zaterdag 9 augustus 2014

Een andere ervaring en de vraag: is dit mijn sangha ?

De komende tijd zal ik - deels opgedrongen door een onaangename realiteit - wat meer over het beoefenen van 'vipassana-meditatie ' schrijven en over de organisatie daarvan in Nederland.
Als aanloop een citaat uit het boek 'Verlichting in een lege verpakking '
door Paul van der Sterren. Zie  zijn boek op z'n website

Van de website van de uitgever (Samsara) van dit boek neem ik dit citaat van van der Sterren  over:
" Het huis van de boeddha
Een stille steeg in het centrum van Amsterdam. Een smalle deur, bekroond met een Aziatisch ogende versiering, die door een onzichtbare hand geopend wordt als je op de bel drukt. Een steile trap, die doorloopt naar de tweede verdieping, met halverwege een klein platform waarop links een deur, rechts een schoenenrek. Terwijl je hier je veters losmaakt proef je al de zware wierooklucht in de kamer naast je. Je hoort de stilte die er hangt. Schoenloos betreed je een goed verzorgde, spaarzaam verlichte ruimte. Zachte vloerbedekking, gele muren en plafond, links en rechts ramen met lichte gordijnen die het toch al schaars binnenvallende zonlicht nog verder temperen. Je pakt een meditatiekussentje van de stapel tegenover de deur en gaat ergens zitten, eventueel voorafgegaan door drie buigingen voor het grote boeddhabeeld op de getimmerde verhoging vóór het raam aan de straatkant. Dit is het altaar. Behalve het beeld staat er een wierookvat op, enkele vazen met bloemen en nog wat kleinere dingen die hun betekenis niet direct prijsgeven.
Meestal zitten er al wat mensen, in meditatiehouding, zwijgend, de ogen gesloten, het gezicht naar de boeddha. Niemand reageert op je binnenkomst, zoals jij ook niet opkijkt als er na jou weer anderen binnenkomen. Een paar minuten na de officiële aanvangstijd slaat degene die ‘voorzit’ op een gong en begint de meditatie.
Dit ritueel, soms voorafgegaan door een kopje koffie in een café op het Rokin als ik erg vroeg was, heb ik acht jaar lang een of meerdere keren per week doorlopen. Eerst als lichtelijk afwerende, ietwat angstige, maar tegelijkertijd nieuwsgierige en gefascineerde ‘beginner’, later als trouwe bezoeker, lid van de ‘harde kern’ van mediterenden, en nog weer later als ‘voorzitter’, of zoals we dat meestal noemden meditatiebegeleider. Het was een activiteit die structuur, richting en zin aan mijn leven gaf, ongrijpbare, maar o zo onmisbare zaken voor een mens. Bovendien was de meditatie zelf in veel opzichten de perfecte opvolger van datgene wat tot dan toe centraal had gestaan in mijn leven: het schaakspel. Dezelfde betovering, hetzelfde lokkende perspectief van steeds ‘beter’ te worden, steeds verder te komen, steeds meer aanzien te krijgen. En in een verre, schijnbaar onbereikbare verte, lonkend het hoogste ideaal: in het ene geval het wereldkampioenschap en daarmee de volmaakte beheersing van het schaakspel, in het andere geval de verlichting en daarmee de volmaakte levenskunst. Zo was het nog een stap voorwaarts ook, want het idee om na een leven van sportieve ambitie nu op een spiritueel (dus hoger) plan te zijn aanbeland leverde een uiterst aantrekkelijk zelf- en wereldbeeld op. Een prachtige volgende stap op mijn levenspad. Vaarwel damegambiet, welkom vipassana. Zeer, zeer bevredigend.

De Buddhavihara, het huis van de boeddha, bestaat nog steeds, zij het onder een andere naam. In die tijd was het zowel vipassana meditatiecentrum als (voornamelijk door Chinezen bezochte) boeddhistische tempel, twee functies die vaak en soms letterlijk dwars door elkaar heenliepen. Zo kon het voorkomen dat er tijdens een druk bezochte meditatiezitting werd aangebeld door een gezelschap Chinezen die de tempel even een half uurtje nodig hadden om te offeren en de boeddha om raad te vragen. Gek genoeg was dat nooit een probleem. De vipassana kent geen verstoringen en absorbeert eenvoudig elke situatie die zich voordoet. Ook de Chinezen namen er geen aanstoot aan dat er wat vreemde snoeshanen in hun tempel bleven zitten alsof er niets aan de hand was. Het begrip privacy zei hun waarschijnlijk niets.

Zoals ook in het schaken was ik in de vipassana een ijverige en serieuze student. In het begin veroorzaakte vooral de zitmeditatie heel wat pijn, maar omdat je daaraan went en er vanzelf mee leert omgaan kreeg ik al gauw het idee dat ik vorderingen maakte (dat werd me ook verteld) en begon ik me een hele piet te voelen, zeker nadat ik een keer een hele dag met een groep gevorderden had gemediteerd. Na een jaar deed ik dan ook een belangrijke volgende stap in de vorm van een intensieve retraite van zeven dagen. Daar voelde ik me al snel weer helemaal tot nul gereduceerd. Na één dag was ik al niet meer in staat langer dan tien minuten te blijven zitten en ook de loopmeditatie was een hel. De maaltijden en de schaarse rustperiodes ook trouwens. Ik wilde naar huis, maar bleef toch, doordrongen van het besef dat er nog een lange, lange weg vóór me lag. En dat schrok me niet af, integendeel zelfs, het trok me juist aan. De prikkel van de uitdaging en de verleiding van het perspectief hadden me stevig in hun greep.
Zo ontwikkelde zich een mooie rechte lijn. Enkele maanden later deed ik wéér een retraite, daarna nóg een, en nog een en nog een...
Onvermijdelijk onderga je dan allerlei merkwaardige en soms zeer indringende ervaringen, die je vervolgens belangrijk vindt en die weer het idee doen ontstaan dat je vooruitgaat. Een heerlijk gevoel! Na een paar jaar begon ik mee te helpen bij de opvang van nieuwkomers, werd ik zelf meditatiebegeleider, uitlegger, leraar. Een veelbelovende nieuwe carrière kwam op gang.

En op een goede dag, heel plotseling eigenlijk, was het allemaal voorbij. Na acht jaar vol inzet, vertrouwen en enthousiasme te hebben gemediteerd, begeleid en geleraard hield het op. De motor pruttelde even en stond toen stil. Definitief. Ik verliet het huis van de boeddha en zei de meditatiewereld vaarwel.
..."


Het citaat en het boek gaan verder grotendeels over het nieuwe thema waar Paul van der Sterren sindsdien mee bezig is: de Advaita, ook wel genoemd Advaita Vedanta, de Hindoeïstische vorm van nondualiteit. Daar wil ik me niet mee bezig houden, daarom volg ik hem verder niet in dit boek.
De geschiedenis van deze beoefenaar, die als hij door was gegaan ook een van 'de Veertien' door de Thaise monnik Mettavihari benoemde leraren ter opvolging van hem ('de Vijftien' dan dus) was geworden'. Maar echter met de vipassana klaar was. Ik niet of ik nog niet.


Mijn kennismaking met de vipassana vond plaats in hetzelfde gebouw als door Paul beschreven: toen genaamd 'Buddhavihara ', in de Pieterspoortsteeg. (Daarna heette het een tijdje 'SanghaMetta' en nu 'Dhammadipa')
Een kennismaking een paar jaar na dat van Paul, lijkend op zijn kennismaking, en in de vorm van een gesprek met hem.

Naar aanleiding van het verschijnen van dit boek vond er een interview plaats op 13/4/2013 voor de BOS Radio in het programma Hemelsbreed door Jeannette Werkhoven. Luister hier  (vanaf 22'35" in het algemeen en 31'33" over de vipassana)  naar het programma.

