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Apollinisch gerichte Zen-beoefenaren zijn.
B. Er zijn vormen van boeddhisme die vrij makkelijk de beoefening ervan in Apollinische richting bevorderen. ‘Theravada´, bijvoorbeeld, hoewel er ook meer Dionysisch gerichte Theravadins zijn.
Ik hoop met dit begrippenpaar een soort neutrale taal te hebben kunnen introduceren waarin de discussie tussen beoefenaren gevoerd kan worden, zoals in het Boeddhistisch Dagblad bv Edel Maex, Dick Verstegen en Jules Prast bepleit hebben.
Mijn probleem met hun bijdragen was dat ze zelf ´poëtisch´ en ´Dionysisch´ van aard waren en dus niet perfect een gezamenlijk gedragen taal inhielden.
Want: Hoe discussieer je in godsnaam met een dichter ? Omgekeerd zouden zij mogelijk van mij kunnen zeggen:
Hoe kan je in godsnaam met een wetenschapper/filosoof komen tot een dialoog, je laten verbazen, van elkaar leren ? Deze laatste vraag probeer ik te beantwoorden.
Een uitdaging voor anderen?
Op 31 maart 2013 werd een lang artikel van Henk Blezer geplaatst ( hier )
' Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn? ; over ervaringen en denkbeelden omtrent sterven en dood in de Tibetaans boeddhistische literatuur.
Een deel van de discussie daarover:
Joop Romeijn zegt:
Het was opvallend dat er bijna nooit iets in het Boeddhistisch Dagblad stond over het Tibetaans boeddhisme, vergeleken met stukken vanuit Theravada en Zen.
Wel de nodige artikelen over de Tibetaanse cultuur en de onderdrukking daarvan en over zelfverbrandingen maar dat is toch wat anders dan de Dharma.
Met dit lange artikel van Henk Blezer lijkt die achterstand in één klap ingehaald.
Het is inderdaad lang maar zeer de moeite waard, er de tijd voor te nemen. (Misschien staan er juist teveel korte artikelen en non-onderwerpen in het BD)
Een probleem voor iemand die (zoals ik) bezig is met zijn of haar eigen dood is dat het tegelijk verwachtingen wekt.
Namelijk versterking van de fantasie van een ‘mooie dood’ in bed in een stille kamer met geliefden om me heen, en de verschillende fasen van het sterven ervarend.
Ik probeer juist, geen verwachtingen te hebben ; en realiseer me ook dat het er anders aan toe kan gaan, wreder bijvoorbeeld, of korter of eenzamer.
‘Sterven, meestal geen haastig project ‘, zegt Joop Hoek terecht, maar garanties daarop zijn er niet, en dus ook geen verwachtingen.
robbie rosmalen zegt:
Hoi Joop R,
De hierboven beschreven leringen zijn fantastische oefeningen en een schat aan praktische wijsheid. Maar als je serieus de hierboven beschreven oefeningen wilt doen dien je volgens de traditionele bronnen eerst een Mahayana/Vajrayana Spirituele Gids te vinden, van die persoon een Hoogste Yoga Tantra machtiging verkrijgen van Heroeka of Vajrayogini of andere HYT Boeddha. Dan dien je ervaring te krijgen met de leringen over onthechting, (de wens om uit samsara te ontsnappen) de aard van samsara, groot mededogen en bodhichitta en leegte. Daarna kan je beginnen om vertrouwd te raken met die leringen. Zie onder andere ; Tantrische Gronden en Paden, Gids naar Dakiniland, Mahamudra Tantra, Essentie van Vajrayana en Helder Licht van Gelukzaligheid van Eerw. Geshe Kelsang Gyatso. Stukken kan je wellicht vinden via google books, titel intypen etc..
vriendelijke groeten
Robbie
PS Boeddhistische Tantra (die kan leiden naar verlichting in 1 leven) zonder bodhichitta bestaat niet, zonder ervaring van leegte is Boeddhistische Tantra onmogelijk en zonder ervaring van de basisbegrippen van Sutra van Boeddha’s leer kan de Tantra negatieve effecten veroorzaken. (Dus door verkeerd gebruik, niet de fout van de leringen.)
Joop Romeijn zegt:
Misschien heb ik het artikel van Blezer verkeerd gelezen, Robbie.
Want ik heb het niet als een serie oefeningen opgevat maar als een beschrijving van feiten, van ervaringen.
Overigens bedankt voor de informatie; het is duidelijk een andere insteek dan Zen of Theravada. Van en over Geshe Kelsang Gyatso had ik al het een en ander gelezen: een fascinerende wereld, dat Tibetaans boeddhisme.
robbie rosmalen zegt:
Beste Joop,
het is een beschrijving van feiten/ervaringen die alleen bewust kunnen worden waargenomen door zeer ervaren en geoefende tantrische beoefenaars. De verschillende verschijningen vinden trouwens ook elke nacht plaats, tijdens het in slaap vallen en de verschillende stadia van de slaap. Dus die verschijningen ontstaan tijdens het proces van de slaap, tijdens het sterven en voor de beoefenaars tijdens meditatie waaneer men de innerlijke winden beheerst en die in het centraal kanaal kan leiden en vasthouden. Het doel van die meditatie is om in dit leven volledige verlichting/boeddhaschap te bereiken door met de gelukzaligheid van de zeer subtiele heldere licht geest te mediteren op leegte(sunyata). Het is nogal wat dus…
Abonneren op:
Posts (Atom)