zaterdag 5 oktober 2013

Kunnen wij (boeddhisten) de maatschappij transformeren? Nee hoor !

In m'n blog van 27 juli sprak ik m'n verbazing erover uit dat (prof. dr) André van de Braak in zijn VU-colleges kennelijk de mening verkondigt dat boeddhisten (of sangha's) de maatschappij kunnen (althans moeten willen proberen te) transformeren.

Ook Han de Wit van Shambala betrekt deze stelling, bijvoorbeeld in zijn artikel 'Maatschappelijk boeddhisme '.
Het Shambala-boeddhisme streeft naar een 'verlichte samenleving' , zo stelt hij, in navolging van zijn leraar Shogyam Trungpa.
Dit is 'koninklijk boeddhisme', het is dus begrijpelijk dat Han de Wit in de periode rond de kroning van Willem Alexander dit voorjaar dit ideaal aan de nieuwe koning wilde voorhouden.
Daar schreef ik eerder over in mijn blog van 28 april onder de titel 'Kan ik de droom voor ons land over fundamentele goedheid wel steunen? Toch niet ! '

Een derde voorbeeld van deze gedachtengang is opgenomen in de – overigens heldere en waardevolle brochure 'Een boeddhistisch manifest ' van Triratna. Geschreven door Subhuti, naar ik aanneem een Engels Triratna-lid.
In hoofdstuk 5, 'Toevlucht naar de Sangha', gaat het eerst op sangha-opbouw. De volgende stap:
"Het uiteindelijke ideaal van de Sangha is om de samenleving overal te veranderen in een nieuwe samenleving: om de hele wereld te transformeren naar het land van de Dharma – tot een ‘Zuiver Land’. Boeddhisten zouden nooit moeten rusten tot dit doel is bereikt – hoe onmogelijk veraf, zelfs wereldvreemd, het ook lijkt. Vanouds wordt gezegd dat velen zich aan deze taak, gedurende vele levens, gewijd hebben. ...
De eerste taak/verplichting is dan ook om de Dharma wijd en zijd beschikbaar te maken, in een zo helder en toegankelijk mogelijke vorm. ...
Als een groot aantal mensen op deze manier een dharmisch leven leiden, in welke mate dan ook, zal dat een zeer groot effect hebben op de maatschappij als geheel. Het is echter niet voldoende om daarop te zitten wachten. Velen, waar dan ook, lijden verschrikkelijk door onrechtvaardigheid, geweld, armoede, uitsluiting en vooroordelen. Vanuit mededogen is het onze taak om hen te helpen om nu aan hun lijden te ontkomen. Dit kan op twee manieren gebeuren: door hen de directe materiële hulp te bieden die ze nodig hebben om hun problemen het hoofd te bieden en door hen te helpen zichzelf voortaan te helpen. Boeddhisten kunnen beide doen.
....
De ultieme betekenis en doel van de menselijke samenleving is de groei van de individuen in die samenleving – groei in creativiteit, liefde, mededogen en wijsheid. Als die groei bij veel mensen plaats vindt, zal de samenleving stabiel zijn omdat de fundamentele menselijke waarden algemeen gedeeld worden, waardoor tegengestelde belangen afnemen. ...
Als Boeddhisme wordt vernieuwd kan het gemakkelijker zijn invloed sterker doen gelden binnen samenlevingen over de hele wereld, en op die manier waarden inbrengen die het welzijn van allen bevorderen. ... De ultieme betekenis en doel van de menselijke samenleving is de groei van de individuen in die samenleving – groei in creativiteit, liefde, mededogen en wijsheid. Als die groei bij veel mensen plaats vindt, zal de samenleving stabiel zijn omdat de fundamentele
menselijke waarden algemeen gedeeld worden, waardoor tegengestelde belangen afnemen.
Als Boeddhisme wordt vernieuwd kan ... zo verzekeren dat niemand onnodig lijdt ten gevolge van de toevalligheden bij hun geboorte: ras, kleur, klasse, geslacht, seksuele oriëntatie, fysieke handicap. Het kan in de hele samenleving vrede en harmonie bevorderen en een geest van
vriendelijkheid en samenwerking. En het kan ook cultuur, onderwijs en kunst bevorderen als middel voor een hoger menselijk leven.
" (pag 40-45 in de brochure, pag 23-26 in de pdf)

Met dit verhaal, en ook met de opbouw in 'wat te doen', kan ik het eens zijn, tot de laatste door mij geciteerde passage dat getuigt van een (in mijn ogen) achterhaald vooruitgangsgeloof.