=======================================================================

Nog een andere ervaring.
In 2007 schreef de bekende Amerikaanse leraar en pionier Jack Kornfield een enthousiast artikel over de gang van zaken aan het IMS en in Spirit Rock.
Zie www.thebuddhadharma.com/web-archive/2007/6/1/this-fantastic-unfolding-experiment.html
Ik heb het al eens eerder (begin 2013) geciteerd, toen ik nog enthousiast was over een op te richten ‘ Vipassana Meditatie- en studiecentrum ' (maar niet over de naam).
Een centrum waarin bijvoorbeeld ook Stephen Batchelor welkom is en waar ook samatha-meditatie gegeven wordt.
Hoewel het in Nederland natuurlijk op veel kleinere schaal moet dan in de V.S., is deze beschrijving nog steeds mijn ideaal.

=======================================================================

"De veertien', schreef ik hierboven, vrij achteloos.
Meer daarover op een splinternieuwe website, gevonden via een artikel in   *OpenBoeddhisme* , horend tot die onaangename realiteit waar ik mee begon, maar waar ik pas later (in september denk ik), op in ga.
De website van (of voor?) wat genoemd wordt de  "Mettavihari Heritage Sangha "

'Van' of 'voor' ?
Op de homepage staat o.a."De site van een groep leraren gekwalificeerd in het onderricht van Vipassana of inzicht meditatie "; ondertitel is: "Mettavihari Heritage Sangha".
Uit het lezen van deze - nog maar voor een klein deel gevulde website - wordt me niet duidelijk wie nu eigenlijk die sangha-leden zijn: de 14 vipassana-leraren of (alle participanten in) alle groepen op de website genoemd? In de menulink 'Organisatie en structuur' wordt onderscheiden:
* Buddhavihara Landsmeer,
* de Stichting Inzichts Meditatie (SIM),
* de stichting SanghaMetta (van Jotika),
* de Groep van Leraren; en
* de Lokale Zitgroepen.
Waarom niet andere vipassanagroepen en andere leraren genoemd? Waarom alleen Buddhavihara in Landsmeer en niet andere in Nederland gevestigde Theravada-Tempels genoemd worden, (of waarom ueberhaupt een tempel en niet alleen vipassana-organisaties) vind ik vreemd; de oorzaak is waarschijnlijk het feit dat Adi Ichsan (een van de 14) daar ook actief is; zie  m'n blog van november 2013 .
Het lijkt al met al wel erg weinig op de beschrijving door Jack Kornfield, steeds minder eigenlijk.


De vraag kan nog niet beantwoord worden.
Dat geldt ook de - voor mij - veel belangrijkere tweede vraag: wil ik bij deze sangha horen ?
(In feite geen 'sangha' in de Theravada-betekenis van het woord, maar een conglomeraat van ingewikkeld met elkaar interacterende groepen en personen)
Ik mediteer al jaren in één van de 'Lokale Zitgroepen' (in Amersfoort) bij een van de 'Veertien' (Paul Boersma), dus het zou kunnen.
Maar wil ik het ook? Is die 'sangha' met het centraal stellen van Mettavihari niet teveel naar het verleden gericht? En is (het bestuur van) de SIM het hier mee eens?
Het antwoord daarop geef ik pas als er meer over die onaangename realiteit duidelijk is geworden.
Hopelijk wel dit jaar nog.


Update 21 augustus
* Ik heb inmiddels begrepen dat het bestuur van de SIM zich buigt over bovengenoemde eerste vraag.
* De website vipassana-nederland.nl bevat inmiddels de volgende disclaimer: " Aan deze site wordt gewerkt en is nog niet toegankelijk voor het publiek. Dat er nu al iets zichtbaar is wordt veroorzaakt door mijn onkunde. Uit de nu al zichtbare inhoud kunt u beter nog geen conclusies trekken over het uiteindelijk resultaat. De sitebeheerder "
Wat ik (Joop R) hierover schreef, is dus voorwaardelijk.




Geen opmerkingen: