Maak van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN)
een Federatie van Boeddhistische Tradities (FBT).
Dit voorstel staat in een brief die ik (tegelijk met het plaatsen van deze blog) heb gestuurd aan het bestuur en aan de 'werkgroep ongebonden boeddhisten' van de BUN.
De BUN verkeert al lange tijd in moeilijk vaarwater. De representativiteit en daarmee het gezag is gering in de totale boeddhistische gemeenschap. Als er binnen een boeddhistische organisatie een probleem of conflict is, zal niemand op het idee komen, de BUN te vragen mee te helpen bij de oplossing. De wisseling van bestuursleden van de BUN is hoog, deze zomer is er weer een nieuwe voorzitter gekomen, iemand van de in ogen van niet-Tibetaans-boeddhisten ongemakkelijke organisatie omdat de leraar daarvan (Sogyal R.) berucht is vanwege zijn niet van vrouwelijke leerlingen af kunnen blijven. Zie m'n blogje over deze nieuwe voorzitter.
En zie de Special van *OpenBoeddhisme* over deze leraar.
De BUN tobt al jaren met het verschijnsel van wat zij noemen 'ongebonden boeddhisten', maar wat beter genoemd kan worden 'ongeorganiseerde boeddhisten', of - nog beter -
'niet bij een fysieke sangha aangesloten boeddhisten'.
Om dat probleem (welk probleem?) op te lossen is verleden jaar opnieuw een werkgroep in het leven geroepen die met een aantal (zover ik weet: 3) 'ongebondenen' gesprekken heeft gevoerd; met mij alleen in de vorm van een email-uitwisseling.
Zie mijn blog van april 2014 , getiteld
' Waarom de ongeorganiseerde boeddhist niet 'ongebonden' genoemd moeten worden;
en waarom de BUN eerst weg moet voor er iets anders kan komen '.
Op de Agenda van de Ledenvergadering d.d. 7 juni 2014 van de BUN stond over dit onderwerp vermeld:
"10. Stand van zaken werkgroep ongebonden boeddhisten
a. De werkgroep heeft 30 mei 2014 een tussentijdse rapportage aan het
bestuur gezonden. Bespreking verdere procedure. "
De rapportage was niet bijgevoegd en is nog steeds niet openbaar gemaakt; ook de 'verdere procedure' is niet bekend.
Van andere orde en minstens even groot is het probleem dat HET boeddhisme niet bestaat.
De verschillen tussen de tradities (afkomstig uit verschillende Aziatische landen en een enkele die zich een Westerse traditie noemt) zijn groot. Groter dan de overeenkomsten al worden concepten als 'Vier Edele Waarheden' en 'De Drie Karakteristieken' (welke drie, daarover zijn ze het ook niet eens?). De één heeft het bij voortduring over de 'BoeddhaNatuur', terwijl de ander daarvan kortweg zegt dat die niet bestaat.
Maar ook over de meest elementaire vraag: wat is het doel van de boeddhistische beoefening, wat is 'verlichting'('ontwaken') zijn ze het niet eens; dit is trouwens lastig te constateren want men spreekt daar nauwelijks over.
Daarnaast is de cultuur van de diverse sangha's nogal verschillend. Bijvoorbeeld de discussiecultuur, bij de een is discussie (zeker met de leraar) not done, bij de ander is dit juist onderdeel van het leerproces.
Nu de meer technische kanten van m'n voorstel:
De BUN wordt van een vereniging van sangha's een federatie van een aantal 'tradities' die zichzelf op een wijze zoals zij dat willen, organiseren. Sommige 'tradities' zullen de voorkeur geven aan de stichting- of verenigingsvorm, andere kunnen een meer informele vorm kiezen, als ze maar kans zien afgevaardigden voor de federatieraad aan te wijzen.
Welke 'tradities'? Gebruikelijk is in Nederland de drieslag:
* Theravada (inclusief vipassana);
* Zen en Chan, inclusief het Vietnamese boeddhisme en 'Leven in Aandacht';
* Tibetaans boeddhisme;
Daarnaast zijn er in Nederland:
* Triratna en het daarmee te vergelijken BC Haaglanden;
* Bij het Tibetaans boeddhisme zijn er ook de op Dorje Shugden gerichte groepen waar
anderen het moeilijk mee hebben en zo weinig mogelijk mee te maken willen hebben;
* Nichiren en mogelijk daarmee te vergelijken scholen;
* En tenslotte de niet bij een fysieke sangha aangeslotenen: seculiere en niet-seculiere
boeddhisten, inclusief (maar niet als kern) de Vrienden van het boeddhisme.
