woensdag 5 februari 2014

Kunnen boeddhisten eigenlijk met elkaar praten? Over (vormen en doel van) mediteren bijvoorbeeld; of elkaar begrijpen over Verlichting of BoeddhaNatuur?

De encyclopedie Wikipedia stelt: “Diercommunicatie ... wordt ook wel ten onrechte dierentaal genoemd, want de onderzoekers zijn het er over eens dat communicatie tussen dieren zelfs bij de meest intelligente dieren niet zo complex en expressief is als menselijke taal."
Bron: Wikipedia
Dat kan zo zijn maar ook over de mogelijkheid van mensen om elkaar te kunnen communiceren, heb ik soms mijn twijfels. Met name over het met elkaar communiceren door boeddhisten denk ik soms: dat kunnen we niet.
En dan heb ik het nog niet eens over het elkaar eventueel overtuigen.

Na jaren van meediscussiëren, life en in allerlei boeddhistische discussieforums (Engels en Nederlands) blijf ik het nog steeds lastig en soms zelfs onmogelijk vinden: van gedachten wisselen met andere boeddhisten, met name hen uit andere tradities.
'Mijn' traditie is daarbij een mengvorm van Theravada en atheïsme; en met mensen die globaal ook (één van) deze opvattingen hebben, heb ik geen problemen, qua van gedachten wisselen dan. Ik kan hun redeneringen volgen en concluderen waarin ik het met hen eens ben en waarin niet; ik kan hen vragen stellen en van hen leren.
Datzelfde geldt Christenen (in ieder geval Protestanten), waar het percentage 'oneens' groter is en er ook al een percentage 'ik begrijp je niet' bestaat.

Blijven over mijn problemen met Mahayana-tradities, de levende (pogingen tot gesprekken met personen) en de dode (pogingen oude teksten te begrijpen)
Het Tibetaans boeddhisme is daarvan te veelvormig en complex om veel met stelligheid te zeggen. Mijn indruk is: ik zou er wel veel meer dan nu van kunnen begrijpen als ik me er echt in ga verdiepen, maar die uitdaging heb ik niet.

Van wat ik er wel van begrijp is er een belangrijk aspect dat me niet bevalt en waar ik nooit een (voor mij) bevredigend gesprek met een Tibetaans boeddhist heb kunnen voeren. Namelijk dat er een hiërarchie van leerwegen (vaak yana's genoemd) wordt onderscheiden waarvan het vroege boeddhisme (door velen geïdentificeerd met Theravada) de simpelste is, voor beginners; en hun eigen leer (de term die ik vaak tegenkom, is vajrayana de hoogste.
(Ik heb in het algemeen ernstige twijfel bij het informatieve gehalte van theorieën die hiërarchisch van aard zijn en waarin de aanhanger van die theorie – quasi toevallig – zichzelf bovenaan die hiërarchie heeft gezet; zoals de theorie dat 'de mens' bovenaan de schepping zou staan; dat hoor je een paard nooit zeggen).
Het onvermogen (in ieder geval van mijn kant) daarover een zinnig gesprek te voeren, is het onvermogen tot een gemeenschappelijke taal te komen. Immers zowel de ander als ik menen een taal met bijbehorende argumentatiestijl te hebben, waarin alle aspecten van de vermeende tegenstelling aan de orde kunnen komen.

Datzelfde geldt ook wel voor vormen van OostAziatisch boeddhisme waarin de Lotus Sutra centraal staat. Op die tekst en de aanhangers ervan ga ik nu niet in; vooral omdat ik eenvoudigweg geen affiniteit met deze traditie heb.

Een aparte traditie (het wordt ook wel 'Zen' genoemd maar dat vind ik alleen maar de verwarring verhogend) is die van degenen die op de manier van Thich Nhat Hanh beoefenen. In Nederland gebeurt dat in de sangha's (zo noemen de lokale groepen zichzelf) van leken van Leven in Aandacht .
De uitdaging voor mij in de omgang met deze beoefenaren is dat het bijna niet om de uitwisseling van opvattingen kan gaan, maar van gevoelens. Van in de groep 'gedeelde gevoelens' .
Nu heeft Thich Nhat Hanh heel veel geschreven, d.w.z. veel van zijn talks zijn in boekvorm verschenen. Zowel makkelijke teksten (zelfhulpachtig) als moeilijke (boeddhologische), met uitleg over diverse Sutta's en Sutra's. Ik denk dat het elkaar proberen te begrijpen via deze teksten kan (zeker als het begrip 'van hart tot hart' niet lukt, wat bij iemand zoals ik wel eens het geval is). Verder kan goed over (vormen van) mediteren worden gepraat; 'van gedachten gewisseld' zou ik niet zeggen, meer 'ervaringen uitgewisseld'.
Maar praten over 'dukkha' is al een stuk lastiger; als ik zeg dat het me opvalt dat Thich Nhat Hanh het daar liever niet over heeft, stagneert het gesprek. Zal wel mijn probleem zijn.

Het lastigste heb ik het met Zen, door sommigen genoemd Zen-boeddhisme; het zijn de beoefenaren van deze traditie, en oude, overwegend Japanse teksten, waarnaar ze verwijzen, die me voor raadsels stellen.
Als voorbeeld een discussie over een tekst van de Japanse Bassui (1327-1387), genaamd: 'de meditatieve kracht van Kanzeon '. Zoals uit de discussie hieronder met Jules Prast blijkt, ben ik niet verder gekomen dan het stellen van m'n centrale vraag:
Is er een 'taal' waarin boeddhisten uit verschillende tradities met elkaar van gedachten kunnen wisselen ?
Met 'een taal' bedoel ik dan een geheel van symbolen. Zoals bijvoorbeeld de wiskunde de taal is waarin natuurkundigen met elkaar kunnen praten (en als ze het oneens zijn, in ieder geval 'agree to disagree').

Als het dan niet over deze tekst van Bassui lukt, dan misschien over drie belangrijke thema's:

A   Wat verstaan we onder het begrip 'BoeddhaNatuur' ?
Als het alleen zou betekenen: de mogelijkheid van elk levend wezen, ooit, in nabije of verre toekomst een Volledig Verlichte (een Boeddha dus) te worden, dan zullen weinigen met die opvatting moeilijkheden hebben. Alleen zullen sommigen die mogelijkheid meer van belang achten dan anderen.
Als het echter betekent dat ieder een 'goddelijke vonk' in zich heeft, in wezen goed is of zelfs in wezen al verlicht (Boeddha) is, dan scheiden zich de wegen tussen diverse categorieën boeddhisten.

De discussie kan daarbij ook gevoerd worden over het non-dualisme. Namelijk over de vraag of elk levend wezen naast een 'Boeddha-Natuur' tegelijk ook een 'Mara-Natuur' heeft. Het is Stephen Batchelor geweest die in zijn boek 'Mara' deze mogelijkheid geopperd heeft.
De discussie zou de vorm kunnen van: is 'non-dualisme' persé gewenst en dus (het hebben van) dualistische opvattingen ongewenst of in ieder geval minder ?


B   Wat verstaan we onder 'Verlichting' ?
Een betere term dan 'Verlichting is daarbij: het 'Ontwaken'
Een discussie tussen beoefenaren van verschillende boeddhistische tradities zou kunnen gaan over de vragen:
a) Wat is 'het' eigenlijk ? D.w.z.: hoe omschrift de betreffende traditie het?
b) Hoe 'het' te bereiken; of: overkomt het je? En wie bepaalt dat je 'het' hebt (gehad)?
c) Wat verder te doen in je leven als je 'het' bereikt hebt?  Niets? Of anderen helpen?
d) Een meer praktische subvraag: komt 'het' (tegenwoordig nog) vaak voor eigenlijk?

Over elk van deze vragen zijn boeken vol geschreven, per traditie, nauwelijks intertraditioneel
Wikipedia biedt een aardig overzichtsartikel .
Eén voorbeeld van een benadering vanuit Zen die mij steeds weer tot grote verbazing weet te brengen. Uit informatie door Barbara O'Brien .:
" In his book Zen Mind, Beginner's Mind, Shunryu Suzuki Roshi said that enlightenment is 'nothing special. ... You may say 'universal nature' or 'Buddha nature' or 'enlightenment.' You may call it by many names, but for the person who has it, it is nothing, and it is something.' "

Vooral Theravadin maar ook wel voor sommige beoefenaren van andere tradities slaat de vraag wat 'Verlichting' primair terug op het 'Ontwaken' van de Boeddha (soms Gautama en soms Sakyamuni genoemd). Het gaat om het beëindigen van de cyclus van het leven in samsara, zoals na de Boeddha door arhats gerealiseerd. Stappen naar dit volledige ontwaken zijn: het bereiken van de staat van stroombetreder, van éénmaalterugkerende en nietmeerterugkerende. Zie voor details bovengenoemd Wikipedia-artikel en vervolgens 'Vier graden van verlichting' .

Een benadering die hier enigszins tussen in zit maar toch vooral een wereldlijke interpretatie van 'Verlichting' geeft, is het artikel 'ENLIGHTENMENTS' (let op de meervouds-s) van Jack Kornfield. Het is uit Inquiring Mind


C   Waarom mediteer je? Is boeddhisme beoefenen meer dan mediteren? En wat doe je dan eigenlijk? En welke vorm beoefenen je? Of vormen?
Een heleboel vragen tegelijk. Waar boeken vol over geschreven.
Vragen waar iemand die niet helemaal beginneling over zou moeten kunnen meepraten.
Toch doen veel boeddhisten dat niet, die doen hun eigen ding, zoals geleerd door hun eigen leraar, zonder interesse in andere vormen en andere opvattingen.
En de verschillen - tussen tradities en scholen - zijn groot !
Hier moet ik in de toekomst maar eens meer over gaan schrijven.

==============================================================

BIJLAGE
Soort van discussie over
' De meditatieve kracht van Kanzeon '

Uit Boeddhaweg januari 2014

Als je, van welke school dan ook, je aan zijn Dharma vastklampt, dan kun je nooit de Weg bewandelen, zelfs in je dromen niet, zegt de Japanse zenmeester Bassui (1327-1387) in een leerrede    'Er is geen Boeddha of Dharma buiten de ene Geest'   door  Bassui Tokusho
uit: Mud & Water. The Collected Teachings of Zen Master Bassui, translated by Arthur Braverman (2002),
vertaald door Jules Prast.

"Er is geen Boeddha of Dharma buiten de ene Geest. Deze is inherent aan alle mensen, overeenkomstig de gelegenheid en hun bevattingsvermogen. Wanneer een leraar over Amida spreekt tot de gewone man, dan zal hij zeggen dat er geen Geest of Dharma is buiten Amida. Spreekt hij over de wonderbaarlijke Leer, dan zal hij verklaren dat er buiten de wonderbaarlijke Leer geen Dharma is. Spreekt hij over Kanzeon, dan zal hij opmerken dat alles en iedereen Kanzeon is. Spreekt hij over de Geest, dan legt hij uit dat er geen Dharma is buiten de Geest. Wees je ervan bewust dat alle leringen met deze bedoeling worden gegeven. Begrijp je?
Hoewel arhats het hebben over drie vergiften, kent de Tathagata niet eens twee verschillende begrippen. Arhats zijn mensen die de 84.000 vormen van verwarring hebben doen uitdoven, en misschien zijn er nog te vinden bij wie de verwarring voortduurt. Maar de Tathagatha heeft geen twee manieren om de Dharma tot uitdrukking te brengen. Als je zegt dat er twee Dharma’s zijn, dan belaster je de Tathagata.
Desondanks zijn er, in overeenstemming met het karma van de gewone man, het scherpe en het stompe, oftewel de plotselinge en de geleidelijke realisatie van de Weg. De reis van verwarring naar verlichting kent een oppervlakkige en een diepgaande route. En afhankelijk van de diepgang van de reis, bestaan er hoogwaardige en meer oppervlakkige vormen van realisatie. In een sutra staat dan ook geschreven: “Tussen alle grote wijzen bestaat nog steeds onderscheid, ook al kennen ze de vormloze Dharma.”
Heeft hij evenwel de staat van verlichting niet bereikt, dan houdt iemand vast aan naam en uiterlijke vorm, terwijl hij zichzelf prijst en de Dharma de ene Dharma noemt. Sommige leringen moeten worden vereerd, meent hij, en andere zijn inferieur. Hij legt er de nadruk op dat alles van oorsprong één is, maar verdeelt het Ene in tweeën terwijl hij probeert zijn gedachten ermee in harmonie te brengen. IJs en kokend water zijn van oorsprong bijvoorbeeld beide koel water. Toch blijft ijs hard wanneer het niet is gesmolten. En warm wat blijft warm zolang het niet is afgekoeld.
...
Dharma is innerlijke realisatie. Niet-Dharma bestaat uit formele aspecten, zoals naam en vorm, geschriften en gezegden, enzovoorts. Of je je nu vasthoudt aan de binnen- of de buitenkant, het is altijd het zelf dat aan het werk is. Alweer zegt de sutra: “Laat de Geest worden geboren die geen verblijfplaats kent.” Als iemand zegt dat hij Boeddha is, dan verblijft hij in Boeddha; als iemand zegt dat hij een gewone mens is, dan verblijft hij in het rijk van de gewone man. Als je een lering aanhangt, om het even of deze is van Zen of de Reine Land-school, dan is die lering jouw verblijfplaats.
Wat nu wanneer je hele lichaam geen verblijfplaats heeft? Wat is dan de Geest? Stel je ogen hierop in, hier en nu. Als je echt de geur van thee wilt leren kennen, leeg en reinig je mond dan zodat er geen smaak of geur achterblijft. Wil je de Boeddhadharma verwerkelijken, zorg dat je dan eerst de ideeën kwijtraakt van iemand die zich vastklampt aan de Boeddhadharma. Je zult ogenblikkelijk je oorspronkelijk gelaat terugvinden.
Dit oorspronkelijk gelaat was er al voordat de Boeddha in de wereld verscheen, voordat er sprake was van Eén Dharma, voordat jijzelf werd geboren, toen er nog niets was dat als geest of natuur kon worden benoemd. Pas wanneer deze oorspronkelijke geest tot leven wordt gebracht en een naam krijgt, komen we te spreken over de meditatieve kracht van Kanzeon.
Wanneer je duidelijk doordringt in het naamloze, bén je precies op dat moment Kanzeon, bén je Amida. Dan is het, voor de eerste keer, op zijn plaats te zeggen dat er niet twee Dharma’s zijn, maar één, welke naam je hier verder ook aan geeft. Het is echter een misverstand te verklaren dat alle scholen verschillend zijn of dat er geen twee Dharma’s zijn, zolang je spreekt op basis van je persoonlijke begrip, voordat je in de diepste diepte van je aard hebt geschouwd en tot ontwaken bent gekomen op de Weg.

Joop Romeijn zegt: 10 januari 2014 om 09:02
Jules, heb jij suggesties over de wijze waarop eventueel over deze en vergelijkbare teksten van gedachten gewisseld kan worden?
In een soort meta-taal, een andere ‘taal’ dan die van deze teksten zelf, een religie-wetenschappelijk jargon misschien?
Want nu kan ik alleen maar bij voortduring dingen zeggen als: daar geloof ik niet in, daar ben ik het niet mee eens, dat klopt niet, dat is onlogisch etc.
Misschien is deze taal er eenvoudigweg niet en moeten we de kloof accepteren.
Eén voorbeeld: Ik zeg dat er minstens … twee Dharma’s zijn, plus nog een Dhamma; belaster ik dan de Tathagata ?

Jules Prast zegt: 10 januari 2014 om 14:00
Geen kloof in de taal van hart tot hart

Joop Romeijn zegt: 10 januari 2014 om 15:47
Dat is de taal waarin jij schrijft, niet mijn taal.
Ik zoek een gemeenschappelijke taal (en het ‘hart’ is een bloedpompende spier)


Hier eindigde (kennelijk) de discussie.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

over de voertuigen.
ik heb gelezen, u vast ook, dat het ene voertuig sneller is dan het andere, de tijd die nodig is om Boeddhaschap te bereiken. Het ene voertuig duurt geloof ik vele kalpa's en het andere kan in 1 leven.
verder wordt er op gewezen dat je natuurlijk bij elke leerling die je iets wilt leren zonder twijfel stuit op zijn niveau, diens begripsvermogen, empathische vermogens etc. Daar moet je natuurlijk altijd op aansluiten.
In boeddhisme geldt dat bij de overdracht van de leer van leraar op leerling uiteraard ook.

je moet ook rekening mee houden dat iemand echt niet rijp kan zijn voor bepaalde kennis omdat er een basis ontbreekt. Iemand kan niet meteen integraalrekenen. Daar begint geen leraar mee natuurlijk. Dus sommige dingen kan een leerling gewoonweg niet verteren omdat een basis ontbreekt.

Zo praat men ook over het onderricht. Laag en hoog staan hier dan voor de rijpheid van iemand om iets te kunnen verwerken, te integreren in diens leven. Zo wordt in de Mahayana parinirvana sutra gezegd dat vgl met hinayana het Mahayana de grammatica is, en Hinayana legt de basis om de grammatica te kunnen begrijpen.

Daar zal vast discussie over bestaan maar mij lijkt dit redelijk.

Het is niet zo dat in het Vajrayana geen Hinayana is, integendeel. De zogenaamde voorbereidende oefeningen, die heel belangrijk zijn, bestaat uit oefeningen die in het Hinayana ook belangrijk zijn zoals het contempleren over de gebreken van samsara, lijden, geen-Zelf, contempleren over karma, vergankelijkheid/dood. Zonder die basis gelegd te hebben keert de geest zich niet naar de Dharma, en blijft op een wereldlijke manier aldoor ego-interesses volgen. Dus het is heel belangrijk die rijpheid te verwerven.

Het Hinayana is dus in de beoefening van tibetaanse tradities, zoals de Kagyu, geintegreerd en wordt gezien als een enorm belangrijk fundament. tot zover
Siebe

























tot zover
Siebe

























































Joop zei

Beste Siebe

Dit is een ander discussie-thema dan de drie die ik voorstelde.

Je zegt "Daar zal vast discussie over bestaan maar mij lijkt dit redelijk".
Inderdaad, daarover werd en wordt veel gediscussieerd.
En nee, ik vind dat niet redelijk.

'Hinayana' (zoek eens op wat het letterlijk betekent, het eerste woorddeel drukt minachting uit) is een niet bestaande traditie, in geen enkele land in Azie ooit beoefent. Het is een constructie van sommige vajrayana-aanhangers.

Een vraag: denk je echt dat aanhangers van een bepaalde traditie (bv Theravada) hun eigen traditie simpelere, minder of hoe je het uit wilt drukken, achten t.o.v. van een andere religieuze tradities?

Anoniem zei

Hallo Joop,

Men zegt dat het doel of de motivatie van de Theravada beoefenaar,minder omvattend of ruim of groots (maha) is, namelijk primair gericht op individuele bevrijding. Het oplossen van het eigen-lijden.

Ik weet niet of je echt een duidelijke grens kunt trekken hoor maar er wordt wel een verschil erkend tussen mensen die louter hun eigen bevrijding nastreven en mensen die eigenlijk alle wezens willen bevrijden.

Het alleen werken aan je eigen voordeel kan moreel inferieur worden genoemd tov iemand die ook de bevrijding van anderen wenst.

Siddharta wenste de bevrijding van alle wezens, niet van zichzelf alleen. Zijn wens of motivatie of streven was enorm ruim en dus verstrekkend.

De vrucht van individuele bevrijding, arhatschap is niet dezelfde vrucht, zo zegt men, als de vrucht van het Mahayana, boeddhaschap.

Traditioneel wordt gesproken over de ene vrucht als de enkel nirvanische vrede van de arhat.
Er wordt beweert dat een arhat in deze toestand van enkel vrede niet veel/beperkt voordeel kan brengen aan anderen wezens. En, zo heb ik begrepen, ook het voordeel voor jezelf is beperkt omdat het uitgelegd wordt als gebondenheid aan die toestand van vrede.
Gampopa in de Jewel Ornament of Liberation zegt dat het iemand daar permanent bindt of voor vrijwel eindeloos lang.
Dus eigenlijk is dit Nirvana volgens deze uitleg helemaal geen bevrijding.

Gezegd wordt dat de ongeboren Boeddha de arhat ook zal bewegen het ware Nirvana te vinden, namelijk het niet-verwijlend Nirvana te verwezenlijken.

Er is nu niet alleen een enkele vrede. De geest vertoont nu onbelemmerde spontane activiteit niet alleen qua wijsheid maar ook qua mededogen, liefdevriendelijkheid etc en vaardigheden om elk wezen afhankelijk van diens gesteldheid te helpen.

Misschien is het beledigend te horen voor iemand dat iemands motivatie niet zo ruim is en moreel inferieur, maar toch moet dat kunnen vind ik, niet om die iemand te beledigen maar om recht te doen aan hoe de dingen zijn. Het is toch edelmoediger te werken aan het welzijn van iedereen dan alleen aan dat van jezelf?

Siebe