donderdag 3 november 2011

Wat is "kritisch boeddhisme"? - En geloof ik dan in de "BoeddhaNatuur" ? Deel 1

In de negentiger jaren kwam in het Japanse boeddhisme een meningsverschil dat tientallen jaren had gebroed tot uitbarsting en verbreidde zich over de wereld. Het begon met een discussie over sociale discriminatie binnen de Soto-Zen school; volgens sommigen werd er door boeddhisten stilzwijgend en soms openlijk steun te geven aan een verscheidenheid van Japanse tradities en praktijken die vrouwen, armen en etnische minderheidsgroepen discrimineren of ze benadelen. Door na te denken over hun ervaringen met deze groep gingen Matsumoto en Hakayama Noriaki kritiek leveren op het Japanse boeddhisme, die een steeds breder terrein besloeg. Zaten er - zo vroegen zij zich af - in de Japanse interpretatie van het boeddhisme niet onjuistheden waardoor onderdrukkende sociale gebruiken konden ontstaan en waardoor ook de rol van sommigen boeddhisten in Japan's agressie in de Tweede Wereldoorlog te verklaren valt?

Kritisch boeddhisme’ is ook een ‘terug naar de bronnen’, het verwijderen van lagen opportunisme en machtsdenken en het opnieuw waarderen van de ethische dimensie, die bij het Zen-boeddhisme nogal verwaarloosd is. In die zin kan de stelling van de Japanse critici begrepen worden: het boeddhisme is per definitie kritisch, ook in de zin van “onderscheidend”.

Eén van de meest hete hangijzers in de analyse van deze kritische boeddhisten was dat de leer van de BoeddhaNatuur niet boeddhistisch is, maar bij een soort volksspiritualiteit hoort. Ook de ‘non-dualiteit’ zoals in de Vimalakirti Sutra geleerd, is onacceptabel.
Een deel van teksten uit deze discussie is vertaald in het boek 'Pruning the Bodhi Tree', en riep ook in angelsaksiche landen nogal wat discussie op. Aan Nederland ging die discussie voorbij.
Pruning the Bodhi Tree – The Storm over Critical Buddhism
Edited by Jamie Hubbard & Paul L. Swanson.
University of Hawaií Press, 1997

Ik beperk me hier overwegend tot een korte beschrijving van een paar hoofdstukken uit dit boek.
De vraag wat “BoeddhaNatuur” eigenlijk is, is niet zo eenvoudig te beantwoorden, er is in de loop van de tijd nogal wat - verschillends - in dit concept gestopt: van zeer feitelijk tot zeer transcendent en mystieks.
Een kort overzicht biedt http://nl.wikipedia.org/wiki/Boeddha-natuur. Uitgebreider is de engelse versie in http://en.wikipedia.org/wiki/Buddha-nature; hier wordt ook het concept “tathagata-garbha” gebruikt, afgezien van subtiele verschillen een synoniem van het concept “BoeddhaNatuur”.

Eerst het hoofdstuk “The Doctrine of Tathagata-garbha Is Not Buddhist” door Matsumoto Shirõ
Deze doctrine is niet boeddhistisch omdat hij essentialistisch en monistisch is en op atman-denken gebaseerd. En, zoals we weten, is juist het kenmerk van het boeddhisme de idee van niet-zelf (anatta)
Boeddhistisch daarentegen – zo licht Paul Swanson in een eerder hoofdstuk toe – is de leer niet-zelf en die van de causaliteit (pratityasamutpada). Deze leer is niet die van de universele wederzijdse afhankelijk en niet-temporale causaliteit zoals later ontwikkeld maar die van de twaalfvoudige keten, zich afspelend ìn de tijd, van het afhankelijk ontstaan.
Matsumoto heeft geen probleem met de stelling dat alle levende wezens een Boeddha zouden kunnen worden; zijn probleem begint bij de vervolgstap dat deze mogelijkheid dan al als kern of embryo in alle levende wezens aanwezig is; en al helemaal met de daarop volgende stappen dat alle levende wezens dus BoeddhaNatuur hebben en dus in essentie al Boeddha zijn. Het probleem zit juist in het begrip `Natuur` (hier te begrijpen als ´aard´, ´essentie´), door hem genoemd het ´dhatu´-begrip dat hij bestrijdt.
Het is een inside-discussie tussen Zen/boeddhisten maar hij beschrijft ook hoe ”He (Hakamaya Noriaki) sees Dõgen’s thought to entail a fundamental critique of the ideas of original enlightenment and tathaqgata-garbha, and proceeds to dramatize how, in the later history of the Sõtõ sect, this fundamental position of Dõgen was twisted and changed into teaching the very thing its originator had criticized.

Een antwoord hierop wordt gegeven door Sallie King in het hoofdstuk “The Doctrine of Buddha-Nature Is Impeccably Buddhist”. (ïmpeccably betekent: onberispelijk). Haar verdediging is als volgt:
Men moet kijken hoe termen als BoeddhaNatuur functioneren in teksten die men bestudeert. Ze ontkent niet dat het concept BuddhaNatuur een atman-karakter heeft; maar, de Buddha-Nature Treatise (die zij als belangrijkste bron gebruikt) legt de term ´atman´ juist in termen van mainstream Mahayana-denken. `Atman´ betekent hier de ware, essentiële, aard van alle dingen.
Ook ‘pratityasamutpada’ krijgt de waardering die het verdient, vooral in de vorm van ‘sunyata’ (leegte) als konsekwentie ervan.
Daarmee komen we bij de kern van haar betoog: veel boeddhisten zijn bang voor het begrip ‘sunyata’, zijn bang voor de leegte; ze ervaren het als nihilisme. Sunyata is natuurlijk niet nihilistisch; maar als vaardig middel (skilful means, upaya) voor mensen die deze angst hebben, wordt dan in plaats daarvan het begrip `BoeddhaNatuur´ gebruikt.

[Even een zijspoor: in de Westerse filosofie valt soms de term “horror vacui”, als uitdrukking voor de onzekerheid van de mens, die niet kan leven met twijfel en onzekerheden en niet ingevulde vraagtekens. Volgens deze redenering probeert de mens op elke vraag een passend antwoord te vinden en voor alles een verklaring te zoeken. Kennelijk hadden sommige Aziatische mahayanisten deze horror vroeger ook.]

De conclusie van Sallie King dat de stelling dat het concept BuddhaNatuur essentialistisch (dhatu-vada is hier de gebruikte term) is, onjuist is.
Want ´BoeddhaNatuur´ is een soteriologisch (ongeveer: op ´ontwaken´ of op ´transformatie´ gericht) concept en is ontologisch neutraal.
Daarmee heeft het concept ´BoeddhaNatuur´ opnieuw een onschuldig karakter gekregen, maar twee vragen blijven wel staan:
- Is het zien van sunyata als logisch gevolg van de pratityasamutpada-idee niet wat kort door de bocht?
- Is BoeddhaNatuur echt een niet-nihilistisch synoniem voor sunyata ? En zijn er ook niet heel wat
Mahayana-teksten die BoeddhaNatuur een veel verdergaande (ontologische) betekenis geven,
zoals kan blijken uit het Wikipedia-artikel?

In een volgende post een poging tot antwoord op de meer persoonlijke vraag “Geloof ik dan in de BoeddhaNatuur?” Daarin ook tekstonderzoek in de Pali-Canon over dit concept, want daar is in de Wikipedia-artikelen ook sprake van.

Joop

Geen opmerkingen: