Diverse zaken; misschien de laatste tekst van dit jaar. Er kan altijd nog wat komen. Ik ben al een tijd aan het worstelen met een tekst over devotie, over mijn eigen devotionele tendensen; maar m'n opvattingen wisselen nog teveel om daar een helder verhaal van te maken. We zien wel.
1. Geassocieerd adviseur bij de BOS worden ? Nee toch
Op 22 november schreef ik gereageerd te hebben op de oproep van het BOS-bestuur dat 'geassocieerde adviseurs ' zocht.
Een week later heb ik een vervolgmail gestuurd met een specificatie hoe ik me formeel de rol van adviseur voorstelde:
Het lijkt me het beste dat het bestuur twee commissies instelt als bedoeld in
artikel 27, lid 3 van de Statuten. In beide commissies komen de door jullie selectie
gekomen geassocieerde adviseurs, aangevuld met een bestuurs/directielid;
- de ene met als taak te adviseren over lange termijn beleid Radio en
websites (waaronder die van Bodhitv)
- de andere met als taak te adviseren over het lange termijn beleid m.b.t. Televisie
In een ontvangstbevestiging schreef de BOS namens het bestuur dat ik half december een reactie van hen mocht verwachten.
Vandaag berichtte de voorzitter van de BOS mij dat de keus van het bestuur niet op mij maar op drie andere kandidaten is gevallen; hoeveel er daarvan overblijven, weet ik niet. Verder ben ik benieuwd of die anderen ook in de openbaarheid durven te treden; want dat hoort toch als je met boeddhistische media bezig wil zijn?
Hier en hieronder heb ik het vooral over de structurele kant van media-aandacht voor het boeddhisme. Het gaat uiteraard om de inhoudelijke kant; daarom herhaal ik wat ik hierover op 15 oktober heb geschreven. Ik denk aan drie functies, vooral te realiseren via radio en internet:
* de inhoudelijke functie (de Dharma / Dhamma brengen)
* de journalistieke functie (informeren over de wijze waarop het boeddhisme
in Nederland beoefend wordt)
* de maatschappelijke functie (boeddhisme staat 'in de wereld'; er spelen
commerciële krachten en belangen, hoe gaan we daar geëngageerd mee om?)
Wat de BOS-televisie de afgelopen jaren vooral heeft gebracht, noem ik de esthetische functie; die heeft voor mij veel minder prioriteit.
Zie verder over de BOS hieronder (punt 2).
2. De opleiding tot BGV-er ('Buddhist Chaplain') en andere VU-activiteiten
Hierover meldde ik het nieuws dat de ambtsopleiding er (september 2014) echt lijkt te gaan komen.
Verder nieuws is er niet. André van der Braak reageerde niet op een mail van me hierover.
Naast m'n twee vraagtekens in deze blogtekst ben ik verder benieuwd hoeveel studenten belangstelling voor deze opleiding hebben.
Nog een nieuwtje, ook relevant voor het thema 'BOS '. Op 15 januari vindt er in het VU-gebouw een debat plaats onder de titel ' Is er toekomst voor religie in de media ? '
De vraagstelling voor dit gebeuren na het intrekken van artikel 2.42 uit de Mediawet: "Betekent dit dat religie zal verdwijnen uit de media? Of komt religie in andere vormen en op andere kanalen terug in de media? En gloort er toch een toekomstperspectief aan het media firmament voor afgestudeerde jonge theologen en religiewetenschappers?"
'Toekomstperspectief ' zonder duidelijk verdienmodel dan toch.
Ik heb de organisatie van het debat twee stellingen voorgelegd:
( 1.) Het is waarschijnlijk niet toegestaan dat de huidige levensbeschouwelijke (2.42)
omroepen publieke middelen besteden voor het anticiperen op de situatie na 2015
wanneer ze geen oproepmiddelen meer krijgen. Mede daarom verdient het de voorkeur
dat daarvoor in de komende tijd nieuwe organisaties worden opgericht.
( 2.) Het zou onverstandig zijn als de levensbeschouwelijke omroepen c.q. bovengenoemde
nieuwe organisaties wat betreft de situatie na 2015 op twee paarden wedden.
Namelijk zowel op activiteiten zonder publieke middelen (bv via internet) àls op
programma's maken, gebruik makend van de € 9 à 12 miljoen budget dat aan de overblijvende
omroepen voor levensbeschouwelijke programma's ter beschikking zal worden gesteld.
3. Van kloosters en meditatiecentra
Een paar dagen eerder schreef ik over de functies van op te richten (concurrerende) meditatiecentra in de Theravada-traditie n.a.v. een mail van Adi Ichsan.
Op deze mail ben ik, in reacties in het 'BoeddhistischDagblad ', nog teruggekomen, met als stelling: 'zwijgen als men moet spreken is ook onzuiver spreken' . Zie onderaan blog van 15 dec.
Verder is het weer stil geworden op dit front; ik krijg de indruk dat de meeste leraren dit initiatief van Adi en/of de Thaise tempel in Landsmeer niet al te serieus nemen.
4. Waar ik niet over heb geschreven en ook nu geen nieuws over kan melden:
Hoe is het toch met de BUN ?
Op 16 november was er een Algemene Leden Vergadering met als agendapunten onder andere, naast vaste punten als BOS en BZI:
“9. Voortgang Bestuurlijke vertaling Rapport Lotusbloem - Aanpassing statuten ...
10. Werkgroep ongeorganiseerde boeddhisten
11. Instellen commissie benoeming nieuwe BUN-voorzitter v.a. April 2014. ”
Sindsdien hebben we niets meer gehoord of gelezen, niet in het BoeddhistischDagblad (menigmaal spreekbuis van BUN-bestuurders) en ook niet op de website van de BUN zelf (waarvan trouwens heel wat pagina's al jaren lang niet bijgewerkt zijn).
Vandaar mijn vraag: IS DE BUN AL VERDWENEN ? Dat zou nu nog te vroeg zijn, opheffen eind 2015 zou het beste zijn. Dan vervalt toch de omroeplicensie waar de BOS gebruik van heeft gemaakt en is de BZI niet meer nodig omdat de 'Raad voor Onafhankelijke Spiritualiteit' functioneert. Dus nog even volhouden.
5. Een nieuwe site met vertalingen naar het Nederlands; en een al langer bestaande
Er zijn al heel wat Nederlandstalige vertaalde boeddhistische teksten, maar nog steeds is dat een fractie van wat er in de oorspronkelijke talen, en in het Engels, is.
Daarom verdient een nieuw initiatief in deze richting waarderende aandacht.
Ik doel op de site http://site.anderkracht.nl/ van Jules Prast.
Update 26 december Helaas is Jules ook zelfgemaakte gedichten op deze site gaan zetten.
Mijn reactie op 'Vorm en Liefde' in het BoeddhistischDagblad waar het overgenomen is: "Volgens mij is God behoorlijk verdwaald in dit gedicht; en is compassie voor hem/haar op z’n plaats. Of is alleen compassie voor levende wezens zinvol en niet voor een concept (zoals God)? "
Al langer (sinds 2004) bestaat de site van Bhiksuni Ratana met veel vertalingen van Mahayana-Sutra's naar het Nederlands. Zie hier , bevat grote vertalingen.
6. *OpenBoeddhisme* over de nieuwe belastingregels voor (boeddhistische) ANBI's
Waar 'Anderkracht' zich met de bovenbouw van het boeddhisme bezighoudt, is de site *OpenBoeddhisme* op dit moment vooral op de onderbouw ervan gericht. Op onroerend-goed in teksten van de afgelopen maanden en op financiën in recente teksten: namelijk nieuwe-eisen-aan-boeddhistische-anbis en de-anbi-boeddhisme-check van 6 c.q. 11 december.
Een groot deel van de boeddhistische organisaties (sangha's) in Nederland heeft de status van 'Algemeen Nut Beogende Instellingen ' (ANBI), wat belastingvoordeel bij schenkingen betekent. Daar staan wel, en aangescherpt per 1 januari 2014, eisen van de belastingdienst tegenover, met name wat betreft transparantie, het openbaar informatie geven.
*OpenBoeddhisme* beschrijft deze eisen en geeft een overzicht van sangha's met een ANBI, inclusief hun al dan niet voldoen aan de nieuwe eisen (niet dus). Het onderzoek wordt vervolgd.
dinsdag 17 december 2013
zondag 15 december 2013
Een aantal reacties in het BoeddhistischDagblad
De afgelopen maand heb ik, na een periode van onthouding, weer een aantal reacties in het 'BoeddhistischDagblad ' geplaatst.
Naast wat klein grut betrof het drie thema's: Het bewonderen van de leraar; In de wereld maar niet van de wereld; en Over juiste spraak. Voor een deel neem ik ook reacties van anderen op; maar om de context volledig te begrijpen moet in het BoeddhistischDagblad zelf gelezen worden.
A. Het bewonderen van de leraar (?)
Een artikel d.d. 10 december van Connie Franssen en een aantal reacties daar op, ook van mij, onder de titel 'Vroedman' .
Mijn openingsreactie:
“Eerlijk gezegd begrijp ik de fascinatie in sommige boeddhistische tradities voor het leraarschap niet zo.
In het begin van het pad is een leraar nodig om de weg te wijzen en valkuilen te laten zien. Maar dat houdt toch een keer op? De leerling wordt toch een keer spiritueel volwassen? Na een paar jaar op z’n hoogst?
Dan wordt de leraar toch de spirituele vriend, op basis van gelijkwaardigheid?
Of een vroegere kennis, want met de vroedvrouw van mij en van m’n kinderen onderhoud ik ook geen contact meer.
Overigens vind ik Nico Tydeman een aardige man, ik gun het hem dat hij vrij is van bewondering.”
Ujukarin hierop:
“Ik ben bang dat JoopR’s stelling weer zo’n typisch geval is van Westers consumentistisch knippen-en-snijden uit de Dharma. Ook in het Aziatische Theravada, voor leken én voor monniken, blijft de band met de Leraar levenslang bestaan. Inderdaad niet zozeer in de Mahayana-zin van ‘Leraar is de Boeddha voor jou’ maar wel in de zin dat in die paar jaar dat de student, hopelijk, volwassen wordt de Leraar ook zich gewoon door-ontwikkelt en nog altijd ver boven jouw niveau zit én levenslang erg nuttig is om je met problemen te helpen, en je Ego-ballonnetjes die vroeg of laat in je beoefening sluipen door te prikken.
Mee eens, het heet na die paar jaar Kalyana Mittata en geen rechtstreeks leraarschap meer. Maar het is nadrukkeijk VERTIKALE vriendschap en nooit geheel op basis van gelijkwaardigheid; tenzij natuurlijk de leraar zelf vind dat je zijn/haar niveau bereikt hebt maar dat gaat dan ook meestal gepaard met iets van een transmissie/autorisatie, Acharya-titel bij het Theravada etc. en dan nóg vereer je de leraar in enige vertikale zin. ”
Ik weer:
“Met het meeste van wat Ujukarin zegt, ben ik het wel eens; alleen [met] dat woord ‘vereren‘ heb ik grote moeite. Dat doen m.i. Theravadins niet; het is de overtreffende trap van ‘bewonderen‘ waarin ook al een onzuiver sentiment zit. Vind ik hoor.
Sommige mensen bewonderen veel. Ik niet, ik ben er wat zuiniger mee
Waardering heb ik voor m’n leraren, respect, maar in bepaalde zin laat ik ze ook achter me.
Af en toe denk ik aan een mooie uitspraak van Martine Batchelor over dat in Korea leerlingen vrij makkelijk van de ene naar de andere leraar gaan. Haar ‘verklaring’: de leraren in Korea hebben er niet zo’n moeite mee, hun leerlingen los te laten.
(Hier stond oorspronkelijk nog een zin bij:)
Tenslotte herhaal ik m’n pleidooi om ook vanuit het perspectief van de leraar te redeneren: gun hem of haar dat hij/zij vrij is van bewondering. ”
Edel Maex (die mijn reactie niet heeft kunnen lezen omdat die pas dag later geplaatst werd):
"Hoe is toch in het boeddhisme het idee binnengeslopen van de leraar die je ego doorprikt? Volgens mij komt dat van Freud. Het is de catch 22 van: ‘als jij niet ziet wat ik zie, dan is dat jouw onbewuste weerstand’.
De Boeddha zie ik zoiets nooit doen. In de Pali Canon zie je de Boeddha met een oneindig geduld en een mateloze vriendelijkheid en respect steeds weer de dharma uitleggen en nog eens uitleggen en het nog eens anders zeggen …
Die vriendelijkheid heb ik zelf ook altijd bij Nico ervaren en zo lees ik ook Connie’s mooie stukje. Maar ik wens hem met Joop R. ook weer niet tè veel bewondering toe. Dat is voor niemand leuk.”
Waarop Ujukarin:
“Goede vraag, Edel. Ik denk dat het vooral taal is – wij in het Westen hebben nu eenmaal meer met Ego als expliciet concept te maken dan de mensen toen in India. Maar als ik het anders verwoord als ‘Leraar die door zijn/haar geduld en scherpte jou van je foutieve zienswijzen afhelpt’ dan past dat zowel bij de Boeddha als pakweg bij de zenmeesters-met-hun-haarscherpe-pointes. Bij de Boeddha bijvoorbeeld in de bekeringen van Kisagotami en Angulimala, die echt 180′ omdraaiden na indirect zijn lering begrepen te hebben en daarmee hun foute zienswijze (Ego) achter zich lieten. Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha. ”
Mijn reactie daarop:
“… Ujukarin stelt: 'Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha.‘
Nogmaals: respecteren zeker, maar waar is dat ‘bewonderen’ goed voor? Alsof je levenslang teruggaat naar je vroedvrouw/vroedman voor nazorg na je geboorte. Lijkt mij onvolwassen gedrag. Is het een band willen blijven hebben met je leraar ook niet een aspect van dat vermaledijde ‘Ego’? ”
Een paar dagen later (de 15e december) heb ik nog een reactie geplaatst, nadat ik weer eens gereflecteerd had op m'n eigen - niet te ontkennen - devotionele kanten:
" Een slimme lezer heeft me er op gewezen dat ik hier het heilzame karakter van het bewonderen van de leraar in twijfel trek maar tegelijk op mijn blog een bewonderend stuk over Bhikkhu Bodhi plaats. (http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/12/boeddhistische-globale-verlichting-een.html )
Het is waar; de tekst is overwegend bewonderend, inclusief de behoefte in een aantal opzichten ook te zijn zoals hij is.
Er zijn nog een paar argumenten die mij deels vrij pleiten, maar sterk zijn die niet:
Ik zou kunnen zeggen dat Bhikkhu Bodhi mijn leraar niet is, met de bijbehorende transmissie van hart tot hart zoals sommigen (Zennies) zo mooi zeggen; ik ken hem niet persoonlijk, heb alleen veel van hem gelezen.
Dan zou ik kunnen zeggen dat ik ook wel een paar kritiekpunten op hem durf te formuleren, ik zie hem niet als perfect. Eigenlijk is het zo dat ik het op een paar punten niet met hem eens ben, dat is wat anders dan hem onvolmaakt verklaren.
Vervolgens zou ik mezelf wegcijferend kunnen stellen dat m’n bewonderende tekst een doel buiten mezelf dient, namelijk anderen ertoe brengen hem ook te gaan lezen en zijn initiatief na te volgen. Bewondering als ‘vaardig middel’ (‘upaya‘) zogezegd. Maar dat kunnen anderen met hun guru-devotie ook zeggen.
Maar misschien moet ik maar gewoon toegeven dat ik overdreven heb en/of dat ik ook niet volmaakt ben. Bovendien heb ik makkelijk praten: ik loop niet zo’n groot risico van bewonderd te worden.
Met dank aan Connie die deze discussie mogelijk heeft gemaakt. "
B. In de wereld maar niet van de wereld? Of toch?
Een artikel van 30 november door Robert Keurntjes getiteld 'Zorgen over het boeddhisme'
Mijn reactie d.d. 30 november:
“Raadselachtig, vermoedelijk voortkomend uit een te beperkt religie-begrip vind ik de zin 'Boeddhisme als religie zal vast wel blijven bestaan maar wat het boeddhisme te bieden heeft zit wellicht minder in de religieuze aspecten dan in de inzichten die het boeddhisme ontwikkeld heeft over de werking van onze geest in relatie tot ons welbevinden.'
Hoe is dit te verenigen met het principe ‘In de wereld maar niet van de wereld‘ ? Is dat trouwens een religieus of een niet-religieus principe? “
Na een reactie van Robert zeg ik:
“Ik ben blij dat je dat laatste punt zo duidelijk maakt; we zijn het daarover niet met elkaar eens. Jij bent ‘in de wereld en van de wereld’, concludeer ik uit je woorden.
Juist het feit dat de verschillen tussen de boeddhistische tradities zo groot zijn maakt het makkelijk allerlei inhoud in ‘het’ boeddhisme te projecteren. Dat gebeurde vroeger en dat gebeurt nu, in het Oosten en in het Westen. Daarin heb je gelijk.
Ik heb alleen niet zo’n behoefte aan de aangename en niet-verontrustende variant waarin ‘dukkha’ en de onvermijdelijkheid van het sterven onzichtbaar geworden is.
‘Alles is voortdurend in verandering’, zeg je terecht; maar als dat nu op iets slaat, is het wel op de door jou gepropageerde ‘welbevinden’.
Kortom: jouw boeddhisme is me niet ongemakkelijk genoeg.
Na een volgende reactie van Robert:
"We hebben het dus – als het lukt los van christelijke reminiscenties – over het transcendente.
Zie over het onderscheid in het boeddhisme bv het (Engelstalige) artikel van Buddhadasa Bhikkhu: http://www.buddhadasa.com/naturaltruth/twolanguage1.html
Wellicht zijn we het dus toch wel eens, ik kies alleen liever voor een minder geruststellende toon."
Na nog een serie reacties schrijf ik:
"Achteraf realiseer ik me dat de maar half gelukte discussie over ‘in de wereld maar niet van de wereld‘ in feite ging over de tegengestelde visies van Theravada versus Mahayana. Het arhat-ideaal van Theravada (niet van de wereld) versus het bodhisattva-ideaal van Mahayana (wel), maar beide dan nuchterder geformuleerd.
En Sjoerd. Ik ben het bijna helemaal met je eens en herken mezelf ook wel in je verhaal. Maar toch, als je zegt “Een echte boeddhist is echt en helemaal van deze wereld“, dan denk ik: deze wereld is wel samsara, en ik laat me niet meer (zoveel als vroeger) meeslepen door wat er in deze wereld gebeurt, in het licht van mijn sterfelijkheid.
Wat me vanochtend enthousiast heeft gemaakt is het artikel van Floor van Orsouw, in zekere zin ook over dit thema, bij Bodhitv: www.bodhitv.nl/articles/show-news/2013-12-02/boeddhisme-met-peper-en-zout/
En nog een dag later:
"… ik ben geen non-dualist, niet tegen afgescheidenheid; met hoeveel mensen om me heen ik ook sterf, ik sterf alleen.
Er bestaat niet 1 werkelijkheid, ieder creëert in z’n hoofd een eigen werkelijkheid gebaseerd op allerlei input en allerlei opvattingen.
Er bestaat niet 1 boeddhisme maar allerlei boeddhismen die niet zoveel met elkaar te maken hebben. "
C. Over 'juiste spraak ' en een vipassana-meditatiecentrum
Een artikel over 'juiste spraak' door Menno Prins op 21 november leverde veel reacties op, ook van mij :
“Een mooi initiatief en een mooi rijtje. Ik (een aantal maal beschuldigd van ‘onjuist spreken’, deels terecht en deels m.i. onterecht) weet nu al er niet altijd aan te voldoen. Geneigd tot het kwade zogezegd.
Toch wil ik nog twee puntjes toevoegen:
- Realiseer je dat opmerkingen die in de ene boeddhistische traditie normaal zijn, in een andere traditie irritatie kunnen wekken (Zen-grappen bv; of Sutta-citaten als argument gebruiken)
- Iets opzoeken (via google bv) voor je een reactie plaatst, is geen schande.
Wat ik me tenslotte afvraag, is of naast het rijtje over ‘het juiste spreken’ ook een rijtje mogelijk is over ‘het juiste luisteren’. Want soms, ik weet dat het gevaarlijk is om te zeggen, proef ik wel eens overgevoeligheid en lange tenen.
Samenvattend: boeddhisme is niet voor bange mensen.
Met als soort correctie na een reactie:
“Je hebt gelijk, Kees, het was een vrij belachelijke beeldspraak van me om ‘proeven’ te schrijven terwijl ik iets als ‘waarnemen van concepten’ bedoelde
(Zoals je wellicht weet wordt het denken in sommige tradities ook als een zintuig genoemd)
Laat ik in deze fase van de discussie dan nog maar eens zeggen, niet zonder zonde te zijn. Mijn oefening is niet alleen, steeds een beetje meer zuiver te gaan spreken maar ook om er steeds een beetje meer tegen te kunnen, niet met respect behandeld te worden. Dat laatste lukt me al aardig. ”
Ook Adi Ichsan reageerde, voor het eerst in het BD:
Ik reageer als volgt op hem:
“Omdat ik wel een beetje een ‘existentialist’ (ouderwets woord, ik denk dat Stephen-Batchelor-achtigen bedoeld worden) ben en dit stuk van Adi dus minder geschikt is voor mij, toch een reactie.
Het lastige van deze tekst is dat de auteur zich buiten (of boven) het thema stelt. Het is een abstracte beschouwing waarin de mogelijkheid dat de auteur zelf ook wel eens onzuiver zou kunnen spreken, niet genoemd wordt.
Ik zal de juistheid van wat hier staat, niet betwisten. Maar kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat Adi hier voor het eerst in het BD schrijft omdat ik een paar dagen eerder kritiek heb geuit op het feit dat hij de Vriendenmiddag van 26 oktober van het Vipassana Meditatie- en Studiecentrum (i.o.) niet heeft meegedeeld mede-initiatiefnemer te zijn van een concurrerend meditatiecentrum dat (mogelijk) in Purmerend gaat komen. Dat lijkt mij onzuiver zwijgen.
PS
Je gebruikt wel erg veel Pali-termen, Adi. Maar niet allemaal behoren ze tot de Pali Canon. ‘Paramatha Dhamma’ (ultieme waarheid) bv is pas in onze jaartelling voor het eerst in de Theravada gebruikt, mogelijk onder invloed van het Mahayana Boeddhisme (cf Nagarjuna) “
En na vragen hierover:
“Ik probeerde duidelijk teveel in één korte reactie te stoppen.
Over je twee vragen:
(1) Er zijn twee initiatieven (landelijk, individuele lokale sangha’s overstijgend) voor een meditatiecentrum. Het gaat dan om retraites (op een Theravada-manier) van een week of langer waar ook overnacht wordt, dus om vrij grote en dure gebouwen.
Misschien is het schokkend voor sommigen maar ook bij boeddhisten en nog meer bij boeddhistische organisaties spelen belangen en concurrentieverhoudingen wel eens een rol. En boeddhisten gaan daar, juist omdat ze zo’n verheven ethiek hebben, vaak nogal onhandig mee om.
Zie voor meer preciese informatie daarover mijn blog .
(2) Daar wordt ook duidelijk dat ik vind dat Adi Ichsan de ‘Vrienden’ van het ‘Vipassana Meditatie- en Studiecentrum’ voor of op 26 oktober had moeten informeren over het andere initiatief, dat in Landsmeer/Purmerend.
En dat punt combineer ik dan vervolgens met deze beschouwing van Adi in het BD waarin hij de boeddhistische ethiek uiteenzet. Wat ik daarbij constateer (en niet verwijt want aan mijn ‘zuiver spreken’ schort het ook wel eens) dat hij heeft gezwegen toen hij had moeten spreken en dat dat m.i. ook 'onzuiver spreken' is. ”
Update 17 december
Nog een reactie, ik kon het niet laten. Van Edel Maex werd geplaatst:
Nieuwlichter-en-Uitleggers-waarom-zou-de-Dharma-niet-voor-Interpretatie-vatbaar-zijn ?
Mijn reactie (in de richting van Edel):
"Volgens mij vergis je je zowel wat betreft de “opkomende anti-moderne tendens” op zich als in jouw (en die van de 'schamperenden') bezorgdheid daarover.
HET boeddhisme (in het Oosten en nu ook in het Westen) bestaat niet: er zijn grote verschillen tussen de tradities en in sommige ervan (bv in de Theravada) heeft de ethiek altijd al een grote rol gespeeld. 'Doctrinaire discussies' waren er altijd volop, bv in het Tibetaans boeddhisme maar niet alleen daar.
Ik denk dat sommigen met affiniteit tot HET boeddhisme in een droomwereld hebben geleefd waarin het boeddhisme (meestal een Zen-variant) iets moois, compassievols en tegelijk moderns was.
En dan die zogeheten modernisering. Wat is dat eigenlijk:
Is het overeenkomstig moderne wetenschappelijke inzichten (Big Bang, Higgs, evolutietheorie etc) zijn?
Is het globalistisch, multiculureel, vol cultuur-relativering?
Is het toename van autonomie van de individu? Dat te denken is een tragisch misverstand: ik ben er wel voor maar het vind niet plaats;
Is 'modern' makkelijk, licht verteerbaar ('Buddhism-light') en populair (willen) zijn ?
Ik zou het niet weten. Al is er dan verandering, misschien bestaat 'modernisering' helemaal niet.
Natuurlijk is de Dharma veranderbaar en voor herinterpretatie vatbaar (zelfs de Dhamma is dat). Maar wat blijft is de neiging van mensen zichzelf iets wijs te maken. Als variant op de Bodhisattva-gelofte: “Hoe talloos de illusies ook zijn, ik beloof ze alle te doorzien“; alleen beloof ik dat niet, ik probeer het. "
Naast wat klein grut betrof het drie thema's: Het bewonderen van de leraar; In de wereld maar niet van de wereld; en Over juiste spraak. Voor een deel neem ik ook reacties van anderen op; maar om de context volledig te begrijpen moet in het BoeddhistischDagblad zelf gelezen worden.
A. Het bewonderen van de leraar (?)
Een artikel d.d. 10 december van Connie Franssen en een aantal reacties daar op, ook van mij, onder de titel 'Vroedman' .
Mijn openingsreactie:
“Eerlijk gezegd begrijp ik de fascinatie in sommige boeddhistische tradities voor het leraarschap niet zo.
In het begin van het pad is een leraar nodig om de weg te wijzen en valkuilen te laten zien. Maar dat houdt toch een keer op? De leerling wordt toch een keer spiritueel volwassen? Na een paar jaar op z’n hoogst?
Dan wordt de leraar toch de spirituele vriend, op basis van gelijkwaardigheid?
Of een vroegere kennis, want met de vroedvrouw van mij en van m’n kinderen onderhoud ik ook geen contact meer.
Overigens vind ik Nico Tydeman een aardige man, ik gun het hem dat hij vrij is van bewondering.”
Ujukarin hierop:
“Ik ben bang dat JoopR’s stelling weer zo’n typisch geval is van Westers consumentistisch knippen-en-snijden uit de Dharma. Ook in het Aziatische Theravada, voor leken én voor monniken, blijft de band met de Leraar levenslang bestaan. Inderdaad niet zozeer in de Mahayana-zin van ‘Leraar is de Boeddha voor jou’ maar wel in de zin dat in die paar jaar dat de student, hopelijk, volwassen wordt de Leraar ook zich gewoon door-ontwikkelt en nog altijd ver boven jouw niveau zit én levenslang erg nuttig is om je met problemen te helpen, en je Ego-ballonnetjes die vroeg of laat in je beoefening sluipen door te prikken.
Mee eens, het heet na die paar jaar Kalyana Mittata en geen rechtstreeks leraarschap meer. Maar het is nadrukkeijk VERTIKALE vriendschap en nooit geheel op basis van gelijkwaardigheid; tenzij natuurlijk de leraar zelf vind dat je zijn/haar niveau bereikt hebt maar dat gaat dan ook meestal gepaard met iets van een transmissie/autorisatie, Acharya-titel bij het Theravada etc. en dan nóg vereer je de leraar in enige vertikale zin. ”
Ik weer:
“Met het meeste van wat Ujukarin zegt, ben ik het wel eens; alleen [met] dat woord ‘vereren‘ heb ik grote moeite. Dat doen m.i. Theravadins niet; het is de overtreffende trap van ‘bewonderen‘ waarin ook al een onzuiver sentiment zit. Vind ik hoor.
Sommige mensen bewonderen veel. Ik niet, ik ben er wat zuiniger mee
Waardering heb ik voor m’n leraren, respect, maar in bepaalde zin laat ik ze ook achter me.
Af en toe denk ik aan een mooie uitspraak van Martine Batchelor over dat in Korea leerlingen vrij makkelijk van de ene naar de andere leraar gaan. Haar ‘verklaring’: de leraren in Korea hebben er niet zo’n moeite mee, hun leerlingen los te laten.
(Hier stond oorspronkelijk nog een zin bij:)
Tenslotte herhaal ik m’n pleidooi om ook vanuit het perspectief van de leraar te redeneren: gun hem of haar dat hij/zij vrij is van bewondering. ”
Edel Maex (die mijn reactie niet heeft kunnen lezen omdat die pas dag later geplaatst werd):
"Hoe is toch in het boeddhisme het idee binnengeslopen van de leraar die je ego doorprikt? Volgens mij komt dat van Freud. Het is de catch 22 van: ‘als jij niet ziet wat ik zie, dan is dat jouw onbewuste weerstand’.
De Boeddha zie ik zoiets nooit doen. In de Pali Canon zie je de Boeddha met een oneindig geduld en een mateloze vriendelijkheid en respect steeds weer de dharma uitleggen en nog eens uitleggen en het nog eens anders zeggen …
Die vriendelijkheid heb ik zelf ook altijd bij Nico ervaren en zo lees ik ook Connie’s mooie stukje. Maar ik wens hem met Joop R. ook weer niet tè veel bewondering toe. Dat is voor niemand leuk.”
Waarop Ujukarin:
“Goede vraag, Edel. Ik denk dat het vooral taal is – wij in het Westen hebben nu eenmaal meer met Ego als expliciet concept te maken dan de mensen toen in India. Maar als ik het anders verwoord als ‘Leraar die door zijn/haar geduld en scherpte jou van je foutieve zienswijzen afhelpt’ dan past dat zowel bij de Boeddha als pakweg bij de zenmeesters-met-hun-haarscherpe-pointes. Bij de Boeddha bijvoorbeeld in de bekeringen van Kisagotami en Angulimala, die echt 180′ omdraaiden na indirect zijn lering begrepen te hebben en daarmee hun foute zienswijze (Ego) achter zich lieten. Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha. ”
Mijn reactie daarop:
“… Ujukarin stelt: 'Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha.‘
Nogmaals: respecteren zeker, maar waar is dat ‘bewonderen’ goed voor? Alsof je levenslang teruggaat naar je vroedvrouw/vroedman voor nazorg na je geboorte. Lijkt mij onvolwassen gedrag. Is het een band willen blijven hebben met je leraar ook niet een aspect van dat vermaledijde ‘Ego’? ”
Een paar dagen later (de 15e december) heb ik nog een reactie geplaatst, nadat ik weer eens gereflecteerd had op m'n eigen - niet te ontkennen - devotionele kanten:
" Een slimme lezer heeft me er op gewezen dat ik hier het heilzame karakter van het bewonderen van de leraar in twijfel trek maar tegelijk op mijn blog een bewonderend stuk over Bhikkhu Bodhi plaats. (http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/12/boeddhistische-globale-verlichting-een.html )
Het is waar; de tekst is overwegend bewonderend, inclusief de behoefte in een aantal opzichten ook te zijn zoals hij is.
Er zijn nog een paar argumenten die mij deels vrij pleiten, maar sterk zijn die niet:
Ik zou kunnen zeggen dat Bhikkhu Bodhi mijn leraar niet is, met de bijbehorende transmissie van hart tot hart zoals sommigen (Zennies) zo mooi zeggen; ik ken hem niet persoonlijk, heb alleen veel van hem gelezen.
Dan zou ik kunnen zeggen dat ik ook wel een paar kritiekpunten op hem durf te formuleren, ik zie hem niet als perfect. Eigenlijk is het zo dat ik het op een paar punten niet met hem eens ben, dat is wat anders dan hem onvolmaakt verklaren.
Vervolgens zou ik mezelf wegcijferend kunnen stellen dat m’n bewonderende tekst een doel buiten mezelf dient, namelijk anderen ertoe brengen hem ook te gaan lezen en zijn initiatief na te volgen. Bewondering als ‘vaardig middel’ (‘upaya‘) zogezegd. Maar dat kunnen anderen met hun guru-devotie ook zeggen.
Maar misschien moet ik maar gewoon toegeven dat ik overdreven heb en/of dat ik ook niet volmaakt ben. Bovendien heb ik makkelijk praten: ik loop niet zo’n groot risico van bewonderd te worden.
Met dank aan Connie die deze discussie mogelijk heeft gemaakt. "
B. In de wereld maar niet van de wereld? Of toch?
Een artikel van 30 november door Robert Keurntjes getiteld 'Zorgen over het boeddhisme'
Mijn reactie d.d. 30 november:
“Raadselachtig, vermoedelijk voortkomend uit een te beperkt religie-begrip vind ik de zin 'Boeddhisme als religie zal vast wel blijven bestaan maar wat het boeddhisme te bieden heeft zit wellicht minder in de religieuze aspecten dan in de inzichten die het boeddhisme ontwikkeld heeft over de werking van onze geest in relatie tot ons welbevinden.'
Hoe is dit te verenigen met het principe ‘In de wereld maar niet van de wereld‘ ? Is dat trouwens een religieus of een niet-religieus principe? “
Na een reactie van Robert zeg ik:
“Ik ben blij dat je dat laatste punt zo duidelijk maakt; we zijn het daarover niet met elkaar eens. Jij bent ‘in de wereld en van de wereld’, concludeer ik uit je woorden.
Juist het feit dat de verschillen tussen de boeddhistische tradities zo groot zijn maakt het makkelijk allerlei inhoud in ‘het’ boeddhisme te projecteren. Dat gebeurde vroeger en dat gebeurt nu, in het Oosten en in het Westen. Daarin heb je gelijk.
Ik heb alleen niet zo’n behoefte aan de aangename en niet-verontrustende variant waarin ‘dukkha’ en de onvermijdelijkheid van het sterven onzichtbaar geworden is.
‘Alles is voortdurend in verandering’, zeg je terecht; maar als dat nu op iets slaat, is het wel op de door jou gepropageerde ‘welbevinden’.
Kortom: jouw boeddhisme is me niet ongemakkelijk genoeg.
Na een volgende reactie van Robert:
"We hebben het dus – als het lukt los van christelijke reminiscenties – over het transcendente.
Zie over het onderscheid in het boeddhisme bv het (Engelstalige) artikel van Buddhadasa Bhikkhu: http://www.buddhadasa.com/naturaltruth/twolanguage1.html
Wellicht zijn we het dus toch wel eens, ik kies alleen liever voor een minder geruststellende toon."
Na nog een serie reacties schrijf ik:
"Achteraf realiseer ik me dat de maar half gelukte discussie over ‘in de wereld maar niet van de wereld‘ in feite ging over de tegengestelde visies van Theravada versus Mahayana. Het arhat-ideaal van Theravada (niet van de wereld) versus het bodhisattva-ideaal van Mahayana (wel), maar beide dan nuchterder geformuleerd.
En Sjoerd. Ik ben het bijna helemaal met je eens en herken mezelf ook wel in je verhaal. Maar toch, als je zegt “Een echte boeddhist is echt en helemaal van deze wereld“, dan denk ik: deze wereld is wel samsara, en ik laat me niet meer (zoveel als vroeger) meeslepen door wat er in deze wereld gebeurt, in het licht van mijn sterfelijkheid.
Wat me vanochtend enthousiast heeft gemaakt is het artikel van Floor van Orsouw, in zekere zin ook over dit thema, bij Bodhitv: www.bodhitv.nl/articles/show-news/2013-12-02/boeddhisme-met-peper-en-zout/
En nog een dag later:
"… ik ben geen non-dualist, niet tegen afgescheidenheid; met hoeveel mensen om me heen ik ook sterf, ik sterf alleen.
Er bestaat niet 1 werkelijkheid, ieder creëert in z’n hoofd een eigen werkelijkheid gebaseerd op allerlei input en allerlei opvattingen.
Er bestaat niet 1 boeddhisme maar allerlei boeddhismen die niet zoveel met elkaar te maken hebben. "
C. Over 'juiste spraak ' en een vipassana-meditatiecentrum
Een artikel over 'juiste spraak' door Menno Prins op 21 november leverde veel reacties op, ook van mij :
“Een mooi initiatief en een mooi rijtje. Ik (een aantal maal beschuldigd van ‘onjuist spreken’, deels terecht en deels m.i. onterecht) weet nu al er niet altijd aan te voldoen. Geneigd tot het kwade zogezegd.
Toch wil ik nog twee puntjes toevoegen:
- Realiseer je dat opmerkingen die in de ene boeddhistische traditie normaal zijn, in een andere traditie irritatie kunnen wekken (Zen-grappen bv; of Sutta-citaten als argument gebruiken)
- Iets opzoeken (via google bv) voor je een reactie plaatst, is geen schande.
Wat ik me tenslotte afvraag, is of naast het rijtje over ‘het juiste spreken’ ook een rijtje mogelijk is over ‘het juiste luisteren’. Want soms, ik weet dat het gevaarlijk is om te zeggen, proef ik wel eens overgevoeligheid en lange tenen.
Samenvattend: boeddhisme is niet voor bange mensen.
Met als soort correctie na een reactie:
“Je hebt gelijk, Kees, het was een vrij belachelijke beeldspraak van me om ‘proeven’ te schrijven terwijl ik iets als ‘waarnemen van concepten’ bedoelde
(Zoals je wellicht weet wordt het denken in sommige tradities ook als een zintuig genoemd)
Laat ik in deze fase van de discussie dan nog maar eens zeggen, niet zonder zonde te zijn. Mijn oefening is niet alleen, steeds een beetje meer zuiver te gaan spreken maar ook om er steeds een beetje meer tegen te kunnen, niet met respect behandeld te worden. Dat laatste lukt me al aardig. ”
Ook Adi Ichsan reageerde, voor het eerst in het BD:
Ik reageer als volgt op hem:
“Omdat ik wel een beetje een ‘existentialist’ (ouderwets woord, ik denk dat Stephen-Batchelor-achtigen bedoeld worden) ben en dit stuk van Adi dus minder geschikt is voor mij, toch een reactie.
Het lastige van deze tekst is dat de auteur zich buiten (of boven) het thema stelt. Het is een abstracte beschouwing waarin de mogelijkheid dat de auteur zelf ook wel eens onzuiver zou kunnen spreken, niet genoemd wordt.
Ik zal de juistheid van wat hier staat, niet betwisten. Maar kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat Adi hier voor het eerst in het BD schrijft omdat ik een paar dagen eerder kritiek heb geuit op het feit dat hij de Vriendenmiddag van 26 oktober van het Vipassana Meditatie- en Studiecentrum (i.o.) niet heeft meegedeeld mede-initiatiefnemer te zijn van een concurrerend meditatiecentrum dat (mogelijk) in Purmerend gaat komen. Dat lijkt mij onzuiver zwijgen.
PS
Je gebruikt wel erg veel Pali-termen, Adi. Maar niet allemaal behoren ze tot de Pali Canon. ‘Paramatha Dhamma’ (ultieme waarheid) bv is pas in onze jaartelling voor het eerst in de Theravada gebruikt, mogelijk onder invloed van het Mahayana Boeddhisme (cf Nagarjuna) “
En na vragen hierover:
“Ik probeerde duidelijk teveel in één korte reactie te stoppen.
Over je twee vragen:
(1) Er zijn twee initiatieven (landelijk, individuele lokale sangha’s overstijgend) voor een meditatiecentrum. Het gaat dan om retraites (op een Theravada-manier) van een week of langer waar ook overnacht wordt, dus om vrij grote en dure gebouwen.
Misschien is het schokkend voor sommigen maar ook bij boeddhisten en nog meer bij boeddhistische organisaties spelen belangen en concurrentieverhoudingen wel eens een rol. En boeddhisten gaan daar, juist omdat ze zo’n verheven ethiek hebben, vaak nogal onhandig mee om.
Zie voor meer preciese informatie daarover mijn blog .
(2) Daar wordt ook duidelijk dat ik vind dat Adi Ichsan de ‘Vrienden’ van het ‘Vipassana Meditatie- en Studiecentrum’ voor of op 26 oktober had moeten informeren over het andere initiatief, dat in Landsmeer/Purmerend.
En dat punt combineer ik dan vervolgens met deze beschouwing van Adi in het BD waarin hij de boeddhistische ethiek uiteenzet. Wat ik daarbij constateer (en niet verwijt want aan mijn ‘zuiver spreken’ schort het ook wel eens) dat hij heeft gezwegen toen hij had moeten spreken en dat dat m.i. ook 'onzuiver spreken' is. ”
Update 17 december
Nog een reactie, ik kon het niet laten. Van Edel Maex werd geplaatst:
Nieuwlichter-en-Uitleggers-waarom-zou-de-Dharma-niet-voor-Interpretatie-vatbaar-zijn ?
Mijn reactie (in de richting van Edel):
"Volgens mij vergis je je zowel wat betreft de “opkomende anti-moderne tendens” op zich als in jouw (en die van de 'schamperenden') bezorgdheid daarover.
HET boeddhisme (in het Oosten en nu ook in het Westen) bestaat niet: er zijn grote verschillen tussen de tradities en in sommige ervan (bv in de Theravada) heeft de ethiek altijd al een grote rol gespeeld. 'Doctrinaire discussies' waren er altijd volop, bv in het Tibetaans boeddhisme maar niet alleen daar.
Ik denk dat sommigen met affiniteit tot HET boeddhisme in een droomwereld hebben geleefd waarin het boeddhisme (meestal een Zen-variant) iets moois, compassievols en tegelijk moderns was.
En dan die zogeheten modernisering. Wat is dat eigenlijk:
Is het overeenkomstig moderne wetenschappelijke inzichten (Big Bang, Higgs, evolutietheorie etc) zijn?
Is het globalistisch, multiculureel, vol cultuur-relativering?
Is het toename van autonomie van de individu? Dat te denken is een tragisch misverstand: ik ben er wel voor maar het vind niet plaats;
Is 'modern' makkelijk, licht verteerbaar ('Buddhism-light') en populair (willen) zijn ?
Ik zou het niet weten. Al is er dan verandering, misschien bestaat 'modernisering' helemaal niet.
Natuurlijk is de Dharma veranderbaar en voor herinterpretatie vatbaar (zelfs de Dhamma is dat). Maar wat blijft is de neiging van mensen zichzelf iets wijs te maken. Als variant op de Bodhisattva-gelofte: “Hoe talloos de illusies ook zijn, ik beloof ze alle te doorzien“; alleen beloof ik dat niet, ik probeer het. "
donderdag 12 december 2013
Boeddhistische globale verlichting – een wat hulpeloze vertaling van 'Buddhist Global Relief'
Buddhist Global Relief (BGR) is een Amerikaanse internationaal georiënteerde actiegroep. Oprichter en voorzitter is de bekende Theravada-monnik Bhikkhu Bodhi . Het is echter een traditie-overstijgende organisatie. Hun website www.buddhistglobalrelief.org/
Het centrale thema van BGR is: honger; op wereldschaal.
Hun activiteiten bestaan uit bewustmaking en geld inzamelen. Bijvoorbeeld van 'Walk Events', gecombineerd met vinden van sponsors.
Het klinkt zo eenvoudig, maar ze doen het.
Centraal staat het begrip 'voedsel-souvereiniteit' :
"BGR seeks to promote food sovereignty rather than food dependency. The concept of food sovereignty is based on the principle that “everyone must have access to safe, nutritious, and culturally appropriate food in sufficient quantity and quality to sustain a healthy life with full human dignity” (see www.viacampesina.org). Our projects are intended to enable our beneficiaries to develop projects that they themselves can implement and manage for the benefit of their own communities. "
Wat me zo aanspreekt in dit initiatief is niet alleen de doelstelling en werkwijze op zich. Die zijn niet volstrekt uniek. Bijzonder – voor mij – is dat de initiatiefnemer Bhikkhu Bodhi is.
Al vanaf het moment dat ik het boeddhisme ontdekte en me bij de Theravada-vorm het meeste thuis voelde, is Bhikkhu Bodhi een baken voor me geweest, in meerdere betekenissen. Volstrekt betrouwbaar om te weten wat de Pali Canon en de Theravada inhoudt, als vertaler en toelichter. Bijvoorbeeld over het Edele Achtvoudige Pad. Z'n vertalingen van de Samyutta Nikaya en de Majjhima Nikaya neem ik vaak ter hand, van de Anguttara Nikaya heb ik een selectie van hem en zijn leraar Nyanaponika Thera; zie z'n uitgever Wisdom .
Maar ook ergerlijk in z'n orthodoxie, z'n trouw volgen van Buddhaghosa (6e eeuw van onze jaartelling) met de Visuddhimagga en andere commentaren.
Veel van z'n teksten zijn (gratis) online te lezen, onder andere via Accesstoinsight.org
Soms ben ik het met hem eens, bv in z'n kritiek op het non-dualisme ('Dhamma and Non-duality').
Dan weer volstrekt niet als hij Stephen Batchelor's 'Boeddhisme zonder geloof' bestrijdt, zie het 'Journal of Buddhist Ethics'
Een jaar of wat geleden is hij van Sri Lanka teruggegaan naar de Verenigde Staten, z'n geboorteland. Z'n gezondheidstoestand speelde daarbij een rol maar m.i. ook het feit dat Sri Lanka steeds minder een spiritueel hoogstaand land genoemd kan worden.
In de V.S. verblijft hij in een Chinees-boeddhistisch klooster – de Chuang Yen Monastery – ook al een doorbraak in de qua tradities sterk gesegregeerde boeddhistische cultuur, ook in het Westen.
Als zo'n stijve, wereldvreemde, inmiddels tamelijke oude Theravada-monnik die het in z'n leven meer over renunciatie dan over compassie heeft gehad (laat staan over 'actie'), zo'n initiatief heeft genomen, dan is het dus hard nodig en dan kunnen anderen het ook.
Ik vertaal 'Buddhist Global Relief' als 'Boeddhistische Globale Verlichting', mij goed realiserend dat 'verlichting' hier niet de ultieme verlichting oftewel 'Ontwaken' betekent maar letterlijk 'lichter maken'. Woordenboek-betekenissen van het Engelse 'relief': opluchting, opheffing, ontheffen, hulp, ontzet (van een belegerde stad). Maar ook: reliëf.
Er is een tweede reden voor m'n gebruik van het woord 'hulpeloos' in de titel van deze tekst.
Niet alleen vanwege m'n beperkte (ver)taalgevoel maar ook omdat ik graag zou willen dat er ook in Nederland een organisatie als de BGR zou komen maar niet denk dat het mij of iemand anders zal lukken dat hier van de grond te krijgen.
M'n poging tien jaar geleden een landelijke 'Werkgroep geëngageerd boeddhisme' te starten is maar heel beperkt aangeslagen. Ongetwijfeld door m'n gebrek aan charisma maar toch ook wel omdat de meeste 'boeddhisten' in Nederland vrijblijvend beoefenen of àls ze geëngageerd zijn, dat niet aan hun beoefening koppelen.
De meesten prefereren mooie gevoelens boven in actie komen. In mijn minder milde dagen noem ik dat wel labbekakkerig.
Maar wie weet …
Bekijk eens de video's waarin Bhikkhu Bodhi een 'Integral Model of Buddhism ' uiteenzet:
Part 1 of 7 en volgende.
"Een poging een model te ontwikkelen voor het begrijpen en beoefenen van het Boeddhisme op een wijze die geschikt is voor het postmoderne stadium van de evolutie van de geest."
=======================================================================
Een aantal citaten uit de website www.buddhistglobalrelief.org/
Our History
In 2007 the American Buddhist scholar-monk, Ven. Bhikkhu Bodhi, was invited to write an editorial essay for the Buddhist magazine Buddhadharma.
In his essay, he called attention to the narrowly inward focus of American Buddhism, which has been pursued to the neglect of the active dimension of Buddhist compassion expressed through programs of social engagement. Several of Ven. Bodhi’s students who read the essay felt a desire to follow up on his suggestions. After a few rounds of discussions, they resolved to form a Buddhist relief organization dedicated to alleviating the suffering of the poor and disadvantaged in the developing world. At the initial meetings, seeking a point of focus, they decided to direct their relief efforts at the problem of global hunger, especially by supporting local efforts by those in developing countries to achieve self-sufficiency through improved food productivity. Contacts were made with leaders and members of other Buddhist communities in the greater New York area, and before long Buddhist Global Relief emerged as an inter-denominational organization comprising people of different Buddhist groups who share the vision of a Buddhism actively committed to the task of alleviating social and economic suffering.
Our Vision
We are inspired by the vision of a world in which debilitating poverty has finally been banished; a world in which all can avail themselves of the basic material supports of a meaningful life—food, clothing, housing, and health care; a world in which everyone can achieve a satisfactory level of education and freely pursue that which gives their life value and purpose; a world in which all people dwell in peace and harmony with one another and with the natural environment.
“May I be a good doctor for those who suffer from illness,
a guide for those who have gone astray,
a lamp for those who dwell in darkness,
a source of treasure for those in poverty and need.”
- Vows of Samantabhadra, Avatamsaka Sutra
Our Mission
Our mission is to combat chronic hunger and malnutrition. Bearing in mind the Buddha’s statements that “hunger is the worst kind of illness” and “the gift of food is the gift of life,” we sponsor projects that promote hunger relief for poor communities around the world. We pursue our mission by:
* providing direct food aid to people afflicted by hunger and malnutrition
* helping develop better long-term methods of sustainable food production and management appropriate to the cultures and traditions of the beneficiaries
* promoting the education of girls and women, so essential in the struggle against poverty and malnutrition
* giving women an opportunity to start right livelihood projects to support their families.
We also seek to raise awareness of global hunger and advocate for an international food system that exemplifies social justice and conduces to ecological sustainability.
How BGR Operates
BGR operates by raising funds for food relief and related projects from both private donors and philanthropic organizations. We work in partnership with agencies, institutions, and relief organizations already operating on the ground in the communities that our projects serve. We closely screen proposals for projects from prospective partners and collaborate with organizations that have established a track record of effectiveness and responsibility. We receive full reports about the projects we sponsor and share the results with our supporters on our website and in our newsletter and annual reports.
Our emphasis is not on disaster relief or crisis management but on fostering better long-term methods of sustainable food production and distribution designed to ensure its beneficiaries a constant supply of healthy and nutritious food. We seek to promote food sovereignty rather than food dependency, that is, to enable our beneficiaries to develop food projects that they themselves can implement and manage for the benefit of their own communities. In sponsoring projects, we do not discriminate on the basis of nationality, ethnicity, gender, or religion
We also seek to address the root causes of poverty and malnutrition. Since one of the most persistent of these roots in traditional cultures is the subordinate status of girls and women, we offer food aid to needy families as an incentive to keep their girls in school. We also sponsor training and right livelihood opportunities for adult women, enabling them to earn more for their families.
Through our website, Facebook page, and blog, we seek to raise awareness about the extent of world hunger and to mobilize action to promote social justice on food-related issues.
Core Beliefs
As a Buddhist organization, BGR is inspired and guided by the teachings of Buddhism. Among the teachings central to our mission are:
•We should extend a mind of loving-kindness towards the entire world and regard each person as a member of our own family. For this reason, just as we would not want our parents, children, or other close relatives to suffer, we similarly feel moved to alleviate the suffering of countless unknown, unseen people throughout the world.
•All life on this planet is interconnected and interdependent. In particular, the current high standard of living in the West was largely founded on the labor and resources of those in the East and South. For this reason, we should seek to reciprocate their kindness by helping their descendents in their time of need.
•The endeavor to establish a just social and political order is integral to the Buddha’s teachings. The Buddha taught that it is the government’s duty to guard and protect all the residents of the land, eliminating poverty through state-sponsored deeds of charity. In our present international order, we who live in relative affluence should look after the needs of the destitute and broadly extend our range of concern to the entire global community.
Het centrale thema van BGR is: honger; op wereldschaal.
Hun activiteiten bestaan uit bewustmaking en geld inzamelen. Bijvoorbeeld van 'Walk Events', gecombineerd met vinden van sponsors.
Het klinkt zo eenvoudig, maar ze doen het.
Centraal staat het begrip 'voedsel-souvereiniteit' :
"BGR seeks to promote food sovereignty rather than food dependency. The concept of food sovereignty is based on the principle that “everyone must have access to safe, nutritious, and culturally appropriate food in sufficient quantity and quality to sustain a healthy life with full human dignity” (see www.viacampesina.org). Our projects are intended to enable our beneficiaries to develop projects that they themselves can implement and manage for the benefit of their own communities. "
Wat me zo aanspreekt in dit initiatief is niet alleen de doelstelling en werkwijze op zich. Die zijn niet volstrekt uniek. Bijzonder – voor mij – is dat de initiatiefnemer Bhikkhu Bodhi is.
Al vanaf het moment dat ik het boeddhisme ontdekte en me bij de Theravada-vorm het meeste thuis voelde, is Bhikkhu Bodhi een baken voor me geweest, in meerdere betekenissen. Volstrekt betrouwbaar om te weten wat de Pali Canon en de Theravada inhoudt, als vertaler en toelichter. Bijvoorbeeld over het Edele Achtvoudige Pad. Z'n vertalingen van de Samyutta Nikaya en de Majjhima Nikaya neem ik vaak ter hand, van de Anguttara Nikaya heb ik een selectie van hem en zijn leraar Nyanaponika Thera; zie z'n uitgever Wisdom .
Maar ook ergerlijk in z'n orthodoxie, z'n trouw volgen van Buddhaghosa (6e eeuw van onze jaartelling) met de Visuddhimagga en andere commentaren.
Veel van z'n teksten zijn (gratis) online te lezen, onder andere via Accesstoinsight.org
Soms ben ik het met hem eens, bv in z'n kritiek op het non-dualisme ('Dhamma and Non-duality').
Dan weer volstrekt niet als hij Stephen Batchelor's 'Boeddhisme zonder geloof' bestrijdt, zie het 'Journal of Buddhist Ethics'
Een jaar of wat geleden is hij van Sri Lanka teruggegaan naar de Verenigde Staten, z'n geboorteland. Z'n gezondheidstoestand speelde daarbij een rol maar m.i. ook het feit dat Sri Lanka steeds minder een spiritueel hoogstaand land genoemd kan worden.
In de V.S. verblijft hij in een Chinees-boeddhistisch klooster – de Chuang Yen Monastery – ook al een doorbraak in de qua tradities sterk gesegregeerde boeddhistische cultuur, ook in het Westen.
Als zo'n stijve, wereldvreemde, inmiddels tamelijke oude Theravada-monnik die het in z'n leven meer over renunciatie dan over compassie heeft gehad (laat staan over 'actie'), zo'n initiatief heeft genomen, dan is het dus hard nodig en dan kunnen anderen het ook.
Ik vertaal 'Buddhist Global Relief' als 'Boeddhistische Globale Verlichting', mij goed realiserend dat 'verlichting' hier niet de ultieme verlichting oftewel 'Ontwaken' betekent maar letterlijk 'lichter maken'. Woordenboek-betekenissen van het Engelse 'relief': opluchting, opheffing, ontheffen, hulp, ontzet (van een belegerde stad). Maar ook: reliëf.
Er is een tweede reden voor m'n gebruik van het woord 'hulpeloos' in de titel van deze tekst.
Niet alleen vanwege m'n beperkte (ver)taalgevoel maar ook omdat ik graag zou willen dat er ook in Nederland een organisatie als de BGR zou komen maar niet denk dat het mij of iemand anders zal lukken dat hier van de grond te krijgen.
M'n poging tien jaar geleden een landelijke 'Werkgroep geëngageerd boeddhisme' te starten is maar heel beperkt aangeslagen. Ongetwijfeld door m'n gebrek aan charisma maar toch ook wel omdat de meeste 'boeddhisten' in Nederland vrijblijvend beoefenen of àls ze geëngageerd zijn, dat niet aan hun beoefening koppelen.
De meesten prefereren mooie gevoelens boven in actie komen. In mijn minder milde dagen noem ik dat wel labbekakkerig.
Maar wie weet …
Bekijk eens de video's waarin Bhikkhu Bodhi een 'Integral Model of Buddhism ' uiteenzet:
Part 1 of 7 en volgende.
"Een poging een model te ontwikkelen voor het begrijpen en beoefenen van het Boeddhisme op een wijze die geschikt is voor het postmoderne stadium van de evolutie van de geest."
=======================================================================
Een aantal citaten uit de website www.buddhistglobalrelief.org/
Our History
In 2007 the American Buddhist scholar-monk, Ven. Bhikkhu Bodhi, was invited to write an editorial essay for the Buddhist magazine Buddhadharma.
In his essay, he called attention to the narrowly inward focus of American Buddhism, which has been pursued to the neglect of the active dimension of Buddhist compassion expressed through programs of social engagement. Several of Ven. Bodhi’s students who read the essay felt a desire to follow up on his suggestions. After a few rounds of discussions, they resolved to form a Buddhist relief organization dedicated to alleviating the suffering of the poor and disadvantaged in the developing world. At the initial meetings, seeking a point of focus, they decided to direct their relief efforts at the problem of global hunger, especially by supporting local efforts by those in developing countries to achieve self-sufficiency through improved food productivity. Contacts were made with leaders and members of other Buddhist communities in the greater New York area, and before long Buddhist Global Relief emerged as an inter-denominational organization comprising people of different Buddhist groups who share the vision of a Buddhism actively committed to the task of alleviating social and economic suffering.
Our Vision
We are inspired by the vision of a world in which debilitating poverty has finally been banished; a world in which all can avail themselves of the basic material supports of a meaningful life—food, clothing, housing, and health care; a world in which everyone can achieve a satisfactory level of education and freely pursue that which gives their life value and purpose; a world in which all people dwell in peace and harmony with one another and with the natural environment.
“May I be a good doctor for those who suffer from illness,
a guide for those who have gone astray,
a lamp for those who dwell in darkness,
a source of treasure for those in poverty and need.”
- Vows of Samantabhadra, Avatamsaka Sutra
Our Mission
Our mission is to combat chronic hunger and malnutrition. Bearing in mind the Buddha’s statements that “hunger is the worst kind of illness” and “the gift of food is the gift of life,” we sponsor projects that promote hunger relief for poor communities around the world. We pursue our mission by:
* providing direct food aid to people afflicted by hunger and malnutrition
* helping develop better long-term methods of sustainable food production and management appropriate to the cultures and traditions of the beneficiaries
* promoting the education of girls and women, so essential in the struggle against poverty and malnutrition
* giving women an opportunity to start right livelihood projects to support their families.
We also seek to raise awareness of global hunger and advocate for an international food system that exemplifies social justice and conduces to ecological sustainability.
How BGR Operates
BGR operates by raising funds for food relief and related projects from both private donors and philanthropic organizations. We work in partnership with agencies, institutions, and relief organizations already operating on the ground in the communities that our projects serve. We closely screen proposals for projects from prospective partners and collaborate with organizations that have established a track record of effectiveness and responsibility. We receive full reports about the projects we sponsor and share the results with our supporters on our website and in our newsletter and annual reports.
Our emphasis is not on disaster relief or crisis management but on fostering better long-term methods of sustainable food production and distribution designed to ensure its beneficiaries a constant supply of healthy and nutritious food. We seek to promote food sovereignty rather than food dependency, that is, to enable our beneficiaries to develop food projects that they themselves can implement and manage for the benefit of their own communities. In sponsoring projects, we do not discriminate on the basis of nationality, ethnicity, gender, or religion
We also seek to address the root causes of poverty and malnutrition. Since one of the most persistent of these roots in traditional cultures is the subordinate status of girls and women, we offer food aid to needy families as an incentive to keep their girls in school. We also sponsor training and right livelihood opportunities for adult women, enabling them to earn more for their families.
Through our website, Facebook page, and blog, we seek to raise awareness about the extent of world hunger and to mobilize action to promote social justice on food-related issues.
Core Beliefs
As a Buddhist organization, BGR is inspired and guided by the teachings of Buddhism. Among the teachings central to our mission are:
•We should extend a mind of loving-kindness towards the entire world and regard each person as a member of our own family. For this reason, just as we would not want our parents, children, or other close relatives to suffer, we similarly feel moved to alleviate the suffering of countless unknown, unseen people throughout the world.
•All life on this planet is interconnected and interdependent. In particular, the current high standard of living in the West was largely founded on the labor and resources of those in the East and South. For this reason, we should seek to reciprocate their kindness by helping their descendents in their time of need.
•The endeavor to establish a just social and political order is integral to the Buddha’s teachings. The Buddha taught that it is the government’s duty to guard and protect all the residents of the land, eliminating poverty through state-sponsored deeds of charity. In our present international order, we who live in relative affluence should look after the needs of the destitute and broadly extend our range of concern to the entire global community.
donderdag 5 december 2013
Boeddhisme en wetenschap; mogelijke toepassing: Dharmawiel en gyroscoop (en voertuigen)
Steeds als ik – bijvoorbeeld in een in Sutta – de uitdrukking 'de draaiing van het Wiel van de Dhamma ' lees, moet ik aan een gyroscoop denken. En nog meer bij 'het Wiel van de Dharma'.
Ik begin met een Sutta-tekst, zelfs uit wat vaak beschouwd wordt als de eerste Sutta, nr 56.11 uit de Samyutta Nikaya, de Dhamma Cakkappavattana Sutta .
Een citaat uit een Nederlandse vertaling 'Het wiel van de Dhamma' is hier vertaald als 'het wiel der wet'.
…..
“En gedurende deze uitspraak, verrees in de Eerwaarde Kondañña de hartstochtloze, onbevlekte visie van waarheid: 'Alles wat de aard van opkomen in zich heeft, heeft ook de aard van vergaan in zich.'
Toen het Wiel der Wet aldus door de Boeddha te Isipatana in beweging werd gezet, verkondigden de Bhummatha deva's (aardgoden) éénstemmig: 'Het onvergelijkbare wiel der wet is door de Gezegende in het hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, in beweging gezet en het is niet meer te stuiten door kluizenaar (samana), priester (brahmaan), hemelwezen (deva), de verzoeker (Mara), hoge goddelijkheid (deva's) of wie dan ook in de wereld'. “
Het wiel is in beweging gezet, het is gaan draaien dus. Of het daarmee (en het voertuig dat er aan vast zit) ook is gaan rijden, wordt feitelijk niet gezegd.
Vaak wordt de relatie gelegd tussen het boeddhisme en de moderne natuurwetenschap, de quantummechanika is dan een favoriet voorbeeld, meestal zoals ook in dit voorbeeld op onzinnige wijze.
Toch de vraag: is het draaien van het Dharmawiel niet goed te vergelijken met de werking van een gyroscoop ?
Of als variant de meervoudvorm: zijn de draaiingen van het Dharmawiel niet goed te vergelijken met de werking van gyroscopen ?
Of de actieve vorm: is het in beweging brengen van het wiel van de Dharma niet goed te vergelijken met het tot draaien brengen van een gyroscoop-wiel?
Voor de duidelijkheid: ik stel niet dat het misschien hetzelfde is, in denk dat de beeldspraak erg goed bruikbaar is en dat die beeldspraak verder ontwikkeld kan worden om het draaien van het wiel van de Dhamma (Pali) of Dharma (Sanskriet) beter te begrijpen.
Wikipedia legt uit: “Een gyroscoop is een rotatiesymmetrische massa die om zijn as kan draaien. Populair gezegd is een gyroscoop een tol. Met een gyroscoop kan de wet van behoud van impulsmoment gedemonstreerd worden: het vliegwiel blijft draaien als het eenmaal in beweging is. Een snel draaiende gyroscoop zal zich daarbij verzetten tegen verandering van de stand van de draaias. …
Wanneer een gyroscoop eenmaal in beweging is gebracht, zal door de wet van behoud van impulsmoment de draaias in dezelfde richting blijven. ” Bron: Wikipedia
De beeldspraak is op zich helder en fraai: het (door de Boeddha) in beweging gebrachte wiel blijft draaien, zoals een fietswiel als ik m'n fiets op de kop zet, bv om te zien of het wiel spoort.
De beeldspraak betreft twee zaken:
– de richting waarin het wiel draait, verandert niet
– het wiel blijft draaien
Beide alleen onder voorwaarden: In dezelfde richting tenzij er veel zijdelingse kracht op wordt uitgeoefend.
En het blijft draaien tenzij het door wrijvingsweerstand langzaam tot stilstand komt .
En met deze laatste voorwaarde komen de problemen in de geschiedenis van het boeddhisme.
Waarom blijft het wiel niet draaien? Heeft de Boeddha er geen goede zwieper aan gegeven zodat het na een paar duizend jaar tot stilstand komt? Of zelfs na een paar jaar al als je Mahayanisten moet geloven, want die spreken van een tweede (Mahayana) en derde draaiing (Tibetaans) door de Boeddha later in zijn loopbaan gegeven. Of na een paar honderd jaar als je naar de geschiedenis van het boeddhisme kijkt.
De beeldspraak wordt dan onduidelijk: gaf de Boeddha aan hetzelfde wiel nog een keer een zwiep? Of bracht hij naast het eerste wiel nog twee andere wielen in beweging die dus naast elkaar draaien? Volgens mij is daar niet over nagedacht.
Eerst een meer objectieve beschrijving van dit proces, uit de steeds opnieuw waardevolle Nederlandstalige website van White Jade River :
“ De term "Drie Cyclussen van het in Beweging Zetten van het Wiel van de Dharma" wordt in het bijzonder gehanteerd door de Mahāyāna-tradities uit de Himalayas, dus Tibet, Bhutan, Ladakh, en een deel van Nepal, plus het tibetaans boeddhisme zoals dat weer aan het herontstaan is in Mongolië, Kalmikië en nog een of twee nieuwe Republieken in Rusland.
De engelstalige pagina van wikipedia geeft het hele legendarische verhaal, want een groot deel van deze zienswijze is gebaseerd op legende. Een oudere of orthodoxe traditie zoals de Theravāda, meent dat het Wiel van de Dharma slechts een keer door Boeddha in beweging gezet is, en dat meer niet nodig was. Daar zit wat in.
Ook in chinese, koreaanse en japanse boeddhistische tradities komt het concept "Drie Cyclussen ... etc." niet of sporadisch voor, met uitzondering van de Huayen-traditie waarover hieronder meer.
In die Himalaya-tradities gaat men er dan van uit dat de eerste draai aan dat Dharmawiel door Boeddha werd gegeven toen hij in het Hertenpark in Sarnath, India, de Eerste Leerrede hield ten overstaan van zijn eerste 5 gezellen.
De tweede draai aan het wiel, zeggen genoemde kringen, werd gegeven toen Boeddha op de Gierenpiek, een heuvel nabij Radjgir, eveneens in India, voor het eerst predikte ten overstaan van bodhisattvas, verlichtte of verlichtende wezens. Hier, zo wordt gezegd, onderwees Boeddha (in meer uitgebreide vorm dan voorheen) het concept van ledigheid, sunyatā, en wel aan de hand van de Perfectie van Wijsheids-filosofie.
De derde draai aan het wiel zou dan vooral in de stad Shravastié, maar ook in andere plaatsen, gegeven zijn, en wel om de boeddhanatuur en de boeddhamatrix-leer te onderwijzen. De eerste tastbare bewijzen van de boeddhanatuur-filosofie vinden we pas in de manuscripten die door de chinese monnik Tao-Sheng zijn nagelaten.
Er wordt dan gezegd dat de chinese Huayen-traditie een "vierde Cyclus ... etc" predikte om de boeddhamatrix-leer uiteen te zetten zoals deze traditie dat wil verstaan. De Huayen sprak niet in termen van "cyclus", maar maakte een onderverdeling naar tijd vergelijkbaar met die van Zhiyi, de stichter van de T'ien-t'ai traditie. “
De enig denkbare oplossing voor de onduidelijkheid is om de gyroscoop-beeldspraak verder door te trekken.
In de ruimtevaart gaat het om bewegingen en oriëntaties in drie ruimtelijke dimensies. Om een satelliet met telescoop (bv de Hubble, zie website ) steeds in dezelfde richting te houden, zijn (minstens) drie gyroscopen nodig. Die draaiende assen daarvan staan dan loodrecht op elkaar !
Zouden ze (Mahayanisten) dit bedoelen? Dat er drie orthogonale draaiende wielen zijn? Zo'n voertuig beweegt dan niet meer, lijkt mij.
Ik vind één gyroscoop genoeg om het Pad te gaan. En helemaal geen voertuig: ik ga zelf wel.
Ik begin met een Sutta-tekst, zelfs uit wat vaak beschouwd wordt als de eerste Sutta, nr 56.11 uit de Samyutta Nikaya, de Dhamma Cakkappavattana Sutta .
Een citaat uit een Nederlandse vertaling 'Het wiel van de Dhamma' is hier vertaald als 'het wiel der wet'.
…..
“En gedurende deze uitspraak, verrees in de Eerwaarde Kondañña de hartstochtloze, onbevlekte visie van waarheid: 'Alles wat de aard van opkomen in zich heeft, heeft ook de aard van vergaan in zich.'
Toen het Wiel der Wet aldus door de Boeddha te Isipatana in beweging werd gezet, verkondigden de Bhummatha deva's (aardgoden) éénstemmig: 'Het onvergelijkbare wiel der wet is door de Gezegende in het hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, in beweging gezet en het is niet meer te stuiten door kluizenaar (samana), priester (brahmaan), hemelwezen (deva), de verzoeker (Mara), hoge goddelijkheid (deva's) of wie dan ook in de wereld'. “
Het wiel is in beweging gezet, het is gaan draaien dus. Of het daarmee (en het voertuig dat er aan vast zit) ook is gaan rijden, wordt feitelijk niet gezegd.
Vaak wordt de relatie gelegd tussen het boeddhisme en de moderne natuurwetenschap, de quantummechanika is dan een favoriet voorbeeld, meestal zoals ook in dit voorbeeld op onzinnige wijze.
Toch de vraag: is het draaien van het Dharmawiel niet goed te vergelijken met de werking van een gyroscoop ?
Of als variant de meervoudvorm: zijn de draaiingen van het Dharmawiel niet goed te vergelijken met de werking van gyroscopen ?
Of de actieve vorm: is het in beweging brengen van het wiel van de Dharma niet goed te vergelijken met het tot draaien brengen van een gyroscoop-wiel?
Voor de duidelijkheid: ik stel niet dat het misschien hetzelfde is, in denk dat de beeldspraak erg goed bruikbaar is en dat die beeldspraak verder ontwikkeld kan worden om het draaien van het wiel van de Dhamma (Pali) of Dharma (Sanskriet) beter te begrijpen.
Wikipedia legt uit: “Een gyroscoop is een rotatiesymmetrische massa die om zijn as kan draaien. Populair gezegd is een gyroscoop een tol. Met een gyroscoop kan de wet van behoud van impulsmoment gedemonstreerd worden: het vliegwiel blijft draaien als het eenmaal in beweging is. Een snel draaiende gyroscoop zal zich daarbij verzetten tegen verandering van de stand van de draaias. …
Wanneer een gyroscoop eenmaal in beweging is gebracht, zal door de wet van behoud van impulsmoment de draaias in dezelfde richting blijven. ” Bron: Wikipedia
De beeldspraak is op zich helder en fraai: het (door de Boeddha) in beweging gebrachte wiel blijft draaien, zoals een fietswiel als ik m'n fiets op de kop zet, bv om te zien of het wiel spoort.
De beeldspraak betreft twee zaken:
– de richting waarin het wiel draait, verandert niet
– het wiel blijft draaien
Beide alleen onder voorwaarden: In dezelfde richting tenzij er veel zijdelingse kracht op wordt uitgeoefend.
En het blijft draaien tenzij het door wrijvingsweerstand langzaam tot stilstand komt .
En met deze laatste voorwaarde komen de problemen in de geschiedenis van het boeddhisme.
Waarom blijft het wiel niet draaien? Heeft de Boeddha er geen goede zwieper aan gegeven zodat het na een paar duizend jaar tot stilstand komt? Of zelfs na een paar jaar al als je Mahayanisten moet geloven, want die spreken van een tweede (Mahayana) en derde draaiing (Tibetaans) door de Boeddha later in zijn loopbaan gegeven. Of na een paar honderd jaar als je naar de geschiedenis van het boeddhisme kijkt.
De beeldspraak wordt dan onduidelijk: gaf de Boeddha aan hetzelfde wiel nog een keer een zwiep? Of bracht hij naast het eerste wiel nog twee andere wielen in beweging die dus naast elkaar draaien? Volgens mij is daar niet over nagedacht.
Eerst een meer objectieve beschrijving van dit proces, uit de steeds opnieuw waardevolle Nederlandstalige website van White Jade River :
“ De term "Drie Cyclussen van het in Beweging Zetten van het Wiel van de Dharma" wordt in het bijzonder gehanteerd door de Mahāyāna-tradities uit de Himalayas, dus Tibet, Bhutan, Ladakh, en een deel van Nepal, plus het tibetaans boeddhisme zoals dat weer aan het herontstaan is in Mongolië, Kalmikië en nog een of twee nieuwe Republieken in Rusland.
De engelstalige pagina van wikipedia geeft het hele legendarische verhaal, want een groot deel van deze zienswijze is gebaseerd op legende. Een oudere of orthodoxe traditie zoals de Theravāda, meent dat het Wiel van de Dharma slechts een keer door Boeddha in beweging gezet is, en dat meer niet nodig was. Daar zit wat in.
Ook in chinese, koreaanse en japanse boeddhistische tradities komt het concept "Drie Cyclussen ... etc." niet of sporadisch voor, met uitzondering van de Huayen-traditie waarover hieronder meer.
In die Himalaya-tradities gaat men er dan van uit dat de eerste draai aan dat Dharmawiel door Boeddha werd gegeven toen hij in het Hertenpark in Sarnath, India, de Eerste Leerrede hield ten overstaan van zijn eerste 5 gezellen.
De tweede draai aan het wiel, zeggen genoemde kringen, werd gegeven toen Boeddha op de Gierenpiek, een heuvel nabij Radjgir, eveneens in India, voor het eerst predikte ten overstaan van bodhisattvas, verlichtte of verlichtende wezens. Hier, zo wordt gezegd, onderwees Boeddha (in meer uitgebreide vorm dan voorheen) het concept van ledigheid, sunyatā, en wel aan de hand van de Perfectie van Wijsheids-filosofie.
De derde draai aan het wiel zou dan vooral in de stad Shravastié, maar ook in andere plaatsen, gegeven zijn, en wel om de boeddhanatuur en de boeddhamatrix-leer te onderwijzen. De eerste tastbare bewijzen van de boeddhanatuur-filosofie vinden we pas in de manuscripten die door de chinese monnik Tao-Sheng zijn nagelaten.
Er wordt dan gezegd dat de chinese Huayen-traditie een "vierde Cyclus ... etc" predikte om de boeddhamatrix-leer uiteen te zetten zoals deze traditie dat wil verstaan. De Huayen sprak niet in termen van "cyclus", maar maakte een onderverdeling naar tijd vergelijkbaar met die van Zhiyi, de stichter van de T'ien-t'ai traditie. “
De enig denkbare oplossing voor de onduidelijkheid is om de gyroscoop-beeldspraak verder door te trekken.
In de ruimtevaart gaat het om bewegingen en oriëntaties in drie ruimtelijke dimensies. Om een satelliet met telescoop (bv de Hubble, zie website ) steeds in dezelfde richting te houden, zijn (minstens) drie gyroscopen nodig. Die draaiende assen daarvan staan dan loodrecht op elkaar !
Zouden ze (Mahayanisten) dit bedoelen? Dat er drie orthogonale draaiende wielen zijn? Zo'n voertuig beweegt dan niet meer, lijkt mij.
Ik vind één gyroscoop genoeg om het Pad te gaan. En helemaal geen voertuig: ik ga zelf wel.
zondag 1 december 2013
Weer een stapje gezet richting VU-opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger. De vragen blijven
De website van de faculteit Godgeleerdheid van de VU vertoont nieuws. Met meer stelligheid dan voorheen wordt meegedeeld dat in september 2014 de 'ambtsopleiding' tot 'buddhist chaplain' gaat starten: Zie 'Postacademisch' .
Er wordt in verwezen naar een nieuwe versie van het document
' Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger (door) André van der Braak ' dat een fractie veranderd is ten opzichte van de versie van februari.
Eerder in deze blog had ik twijfel aan het starten van deze opleiding in 2014 geuit:
zie een VU-blog-overzicht .
Het heet postacademisch maar dat is eerlijk gezegd nogal overdreven, het is eigenlijk gewoon het tweede jaar na een éénjarige master (die meer een beroepsopleiding dan academisch van aard is).
Twee problemen zijn er nog steeds en zijn levensgroot:
– Nog steeds heeft de VU geen docent die zelf boeddhistisch geestelijk verzorger is (geweest); iets dat voor mij de waarde van deze opleiding ernstig vermindert.
Er wordt naar het door mij aanbevolen boek van Giles en Miller (graag gedaan) verwezen maar de student moet zelf maar uitzoeken wat en hoe. Ik vind dit echt genant. Zelfs als zo'n docent er nog komt, dan nog heeft deze geen rol kunnen spelen in de nu lopende (eerste) jaar van de master en bij het opstellen van het curriculum voor het tweede jaar, de ambtsopleiding. Ook de bestuursleden van de BZI, inclusief de informele secretaris, zijn zelf geen BGV-er !
Hier een ander boek , van Danny Fisher, titel: 'Benefit Beings!: The Buddhist Guide to Professional Chaplaincy', waaruit een van de huidige VU docenten zich wellicht zelf de professie BGV-er enigszins aan kan leren.
– Nog steeds wordt beweerd “Wie na afronding van de ambtsopleiding een zendingsbrief van de BZI wenst te ontvangen, wordt daarom aangeraden om voor de start van de opleiding een valideringsgesprek aan te vragen bij de BZI ” terwijl de BZI volstrekt onbereikbaar is (en – ik blijf het zeggen – incompetent is).
Overigens: de term 'valideringsgesprek' is nieuw, in februari stond er nog 'toetsingsgesprek': een stuk minder gewichtig.
Helaas wordt niet genoemd dat een 'zendingsbrief' voor een boeddhist niet alleen door de BZI kan worden afgegeven. Een ongeorganiseerde/ongebonden boeddhist kan ook erkend worden als geestelijk verzorger door de op te richten 'Raad voor Onafhankelijke Spiritualiteit ' zoals ik op 19 oktober aangaf.
Er wordt in verwezen naar een nieuwe versie van het document
' Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger (door) André van der Braak ' dat een fractie veranderd is ten opzichte van de versie van februari.
Eerder in deze blog had ik twijfel aan het starten van deze opleiding in 2014 geuit:
zie een VU-blog-overzicht .
Het heet postacademisch maar dat is eerlijk gezegd nogal overdreven, het is eigenlijk gewoon het tweede jaar na een éénjarige master (die meer een beroepsopleiding dan academisch van aard is).
Twee problemen zijn er nog steeds en zijn levensgroot:
– Nog steeds heeft de VU geen docent die zelf boeddhistisch geestelijk verzorger is (geweest); iets dat voor mij de waarde van deze opleiding ernstig vermindert.
Er wordt naar het door mij aanbevolen boek van Giles en Miller (graag gedaan) verwezen maar de student moet zelf maar uitzoeken wat en hoe. Ik vind dit echt genant. Zelfs als zo'n docent er nog komt, dan nog heeft deze geen rol kunnen spelen in de nu lopende (eerste) jaar van de master en bij het opstellen van het curriculum voor het tweede jaar, de ambtsopleiding. Ook de bestuursleden van de BZI, inclusief de informele secretaris, zijn zelf geen BGV-er !
Hier een ander boek , van Danny Fisher, titel: 'Benefit Beings!: The Buddhist Guide to Professional Chaplaincy', waaruit een van de huidige VU docenten zich wellicht zelf de professie BGV-er enigszins aan kan leren.
– Nog steeds wordt beweerd “Wie na afronding van de ambtsopleiding een zendingsbrief van de BZI wenst te ontvangen, wordt daarom aangeraden om voor de start van de opleiding een valideringsgesprek aan te vragen bij de BZI ” terwijl de BZI volstrekt onbereikbaar is (en – ik blijf het zeggen – incompetent is).
Overigens: de term 'valideringsgesprek' is nieuw, in februari stond er nog 'toetsingsgesprek': een stuk minder gewichtig.
Helaas wordt niet genoemd dat een 'zendingsbrief' voor een boeddhist niet alleen door de BZI kan worden afgegeven. Een ongeorganiseerde/ongebonden boeddhist kan ook erkend worden als geestelijk verzorger door de op te richten 'Raad voor Onafhankelijke Spiritualiteit ' zoals ik op 19 oktober aangaf.
Labels:
boeddhologie,
BZI,
ervaring,
geestelijk verzorger,
VU
woensdag 27 november 2013
Boeddhistische boeken op een onbewoond eiland
Het is een al lang bestaande vorm van lijstjes. De gedachten-oefening:
Stel dat ik naar een onbewoond eiland ga, welke boeken zou ik dan willen meenenen ?
Helemaal realistisch is deze fantasie natuurlijk niet. Misschien zou ik beter een boek over overleven mee kunnen nemen en nog beter gebruiksvoorwerpen daarvoor.
Maar goed, ik zie van het realisme af en beperk me tot wat ik nu thuis graag doe: boeddhistische en boeddhologische (niet hetzelfde maar weer wel een beetje) boeken lezen.
Het probleem is dat ik wel een boek per week kan verorberen; een e-reader meenemen heeft geen zin omdat er geen oplaadmogelijkheid op dat eiland is. Daarom ouderwets papieren boeken en omdat ik toch een keus moet maken, slechts zes. Boeken die ik niet in één keer uit heb, die steeds weer opnieuw gelezen kunnen worden.
Met een prioriteitsvolgorde.
1. Mindfulness with breathing
door Buddhadasa Bhikkhu
Vertaald uit het Thai en van een conlusie voorzien door Santikaro Bhikkhu
Wisdom Publications, 1997
Het enige Theravada-boek in deze lijst. Maar wat voor één.
Het is voor mij het boek dat alle andere boeken overbodig maakt.
Van regel tot regel, van paragraaf tot paragraaf inzichtgevend. En inspirerend tot beoefening: van anapanasati-meditatie . Ik ga geen voorbeelden geven of proberen samen te vatten: lezen en doen! Samatha en vipassana in hun logische volgorde en samenhang.
Niet om mee te nemen naar dat eiland, maar voor nu: Er is ook een electronische versie van dit boek, gemaakt van een iets minder uitgebreide eerdere druk.
De titel bevat een subtiliteit (heeft Leigh Brasington me op gewezen): meestal wordt gesproken van 'mindfulness of breathing ' maar hier
van '… with … '. Een verschil om over na te denken.
Ik ken ook een ander boek over de Anapanasati Sutta (nr. 117 van de Majjhima Nikaya):
'Adem is bewustzijn ' door Thich Nhat Hanh .
Ook inspirend maar met wat veel glimlachen en minder specifiek over de meditatie-methode.
2. Verzen uit het midden (de door Batchelor gegeven titel) door Nagarjuna
Andere titels van vertalingen van dit werk: 'Grondregels van de filosofie van het midden' (Erik Hoogcarspel; 'The Fundamental Wisdom of the Middle Way' (Garfield), 'Nagarjuna: The philosophy of the Middle Way' (Kalupahana) en
'Nagarjuna's Middle Way: Mulamadhyamakakarika' (Siderits & Katsura)
Alleen de laatste vertaling ken ik niet maar noem ik toch, omdat het de meest recente is en goede recensies gekregen heeft.
Er zijn er nog meer, en de verschillen zijn groot, in vertaling en in interpretatie.
Iedereen zijn eigen Nagarjuna !
Ik ook want het gebruik van 'leegte' (sunyata) is voor mij de kern van het boeddhisme, niet compassie en zo.
Dat wordt herlezen. Ik kies voor het meenemen van:
The Fundamental Wisdom of the Middle Way – Nagarjuna's Mulamadhyamakakarika
Translation and commentary by Jay L. Garfield
Oxford University Press, USA, 1995. Zie in Amazon
Soms wat meer Tibetaans boeddhisme dan Madhyamaka maar Garfield zegt dat er op die plaatsen dan wel bij.
3. A Few Good Man – The Bodhisattva Path according to The Inquiry of Ugra
door Jan Nattier
University of Hawaii Press, 2005
Dit is boeddhologie in optima forma. Over het boeiendste van alle processen: het ontstaan van Mahayana, of liever 'Bodhisattvayana' zoals Nattier het noemt, losgekomen van het vroege boeddhisme met haar Arhat-ideaal.
Minitieus maar ook levendig.Je bent bij wijze van spreken in het klooster waar volgelingen van beide idealen samen-leven.
Zie voor de eerste 48 bladzijden Booklens
4. Buddhist Phenomenology; A Philosophical Investigation of Yogacara Buddhism
door Dan Lusthaus
Routledge, 2003
Bijna meer een naslagwerk dan een monografie. Iets minder aardig gezegd: een omgevallen boekenkast.
Maar zeer rijk aan informatie, over Yogacara en de verspreiding ervan naar China.
Een aantal pagina's er van om een indruk te krijgen bij Amazon
5. Tao Te King ook wel geschreven als Tao Te King
Door Lao Tzu , ook wel geschreven Lao Tse
Geen boeddhistisch boek, maar taoistisch.
Toch wil ik een vertaling (er zijn er vele, ik heb oude maar er zijn ook nieuwe) daarvan meenemen omdat ooit mijn spirituele 'carrière' als adolescent met deze tekst begonnen is. Lang niet meer gelezen.
Mee dus omdat ik aanneem op dat eiland mijn leven af te sluiten.
6. Mijn eigen verzameld werk
Is dat niet nogal narcistisch en weinig onthecht, m'n eigen teksten meenemen? De blogteksten vooral die ik de afgelopen zes jaar heb geschreven?
In zekere zin wel. Maar de teksten bevatten ook heel veel informatie en bovendien lijkt het me goed me op zo'n eiland te bezinnen op wie ik ben. Ook om al die opvattingen van me en de gewichtigheid daarvan wat te kunnen relativeren.
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat daar ook een boek van gemaakt wordt, dan alles maar uitprinten?
Eénzijdig, kan ik de achterkant gebruiken om verder te schrijven.
De lezer kan die teksten ook wel vinden: in deze blog dus.
Andere boeken?
Ik had me voorgenomen me beperken tot zes boeddhistische boeken; en eigenlijk zijn het er maar vier geworden, nr 5 is niet-boeddhistisch en nr 6 is geen boek.
Als ruimte en gewicht geen probleem zijn, zou ik
als nonfictie een boek over astrofysica willen meenemen: hoe moeilijker hoe beter; bv
'Time Reborn: From the Crisis in Physics to the Future of the Universe' door Lee Smolin;
en als fictie ' De man zonder eigenschappen ' van Robert Musil . Meer dan dertienhonderd pagina's, meer dan anderhalf kilo; en dan is ook nog langzaam lezen noodzakelijk.
Update 29 november:
Nu ik er nog eens over nadenk:
dat onbewoonde eiland kan ook een kamer in een verpleeghuis worden.
Stel dat ik naar een onbewoond eiland ga, welke boeken zou ik dan willen meenenen ?
Helemaal realistisch is deze fantasie natuurlijk niet. Misschien zou ik beter een boek over overleven mee kunnen nemen en nog beter gebruiksvoorwerpen daarvoor.
Maar goed, ik zie van het realisme af en beperk me tot wat ik nu thuis graag doe: boeddhistische en boeddhologische (niet hetzelfde maar weer wel een beetje) boeken lezen.
Het probleem is dat ik wel een boek per week kan verorberen; een e-reader meenemen heeft geen zin omdat er geen oplaadmogelijkheid op dat eiland is. Daarom ouderwets papieren boeken en omdat ik toch een keus moet maken, slechts zes. Boeken die ik niet in één keer uit heb, die steeds weer opnieuw gelezen kunnen worden.
Met een prioriteitsvolgorde.
1. Mindfulness with breathing
door Buddhadasa Bhikkhu
Vertaald uit het Thai en van een conlusie voorzien door Santikaro Bhikkhu
Wisdom Publications, 1997
Het enige Theravada-boek in deze lijst. Maar wat voor één.
Het is voor mij het boek dat alle andere boeken overbodig maakt.
Van regel tot regel, van paragraaf tot paragraaf inzichtgevend. En inspirerend tot beoefening: van anapanasati-meditatie . Ik ga geen voorbeelden geven of proberen samen te vatten: lezen en doen! Samatha en vipassana in hun logische volgorde en samenhang.
Niet om mee te nemen naar dat eiland, maar voor nu: Er is ook een electronische versie van dit boek, gemaakt van een iets minder uitgebreide eerdere druk.
De titel bevat een subtiliteit (heeft Leigh Brasington me op gewezen): meestal wordt gesproken van 'mindfulness of breathing ' maar hier
van '… with … '. Een verschil om over na te denken.
Ik ken ook een ander boek over de Anapanasati Sutta (nr. 117 van de Majjhima Nikaya):
'Adem is bewustzijn ' door Thich Nhat Hanh .
Ook inspirend maar met wat veel glimlachen en minder specifiek over de meditatie-methode.
2. Verzen uit het midden (de door Batchelor gegeven titel) door Nagarjuna
Andere titels van vertalingen van dit werk: 'Grondregels van de filosofie van het midden' (Erik Hoogcarspel; 'The Fundamental Wisdom of the Middle Way' (Garfield), 'Nagarjuna: The philosophy of the Middle Way' (Kalupahana) en
'Nagarjuna's Middle Way: Mulamadhyamakakarika' (Siderits & Katsura)
Alleen de laatste vertaling ken ik niet maar noem ik toch, omdat het de meest recente is en goede recensies gekregen heeft.
Er zijn er nog meer, en de verschillen zijn groot, in vertaling en in interpretatie.
Iedereen zijn eigen Nagarjuna !
Ik ook want het gebruik van 'leegte' (sunyata) is voor mij de kern van het boeddhisme, niet compassie en zo.
Dat wordt herlezen. Ik kies voor het meenemen van:
The Fundamental Wisdom of the Middle Way – Nagarjuna's Mulamadhyamakakarika
Translation and commentary by Jay L. Garfield
Oxford University Press, USA, 1995. Zie in Amazon
Soms wat meer Tibetaans boeddhisme dan Madhyamaka maar Garfield zegt dat er op die plaatsen dan wel bij.
3. A Few Good Man – The Bodhisattva Path according to The Inquiry of Ugra
door Jan Nattier
University of Hawaii Press, 2005
Dit is boeddhologie in optima forma. Over het boeiendste van alle processen: het ontstaan van Mahayana, of liever 'Bodhisattvayana' zoals Nattier het noemt, losgekomen van het vroege boeddhisme met haar Arhat-ideaal.
Minitieus maar ook levendig.Je bent bij wijze van spreken in het klooster waar volgelingen van beide idealen samen-leven.
Zie voor de eerste 48 bladzijden Booklens
4. Buddhist Phenomenology; A Philosophical Investigation of Yogacara Buddhism
door Dan Lusthaus
Routledge, 2003
Bijna meer een naslagwerk dan een monografie. Iets minder aardig gezegd: een omgevallen boekenkast.
Maar zeer rijk aan informatie, over Yogacara en de verspreiding ervan naar China.
Een aantal pagina's er van om een indruk te krijgen bij Amazon
5. Tao Te King ook wel geschreven als Tao Te King
Door Lao Tzu , ook wel geschreven Lao Tse
Geen boeddhistisch boek, maar taoistisch.
Toch wil ik een vertaling (er zijn er vele, ik heb oude maar er zijn ook nieuwe) daarvan meenemen omdat ooit mijn spirituele 'carrière' als adolescent met deze tekst begonnen is. Lang niet meer gelezen.
Mee dus omdat ik aanneem op dat eiland mijn leven af te sluiten.
6. Mijn eigen verzameld werk
Is dat niet nogal narcistisch en weinig onthecht, m'n eigen teksten meenemen? De blogteksten vooral die ik de afgelopen zes jaar heb geschreven?
In zekere zin wel. Maar de teksten bevatten ook heel veel informatie en bovendien lijkt het me goed me op zo'n eiland te bezinnen op wie ik ben. Ook om al die opvattingen van me en de gewichtigheid daarvan wat te kunnen relativeren.
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat daar ook een boek van gemaakt wordt, dan alles maar uitprinten?
Eénzijdig, kan ik de achterkant gebruiken om verder te schrijven.
De lezer kan die teksten ook wel vinden: in deze blog dus.
Andere boeken?
Ik had me voorgenomen me beperken tot zes boeddhistische boeken; en eigenlijk zijn het er maar vier geworden, nr 5 is niet-boeddhistisch en nr 6 is geen boek.
Als ruimte en gewicht geen probleem zijn, zou ik
als nonfictie een boek over astrofysica willen meenemen: hoe moeilijker hoe beter; bv
'Time Reborn: From the Crisis in Physics to the Future of the Universe' door Lee Smolin;
en als fictie ' De man zonder eigenschappen ' van Robert Musil . Meer dan dertienhonderd pagina's, meer dan anderhalf kilo; en dan is ook nog langzaam lezen noodzakelijk.
Update 29 november:
Nu ik er nog eens over nadenk:
dat onbewoonde eiland kan ook een kamer in een verpleeghuis worden.
vrijdag 22 november 2013
Geassocieeerd adviseur bij de BOS worden? Ik?
Half november werd op de website van de BOS aangekondigd:
" Gezocht: leden Algemeen Bestuur / geassocieerd adviseurs " Zie Bosrtv
De inhoud van deze 'advertentie':
“ De Boeddhistische Omroep Stichting (BOS), onderdeel van de Nederlandse Publieke Omroep heeft de afgelopen jaren tal van onderscheidende radio-, tv-programma’s en films geproduceerd en uitgezonden. Programma’s die zich keer op keer kenmerken door op een niet -dogmatische manier aandacht te besteden aan de inherente wijsheid en het vermogen tot compassie van mensen en hoe daar in het leven van alledag als professional of privé praktisch vorm aan gegeven kan worden. Waarden die boeddhisten wereldwijd aanspreken en leiders, beleidsmakers, sociaal innovators, ouders, zorgverleners of bewust levende burgers keer op keer inspireren.
De komende jaren staat de BOS voor een organisatorische transitie. De bestaande organisatie en financiering wordt afgebouwd en tegelijk liggen er tal van mogelijkheden op het vlak van mediaontwikkeling en -exploitatie binnen de (internationale) veelkleurigheid van onze doelgroep.
Om de opties voor de BOS succesvol en vanuit de waarden die wij voorstaan te begeleiden zijn wij op zoek naar gemotiveerde deskundigen die hier graag hun bijdragen aan leveren als lid van het Algemeen Bestuur of geassocieerd adviseur.
Het algemeen bestuur van de BOS wordt gevormd door het uitvoerend bestuur en het algemeen bestuur dat een toezichthoudende functie heeft. Het bestuur vergadert in de regel 4 tot 5 keer per jaar.
Voor de huidige vacatures wordt met name gezocht naar kandidaten met een of meer van de volgende competentiegebieden:
* Specifieke deskundigheden op gebied van media, in het bijzonder cross-mediale projecten,
bij voorkeur in een internationale, commerciële omgeving
* Ervaring en een track record op het vlak van sociaal- en maatschappelijke innovaties
* Algemeen bestuurlijke kwaliteiten en ervaring
* (Internationaal) maatschappelijk- en politiek netwerk
* Bedrijfskundige expertise
* Affiniteit met het gedachtegoed van de BOS
Bestuursleden en geassocieerd adviseurs kunnen aanspraak maken op een onkostenvergoeding.
Voor nadere informatie omtrent de vacatures kunt u zich richten tot de bestuursvoorzitter van de BOS, ...
Mocht u geïnteresseerd zijn dan wel de aandacht willen vestigen op mogelijk geïnteresseerden, reageer dan door een email te sturen aan ... “
Hoewel veel van de woorden hier me niet bevallen (ik vind het termen uit wereld van consultancy/marketing en van medium-producenten), intrigeerde het me toch. Ik had immers de afgelopen maanden herhaaldelijk kritiek op de BOS in mijn blog geformuleerd, namelijk dat ze niet anticipeerden op de wijziging van de Mediawet zodat na 2015 de BOS niet meer onderdeel van de publieke omroep zal zijn.
En hier was een poging wel een nieuw begin te maken, hoewel overwegend een nieuwe voortzetting van het op internationale prijzen en verkoop gerichte (licht tot nauwelijks boeddhistische) typische BOS-Televisie-product 'documentaire '.
De suggesties in mijn blogs waren vooral gericht op voortzetting (anders en zonder overheidssubsidie) van de activiteiten van de BOS-Radio en enigszins van de Bodhitv-website.
De BOS-advertentie bood daarvoor maar weinig houvast maar voor mij is 'kritiek hebben' ook 'verantwoordelijkheid willen nemen'.
Na enige aarzeling heb ik daarom besloten te reageren:
“ Beste mensen van het BOS-bestuur
Hoewel ik niet precies weet wat het (juridisch) is, lijkt het me wel wat, geassocieerd adviseur van het BOS-bestuur worden.
Ik zou me dan richten op twee media, dat is dus ook cross-mediaal: radio (audio) en website (tekst); beide overwegend Nederlandstalig. Met televisie ga ik me niet bezig houden, ook niet internationaal.
Wat betreft mijn opvattingen en achtergrond kan ik verwijzen naar mijn blog, met name naar http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/10/gaat-op-5-november-het-aangekondigde.html en de daarin genoemde eerdere blogteksten over de BOS.
Mijn deskundigheid: kunnen luisteren (naar de radio bv en naar talks), denken, schrijven, en politieke intuitie.
Kortom: ik stel me kandidaat.
Voor de goede orde: we hebben het toch over de BOS na 2015, dus los van de BUN?
Vriendelijke groet
Joop Romeijn “
Na half december zal ik hier laten weten hoe het afgelopen is. Ik ben benieuwd, niet iedereen vindt mij aardig daar.
De laatste opmerking over de BUN is natuurlijk een gemenigheidje, omdat in de advertentie de juridische kant van de nieuwe organisatie helemaal niet aan de orde kwam (blijven de stichtingen BOS en Vrienden van de BOS bestaan?); en ik voor opheffing van de BUN ben.
" Gezocht: leden Algemeen Bestuur / geassocieerd adviseurs " Zie Bosrtv
De inhoud van deze 'advertentie':
“ De Boeddhistische Omroep Stichting (BOS), onderdeel van de Nederlandse Publieke Omroep heeft de afgelopen jaren tal van onderscheidende radio-, tv-programma’s en films geproduceerd en uitgezonden. Programma’s die zich keer op keer kenmerken door op een niet -dogmatische manier aandacht te besteden aan de inherente wijsheid en het vermogen tot compassie van mensen en hoe daar in het leven van alledag als professional of privé praktisch vorm aan gegeven kan worden. Waarden die boeddhisten wereldwijd aanspreken en leiders, beleidsmakers, sociaal innovators, ouders, zorgverleners of bewust levende burgers keer op keer inspireren.
De komende jaren staat de BOS voor een organisatorische transitie. De bestaande organisatie en financiering wordt afgebouwd en tegelijk liggen er tal van mogelijkheden op het vlak van mediaontwikkeling en -exploitatie binnen de (internationale) veelkleurigheid van onze doelgroep.
Om de opties voor de BOS succesvol en vanuit de waarden die wij voorstaan te begeleiden zijn wij op zoek naar gemotiveerde deskundigen die hier graag hun bijdragen aan leveren als lid van het Algemeen Bestuur of geassocieerd adviseur.
Het algemeen bestuur van de BOS wordt gevormd door het uitvoerend bestuur en het algemeen bestuur dat een toezichthoudende functie heeft. Het bestuur vergadert in de regel 4 tot 5 keer per jaar.
Voor de huidige vacatures wordt met name gezocht naar kandidaten met een of meer van de volgende competentiegebieden:
* Specifieke deskundigheden op gebied van media, in het bijzonder cross-mediale projecten,
bij voorkeur in een internationale, commerciële omgeving
* Ervaring en een track record op het vlak van sociaal- en maatschappelijke innovaties
* Algemeen bestuurlijke kwaliteiten en ervaring
* (Internationaal) maatschappelijk- en politiek netwerk
* Bedrijfskundige expertise
* Affiniteit met het gedachtegoed van de BOS
Bestuursleden en geassocieerd adviseurs kunnen aanspraak maken op een onkostenvergoeding.
Voor nadere informatie omtrent de vacatures kunt u zich richten tot de bestuursvoorzitter van de BOS, ...
Mocht u geïnteresseerd zijn dan wel de aandacht willen vestigen op mogelijk geïnteresseerden, reageer dan door een email te sturen aan ... “
Hoewel veel van de woorden hier me niet bevallen (ik vind het termen uit wereld van consultancy/marketing en van medium-producenten), intrigeerde het me toch. Ik had immers de afgelopen maanden herhaaldelijk kritiek op de BOS in mijn blog geformuleerd, namelijk dat ze niet anticipeerden op de wijziging van de Mediawet zodat na 2015 de BOS niet meer onderdeel van de publieke omroep zal zijn.
En hier was een poging wel een nieuw begin te maken, hoewel overwegend een nieuwe voortzetting van het op internationale prijzen en verkoop gerichte (licht tot nauwelijks boeddhistische) typische BOS-Televisie-product 'documentaire '.
De suggesties in mijn blogs waren vooral gericht op voortzetting (anders en zonder overheidssubsidie) van de activiteiten van de BOS-Radio en enigszins van de Bodhitv-website.
De BOS-advertentie bood daarvoor maar weinig houvast maar voor mij is 'kritiek hebben' ook 'verantwoordelijkheid willen nemen'.
Na enige aarzeling heb ik daarom besloten te reageren:
“ Beste mensen van het BOS-bestuur
Hoewel ik niet precies weet wat het (juridisch) is, lijkt het me wel wat, geassocieerd adviseur van het BOS-bestuur worden.
Ik zou me dan richten op twee media, dat is dus ook cross-mediaal: radio (audio) en website (tekst); beide overwegend Nederlandstalig. Met televisie ga ik me niet bezig houden, ook niet internationaal.
Wat betreft mijn opvattingen en achtergrond kan ik verwijzen naar mijn blog, met name naar http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/10/gaat-op-5-november-het-aangekondigde.html en de daarin genoemde eerdere blogteksten over de BOS.
Mijn deskundigheid: kunnen luisteren (naar de radio bv en naar talks), denken, schrijven, en politieke intuitie.
Kortom: ik stel me kandidaat.
Voor de goede orde: we hebben het toch over de BOS na 2015, dus los van de BUN?
Vriendelijke groet
Joop Romeijn “
Na half december zal ik hier laten weten hoe het afgelopen is. Ik ben benieuwd, niet iedereen vindt mij aardig daar.
De laatste opmerking over de BUN is natuurlijk een gemenigheidje, omdat in de advertentie de juridische kant van de nieuwe organisatie helemaal niet aan de orde kwam (blijven de stichtingen BOS en Vrienden van de BOS bestaan?); en ik voor opheffing van de BUN ben.
Labels:
boeddhisme in Nederland,
BOS,
brieven,
geëngageerd boeddhisme
vrijdag 15 november 2013
Een eigen klooster (ook een voor nonnen) en een eigen meditatiecentrum en zendende instantie; eindelijk een boeddhist die het over macht durft te hebben
De publikatie van de mail van Adi Ichsan aan de vipassana-leraren waarover *OpenBoeddhisme* eerder deze week heeft gepubliceerd, heeft mij behoorlijk geschokt. (Zie Mail Ichsan )
Ik heb er behoefte aan daarover een duidelijk standpunt in te nemen, niet als buitenstaander maar als betrokkene.
Niet-Theravadins begrijpen hier waarschijnlijk weinig van en moeten het maar niet lezen, ik ga niet alles uitleggen (maar misschien willen ze toch wel weten hoe macht werkt in het boeddhisme).
Eerst een aanloop.
Het bestuur van de stichting Vipassana Meditatiecentrum had een bijeenkomst belegd voor haar 'vrienden' (dat zijn haar donateurs en aspirant-donateurs) op 26 oktober. Over deze uitnodiging heb ik eerder geschreven, op 2 oktober .
Ik was er aanwezig, niet als bloggend toeschouwer/ journalist maar als Theravadin die het mooi zou vinden als er een eigen meditatiecentrum zou komen (voor vipassana- maar ook voor andere methoden zoals samatha- en Brahmnavihara-meditatie).
Van hetgeen besproken is de 26e maak ik me af door te verwijzen naar de verslagen in het Boeddhistisch Dagblad: BD 27 oktober en BD 28 oktober .
Combineren van de functies 'meditatiecentrum' en 'woonvoorziening' in één organisatie ongewenst
Eén punt dat ik daar aan de orde heb gesteld, wil ik hier nog eens herhalen.
De relatie tussen een meditatiecentrum en een klooster/woonvoorziening-8+ is in de voorstellen niet goed doordacht, het gaat om verschillende functies.
Eerst de code 'woonvoorziening 8+' ; ik bedoel hiermee een leefgemeenschap van Theravadins die 8 (of meer) voorschriften hebben aangenomen en in sterke mate contemplatief wensen te leven. Geen echt klooster voor monniken en nonnen met ruim 200 c.q. 300 voorschriften van de Vinaya.
'In sterke mate', want ik ga er wel van uit dat deze mannen en vrouwen zelf de koop of huur van woonruimte in deze voorziening kunnen betalen. En ook verder in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien; of dat geheel kan uit dana voor het geven van meditatielessen en retraites, betwijfel ik.
Juist om verwarring tussen beide functies te voorkomen pleitte ik voor
twee afzonderlijke stichtingen:
één voor het Vipassana Meditatiecentrum en één voor de Woonvoorziening.
Omdat het nog jaren duurt (denk ik) voordat de stichting Vipassana Meditatiecentrum voldoende geld bij elkaar heeft gespaard zo'n centrum te kopen of bouwen; en omdat het nog jaren duurt eer de gemeente Epe het bestemmingsplan voor het voormalige Maitreya-terrein in Emst heeft gewijzigd, was dit alles nog vrij theoretisch.
Echter ...
Een nieuw feit diende zich aan
De mail van Adi Ichsan van eind oktober aan o.a. de vipassana-leraren, zoals *OpenBoeddhisme* die heeft weergegeven en die ik ook al uit andere bronnen had begrepen. Door het bestuur van het Thaise (monniken-)klooster in Landsmeer wordt waarschijnlijk een gebouw in Purmerend gekocht waar ook een klooster voor vrouwen kan komen en een meditatiecentrum voor 40 personen met overnachtingsmogelijkheid. Deze tempel kan zich dan ook gaan presenteren als zendende instantie (dhamma duta, een woordcombinatie die ik nog niet eerder ben tegengekomen) voor het Theravada boeddhisme. Er wordt aan het eind van de mail een beroep gedaan op de andere vipassana-leraren, dit project moreel en financieel te steunen.
Het lijkt me heel goed dat er een andere behuizing komt voor (het klooster) Wat Buddhavihara, nu nog gevestigd in Landsmeer. En ook dat daar ook een klooster voor nonnen (bhikkhuni's of is dat al te progressief gedacht?) aan gekoppeld wordt.
Op één politiek gevoelig punt na: de mededeling in de mail over sponsoring door de Thaise Ambassade, dus door de regering van Thailand. Daar wordt in ons land – met de scheiding van kerk en staat – kritisch naar gekeken als het een moskee betreft en dus ook als het een boeddhistisch klooster betreft. Ik heb er m'n bedenkingen bij, in ieder geval moet de hoogte van de donatie bekend worden en moet de preciese bestemming en de voorwaarden openbaar worden gemaakt.
Een eigen Theravada-meditatie-centrum?
Dan de suggestie dat hier in hetzelfde gebouw of op het zelfde terrein, ook een meditatie-centrum kan komen. Een aanval in de rug van de initiatiefnemers van (de stichting) Meditatie Centrum Vipassana Nederland en 'vrienden', zoals die 26 oktober bij elkaar zijn geweest.
En bovendien vrees ik dat de regie van dit centrum in Purmerend in orthodoxe Theravada-handen komt; lang niet alle leraren die nu (in bijvoorbeeld SIM-retraites) in Nederland komen, zullen daar welkom zijn. Een paar jaar geleden heeft bijvoorbeeld Adi Ichsan (vergeefs) een poging gedaan Stephen Batchelor te laten schrappen van de lijst van SIM-leraren. Maar ook mindfulness zal er vermoedelijk ook niet welkom zijn.
Laat ik het dus maar duidelijk zeggen: hier ben ik zeer ongelukkig over.
Ik blijf het initiatief van de stichting Meditatiecentrum Vipassana Nederland steunen, temeer daar ik er een (in mijn ogen) ideale locatie voor heb gevonden: aan de noordoostkant van Almere; vlak bij de (Vietnamees-boeddhistische) Van Hanh Pagode, bij een NS-station en bij de Oostvaardersplassen. Zie overzicht de Evenaar .
Mocht het bestuur van de stichting het bijltje er bij neergooien, dan zeg ik – met tegenzin en alleen dan – dat een meditatiecentrum in Purmerend alleen acceptabel is, als deze een eigen organisatie met eigen bestuur vormt, en dus formeel niet onder bestuur en monniken (en adviseurs !) van de Thaise tempel valt.
Een Theravada Zendende Instantie?
Dat in dit (andere) initiatief voorgesteld wordt, een eigen Theravada Zendende Instantie in te stellen, voor boeddhistisch geestelijk verzorgers, is nog mijn minste zorg. Het sluit wel aan bij de – voorzichtig geformuleerde – kritische opmerking van de Dharma Advies Groep, te vinden bij de stukken voor de BUN-ALV van 15 oktober. Citaat: “... de(on)wenselijkheid van uitbreiding van de centralistische rol van de BUN in relatie tot de overheid. ”. Zie daarvoor mijn blog van 19 okt.
Een TZI (ik kort maar af) ondermijnt de BZI, zowel naar de BUN als naar de VU toe, want dit impliceert ook een Zen.nl-zendende instantie, een Kanzeon-zendende instantie etc voor alle grotere tradities.
Van mij mogen ze (ik ben voor aansluiting van geestelijk verzorgers bij de
'Raad voor onafhankelijke spiritualiteit', zoals ik 19 oktober beschreef) maar het ministerie van Veiligheid en Justitie zal dit niet accepteren.
Overigens: het klooster in Landmeer is geen BUN-lid, 'Dhammadipa' (Pieterspoortsteeg) in Amsterdam wel. Het lijkt er op dat Adi soms een fusie tussen die twee aan het regelen is. Eventueel het (kapitaalkrachtige) 'Sangha Metta' er ook nog bij; hoewel die juist een paar jaar geleden (toen Jotika stopte bij de Pieterspoortsteeg) uit elkaar zijn gegaan?
Kortom: Adi heeft een steen in meerdere vijvers tegelijk weten te werpen. Hoeveel zullen er afketsen en hoeveel zullen diepe rimpels veroorzaken? Want ik voorzie nog wel wat bestemmingsplan-problemen in Purmerend en de Stichting Meditatiecentrum Vipassana Nederland zal toch wel gaan reageren op deze zet?
Maar de vrede is hoe dan ook verstoord.
Ik heb er behoefte aan daarover een duidelijk standpunt in te nemen, niet als buitenstaander maar als betrokkene.
Niet-Theravadins begrijpen hier waarschijnlijk weinig van en moeten het maar niet lezen, ik ga niet alles uitleggen (maar misschien willen ze toch wel weten hoe macht werkt in het boeddhisme).
Eerst een aanloop.
Het bestuur van de stichting Vipassana Meditatiecentrum had een bijeenkomst belegd voor haar 'vrienden' (dat zijn haar donateurs en aspirant-donateurs) op 26 oktober. Over deze uitnodiging heb ik eerder geschreven, op 2 oktober .
Ik was er aanwezig, niet als bloggend toeschouwer/ journalist maar als Theravadin die het mooi zou vinden als er een eigen meditatiecentrum zou komen (voor vipassana- maar ook voor andere methoden zoals samatha- en Brahmnavihara-meditatie).
Van hetgeen besproken is de 26e maak ik me af door te verwijzen naar de verslagen in het Boeddhistisch Dagblad: BD 27 oktober en BD 28 oktober .
Combineren van de functies 'meditatiecentrum' en 'woonvoorziening' in één organisatie ongewenst
Eén punt dat ik daar aan de orde heb gesteld, wil ik hier nog eens herhalen.
De relatie tussen een meditatiecentrum en een klooster/woonvoorziening-8+ is in de voorstellen niet goed doordacht, het gaat om verschillende functies.
Eerst de code 'woonvoorziening 8+' ; ik bedoel hiermee een leefgemeenschap van Theravadins die 8 (of meer) voorschriften hebben aangenomen en in sterke mate contemplatief wensen te leven. Geen echt klooster voor monniken en nonnen met ruim 200 c.q. 300 voorschriften van de Vinaya.
'In sterke mate', want ik ga er wel van uit dat deze mannen en vrouwen zelf de koop of huur van woonruimte in deze voorziening kunnen betalen. En ook verder in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien; of dat geheel kan uit dana voor het geven van meditatielessen en retraites, betwijfel ik.
Juist om verwarring tussen beide functies te voorkomen pleitte ik voor
twee afzonderlijke stichtingen:
één voor het Vipassana Meditatiecentrum en één voor de Woonvoorziening.
Omdat het nog jaren duurt (denk ik) voordat de stichting Vipassana Meditatiecentrum voldoende geld bij elkaar heeft gespaard zo'n centrum te kopen of bouwen; en omdat het nog jaren duurt eer de gemeente Epe het bestemmingsplan voor het voormalige Maitreya-terrein in Emst heeft gewijzigd, was dit alles nog vrij theoretisch.
Echter ...
Een nieuw feit diende zich aan
De mail van Adi Ichsan van eind oktober aan o.a. de vipassana-leraren, zoals *OpenBoeddhisme* die heeft weergegeven en die ik ook al uit andere bronnen had begrepen. Door het bestuur van het Thaise (monniken-)klooster in Landsmeer wordt waarschijnlijk een gebouw in Purmerend gekocht waar ook een klooster voor vrouwen kan komen en een meditatiecentrum voor 40 personen met overnachtingsmogelijkheid. Deze tempel kan zich dan ook gaan presenteren als zendende instantie (dhamma duta, een woordcombinatie die ik nog niet eerder ben tegengekomen) voor het Theravada boeddhisme. Er wordt aan het eind van de mail een beroep gedaan op de andere vipassana-leraren, dit project moreel en financieel te steunen.
Het lijkt me heel goed dat er een andere behuizing komt voor (het klooster) Wat Buddhavihara, nu nog gevestigd in Landsmeer. En ook dat daar ook een klooster voor nonnen (bhikkhuni's of is dat al te progressief gedacht?) aan gekoppeld wordt.
Op één politiek gevoelig punt na: de mededeling in de mail over sponsoring door de Thaise Ambassade, dus door de regering van Thailand. Daar wordt in ons land – met de scheiding van kerk en staat – kritisch naar gekeken als het een moskee betreft en dus ook als het een boeddhistisch klooster betreft. Ik heb er m'n bedenkingen bij, in ieder geval moet de hoogte van de donatie bekend worden en moet de preciese bestemming en de voorwaarden openbaar worden gemaakt.
Een eigen Theravada-meditatie-centrum?
Dan de suggestie dat hier in hetzelfde gebouw of op het zelfde terrein, ook een meditatie-centrum kan komen. Een aanval in de rug van de initiatiefnemers van (de stichting) Meditatie Centrum Vipassana Nederland en 'vrienden', zoals die 26 oktober bij elkaar zijn geweest.
En bovendien vrees ik dat de regie van dit centrum in Purmerend in orthodoxe Theravada-handen komt; lang niet alle leraren die nu (in bijvoorbeeld SIM-retraites) in Nederland komen, zullen daar welkom zijn. Een paar jaar geleden heeft bijvoorbeeld Adi Ichsan (vergeefs) een poging gedaan Stephen Batchelor te laten schrappen van de lijst van SIM-leraren. Maar ook mindfulness zal er vermoedelijk ook niet welkom zijn.
Laat ik het dus maar duidelijk zeggen: hier ben ik zeer ongelukkig over.
Ik blijf het initiatief van de stichting Meditatiecentrum Vipassana Nederland steunen, temeer daar ik er een (in mijn ogen) ideale locatie voor heb gevonden: aan de noordoostkant van Almere; vlak bij de (Vietnamees-boeddhistische) Van Hanh Pagode, bij een NS-station en bij de Oostvaardersplassen. Zie overzicht de Evenaar .
Mocht het bestuur van de stichting het bijltje er bij neergooien, dan zeg ik – met tegenzin en alleen dan – dat een meditatiecentrum in Purmerend alleen acceptabel is, als deze een eigen organisatie met eigen bestuur vormt, en dus formeel niet onder bestuur en monniken (en adviseurs !) van de Thaise tempel valt.
Een Theravada Zendende Instantie?
Dat in dit (andere) initiatief voorgesteld wordt, een eigen Theravada Zendende Instantie in te stellen, voor boeddhistisch geestelijk verzorgers, is nog mijn minste zorg. Het sluit wel aan bij de – voorzichtig geformuleerde – kritische opmerking van de Dharma Advies Groep, te vinden bij de stukken voor de BUN-ALV van 15 oktober. Citaat: “... de(on)wenselijkheid van uitbreiding van de centralistische rol van de BUN in relatie tot de overheid. ”. Zie daarvoor mijn blog van 19 okt.
Een TZI (ik kort maar af) ondermijnt de BZI, zowel naar de BUN als naar de VU toe, want dit impliceert ook een Zen.nl-zendende instantie, een Kanzeon-zendende instantie etc voor alle grotere tradities.
Van mij mogen ze (ik ben voor aansluiting van geestelijk verzorgers bij de
'Raad voor onafhankelijke spiritualiteit', zoals ik 19 oktober beschreef) maar het ministerie van Veiligheid en Justitie zal dit niet accepteren.
Overigens: het klooster in Landmeer is geen BUN-lid, 'Dhammadipa' (Pieterspoortsteeg) in Amsterdam wel. Het lijkt er op dat Adi soms een fusie tussen die twee aan het regelen is. Eventueel het (kapitaalkrachtige) 'Sangha Metta' er ook nog bij; hoewel die juist een paar jaar geleden (toen Jotika stopte bij de Pieterspoortsteeg) uit elkaar zijn gegaan?
Kortom: Adi heeft een steen in meerdere vijvers tegelijk weten te werpen. Hoeveel zullen er afketsen en hoeveel zullen diepe rimpels veroorzaken? Want ik voorzie nog wel wat bestemmingsplan-problemen in Purmerend en de Stichting Meditatiecentrum Vipassana Nederland zal toch wel gaan reageren op deze zet?
Maar de vrede is hoe dan ook verstoord.
woensdag 6 november 2013
Wijziging Mediawet door Eerste Kamer aangenomen, einde BOS na 2015 lijkt onherroepelijk
Gisteren, 5 november 2013, heeft de Eerste Kamer de wijziging van de Mediawet besproken, waarin onder andere het schrappen van de levensbeschouwelijke (de 2.42-) omroepen, zoals de BOS, vastgelegd is.
"De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2013 zonder stemming aangenomen. PVV en SP is daarbij 'aantekening' verleend" (te hebben tegengestemd). Bron: Eerste Kamer
Daarmee is het eind van (onder andere) de BOS na 2015 toch eigenlijk wel een feit.
Of de eind juni aangekondigde lobby van BUN en BOS ("Alles op alles zetten om te kunnen blijven uitzenden" ) eigenlijk nog heeft plaatsgevonden, weet ik niet (niets van gemerkt) maar het effect is nihil geweest. Zie ook mijn blogs van 11 september en 15 oktober .
Van belang is verder dat er door de Christen Unie een motie is ingediend waarover op 12 november wordt gestemd. De 'Motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over het budget voor levensbeschouwelijke programma's (EK 33.541, E) '.
In deze motie wordt de regering verzocht het budget voor levensbeschouwelijke programma's te verhogen van 9 miljoen naar 12 miljoen Euro.
De motie wordt ondersteund door CDA, SP en Groen Links. Dat is op zich niet voldoende maar mijn politieke intuïtie zegt me dat VVD en PvdA die extra drie miljoen er wel voor over hebben om de oppositie te vriend te houden. Ter voorkoming van misverstand: die 12 miljoen gaan naar de na 2015 overblijvende omroepen, geoormerkt voor levensbeschouwelijke programma's.
Volledige tekst: zie onder.
Het lijkt me dat het nu echt wel tijd wordt voor de BOS zich met haar toekomst bezig te houden. De concurrentie (een woord waar boeddhisten niet van houden) zit niet stil, het Boeddhistisch Dagblad vergezelt haar artikelen nu al af en toe met video's bijvoorbeeld.
Ik weet dat Maurice Laparlière, hoofd radio van de BOS, wel met de toekomst bezig is, maar nog teveel door de korte termijn, tot eind 2015, in beslag wordt genomen. Zijn opmerking aan mij ("Hoe nu precies na 1-1-2016? "), nadat ik hem op de suggesties in mijn blogs had gewezen, is niet de goede vraag. De BOS moet het, hopelijk met andere boeddhisten, zelf gaan doen.
Of niet natuurlijk, want 'alle samengestelde dingen zijn vergankelijk.'
Want de werkelijkheid is: niets (door de overheid gefinancierd) na 2015 voor de BOS.
=======================================================================
De 5 november ingediende motie:
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013-2014
33 541 Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren
MOTIE VAN HET LID KUIPER C.S.
Voorgesteld 5 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de zendmachtiging van oude 2.42-omroepen is komen te vervallen
en dat voor levensbeschouwelijke programma's een geoormerkt budget rest van 9 miljoen,
overwegende, dat de betrokken omroepen onevenredig zwaar door de bezuinigingen getroffen zijn,
overwegende, dat de door deze omroepen gemaakte levensbeschouwelijke programma's
uitdrukking geven aan de pluriformiteit en kerntaak van de publieke omroep,
constaterende, dat in het Herfstakkoord een bezuiniging van 100 miljoen is gehalveerd,
is van mening dat de verzachting van de bezuinigingen ook ten goede moet komen aan
het geoormerkte budget voor levensbeschouwelijke programma's en verzoekt de
regering dit budget te verhogen naar 12 miljoen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuiper
De Vries-Leggedoor
Gerkens
Thissen
Flierman
Terpstra
"De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2013 zonder stemming aangenomen. PVV en SP is daarbij 'aantekening' verleend" (te hebben tegengestemd). Bron: Eerste Kamer
Daarmee is het eind van (onder andere) de BOS na 2015 toch eigenlijk wel een feit.
Of de eind juni aangekondigde lobby van BUN en BOS ("Alles op alles zetten om te kunnen blijven uitzenden" ) eigenlijk nog heeft plaatsgevonden, weet ik niet (niets van gemerkt) maar het effect is nihil geweest. Zie ook mijn blogs van 11 september en 15 oktober .
Van belang is verder dat er door de Christen Unie een motie is ingediend waarover op 12 november wordt gestemd. De 'Motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over het budget voor levensbeschouwelijke programma's (EK 33.541, E) '.
In deze motie wordt de regering verzocht het budget voor levensbeschouwelijke programma's te verhogen van 9 miljoen naar 12 miljoen Euro.
De motie wordt ondersteund door CDA, SP en Groen Links. Dat is op zich niet voldoende maar mijn politieke intuïtie zegt me dat VVD en PvdA die extra drie miljoen er wel voor over hebben om de oppositie te vriend te houden. Ter voorkoming van misverstand: die 12 miljoen gaan naar de na 2015 overblijvende omroepen, geoormerkt voor levensbeschouwelijke programma's.
Volledige tekst: zie onder.
Het lijkt me dat het nu echt wel tijd wordt voor de BOS zich met haar toekomst bezig te houden. De concurrentie (een woord waar boeddhisten niet van houden) zit niet stil, het Boeddhistisch Dagblad vergezelt haar artikelen nu al af en toe met video's bijvoorbeeld.
Ik weet dat Maurice Laparlière, hoofd radio van de BOS, wel met de toekomst bezig is, maar nog teveel door de korte termijn, tot eind 2015, in beslag wordt genomen. Zijn opmerking aan mij ("Hoe nu precies na 1-1-2016? "), nadat ik hem op de suggesties in mijn blogs had gewezen, is niet de goede vraag. De BOS moet het, hopelijk met andere boeddhisten, zelf gaan doen.
Of niet natuurlijk, want 'alle samengestelde dingen zijn vergankelijk.'
Want de werkelijkheid is: niets (door de overheid gefinancierd) na 2015 voor de BOS.
=======================================================================
De 5 november ingediende motie:
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013-2014
33 541 Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren
MOTIE VAN HET LID KUIPER C.S.
Voorgesteld 5 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de zendmachtiging van oude 2.42-omroepen is komen te vervallen
en dat voor levensbeschouwelijke programma's een geoormerkt budget rest van 9 miljoen,
overwegende, dat de betrokken omroepen onevenredig zwaar door de bezuinigingen getroffen zijn,
overwegende, dat de door deze omroepen gemaakte levensbeschouwelijke programma's
uitdrukking geven aan de pluriformiteit en kerntaak van de publieke omroep,
constaterende, dat in het Herfstakkoord een bezuiniging van 100 miljoen is gehalveerd,
is van mening dat de verzachting van de bezuinigingen ook ten goede moet komen aan
het geoormerkte budget voor levensbeschouwelijke programma's en verzoekt de
regering dit budget te verhogen naar 12 miljoen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuiper
De Vries-Leggedoor
Gerkens
Thissen
Flierman
Terpstra
maandag 4 november 2013
Een Verklaring Omtrent het Gedrag voor leraren ?
Verleden week werd bekend dat per 1 januari 2014 de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vraagt van priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers, van religieuzen en van bepaalde vrijwilligers en functionarissen.
Zie bv het Nieuwsbericht van de RKK
“De RK-Kerk sluit met de maatregel van invoeren voor de VOG voor nieuwe medewerkers en vrijwilligers aan bij de praktijk van andere grote vrijwilligersorganisaties als bijvoorbeeld de scouting die de VOG ook voor hun nieuw te benoemen stafleden e.d. heeft ingevoerd”, aldus de woordvoerder van de Nederlandse bisschoppenconferentie.
...
De VOG moet worden aangevraagd voor:
- priesters, diakens, en pastoraal werk(st)ers
- priesters, diakens, en pastoraal werk(st)ers in opleiding
- novicen (aspirant-leden van religieuze instituten)
- vrijwilligers en functionarissen die werken met minderjarigen
- vrijwilligers en functionarissen die werken met persoonsgegevens
- vrijwilligers en functionarissen die werken met financiën ...”
======================================================================
Voor wat een VOG is, zie de informatie van 'Justis Screeningsautoriteit'
Een citaat hieruit: zie onderaan.
======================================================================
Dit roept de vraag op of ook voor boeddhistische leraren een Verklaring Omtrent het Gedrag gewenst is.
Ik denk van wel. Ook leraren - zelfs al vinden ze zichzelf verlicht - is niets menselijks vreemd; en helaas zijn daar ook wel concrete voorbeelden van. Als verdere toelichting volstaat volgens mij een verwijzing naar m'n blogtekst 'Heilzame en onheilzame structuren' van 13 mei van dit jaar.
Het probleem is dan dat het boeddhisme geen centrale organisatie kent zoals de RK kerk. Natuurlijk, er is de BUN maar die vertegenwoordigt niet alle leraren en is verder ook te zwak om hierin een rol van betekenis te spelen.
Als de sangha waar een leraar bij hoort een rechtspersoon is, kan het bestuur van deze stichting (of vereniging) een VOG voor elk van haar leraren aanvragen. Ditzelfde is mogelijk ook gewenst voor de penningmeester, maar dat is een ander thema.
Meer specifiek is het probleem dat een leraar niet een VOG voor zichzelf kan aanvragen als er geen 'belanghebbende' is waarvoor deze VOG nodig/gewenst is. Zie 'vragen Justis':
" Bij de aanvraag van een VOG mogen de gegevens van de aanvrager en die van de belanghebbende niet gelijk zijn. Als u zzp'er bent, is dit wel het geval. Zit u bijvoorbeeld in een maatschap, dan kunt u dit oplossen door de maatschap als belanghebbende in te vullen. U kunt ook het aanvraagformulier door een (eerste) opdrachtgever laten invullen."
Natuurlijk zijn de leerlingen (in sommige gevallen kunnen we zeggen 'volgelingen') de echte 'belanghebbenden' maar als die niet georganiseerd zijn, biedt dit geen oplossing.
Misschien moet er wel een aparte organisatie voor dit doel opgericht worden.
Hoe dan ook: een VOG voor elke leraar is gewenst, en op de website van de sangha of (individuele) leraar moet het hebben van deze VOG vermeld worden.
Dit moet m.i. binnen een paar jaar lukken.
Ook voor Boeddhistisch Geestelijk Verzorgers is overigens zo'n VOG gewenst, zowel voor degenen die in een institutioneel kader werken als voor de zelfstandige werkende (waarschijnlijk een groeiende categorie).
======================================================================
Citaat uit de website van 'Justis - De screeningsautoriteit'
"Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een verklaring waaruit blijkt dat uw gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Justis screent het gedrag van personen die een VOG aanvragen en geeft de VOG's af.
Een VOG kan worden afgegeven aan natuurlijke personen (mensen) en aan rechtspersonen (bedrijven/organisaties). Als iemand een VOG aanvraagt, doet Justis onderzoek naar het justitiële verleden van een natuurlijk persoon (NP) of rechtspersoon (RP). Om een baan te kunnen krijgen is het in veel gevallen nodig om een VOG te kunnen overleggen. Voor sommige branches is dit zelfs (wettelijk) verplicht.
U krijgt in ieder geval een VOG als u geen strafbaar feit heeft gepleegd dat relevant is voor de betreffende functie."
Zie bv het Nieuwsbericht van de RKK
“De RK-Kerk sluit met de maatregel van invoeren voor de VOG voor nieuwe medewerkers en vrijwilligers aan bij de praktijk van andere grote vrijwilligersorganisaties als bijvoorbeeld de scouting die de VOG ook voor hun nieuw te benoemen stafleden e.d. heeft ingevoerd”, aldus de woordvoerder van de Nederlandse bisschoppenconferentie.
...
De VOG moet worden aangevraagd voor:
- priesters, diakens, en pastoraal werk(st)ers
- priesters, diakens, en pastoraal werk(st)ers in opleiding
- novicen (aspirant-leden van religieuze instituten)
- vrijwilligers en functionarissen die werken met minderjarigen
- vrijwilligers en functionarissen die werken met persoonsgegevens
- vrijwilligers en functionarissen die werken met financiën ...”
======================================================================
Voor wat een VOG is, zie de informatie van 'Justis Screeningsautoriteit'
Een citaat hieruit: zie onderaan.
======================================================================
Dit roept de vraag op of ook voor boeddhistische leraren een Verklaring Omtrent het Gedrag gewenst is.
Ik denk van wel. Ook leraren - zelfs al vinden ze zichzelf verlicht - is niets menselijks vreemd; en helaas zijn daar ook wel concrete voorbeelden van. Als verdere toelichting volstaat volgens mij een verwijzing naar m'n blogtekst 'Heilzame en onheilzame structuren' van 13 mei van dit jaar.
Het probleem is dan dat het boeddhisme geen centrale organisatie kent zoals de RK kerk. Natuurlijk, er is de BUN maar die vertegenwoordigt niet alle leraren en is verder ook te zwak om hierin een rol van betekenis te spelen.
Als de sangha waar een leraar bij hoort een rechtspersoon is, kan het bestuur van deze stichting (of vereniging) een VOG voor elk van haar leraren aanvragen. Ditzelfde is mogelijk ook gewenst voor de penningmeester, maar dat is een ander thema.
Meer specifiek is het probleem dat een leraar niet een VOG voor zichzelf kan aanvragen als er geen 'belanghebbende' is waarvoor deze VOG nodig/gewenst is. Zie 'vragen Justis':
" Bij de aanvraag van een VOG mogen de gegevens van de aanvrager en die van de belanghebbende niet gelijk zijn. Als u zzp'er bent, is dit wel het geval. Zit u bijvoorbeeld in een maatschap, dan kunt u dit oplossen door de maatschap als belanghebbende in te vullen. U kunt ook het aanvraagformulier door een (eerste) opdrachtgever laten invullen."
Natuurlijk zijn de leerlingen (in sommige gevallen kunnen we zeggen 'volgelingen') de echte 'belanghebbenden' maar als die niet georganiseerd zijn, biedt dit geen oplossing.
Misschien moet er wel een aparte organisatie voor dit doel opgericht worden.
Hoe dan ook: een VOG voor elke leraar is gewenst, en op de website van de sangha of (individuele) leraar moet het hebben van deze VOG vermeld worden.
Dit moet m.i. binnen een paar jaar lukken.
Ook voor Boeddhistisch Geestelijk Verzorgers is overigens zo'n VOG gewenst, zowel voor degenen die in een institutioneel kader werken als voor de zelfstandige werkende (waarschijnlijk een groeiende categorie).
======================================================================
Citaat uit de website van 'Justis - De screeningsautoriteit'
"Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een verklaring waaruit blijkt dat uw gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Justis screent het gedrag van personen die een VOG aanvragen en geeft de VOG's af.
Een VOG kan worden afgegeven aan natuurlijke personen (mensen) en aan rechtspersonen (bedrijven/organisaties). Als iemand een VOG aanvraagt, doet Justis onderzoek naar het justitiële verleden van een natuurlijk persoon (NP) of rechtspersoon (RP). Om een baan te kunnen krijgen is het in veel gevallen nodig om een VOG te kunnen overleggen. Voor sommige branches is dit zelfs (wettelijk) verplicht.
U krijgt in ieder geval een VOG als u geen strafbaar feit heeft gepleegd dat relevant is voor de betreffende functie."
zondag 3 november 2013
Is boeddhistische humor leuk ?
Twee websites met een behoorlijke overlap aan grappen:
Sujato en Buddhist jokes
Eentje dan, één type grap: het indraaien van lampen:
How many vipassana meditators does it take to change a light bulb?
No need. Just note: ‘darkness, darkness, darkness’.
How many Abhidhamma scholars does it take to change a light bulb?
There are 20W light bulbs, 40W light bulbs, 80W light bulbs, 100W… 200W…
There are 6V light bulbs, 12V light bulbs, 120V light bulbs, 240V light bulbs…
There are incandescent bulbs, fluorescent bulbs…
There are clear light bulbs, pearled light bulbs, colored light bulbs…
There are screw-in light bulbs, bayonet light bulbs…
There are 20W light bulbs that are 6V, there are 20W light bulbs that are 12V… 120V… 240V…
There are 40W light bulbs that are 6V… 240V…
80W… 100W… 200W…
There are 20W light bulbs that are 6V incandescent…
There are 200W light bulbs that are 240V, florescent, coloured, and bayonet …
Q: How many Zen Buddhists does it take to screw in a lightbulb?
A: An oak tree in the garden.
How many Buddhist monks does it take to change a lightbulb?
None….the lightbulb must change from within.
Tibetan Buddhists and the light bulb question:
How many Madhayamka scholars does it take to screw in a light bulb?
Four:
One to scew it in.
One to not screw it in.
One to both screw it in and not screw it in.
One too neither screw it in nor not screw it in.
How many Gelugpas does it take to screw in a light bulb?
Three:
2 to have a debate about the nature of light and 1 to twist the bulb
How many Sakyapas?
Two:
1 to write the instructions and the auto-commentary, 1 to twist the bulb
How many Kagyupas?
One:
But he has to spend years and years sealed in a cave first.
How many Nyingmapas?
One:
But he has to dig up the instructions to find out the bulb is already in.
How many Bonpos?
One:
But their bulbs screw in the other direction.
Sujato en Buddhist jokes
Eentje dan, één type grap: het indraaien van lampen:
How many vipassana meditators does it take to change a light bulb?
No need. Just note: ‘darkness, darkness, darkness’.
How many Abhidhamma scholars does it take to change a light bulb?
There are 20W light bulbs, 40W light bulbs, 80W light bulbs, 100W… 200W…
There are 6V light bulbs, 12V light bulbs, 120V light bulbs, 240V light bulbs…
There are incandescent bulbs, fluorescent bulbs…
There are clear light bulbs, pearled light bulbs, colored light bulbs…
There are screw-in light bulbs, bayonet light bulbs…
There are 20W light bulbs that are 6V, there are 20W light bulbs that are 12V… 120V… 240V…
There are 40W light bulbs that are 6V… 240V…
80W… 100W… 200W…
There are 20W light bulbs that are 6V incandescent…
There are 200W light bulbs that are 240V, florescent, coloured, and bayonet …
Q: How many Zen Buddhists does it take to screw in a lightbulb?
A: An oak tree in the garden.
How many Buddhist monks does it take to change a lightbulb?
None….the lightbulb must change from within.
Tibetan Buddhists and the light bulb question:
How many Madhayamka scholars does it take to screw in a light bulb?
Four:
One to scew it in.
One to not screw it in.
One to both screw it in and not screw it in.
One too neither screw it in nor not screw it in.
How many Gelugpas does it take to screw in a light bulb?
Three:
2 to have a debate about the nature of light and 1 to twist the bulb
How many Sakyapas?
Two:
1 to write the instructions and the auto-commentary, 1 to twist the bulb
How many Kagyupas?
One:
But he has to spend years and years sealed in a cave first.
How many Nyingmapas?
One:
But he has to dig up the instructions to find out the bulb is already in.
How many Bonpos?
One:
But their bulbs screw in the other direction.
zaterdag 19 oktober 2013
Veracademisering en verwildering; in wat voor een wereld komt de Boeddhist als GV terecht? En GV in zorginstelling geen monopolie voor de BZI
Weer wat nieuws van het front van de boeddhistisch geestelijke verzorging en de opleiding daartoe.
Merkwaardig genoeg beperkt van de kant van de VU, wel wat van de BUN en de BZI.
Klein nieuws is dat de term 'buddhist chaplain', destijds vol trots gebracht als misverstandvrij begrip, al weer verlaten is. Men spreekt weer gewoon van BGV (of BGVer).
A. Een soort briefwisseling met VU-hoogleraren
Mijn verbazing dat de VU wel de éénjarige master 'spiritual care' is gestart afgelopen september maar nog niet heeft duidelijk gemaakt wat de inhoud van de erop volgende 'ambtsopleiding' wordt; en dat VU noch BZI (aan de studenten) duidelijk heeft gemaakt aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de ambtsopleiding te kunnen volgen (een briefje van een leraar van een BUN-lid bijvoorbeeld?) of om die met een 'zendingsbrief' te kunnen afronden
Dit hoewel ze dat in de website godgeleerdheid wel wordt aangeraden:
" Ambtsopleiding
Voor wie de opleiding tot boeddhistisch of hindoeïstisch geestelijk verzorger volgt, wordt deze eenjarige master gevolgd door een eenjarige postdoctorale ambtsopleiding (deze gaat waarschijnlijk van start in september 2014). Deze postdoctorale ambtsopleiding in boeddhistische of hindoeïstische geestelijke verzorging zal erkend worden door de zendende instanties. .... Als je door een zendende instantie wilt worden geaccepteerd is het nodig dat je aan hun (aanvullende) eisen voldoet. Het is aan te raden de eisen van de betreffende zendende instantie vooraf goed uit te zoeken. ”
Mijn twijfel over het doorgaan van de ambtsopleiding en mijn vragen over de procedure heb ik voorgelegd aan het ministerie van OCW die daar immers speciaal geld (€ 260.000 per jaar) voor beschikbaar heeft gesteld. Het ministerie adviseert me, m'n vragen aan de VU voor te leggen.
Het contact met de VU heb ik opgenomen, zowel van boeddhisme-hoogleraar André van der Braak als met Ruard Ganzevoort, de hoogleraar die de opleiding 'spiritual care' coördineert.
Hier alleen m'n meest recente email aan André van der Braak, verstuurd 30 september 2013
De 'duistere passage' waarnaar ik verwijs, bevindt zich in de paragraaf 'De DAR' van de 'Ledenmail van 25 september', zie hieronder.
Op deze mail aan André van der Braak heb ik (nog) geen antwoord gekregen.
(Andere mails had ik ook als bijlage geplaatst maar heb ik weer verwijderd.)
" Beste André
Je moet me mijn bemoeizucht maar niet kwalijk nemen; de activiteiten van de VU beïnvloeden de receptie van het boeddhisme in Nederland en dat is ook mijn zaak.
De notitie uit februari kende ik.
Je zegt dat "we" hard bezig zijn de ambtsopleiding uit te werken?
- Is dat de 'curriculumcommissie' als bedoeld in de 'Samenwerkingsovereenkomst VU-BZI' van 31 maart 2012? Want dat hoort wel, (of denk ik dan als Theravadin te formalistisch en moet ik meer met de losse Chan-slag werken?)
- Hoort tot dat 'we' ook een door de VGVZ geregistreerd boeddhistisch geestelijk verzorger?
– Wordt trouwens zo'n persoon al geworven want die deskundigheid is er bij de VU op dit moment niet. En ik herhaal het maar eens: dat is toch eigenlijk zeer merkwaardig, niet alleen in de ambtsopleiding maar ook al in de nu lopende master.
– Is het resultaat van jullie harde werk ook iets dat in het openbaar (bv in de boeddhistische gemeenschap, dat is breder dan de BZI/BUN) bediscussieerd gaat worden?
– Ligt het niet op de weg van de VU om de BZI aan te spreken op hun volstrekt ontbreken van openbare communicatie?
– Verder ben ik benieuwd naar jouw interpretatie van de vrij duistere passage in de brief van André Kalden.
Vriendelijke groet
Joop Romeijn
PS Even voor de zekerheid: ik ambieer geen baantje "
B. Het bestuur van de BUN en van de BZI (of Varamitra) geven de lezers informatie
De informatie waar ik het over wil hebben, bevindt zich in twee downloadbare documenten:
'Ledenmail 25 september' ; en
'BZI Al gaande wordt de weg gebaand ', in 'Stukken ALV 16 nov'.
Citaat uit de Ledenmail 25 september
"Zo heeft de DAR (Dharma Advies Raad) zich … In die informatieronde is binnen de DAR onder meer de veracademisering van het beroep van boeddhistisch geestelijk verzorgende aan de orde gekomen die onder invloed van overheidseisen met medewerking van de BUN plaatsvindt.
Ook is gesproken over de(on)wenselijkheid van uitbreiding van de centralistische rol van de BUN in relatie tot de overheid en BVG, naar de benoeming van boeddhistisch geestelijk verzorgenden in zorginstellingen. Allemaal geen eenvoudige onderwerpen, maar van groot belang voor zowel de beroepsgroep als de wijze waarop we als BUN het boeddhisme in onze maatschappij willen organiseren, of juist niet willen organiseren. Daarbij speelt o.m. de vraag tot welke grens de BUN het recht heeft bepalen voor die organisatie in Nederland te zijn daar waar het boeddhisme zich kenmerkt door decentrale organisatie.”
Twee begrippen wil ik bespreken:
* 'Veracademisering '
Nogal vreemd dat dat nu aan de orde komt. Het was glashelder een voorwaarde van het ministerie van (Veiligheid en) Justitie; en zowel bij de voorlopige erkenning in 2008 (van de BUN door Justitie) als bij de definitieve erkening in 2012 is als als voorwaarde opgenomen. Heeft de BUN toen zitten slapen?
Ik krijg het gevoel dat er iets anders speelt, iets dat bij de leraren van de DAR sterker speelt als bij de bestuurders van de BUN(-leden); namelijk het besef dat de boeddhistisch geestelijk verzorgers wel veel overeenkomst vertonen met de boeddhistische leraren en hun eigen specifieke lineage-procedures.
* '(On)wenselijkheid van de centralistische rol van de BUN '.
Ik neem aan dat men hiermee ook de centralistische rol van de BZI bedoelt. En die is er, want het ministerie van Justitie denkt in sterke mate centralistisch en de BZI is daardoor nogal geïndoctrineerd; zie hieronder bij 'verwildering'.
Het lijkt er op dat de leraren zeggen: eigenlijk moet (wellicht, we zijn voorzichtig en vriendelijk als boeddhisten) niet de BZI maar de (leraar van) de sangha waar de student/aspirant BGVer beoefent, de zendingsbrief voor zijn verantwoordelijkheid nemen. Terecht zeggen ze dat vanuit de opvatting dat de BUN geen leergezag heeft.
De BZI-notitie 'AL GAANDE WORDT DE WEG GEBAAND '; een citaat:
“De beroepsverenigingen voor geestelijk verzorgers binnen de zorgsector zijn bezig met een grondige herbezinning op de plaatsbepaling en legitimatie van de geestelijke verzorging. Anders dan bij Justitie en Defensie is er o.a. geen eenduidig aanstellingsbeleid binnen de zorgsector. Dit heeft de laatste jaren geleid tot een zekere verwildering van de geestelijke verzorging. Zelfbenoemde geestelijk verzorgers zonder binding aan een religieuze en/of levensbeschouwelijke traditie deden hun intrede in de zorgsector. Het streven van de beroepsverenigingen is om tot een eenduidig aanstellingsbeleid te komen, waarin onder andere d.m.v. een zendingsbrief, een verankering is gegarandeerd in de traditie waaraan de geestelijke verzorger verbonden is. Voor de niet traditiegebonden, algemene geestelijk verzorgers, wordt een aparte organisatie opgericht, welke de zendingsbrief zal verstrekken. Naast de zendingsbrief, zal een inschrijving in het kwaliteitsregister geestelijke verzorging een voorwaarde tot aanstelling zijn.
De BZI volgt de ontwikkelingen in de zorgsector nauwgezet, maar net als bij Defensie bestaat ook hier geen behoefte om een plaats te claimen.”
Wat kanttekeningen bij deze tekst:
* Is de 'beroepsvereniging' daarmee bezig ?
Jammer dat de BZI de lezer niet in de gelegenheid stelt de oorspronkelijke teksten hierover te lezen. Geen bronvermelding. Dat is bepaald geen academische benadering !
Ik heb ze via de website van de VGVZ (Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen) gevonden:
Persverklaring van de 'Regiegroep Toekomstig Bestel Geestelijke Verzorging' van april 2013
En de volledige ' Eindnota ' van de regiegroep :
De 'Persverklaring' bevat als essentie:
“In de zorg werkzame geestelijk verzorgers kunnen binnenkort alleen nog benoemd worden als zij geregistreerd staan als geestelijk verzorger in een beroepsregister. Met die registratie is hun bekwaamheid en hun bevoegdheid gegarandeerd. ...
Op dit moment werkt een toenemend aantal geestelijk verzorgers zonder bevoegdheidsverklaring. Dat zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Geestelijk verzorgers die geen binding willen aangaan met een specifieke levensbeschouwelijke stroming kunnen op dit moment nergens terecht voor een bevoegdheidsverklaring. Er bestaat geen orgaan dat hun levensbeschouwelijke competentie – onontbeerlijk voor dit werk – toetst. Om daar verandering in te brengen zal een Raad voor onafhankelijke spiritualiteit worden opgericht. “ (Onderstreping door Joop R)
* 'Verwildering '. Als het ooit duidelijk dat dat de BZI het Justitie-denken heeft overgenomen, dan is het wel bij het gebruik (in zeer afkeurende zin) van deze term. Een term die ook geen informatie bevat (en in Perverklaring of Eindnota ook niet voorkomt).
* 'Zelfbenoemde geestelijk verzorgers '. Wat een vreemde uitdrukking. Het waren de zorginstellingen (ziekenhuizen en zo) die benoemden; en de geestelijk verzorgers noemden zich geestelijk verzorgers omdat ze daartoe gediplomeerd waren.
* Voor de niet traditiegebonden, algemene geestelijk verzorgers, wordt een aparte organisatie opgericht, welke de zendingsbrief zal verstrekken '
De sleutelzin in dit document. En een zin waarin de Eindnota van de Regiegroep (en de Persverklaring) niet correct wordt weergegeven.
De 'Eindnota' stelt “dat de groep zogenoemde ongebonden geestelijk verzorgers omwille van een juist begrip nader gedifferentieerd moet worden in verschillende deelgroepen i.c.
· de deelgroep die om bijzondere redenen geen zending kan ontvangen van het genootschap waarmee men zich verbonden voelt, maar deze wel graag zou willen hebben
· de deelgroep die gerekend kan worden tot de ongebonden spirituelen, een kwantitatief en kwalitatief herkenbare en beschrijfbare groep
· de deelgroep die los van enige vorm van herkenbare spiritualiteit algemene geestelijke verzorging wil bieden "
Mijn conclusie uit deze ontwikkeling is dat de BZI – m.b.t. de zorg – niet de monopolist is wat betreft het 'zendende instantie' zijn. De term 'zendende instantie' wordt trouwens niet meer gebruikt, het gaat om het orgaan dat een bevoegdheidsverklaring kan afgeven voor een individuele geestelijk verzorger. Tip: verander de naam BZI in BOG
=======================================================================
Update 25 oktober: dit schreef ik te snel, de term komt wel een paar keer in de 'Eindnota' voor.
=======================================================================
Toegespitst op de boeddhisten die de master bij de VU met een bul hebben afgesloten: degenen die bij een sangha zijn aangesloten kunnen de bevoegdheidverklaring van de BZI krijgen òf van de Raad voor Onafhankelijke Spiritualiteit. En boeddhisten zonder sangha kunnen dat laatste ook. Datzelfde geldt de afronding van de master met de ambtsopleiding. Er is geen enkele reden ongebonden boeddhisten niet tot deze opleiding toe te laten, èn met goed gevolg te laten afsluiten
De VU moet daarbij wel snel duidelijk maken hoe en door wie dat 'met goed gevolg' wordt bepaald !
* 'Geen behoefte om een plaats claimen in de zorgsector'
Overbodige bescheidenheid want er is geen plek om iets te claimen, de zorginstellingen zijn (wat dit betreft) autonoom.
C. Tenslotte als curiositeit een artikel in het Boeddhistisch Dagblad BD op 17 oktober
Het begint gebruikelijk: Joop Hoek citeert BUN-berichten of parafraseert ze lichtjes.
Maar het eindigt met:
"De vraag zal volgens critici op de huidige gang van zaken aan de orde moeten komen of een academische achtergrond voor boeddhistische geestelijke verzorgers in de zorg noodzakelijk is en tot norm wordt verheven. "
Hee denk ik, welke critici dan? Deze passage staat helemaal niet in de brief van de voorzitter. Er zijn een paar leraren die, en met reden, zeer ongelukkig over de eis van Justitie zijn, maar ik kan me niet voorstellen dat hij (Joop Ha) die bedoelt.
Bedoelt hij mij dan? Kan ik me ook niet voorstellen, ik heb op van alles kritiek maar niet op de 'veracademisering'. Ik houd juist van moeilijk; soms denk ik: nou wil ik weer eens een moeilijk boek gaan lezen, bv over de vraag of vòòr de Big Bang de tijd al bestaat of over de wijze van verspreiding van het boeddhisme van India naar China aan het begin van onze jaartelling.
Net zo als ik graag een academisch gevormd chirurg in een ziekenhuis tegenkom, is dat met de geestelijk verzorger het geval; wat niet wegneemt dat 'postacademisch' over-educatie is.
Tot ik de laatste regel van dit bericht lees:
"Bron BUN, alternatieve troonrede BD."
Joop Hoek bedoelt zichzelf, en verwijst naar de door hem geschreven alternatieve troonrede waarin duidelijk werd dat hij geestelijke verzorging van academisch niveau niet nodig vond. Geniaal. Ik had als reactie destijds in het BD geschreven dat dit juist bewees dat het BD geen spreekbuis van de BUN is, maar daar werden lezers ook weer boos op (en toen werden alle reacties verwijderd).
Maar misschien is dit toch wel de (persoonlijke) opvatting van André Kalden, als Tibetaans boeddhist, die hij als BUN-voorzitter niet kan ventileren.
Merkwaardig genoeg beperkt van de kant van de VU, wel wat van de BUN en de BZI.
Klein nieuws is dat de term 'buddhist chaplain', destijds vol trots gebracht als misverstandvrij begrip, al weer verlaten is. Men spreekt weer gewoon van BGV (of BGVer).
A. Een soort briefwisseling met VU-hoogleraren
Mijn verbazing dat de VU wel de éénjarige master 'spiritual care' is gestart afgelopen september maar nog niet heeft duidelijk gemaakt wat de inhoud van de erop volgende 'ambtsopleiding' wordt; en dat VU noch BZI (aan de studenten) duidelijk heeft gemaakt aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de ambtsopleiding te kunnen volgen (een briefje van een leraar van een BUN-lid bijvoorbeeld?) of om die met een 'zendingsbrief' te kunnen afronden
Dit hoewel ze dat in de website godgeleerdheid wel wordt aangeraden:
" Ambtsopleiding
Voor wie de opleiding tot boeddhistisch of hindoeïstisch geestelijk verzorger volgt, wordt deze eenjarige master gevolgd door een eenjarige postdoctorale ambtsopleiding (deze gaat waarschijnlijk van start in september 2014). Deze postdoctorale ambtsopleiding in boeddhistische of hindoeïstische geestelijke verzorging zal erkend worden door de zendende instanties. .... Als je door een zendende instantie wilt worden geaccepteerd is het nodig dat je aan hun (aanvullende) eisen voldoet. Het is aan te raden de eisen van de betreffende zendende instantie vooraf goed uit te zoeken. ”
Mijn twijfel over het doorgaan van de ambtsopleiding en mijn vragen over de procedure heb ik voorgelegd aan het ministerie van OCW die daar immers speciaal geld (€ 260.000 per jaar) voor beschikbaar heeft gesteld. Het ministerie adviseert me, m'n vragen aan de VU voor te leggen.
Het contact met de VU heb ik opgenomen, zowel van boeddhisme-hoogleraar André van der Braak als met Ruard Ganzevoort, de hoogleraar die de opleiding 'spiritual care' coördineert.
Hier alleen m'n meest recente email aan André van der Braak, verstuurd 30 september 2013
De 'duistere passage' waarnaar ik verwijs, bevindt zich in de paragraaf 'De DAR' van de 'Ledenmail van 25 september', zie hieronder.
Op deze mail aan André van der Braak heb ik (nog) geen antwoord gekregen.
(Andere mails had ik ook als bijlage geplaatst maar heb ik weer verwijderd.)
" Beste André
Je moet me mijn bemoeizucht maar niet kwalijk nemen; de activiteiten van de VU beïnvloeden de receptie van het boeddhisme in Nederland en dat is ook mijn zaak.
De notitie uit februari kende ik.
Je zegt dat "we" hard bezig zijn de ambtsopleiding uit te werken?
- Is dat de 'curriculumcommissie' als bedoeld in de 'Samenwerkingsovereenkomst VU-BZI' van 31 maart 2012? Want dat hoort wel, (of denk ik dan als Theravadin te formalistisch en moet ik meer met de losse Chan-slag werken?)
- Hoort tot dat 'we' ook een door de VGVZ geregistreerd boeddhistisch geestelijk verzorger?
– Wordt trouwens zo'n persoon al geworven want die deskundigheid is er bij de VU op dit moment niet. En ik herhaal het maar eens: dat is toch eigenlijk zeer merkwaardig, niet alleen in de ambtsopleiding maar ook al in de nu lopende master.
– Is het resultaat van jullie harde werk ook iets dat in het openbaar (bv in de boeddhistische gemeenschap, dat is breder dan de BZI/BUN) bediscussieerd gaat worden?
– Ligt het niet op de weg van de VU om de BZI aan te spreken op hun volstrekt ontbreken van openbare communicatie?
– Verder ben ik benieuwd naar jouw interpretatie van de vrij duistere passage in de brief van André Kalden.
Vriendelijke groet
Joop Romeijn
PS Even voor de zekerheid: ik ambieer geen baantje "
B. Het bestuur van de BUN en van de BZI (of Varamitra) geven de lezers informatie
De informatie waar ik het over wil hebben, bevindt zich in twee downloadbare documenten:
'Ledenmail 25 september' ; en
'BZI Al gaande wordt de weg gebaand ', in 'Stukken ALV 16 nov'.
Citaat uit de Ledenmail 25 september
"Zo heeft de DAR (Dharma Advies Raad) zich … In die informatieronde is binnen de DAR onder meer de veracademisering van het beroep van boeddhistisch geestelijk verzorgende aan de orde gekomen die onder invloed van overheidseisen met medewerking van de BUN plaatsvindt.
Ook is gesproken over de(on)wenselijkheid van uitbreiding van de centralistische rol van de BUN in relatie tot de overheid en BVG, naar de benoeming van boeddhistisch geestelijk verzorgenden in zorginstellingen. Allemaal geen eenvoudige onderwerpen, maar van groot belang voor zowel de beroepsgroep als de wijze waarop we als BUN het boeddhisme in onze maatschappij willen organiseren, of juist niet willen organiseren. Daarbij speelt o.m. de vraag tot welke grens de BUN het recht heeft bepalen voor die organisatie in Nederland te zijn daar waar het boeddhisme zich kenmerkt door decentrale organisatie.”
Twee begrippen wil ik bespreken:
* 'Veracademisering '
Nogal vreemd dat dat nu aan de orde komt. Het was glashelder een voorwaarde van het ministerie van (Veiligheid en) Justitie; en zowel bij de voorlopige erkenning in 2008 (van de BUN door Justitie) als bij de definitieve erkening in 2012 is als als voorwaarde opgenomen. Heeft de BUN toen zitten slapen?
Ik krijg het gevoel dat er iets anders speelt, iets dat bij de leraren van de DAR sterker speelt als bij de bestuurders van de BUN(-leden); namelijk het besef dat de boeddhistisch geestelijk verzorgers wel veel overeenkomst vertonen met de boeddhistische leraren en hun eigen specifieke lineage-procedures.
* '(On)wenselijkheid van de centralistische rol van de BUN '.
Ik neem aan dat men hiermee ook de centralistische rol van de BZI bedoelt. En die is er, want het ministerie van Justitie denkt in sterke mate centralistisch en de BZI is daardoor nogal geïndoctrineerd; zie hieronder bij 'verwildering'.
Het lijkt er op dat de leraren zeggen: eigenlijk moet (wellicht, we zijn voorzichtig en vriendelijk als boeddhisten) niet de BZI maar de (leraar van) de sangha waar de student/aspirant BGVer beoefent, de zendingsbrief voor zijn verantwoordelijkheid nemen. Terecht zeggen ze dat vanuit de opvatting dat de BUN geen leergezag heeft.
De BZI-notitie 'AL GAANDE WORDT DE WEG GEBAAND '; een citaat:
“De beroepsverenigingen voor geestelijk verzorgers binnen de zorgsector zijn bezig met een grondige herbezinning op de plaatsbepaling en legitimatie van de geestelijke verzorging. Anders dan bij Justitie en Defensie is er o.a. geen eenduidig aanstellingsbeleid binnen de zorgsector. Dit heeft de laatste jaren geleid tot een zekere verwildering van de geestelijke verzorging. Zelfbenoemde geestelijk verzorgers zonder binding aan een religieuze en/of levensbeschouwelijke traditie deden hun intrede in de zorgsector. Het streven van de beroepsverenigingen is om tot een eenduidig aanstellingsbeleid te komen, waarin onder andere d.m.v. een zendingsbrief, een verankering is gegarandeerd in de traditie waaraan de geestelijke verzorger verbonden is. Voor de niet traditiegebonden, algemene geestelijk verzorgers, wordt een aparte organisatie opgericht, welke de zendingsbrief zal verstrekken. Naast de zendingsbrief, zal een inschrijving in het kwaliteitsregister geestelijke verzorging een voorwaarde tot aanstelling zijn.
De BZI volgt de ontwikkelingen in de zorgsector nauwgezet, maar net als bij Defensie bestaat ook hier geen behoefte om een plaats te claimen.”
Wat kanttekeningen bij deze tekst:
* Is de 'beroepsvereniging' daarmee bezig ?
Jammer dat de BZI de lezer niet in de gelegenheid stelt de oorspronkelijke teksten hierover te lezen. Geen bronvermelding. Dat is bepaald geen academische benadering !
Ik heb ze via de website van de VGVZ (Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen) gevonden:
Persverklaring van de 'Regiegroep Toekomstig Bestel Geestelijke Verzorging' van april 2013
En de volledige ' Eindnota ' van de regiegroep :
De 'Persverklaring' bevat als essentie:
“In de zorg werkzame geestelijk verzorgers kunnen binnenkort alleen nog benoemd worden als zij geregistreerd staan als geestelijk verzorger in een beroepsregister. Met die registratie is hun bekwaamheid en hun bevoegdheid gegarandeerd. ...
Op dit moment werkt een toenemend aantal geestelijk verzorgers zonder bevoegdheidsverklaring. Dat zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Geestelijk verzorgers die geen binding willen aangaan met een specifieke levensbeschouwelijke stroming kunnen op dit moment nergens terecht voor een bevoegdheidsverklaring. Er bestaat geen orgaan dat hun levensbeschouwelijke competentie – onontbeerlijk voor dit werk – toetst. Om daar verandering in te brengen zal een Raad voor onafhankelijke spiritualiteit worden opgericht. “ (Onderstreping door Joop R)
* 'Verwildering '. Als het ooit duidelijk dat dat de BZI het Justitie-denken heeft overgenomen, dan is het wel bij het gebruik (in zeer afkeurende zin) van deze term. Een term die ook geen informatie bevat (en in Perverklaring of Eindnota ook niet voorkomt).
* 'Zelfbenoemde geestelijk verzorgers '. Wat een vreemde uitdrukking. Het waren de zorginstellingen (ziekenhuizen en zo) die benoemden; en de geestelijk verzorgers noemden zich geestelijk verzorgers omdat ze daartoe gediplomeerd waren.
* Voor de niet traditiegebonden, algemene geestelijk verzorgers, wordt een aparte organisatie opgericht, welke de zendingsbrief zal verstrekken '
De sleutelzin in dit document. En een zin waarin de Eindnota van de Regiegroep (en de Persverklaring) niet correct wordt weergegeven.
De 'Eindnota' stelt “dat de groep zogenoemde ongebonden geestelijk verzorgers omwille van een juist begrip nader gedifferentieerd moet worden in verschillende deelgroepen i.c.
· de deelgroep die om bijzondere redenen geen zending kan ontvangen van het genootschap waarmee men zich verbonden voelt, maar deze wel graag zou willen hebben
· de deelgroep die gerekend kan worden tot de ongebonden spirituelen, een kwantitatief en kwalitatief herkenbare en beschrijfbare groep
· de deelgroep die los van enige vorm van herkenbare spiritualiteit algemene geestelijke verzorging wil bieden "
Mijn conclusie uit deze ontwikkeling is dat de BZI – m.b.t. de zorg – niet de monopolist is wat betreft het 'zendende instantie' zijn. De term 'zendende instantie' wordt trouwens niet meer gebruikt, het gaat om het orgaan dat een bevoegdheidsverklaring kan afgeven voor een individuele geestelijk verzorger. Tip: verander de naam BZI in BOG
=======================================================================
Update 25 oktober: dit schreef ik te snel, de term komt wel een paar keer in de 'Eindnota' voor.
=======================================================================
Toegespitst op de boeddhisten die de master bij de VU met een bul hebben afgesloten: degenen die bij een sangha zijn aangesloten kunnen de bevoegdheidverklaring van de BZI krijgen òf van de Raad voor Onafhankelijke Spiritualiteit. En boeddhisten zonder sangha kunnen dat laatste ook. Datzelfde geldt de afronding van de master met de ambtsopleiding. Er is geen enkele reden ongebonden boeddhisten niet tot deze opleiding toe te laten, èn met goed gevolg te laten afsluiten
De VU moet daarbij wel snel duidelijk maken hoe en door wie dat 'met goed gevolg' wordt bepaald !
* 'Geen behoefte om een plaats claimen in de zorgsector'
Overbodige bescheidenheid want er is geen plek om iets te claimen, de zorginstellingen zijn (wat dit betreft) autonoom.
C. Tenslotte als curiositeit een artikel in het Boeddhistisch Dagblad BD op 17 oktober
Het begint gebruikelijk: Joop Hoek citeert BUN-berichten of parafraseert ze lichtjes.
Maar het eindigt met:
"De vraag zal volgens critici op de huidige gang van zaken aan de orde moeten komen of een academische achtergrond voor boeddhistische geestelijke verzorgers in de zorg noodzakelijk is en tot norm wordt verheven. "
Hee denk ik, welke critici dan? Deze passage staat helemaal niet in de brief van de voorzitter. Er zijn een paar leraren die, en met reden, zeer ongelukkig over de eis van Justitie zijn, maar ik kan me niet voorstellen dat hij (Joop Ha) die bedoelt.
Bedoelt hij mij dan? Kan ik me ook niet voorstellen, ik heb op van alles kritiek maar niet op de 'veracademisering'. Ik houd juist van moeilijk; soms denk ik: nou wil ik weer eens een moeilijk boek gaan lezen, bv over de vraag of vòòr de Big Bang de tijd al bestaat of over de wijze van verspreiding van het boeddhisme van India naar China aan het begin van onze jaartelling.
Net zo als ik graag een academisch gevormd chirurg in een ziekenhuis tegenkom, is dat met de geestelijk verzorger het geval; wat niet wegneemt dat 'postacademisch' over-educatie is.
Tot ik de laatste regel van dit bericht lees:
"Bron BUN, alternatieve troonrede BD."
Joop Hoek bedoelt zichzelf, en verwijst naar de door hem geschreven alternatieve troonrede waarin duidelijk werd dat hij geestelijke verzorging van academisch niveau niet nodig vond. Geniaal. Ik had als reactie destijds in het BD geschreven dat dit juist bewees dat het BD geen spreekbuis van de BUN is, maar daar werden lezers ook weer boos op (en toen werden alle reacties verwijderd).
Maar misschien is dit toch wel de (persoonlijke) opvatting van André Kalden, als Tibetaans boeddhist, die hij als BUN-voorzitter niet kan ventileren.
Abonneren op:
Posts (Atom)