vrijdag 18 november 2011

Een uit boeddhisten bestaande programmaraad voor de BOS als imprint van de VPRO

De afgelopen week konden we berichten lezen van de samenwerking tussen de BOS en de VPRO, die – volgens de wens van de minister - bedoeld moet zijn uit te monden in een fusie, of beter gezegd: overname.
Een beetje vreemd daarbij is de opmerking van VPRO-directeur Lennart van der Meulen in www.nu.nl van 14 november: ''We vinden de missie van de BOS te ver weg staan van de VPRO. Het gaat ons een stap te ver om vertegenwoordigers van de Boeddhistische Unie Nederland op te nemen in het VPRO-bestuur.''
Hoe dan ‘de missie van de BOS’, of liever gezegd: de Dharma herkenbaar in de programma’s, gegarandeerd gaat worden, is mij onduidelijk. Reden voor mij daarover – op persoonlijke titel - een brief te schrijven aan de instantie die daarover gaat: het Commissariaat voor de Media.
Hierbij een afschrift.


Amersfoort, 17 november 2011

Geachte dames en heren van het Commissariaat

Deze brief schrijf ik, zoals meer brieven in het verleden aan u, op persoonlijke titel als betrokken boeddhist.
De vraag die ik u hierbij wil stellen is: voldoet de Participatieraad van de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) op dit moment - van samenwerking die vermoedelijk overgaat in fusie met de VPRO - aan de eisen die daaraan gesteld moeten worden als ´onafhankelijke programmaraad´ ?
Een eventuele vervolgvraag is hoe en wanneer het het juiste moment is deze eisen op te leggen?

ToelichtingIn haar brief `Uitwerking regeerakkoord onderdeel media´ van juni 2011 schijft minister Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart op pagina 19:
Het kabinet treft voor de 2.42-omroepen de volgende overgangsregeling. De genootschappen brengen in de huidige erkenningsperiode (2010-2016) hun omroepactiviteiten onder bij een aanverwante omroepvereniging. Voor degene die
geen natuurlijke partner hebben, geldt dat aansluiting bij de NTR verplicht is. Dit betekent dat de omroepactiviteiten opgenomen worden in de organisatie van de omroep of de NTR. De genootschappen houden hun redactionele onafhankelijkheid. Deze kan bijvoorbeeld geborgd worden door een onafhankelijke programmaraad en een redactiestatuut. Het is aan de betrokken partijen om in samenspraak met het Commissariaat voor de Media aan deze verplichting invulling te geven
. (vet door mij aangebracht, J.R.)

Hieruit begrijp ik dat reeds nu, bij de huidige vorm van samenwerking tussen BOS en VPRO er zo´n programmaraad dient te zijn die aan uw eisen dient te voldoen. De BUN, het (kerk)genootschap in de zin van art 2.42 Mediawet is geen partij in deze samenwerking, zo lijkt het.
Naar mijn mening voldoet de huidige Participatieraad (PAR) nog niet aan deze eisen.
Hieronder mijn suggesties, uitgaand van het (nog) bestaan van de BOS als rechtspersoon.

In de Statuten van de BOS staat hierover:
Participatie Raad.
Artikel 16
.
1. Er is een Participatie Raad. De functie van de Participatie Raad is om, ten behoeve van het directe contact met de stichting, een platform te vormen voor alle boeddhisten in Nederland. De Participatie Raad streeft ernaar een afspiegeling te zijn van de variëteit van de Boeddhistische stromingen en tradities in Nederland.
2. De Participatie Raad adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd.
3. De Participatie Raad heeft tenminste tien en ten hoogste vijfentwintig leden.
4. De Participatie Raad bestaat uit representanten van Boeddhistische stromingen en tradities in Nederland. Deze personen dienen aan de volgende criteria te voldoen: onderschrijving van deze statuten; representatief zijn voor hun stroming/traditie, goed contact hebben met hun stroming/traditie en bereid zijn om dit contact tweezijdig actief vorm te geven; kennis van zaken hebben betreffende hun eigen stroming/traditie.
5. De leden van de Participatie Raad worden, rekeninghoudend met de in dit artikel genoemde criteria, benoemd en ontslagen door de Participatie Raad.
6. De leden van het uitvoerend bestuur zijn aanwezig bij de vergaderingen van de Participatie Raad.


Deze regels dienen te worden aangescherpt, ze zijn in de praktijk veel te vrijblijvend.
A. De onderwerpen waarover het BOS-bestuur verplicht advies moet vragen, moeten worden benoemd (zo is de Zendmachtigingsaanvraag 2010-2015 niet ter advisering aan de PAR voorgelegd).
De PAR in de functie van onafhankelijke programmaraad zal moeten kunnen bewaken dat de omroep zich wat betreft de BOS-uren aan zendtijd beperkt tot de specifiek levensbeschouwelijke (in ons geval dus boeddhistische) taken, zoals het kabinet voorschijft op pag 18 van de brief van de minister.

B. Verder moet worden geregeld op welke wijze het bestuur met de adviezen omgaat: schriftelijk en beargumenteerd.

C. Ook moet de invloed van de “leden van het uitvoerend bestuur “ (lees: de directeur) in de PAR aan banden worden gelegd.

D. Tenslotte moet geregeld worden op welke wijze (met trots gemeld op pag. 4 in de Zendmachtigingsaanvraag 2010-2015 aan het Commissariaat voor de Media maar verder altijd ongenoemd gelaten gehouden) ongeorganiseerde boeddhisten tot de PAR kunnen toetreden. Ik citeer: “...Deze participatieraad staat ook open voor niet-BUN aangesloten boeddhistische centra en bovendien kunnen niet-georganiseerde individuen op uitnodiging zitting nemen in dit adviserende orgaan."


Graag uw mening over deze suggesties

Hoogachtend,

J.W. Romeijn
... (adres)


PS
Ter informatie stuur ik de antwoorden die ik van het ministerie heb gekregen op een tweetal vragen van mij; het antwoord op m'n eerste vraag is eigenlijk een beetje genant; het antwoord op de tweede vraag begrijp ik niet omdat de minister in haar brief aan de Kamer spreekt over een 'overgangsregeling' die dus nu reeds zou moeten gelden.

Uw vragen over Kamerbrief media - kenmerk 329230‏
Dienstposbus Burgervragen 3-10-2011

Geachte heer Romeijn,

In uw e-mail van 8 september jongstleden, gericht aan de directie Media, geeft u aan dat u in verwarring bent gebracht door een bepaalde passage in de Kamerbrief 'Uitwerking regeerakkoord onderdeel media'. Daarin leest u dat (kerkelijke) genootschappen zelfstandig blijven, maar dat ze wel overeenkomsten met één van de acht toekomstige omroepen moeten sluiten. U vraagt of u deze passage daarmee mee goed hebt geinterpreteerd, want het gaat volgens u niet om een (kerk)genootschap, maar om de door zo'n genootschap gestichte omroep die ondergebracht moet worden.
Daarnaast wilt u weten of de directie van een 2.42-omroep danwel het bestuur van het genootschap in de toekomst de onafhankelijke programmaraad mag invullen.
Om met uw eerste vraag te beginnen; u hebt gelijk. Ik kan mij uw verwarring voorstellen, want de bewuste passage is enigszins ongelukkig geformuleerd. U hebt het dus goed gecorrigeerd, het gaat om de omroepactiviteiten, niet het genootschap zelf..
Uw tweede vraag kan ik helaas nog niet beantwoorden. Op dit moment is de directie Media de Kamerbrief aan het uitwerken in een wetsvoorstel. Die bevat de praktische uitwerking van de grote lijnen in de mediabrief. Het wetsvoorstel zal naar verwachting rond het zomerreces van 2012 naar de Tweede Kamer gestuurd worden. Tegen die tijd zal er dus ook meer duidelijkheid zijn over de invulling van de programmaraden.
Ik hoop dat ik u hiermee voldoende geïnformeerd heb.

Met vriendelijke groet,
Rivka Staudt
afdeling Bestuur en Burger
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2 opmerkingen:

Joop zei

Op 19 mei heb ik deze mail verstuurd aan de VPRO

Aan de algemeen directeur van de VPRO, dhr. Lennart van der Meulen

Beste Lennart

De berichten deze week over de samenwerking tussen de VPRO en BOS riepen bij mij - als boeddhist - een paar vragen op.
Aangezien de VPRO over een en ander kennelijk geen contact heeft met (en misschien zelfs geen boodschap heeft aan) de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), heb ik deze vragen voorgelegd aan het Commissariaat voor de Media.
Deze brief heb ik opgenomen in mijn blog, http://joopromeijn.blogspot.com/2011/11/een-uit-boeddhisten-bestaande.html
Uiteraard informeer ik de Nederlandse boeddhisten, en de VPRO, ook over het antwoord van het Commissariaat.

Wat mij verbaast in het bericht in www.nu.nl dat u gezegd zou hebben "Van een vergaande bestuurlijke samenwerking is volgens Van der Meulen geen sprake" terwijl we toch weten dat de minister de eis aan de 2.42-omroepen heeft gesteld dat ze fuseren (=overgenomen worden) door één van de acht toekomstige omroepen, waaronder de VPRO. Waarom wordt ook niet nu het totale integratie-traject bekendgemaakt?

Vriendelijke groet,

Joop Romeijn

Joop zei

VPBRO

Het woord VPRO betekent niets, het is een merknaam. Vroeger was het een afkorting en betekende Vrijzinnig Protestante Radio Omroep.
Moeten we nu gaan spreken over de VPBRO? 'Vrijzinnig Protestante Boeddhistische Radio Omroep'.
De voorzitter van de BUN (die mij in een telefoontje dringend vroeg geen dingen meer te doen als mailtjes sturen naar de VPRO-directeur omdat dat bij de VPRO zo’n raar beeld van ruziezoekende boeddhisten geeft) verzekerde mij dat er geen geheime plannen zijn.
Er is echt niet meer dan het samenwerken van redacties van VPRO en BOS, en zijn er alleen plannen dat de BOS bij de VPRO in gaat trekken.
Dat ik rechtlijnig denk dat ze de eis van minister Marja van Bijsterveldt aan het uitvoeren zijn, moeten uitvoeren, en dat deze voorgenomen samenwerking het begin van de overname is, is onjuist.
Misschien gaan die plannen (o.a. halvering van het budget van de BOS) niet door, filosofeert de BUN, waarschijnlijk ingefluisterd door de BOS. Want er is grote onenigheid in de coalitie over de omroepplannen, waarover vandaag (24 november) al weer bericht wordt dat die onenigheid voorbij is.

Zou het echt zo zijn? Zijn er hier rookgordijnen?
Hoeft er echt nog niet voldaan te worden aan de eis dat er een onafhankelijke programmaraad (onafhankelijk o.a. van de medewerkers van VPRO en BOS) komt die zal moeten kunnen bewaken dat de omroep (VPBRO) zich wat betreft de BOS-uren aan zendtijd beperkt tot de specifiek levensbeschouwelijke, in ons geval dus boeddhistische, taken ?
Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Joop