============================================================

Ik wil mijn reactie op deze denktrant van 'de maatschappij transformeren'
genuanceerd maar ook principieel
brengen.

Het doel van het begaan van het boeddhistische pad is uiteraard daar een stuk verder op te komen, iedere keer weer. Tot hoever of waarnaartoe is lastiger te formuleren, maar vooral ook op diverse manieren te formuleren. 'Persoonlijk transformeren' is één van de manieren waarop dat kan, al is dat niet mijn manier, het komt me nogal specifiek als een Mahayana-term voor, en als te hoogdravend. Ik zeg iets als 'steeds meer de dingen zien zoals ze echt zijn', 'onthechten' of desnoods: 'ontwaken'. 'Desnoods' zeg ik, want dat gaat niet volledig gebeuren, verlicht worden of arhat worden in termen van de Pali-canon. Daarvoor ben ik eerlijk gezegd ook niet ambitieus genoeg.

Een primaire groep om me heen om dat samen te doen (een sangha als je wilt) is daarbij buitengewoon nuttig en in de beginfase van dat pad nodig. Maar een sangha is niet de maatschappij.
Als onderdeel van dat pad, als individu, als burger samen met anderen, bijvoorbeeld met een sangha, geëngageerd bezig zijn is ook wezenlijk. Sterker nog: alleen maar mezelf proberen te 'transformeren' kan niet maar is ook onwenselijk.

Dat geëngageerd bezig zijn moet niet alleen intentie zijn, maar werkelijk, fysiek en mentaal gebeuren, naar anderen toe.
Wel in de wetenschap dat het altijd een druppel-op-de-gloeiende plaat is wat ik doe, hoogstens 'een steen verleggen' zoals Bram Vermeulen ooit zong (dit graag op mijn begrafenis draaien).
Of net als Sisyphus in de mythe, steeds weer opnieuw een steen (een andere steen zou ik zeggen) de berg op rollen, die vervolgens weer zelf naar beneden rolt. Daarbij moet ik steeds aan de beschrijving van Albert Camus van deze mythe zeggen, die zijn boek afsluit met: 'wij moeten ons Sisyphus als gelukkig voorstellen'.

En waarom blijft de plaat gloeiend heet? Waarom rolt de steen steeds weer naar beneden? Waarom is steeds weer opnieuw onrecht, armoe en onderdrukking etc?
Omdat we, in laatste instantie moet ik dat toch zo noemen, in samsara leven; en daarin ook blijven bestaan. Een leven waarin 'dukkha ' (lijden, onbevredigendheid) één van de kenmerken is, naast 'niet-zelf' en 'veranderlijkheid'.

Er is geen 'Shambala' op deze wereld (de planeet 'Aarde' op 150 miljoen kilometer van de zon; ik zeg dit om er zeker van te zijn dat we het over dezelfde wereld hebben).
Er is geen 'Reine Land', geen paradijs op deze wereld. En dat paradijs komt er ook niet.
Zeker: de hoeveelheid onrecht, armoe en onderdrukking kan kleiner worden dan ze nu is, in sommige landen is die ook minder geworden de laatste eeuwen. In andere landen waarschijnlijk juist meer. Maar toch moeten we blijven proberen daar iets aan te doen. Steeds weer opnieuw, maar zonder te denken dat dat ook gebeurd is. En ook zonder te denken dat iemand anders (een koning bijvoorbeeld, een leider) dat wel kan.
Kortom: we leven in samsara en blijven dat doen (of gaan dood);
de samenleving transformeren is een illusie.


Sterker: de geschiedenis toont aan dat waar gestreefd wordt naar een heilstaat (op aarde) dat nog wel eens in een dictatuur eindigt.
Laten we er dus maar het beste van proberen te maken in een klungelige en tobberige samenleving.


PS
Ik wil het maar niet over een 'participatie-samenleving ' hebben,
want dat concept betekent 'we weten het ook niet meer'.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Het is eerder onmogelijk dat een maatschappij niet transformeert. Dan zou deze samenleving statisch zijn en niet levend.

Joop zei

Daar heb je een punt.
Ik zou zeggen: de maatschappij evolueert voortdurend, hoewel nergens heen
Met de term 'transformeren' wordt meestal toch een bewuste gerichte serie handelingen bedoeld.