Zeven zijn dat er en veel meer leden van de nieuwe Federatie (formeel ook een vereniging al zou strikt genomen een stichting ook kunnen, maar dat is minder wenselijk) kan ik mij niet voorstellen.
Mogelijk andere vormen van Chinees boeddhisme (naast Chan)?
PS De BOS is nu ook lid van de BUN, dat zal in 2016 echt afgelopen moeten zijn,
dit was toch altijd al een weeffout.
Een voordeel van het federatiemodel is dat de tradities elkaar niet meer de maat hoeven te nemen (wat moet een Theravadin bv nu met de in zijn/haar ogen bizarre discussie over Shugden? Wat moet een Tibetaan met de discussie of mindfulness of samatha of metta wel of niet een vorm van vipassana is?)
Verder groeit alles vanzelf in dit model: de leden van de Federatie (de tradities dus) bepalen wat de bevoegdheid is van het bestuur van de federatie.
Ik denk eigenlijk dat dit federatiebestuur geen andere taak heeft dan het organiseren van de bijeenkomsten (halfjaarlijks?) van de Federatieraad.
De overeenkomsten die de BUN over boeddhistisch geestelijke verzorging heeft gesloten met het ministerie van Veiligheid en Justitie en met de Vrije Universiteit zullen in ieder geval onderwerp van bespreking en waarschijnlijk aanpassing moeten zijn.
Tenslotte moet het eerste nieuwe bestuur van de Federatie (ik denk: per 1-1-2016) niet bestaan uit leden van het huidige BUN-bestuur.
Eenvoudiger kan het toch allemaal niet?
========================================================================
Update 27 augustus
Uit de wijze van aankondigen zal duidelijk zijn dat onderstaande tekst niet van mij is. Op twee punten wil ik expliciet een andere mening geven:
* Ik zie onvoldoende bewijs voor wat genoemd wordt 'de seksuele escapades van Sangharakshita'
* Ik reken boeddhistische organisaties in mindere mate dan Rob Hogendoorn af op de escapades van hun leraren omdat het leraar zijn van een persoon sowieso niet zo'n indruk op mij maakt.
Verder heb ik vertegenwoordigers van twee van de zeven door mij (niet persé uitputtend) onderscheiden 'partners' van een toekomstige Federatie nog eens apart op dit voorstel gewezen. Namelijk die partners waar ik het meeste affiniteit mee heb: de eerste (Theravada) en de zevende (Hen zonder fysieke sangha en de 'Vrienden')
Update 25 augustus
Een per mail ontvangen commentaar van Rob Hogendoorn dat om technische redenen niet via het reactieformulier geplaatst kon worden. Om deze reden plaats ik (Joop R) het hier, cursief.
"Eén van de 'ongebonden' met wie deze BUN-commissie (leden: Aad Verboom, Olivier Provily, Henk Dofling, Stijn Bunschoten) sprak was ik.
De term 'ongebonden' is feitelijk onjuist, en naar mijn mening zelfs opzettelijk misleidend. Ik geef daarom de voorkeur aan 'individuele, niet-georganiseerde boeddhisten' en doel daarmee op personen die zich niet aansluiten bij een Nederlandse boeddhistische organisatie.
Daarvoor hebben zij vaak heel goede redenen. Het betekent per se níet dat ze geen deel zouden kunnen uitmaken van een (internationale) sangha of gemeenschap. De term 'ongebonden' suggereert onwil die voortkomt uit vrijblijvendheid. Ik denk dat die suggestie bewust wordt gewekt: het georganiseerd-zijn geeft sommigen een streepje voor.
Dit terzijde: ik heb de BUN-commissie (14 augustus 2014) laten weten dat ik niet langer beschikbaar ben voor gesprekken over de eventuele inbreng van individuele, niet-georganiseerde boeddhisten in de BUN.
Dat ik niet geloof dat deze commissie binnen de BUN enige verandering teweeg gaat brengen — de huidige BUN-leden piekeren er niet over hun 'macht' met anderen te delen — is daarbij van ondergeschikt belang.
De reden is simpel: ik wil persoonlijk helemaal niets te maken hebben met een organisatie die aanhangers van Sogyal Lakar en Rigpa (voorzitter Michael Ritman, bestuurslid Daan Meerburg) de ruimte geeft het voorzitterschap en bestuurslidmaatschap te bekleden en te domineren.
Bij mijn kennismaking vroeg ik de commissieleden of al bekend was wie de nieuwe BUN-voorzitter zou worden. Hoewel de kandidaat bekend was (Henk Dofling was lid van de sollicitatiecommissie), is me toen niet verteld wie hij was. Zou me toen zijn verteld dat de keuze op een Rigpa-kandidaat was gevallen, dan zou ik me onmiddellijk hebben teruggetrokken.
Al zou het BUN-lidmaatschap mogelijk zijn, van zo'n organisatie wíl ik geen lid zijn. Andere individuele, niet-georganiseerde boeddhisten raad ik af zo'n — volstrekt hypothetisch — lidmaatschap zelfs maar te overwegen. De commissieleden adviseerde ik hun eigen inzet nog eens goed te overdenken.
Om kort te gaan: ik wil de BUN geen moment met mijn aanwezigheid of inbreng legitimeren, zelfs niet als gesprekspartner van een (vrijblijvende) commissie. Wie zich afvraagt waarom ik dit standpunt inneem kan het best zelf op onderzoek uit gaan. Ik gaf de commissieleden daarvoor wat aanknopingspunten. Maak bijvoorbeeld een grondige studie van de seksuele escapades van:
• Sogyal Lakar (ook wel: Sogyal Rinpoche) van Rigpa;
• Chögyam Trungpa († 1987) en Ösel Tenzin († 1990) van Shambhala;
• Kalu Rinpoche († 1989) en zijn huidige tulku van het Naropa Instituut;
• Ole Nydahl van Diamantweg Boeddhisme;
• Dennis Genpo Merzel van Kanzeon, Zen Spirit, Zen River;
• Namkha Rinpoche van Rigdzin Community Nederland;
• Sangharakshita van Triratna (voorheen: Vrienden van de Westerse Boeddhisten Orde).
Dat hierover in Nederland zo goed als niets bekend is zegt eigenlijk alleen dat de meeste journalisten (boeddhistisch of niet) die over boeddhisme schrijven tot nu toe hun werk niet goed doen. In het Engels taalgebied is over deze leraren een enorm aantal publicaties en informatieve websites te vinden. Lees voor een uitzondering in Nederland het artikel 'De meester staat zijn leerlingen zeer na' van Marije van Beek in Trouw (26 juni 2014).
De hierboven genoemde organisaties zijn (of in het geval van het Naropa Instituut: was) alle BUN-lid. Dit brengt het totaal aantal BUN-leden dat rechtstreeks door deze seksuele escapades wordt geraakt op minstens negen. Dat die organisaties een moeizame, getroubleerde relatie hebben met het onderwerp seksueel grensoverschrijdend gedrag / seksueel wangedrag / seksueel misbruik is zacht uitgedrukt. Het maakt het onderwerp binnen de BUN feitelijk onbespreekbaar.
Samen met anderen streef ik inmiddels naar het op- en inrichten van een onafhankelijk meldpunt voor seksueel grensoverschrijdend gedrag in boeddhistische kring. Met 'onafhankelijk' bedoel ik in ieder geval 'onafhankelijk van de BUN'. Als ik één organisatie dit onderwerp niet toevertrouw is het de BUN, namelijk. Zoals ik de commissieleden in overweging gaf: hoe kan het zijn dat seksueel verkeer met leerlingen binnen organisaties zoals Rigpa en de BUN níet taboe is, maar een discussie over seksueel misbruik wel?
Ik gaf de commissieleden uitdrukkelijk te kennen dat ik van hen verwacht dat zij de bestuursleden en leden van de BUN niet alleen informeren over het feit dat ik me terugtrek, maar ook over de redenen die daarvoor heb gegeven. Om die reden voel ik me vrij om mijn bezwaren hier te herhalen. Als journalist en wetenschapper zal ik de BUN vanzelfsprekend kritisch blijven volgen en in voorkomend geval, net als voorheen, gelegenheid tot wederhoor blijven bieden. Wie meer over het bovenstaande wil weten kan me via mijn eigen website benaderen: http://robhogendoorn.nl. "
Geen opmerkingen:
Een reactie posten