maandag 23 september 2013

Boeddhistisch leiderschap en volgelingschap Waarom het leider zijn zoveel aandacht krijgt en het volgeling zijn zo weinig

Op zaterdag 5 oktober is de jaarlijkse BOS Boeddhadag in Amsterdam.
Iedereen die lid is van de Stichting Vrienden van de BOS, is … welkom …
Het thema van de dag is spiritueel leiderschap.
”    Aldus de website van de BOS.

Daar ga ik niet heen. Ik ben geen donateur en ook geen 'lid'. Sterker nog: een stichting heeft helemaal geen leden, alleen donateurs. Maar dat juridische schoonheidsfoutje daargelaten heb ik m'n donateurschap een paar jaar ingetrokken om twee redenen:
(1) de televisieprogramma's van de BOS bevatten te weinig Dharma; en
(2) ik weet niet wat er met de inkomsten (uit de jaarlijkse donaties) van deze stichting gebeurt.

Waar ik het over wil hebben, is de term 'spiritueel leiderschap'. Die uitdrukking bevalt me niet.
Het vervangen van van woord 'boeddhistisch' door 'spiritueel' is mij te New Age.
Ik herstel dat woord en ga in op het verschijnsel, althans de term, 'boeddhistisch leiderschap'. Dan nog blijft het een modieuze term waar ik niet zo veel mee heb.
De VU bijvoorbeeld is er ook dol op, die wilden zelfs 'boeddhistisch leiders' opleiden, maar dat agendapunt is steeds informeel (of verborgen) gebleven. Op m'n blog van 3 augustus kon ik dan ook schrijven "De redactie van Bodhitv laat me weten ... wel hebben ze (op mijn dringende verzoek) de term 'boeddhistisch geestelijk leider' bij het gewraakte van der Braak-videootje vervangen door 'boeddhistisch geestelijk verzorger."

Ook de term 'mindful leiderschap' lees ik wel, vooral gebruikt door ZZP-ers die cursussen daarover geven. Daarover later meer.

Het probleem is heel eenvoudig.
Om leider te kunnen zijn moet je leider over iemand zijn. Of meerdere iemanden, want met één op één zijn er wel erg veel leiders, als 'generaals zonder leger'. Een beetje leider kan wel een wat grotere 'span of control' dan één persoon aan.
Personen dus die leiding ontvangen van de leider. 'Volgelingen' noem ik ze, weinig origineel.
Nu is het merkwaardige dat er duizenden boeken en tienduizenden artikelen over 'leiderschap' zijn geschreven en tientallen c.q. honderden over 'boeddhistisch leiderschap'. Maar over het 'object van leiderschap', de volgeling nog geen procent ervan; in de titel, bedoel ik dan. Dat is met name vreemd omdat er heel wat meer mensen zijn die leiding ontvangen dan mensen die leiding geven.
En bovendien: wellicht is geven deugdzamer dan ontvangen, maar leiding ontvangen is minstens zo moeilijk, of moeilijker, dan leiding ontvangen, ook van een en voor een boeddhist.

Natuurlijk, die teksten (overwegend Amerikaanse teksten) gaan wel over degenen aan wie de leider leiding geeft, maar bijna altijd vanuit het perspectief van de leider.
Deze eenvoudige gedachte heb ik wel eens aan anderen die enthousiast deden over 'boeddhistisch leiderschap', voorgelegd. Hun reactie was meestal iets van: dat is ook interessant maar ik geef nu eenmaal een cursus over leiderschap; of meer non-dualistisch: 'leider en volgeling zijn in wezen hetzelfde'. Of: 'iedereen geeft leiding aan zichzelf'. Dat is ook om te draaien (en misschien ook onzin): iedereen moet van zichzelf leiding ontvangen.

Dat van die cursus is natuurlijk helemaal niet toevallig: 'leiderschap' is veel cooler, sexier of status-verhogend dan 'volgelingschap'.
Wie gaat er nu een cursus over boeddhistisch volgeling zijn volgen? En wie gaat die betalen?
Zou iemand die zich daarin heeft gespecialiseerd, ooit door de BOS worden uitgenodigd?

Als aparte discussielijn nog iets over leiderschap en volgelingschap binnen het boeddhisme, in boeddhistische organisaties dus. Zowel bij
* wereldlijke organisaties (een boeddhistische uitgever of omroep bv) als bij
* niet-wereldlijke organisaties (in de betekenis van: met een niet-wereldlijk doel; sangha's dus)
Natuurlijk hebben wereldlijke organisaties mensen als directeuren en voorzitters nodig, maar ook democratische controle; en in dat laatste zijn boeddhisten matig begaafd, is m'n indruk.
Mogelijk komt dat door de ervaringen in niet-wereldlijke organisaties. Ik kan het probleem daarin in de vorm van een vraag formuleren: is een leraar een (boeddhistisch) leider ? Ik denk van niet.

Hoe kan men mindful volgeling zijn?
Door begrip te hebben voor de problemen van de leider die zo nodig leiding wil geven of moet geven, daar met compassie naar te kijken dus. Meedenken met de leider kan ook geen kwaad.
En vervolgens los te blijven van de problemen daarbij; soms de leider een plezier doend en doen wat hij of zij wil en soms ook niet omdat dat niet als heilzaam voorkomt. Vanuit een boeddhistische en dus anarchistische grondhouding.
Mindful in een leiderloos (of op z'n minst leider-arm) team participeren past beter bij het boeddhisme; iets voor volgend jaar?


Samenvattend een advies aan degenen die 5 oktober naar de BOS gaan: Probeer elke keer als u het woord 'leiderschap' hoort, dat in gedachten te vervangen door 'volgelingschap' en probeer dan te doorgronden wat de zin waarin dat woord staat, voor u betekent.


Overigens, het programma bekijkend, valt het met 'spiritueel leiderschap' als thema van de Boeddha-dag reuze mee: alleen de talk van Christina Feldman zal er een beetje over gaan.
In ieder geval wordt het geen 'achterbandag' zoals in vroegere jaren, waarin de BOS feedback kreeg van de trouwe kijkers en luisteraars. De aanwezigen zijn nu spirituele consumenten.

Geen opmerkingen: