Afgelopen week had ik een tamelijk onaangename (internet-forum-)discussie met iemand over de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), al een jaar object van mijn aandacht.
Negatieve aandacht, weet ik zelf, zodat ik deze persoon in m'n laatste bericht schreef:
"Je hebt in zover gelijk dat mij me bezig houden met de BUN niet erg heilzaam voor me is geweest; maar ja, voor wie wel ?
In het jaar 2009 wordt dat vast constructiever, ik ken m'n eigen intenties."
Het voorlaatste bericht van me vond deze persoon een vorm van 'onjuist spreken'; het ging over een gezamenlijke folder van de BUN en ziektekostenverzekeraar Achmea om een verzekering bij Achmea te nemen, ik schreef o.a.:
" Het probleem was dat de leden van de BUN niet in staat zijn (bv) twee euro per aangesloten boeddhist per jaar contributie te betalen; daarom heeft het bestuur haar lot in handen van een commerciëele verzekeraar als sponsor gelegd. De meeste leden hebben geen interesse in de BUN, en de meeste aangeslotene boeddhisten bij die leden hebben geen kennis van en geen interesse in wat de BUN doet.
En het probleem is dat het BUN-bestuur niet in staat is met oppositie om te gaan: niet met die van de leden (bv Zeshin van der Plas van ‘Suiren-Ji’) en niet met die van ongeorganiseerde boeddhisten."
M'n vraag nu is of ik - in 2009 - door moet gaan met ageren tegen het BUN-bestuur.
Mogelijk (ze hebben het tenminste aangekondigd maar sinsdien is het debat verder z'n negatieve spiraal gegaan) krijgen twee bondgenoten en ik half januari van het BUN-bestuur een uitnodiging voor een gesprek met hen. Dat zou gaan over ons voorstel ongeorganiseerde boeddhisten bij het BUN-beleid te betrekken en andersom.
Die uitnodiging wacht ik af. Als dat niks wordt, moet ik niets meer van de BUN.
Dat heb ik me al eerder voorgenomen, het is lastig alles van en over hen ongelezen te laten.
Wordt mogelijk vervolgd.
vrijdag 26 december 2008
donderdag 18 december 2008
'Het open veld van de ervaring' van Han de Wit
Brief aan Han de Wit (van eind april 2008; gedeeltelijk):
"De uitdrukking 'open veld van de ervaring' en de inhoud daarvan vind ik een waardevolle invulling en aanvulling op het Nederlandse boeddhistische taalgebruik. Ik denk er veel aan te hebben in mijn boeddhistische pad.Als vrijzinnig Theravadin is het een goede oefening de term 'hinayana' te lezen zonder opnieuw steeds boos te worden. De maniet waarop Han (en Shambala) het gebruikt, kan ik me voorstellen, al heb ik zelf niet z'n hierarchische idee over het het boeddhistische pad is.Toch zou het nuttig zijn als ergens zou staan, net zo als vaak op het schutblad van een roman (non-fictie): "elke overeenkomst van termen als 'hinayana' met bestaande tradities berust op toeval". Want Han's 'hinayana' en het reeel bestaande Theravada zijn geheel verschillende zaken.
Reactie van Han (gedeeltelijk):
Bedankt, Joop, voor je reactie.
Ja, hinayana en theravada zijn twee heel verschillende zaken! Daarom ook hoeft een theravadin alleen maar boos te worden op een mahayana-beoefenaar als die meent: hinayana = theravada. En niet alleen een theravadin heeft dan reden om boos te worden (of verdrietig), ook een rechtgeaard mahayana-boeddhist heeft daar dan reden toe!
Hinayana is simpelweg een term uit het mahayana-boeddhisme. In het mahayana zegt men: "verbeter de wereld (=mahayana), begin bij jezelf (hinayana)".Maar eindig niet bij jezelf.
Maar om jezelf niet te snel voorbij te lopen zei Trungpa Rinpoche (zie in mijn boek:) vaak tegen zijn mahayana-studenten: "Don't forget hinayana!"
"De uitdrukking 'open veld van de ervaring' en de inhoud daarvan vind ik een waardevolle invulling en aanvulling op het Nederlandse boeddhistische taalgebruik. Ik denk er veel aan te hebben in mijn boeddhistische pad.Als vrijzinnig Theravadin is het een goede oefening de term 'hinayana' te lezen zonder opnieuw steeds boos te worden. De maniet waarop Han (en Shambala) het gebruikt, kan ik me voorstellen, al heb ik zelf niet z'n hierarchische idee over het het boeddhistische pad is.Toch zou het nuttig zijn als ergens zou staan, net zo als vaak op het schutblad van een roman (non-fictie): "elke overeenkomst van termen als 'hinayana' met bestaande tradities berust op toeval". Want Han's 'hinayana' en het reeel bestaande Theravada zijn geheel verschillende zaken.
Reactie van Han (gedeeltelijk):
Bedankt, Joop, voor je reactie.
Ja, hinayana en theravada zijn twee heel verschillende zaken! Daarom ook hoeft een theravadin alleen maar boos te worden op een mahayana-beoefenaar als die meent: hinayana = theravada. En niet alleen een theravadin heeft dan reden om boos te worden (of verdrietig), ook een rechtgeaard mahayana-boeddhist heeft daar dan reden toe!
Hinayana is simpelweg een term uit het mahayana-boeddhisme. In het mahayana zegt men: "verbeter de wereld (=mahayana), begin bij jezelf (hinayana)".Maar eindig niet bij jezelf.
Maar om jezelf niet te snel voorbij te lopen zei Trungpa Rinpoche (zie in mijn boek:) vaak tegen zijn mahayana-studenten: "Don't forget hinayana!"
Editorial / Redactioneel (2)
This year I made many messages in
"e-sangha" (http://www.lioncity.net/buddhism/)
Most of them are only understandable in relation to messages of other contributors.
But also some can be read 'stand alone". Below:
Een aantal brichten die ik dit jaar in "e-sangha heb gepubliceerd en ook buiten op zich begrijpelijk zijn (denk ik) Hieronder:
"e-sangha" (http://www.lioncity.net/buddhism/)
Most of them are only understandable in relation to messages of other contributors.
But also some can be read 'stand alone". Below:
Een aantal brichten die ik dit jaar in "e-sangha heb gepubliceerd en ook buiten op zich begrijpelijk zijn (denk ik) Hieronder:
The Holy Ghost and Buddha Nature
In some weeks it's Whitsun, one of the less understood Christian days , I think, even by Christians themselves.
It has to do with the Holy Ghost, the third partner of the Trinity Father (God), Son (Jesus) and Holy Ghost.
My question is: when as an ex-Christian I try to understand the Holy Ghost concept;
and when I try as a Theravadin try to understand the (Mahayana) Buddha Nature concept,
I see strong similarities between these two concepts. Is that correct?
Both are already inside a sentient being AND is coming from outside, both are a kind of sparkle of God.
Perhaps the Holy Ghost concept is a bit more reified then the Buddha Nature concept (although I have texts in which Buddha Nature is God-like), both are doing the same function within a person: inspiring.
But perhaps I'm looking (as an agnostic outsider regarding these concepts) to superficial
It has to do with the Holy Ghost, the third partner of the Trinity Father (God), Son (Jesus) and Holy Ghost.
My question is: when as an ex-Christian I try to understand the Holy Ghost concept;
and when I try as a Theravadin try to understand the (Mahayana) Buddha Nature concept,
I see strong similarities between these two concepts. Is that correct?
Both are already inside a sentient being AND is coming from outside, both are a kind of sparkle of God.
Perhaps the Holy Ghost concept is a bit more reified then the Buddha Nature concept (although I have texts in which Buddha Nature is God-like), both are doing the same function within a person: inspiring.
But perhaps I'm looking (as an agnostic outsider regarding these concepts) to superficial
No opinion about Nibbana
To be honest, like more modern Theravadins I'm not so interested in the nibbana (or skrt nirvana) idea.
For two reasons
The first that what 'nibbana is, is simply not understandable for a worldling living in samsara like me. The Buddha was reluctant to talk about 'nirvana', because that should not help the monk asking about it at all.
The second reason (the first in other words) is I'm generally not interested in my future, in this life or after it, I have no ambitions, no goals, (or try to have not any of them)
What I try is, being convinced of the deep truth of the three characteristics (impermanence, no-self and being suffering of life), practice the Noble Eighfold Path (moral behavior and study and meditation).
Why? Simply because I think it's the best i can do and that it diminish and perhaps ends my greed, hatred and delusion.
And what when these are ended? I don't know, I will see then (or not)
For two reasons
The first that what 'nibbana is, is simply not understandable for a worldling living in samsara like me. The Buddha was reluctant to talk about 'nirvana', because that should not help the monk asking about it at all.
The second reason (the first in other words) is I'm generally not interested in my future, in this life or after it, I have no ambitions, no goals, (or try to have not any of them)
What I try is, being convinced of the deep truth of the three characteristics (impermanence, no-self and being suffering of life), practice the Noble Eighfold Path (moral behavior and study and meditation).
Why? Simply because I think it's the best i can do and that it diminish and perhaps ends my greed, hatred and delusion.
And what when these are ended? I don't know, I will see then (or not)
Am I a Theravadin?
My whole life I looked with some amazement to people who ARE somebody, who without any hesitation said "I'm a Christian", "I'm a marxist" etc.
The same with "I'm a Theravadin"
After I converted myself years ago to a buddhist and found myself most at home in Theravada, I sometimes say "I'm a Theravadin". But more and more: "I'm a Buddhist"
Theravada is is my homebase, but I like to read Mahayana-texts too, that is: some, that resonate deep in me, even if doctrinair they are not hundred procent according Theravada-views.
For example I like to read the Vimalakirti Nirdesa Sutra, except the Sariputta-bashing of it.
It will not surprise me if in the future, and especially in countries that were not traditionally buddhist in any tradition, there will be a buddhism that is a mixture of Theravada and Mahayana.
So to answer the question: the proper attitude for a Theravadin towards Mahayana is trying to understand Mahayana or at least some Mahayana-schools because "Mahayana" because the differences between these schools are great.
The same with "I'm a Theravadin"
After I converted myself years ago to a buddhist and found myself most at home in Theravada, I sometimes say "I'm a Theravadin". But more and more: "I'm a Buddhist"
Theravada is is my homebase, but I like to read Mahayana-texts too, that is: some, that resonate deep in me, even if doctrinair they are not hundred procent according Theravada-views.
For example I like to read the Vimalakirti Nirdesa Sutra, except the Sariputta-bashing of it.
It will not surprise me if in the future, and especially in countries that were not traditionally buddhist in any tradition, there will be a buddhism that is a mixture of Theravada and Mahayana.
So to answer the question: the proper attitude for a Theravadin towards Mahayana is trying to understand Mahayana or at least some Mahayana-schools because "Mahayana" because the differences between these schools are great.
The 'two truths' idea in Theravada
If you agree that the Abhidhamma is part of the Pali Canon and if you think that the Abhidhammattha Sangaha describes the Abhidhamma well and if you think the introduction and guides and notes of Bhikkhu Bodhi to it is strict according Theravada orthodoxy, then I use a quote of it:
"According to the Abhidhamma philosophy, there are two kind of realities - the conventional (sammuti) and the ultimate (paramattha). Conventional realities are the referents of ordinary conceptual thought (pannatti) … The Abhidhamma philosophy maintains that these notions do not possess ultimate validity, for the objects which they signify do not exist in their own right as irreducible realities. …
Ultimate realities, in contrast, are things that exist by reason of their own intrinsic nature (sabhava). These are the dhammas: the final, irreducible components of existence .." (p. 25)
This is not Bhikkhu Bodhi's private opinion but a description of a deep rooted (mainly in Burma) view on the two truths according Abhidhamma.
As far as I know this two truth idea does not occur in Abhidhamma texts themselves but were developed later; perhaps in the same period when in Mahayana the two truths ideas were developed.
If you however think this is not what the Buddha teached, that this is essentialism and an ontological interpretation of the Dhamma that however had to be understood in a soteriological and phenemenological way (Nyanaponika Thera), then I agree with you.
The for a Theravadin most usefull translation and introduction to Nagarjuna's 'Philosophy of the Middle Way' is of the (Sri Lankan born) David Kalupahana. To him this text is a commentary on the Kaccayanagotta Sutta, with its core;
" 'Everythings exists,' - this, Kaccayana, is one extreme
'Everything does not exist,' - this, Kaccayana is the second extreme
Kaccayana, without approaching either extreme, the Tathagata teaches
you a doctrine by the middle." (SN 12:15)
"According to the Abhidhamma philosophy, there are two kind of realities - the conventional (sammuti) and the ultimate (paramattha). Conventional realities are the referents of ordinary conceptual thought (pannatti) … The Abhidhamma philosophy maintains that these notions do not possess ultimate validity, for the objects which they signify do not exist in their own right as irreducible realities. …
Ultimate realities, in contrast, are things that exist by reason of their own intrinsic nature (sabhava). These are the dhammas: the final, irreducible components of existence .." (p. 25)
This is not Bhikkhu Bodhi's private opinion but a description of a deep rooted (mainly in Burma) view on the two truths according Abhidhamma.
As far as I know this two truth idea does not occur in Abhidhamma texts themselves but were developed later; perhaps in the same period when in Mahayana the two truths ideas were developed.
If you however think this is not what the Buddha teached, that this is essentialism and an ontological interpretation of the Dhamma that however had to be understood in a soteriological and phenemenological way (Nyanaponika Thera), then I agree with you.
The for a Theravadin most usefull translation and introduction to Nagarjuna's 'Philosophy of the Middle Way' is of the (Sri Lankan born) David Kalupahana. To him this text is a commentary on the Kaccayanagotta Sutta, with its core;
" 'Everythings exists,' - this, Kaccayana, is one extreme
'Everything does not exist,' - this, Kaccayana is the second extreme
Kaccayana, without approaching either extreme, the Tathagata teaches
you a doctrine by the middle." (SN 12:15)
Two possible views on the Dhamma
We read (in the printed third edition) of Nyanaponika's "Abhidhamma Studies" on page 19/20:
"Phenomenology deals, as the name implies with 'phenomena', that is, with the world of internal and external experience. Ontology, or metaphysics, inquires into the existence and nature of an essence, or ultimate principle, underlying the phenomenal world. … The Abhidhamma doubtlessly belongs to the first of these two divisions of philosophy, that is, to phenomenology."
Bhikkhu Bodhi, in his 'Introduction' to this book changes in page XVI first the "doubtlessly" of Nyanaponika into "rather" and then changes a little bit the meaning of the term 'ontology':
"If, however, we understand ontology in a wider sense as the philosofical discipline concerned with determining what really exists, with discriminating between the real and the apparent …"
And then BB concludes that "the Abhidhamma is built upon an ontological vision."
"Phenomenology deals, as the name implies with 'phenomena', that is, with the world of internal and external experience. Ontology, or metaphysics, inquires into the existence and nature of an essence, or ultimate principle, underlying the phenomenal world. … The Abhidhamma doubtlessly belongs to the first of these two divisions of philosophy, that is, to phenomenology."
Bhikkhu Bodhi, in his 'Introduction' to this book changes in page XVI first the "doubtlessly" of Nyanaponika into "rather" and then changes a little bit the meaning of the term 'ontology':
"If, however, we understand ontology in a wider sense as the philosofical discipline concerned with determining what really exists, with discriminating between the real and the apparent …"
And then BB concludes that "the Abhidhamma is built upon an ontological vision."
woensdag 17 december 2008
De BOS-docu 'De toewijding van Matthieu Ricard'
Deze brief heb ik vandaag gemaild aan Babeth van Loo van de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS)
Zondag 14 december zond de BOS de documentaire "De toewijding van Matthieu Ricard", op 20 december wordt deze herhaald.
Nu is Ricard iemand die - met zijn boeken - grote positieve invloed heeft gehad op mijn ontwikkeling als boeddhist. Daarom meen ik dat ik mijn kritische recensie van deze documentaire moet schrijven en verspreiden.
Eerst het woord 'documentaire'. De BOS vermeldt trots dat deze een prijs heeft gehad in een documentaire-festival. Misschien was het bij het maken ook wel de bedoeling of de hoop dat deze documentaire een prijs zou winnen.
De prijs is vast wel verdiend; ik ben slechts boeddhist en geen deskundige op het gebied van goed gecomponeerde documentaires, maar ik denk dat niet jury-leden in festivals maar in boeddhisme geinteresseerden de primaire doelgroep van deze BOS-producties en -uitzendingen zijn.
Ondanks alle interessante beelden en verhalen in de documentaire heb ik een fundamenteel probleem er mee. In wezen appelleert hij aan een consumentistische behoefte van de kijker; het is een esthetisch aangenaam uur dat men bij het kijken heeft, ook spiritueel is het correct.
Maar het Dharma-karakter, zo als dat wel voorkomt in de boeken van Ricard, ontbreekt vrijwel geheel.
Het kijken geeft een aangenaam gevoel, maar niets van het verontrustende karakter van het boeddhisme komt erin aan de orde (dukkha, niet-zelf, onbestendigheid)
Matthieu Ricard is toegewijd aan zijn Tibetaanse leraren. Waarom? Toch niet om psychologische redenen? Toch omdat hij overtuigd is van het grote belang van persoonlijke transmissie van de Dharma?
Tegen mijn kritiek zal worden ingebracht: De BOS is er niet om zieltjes te winnen voor het boeddhisme en televisie is ongeschikt om de Dharma uiteen te zetten. Ik geloof er niets van. Een interview met Ricard, gewoon hele lange shots, niet onderbroken door mooie plaatjes, kan heel goed te diepte in gaan: die diepte heeft hij. En dan zal vanzelf de persoon Ricard verdwijnen en de Dharma overblijven.
Misschien overdrijf ik, maar de middenweg tussen deze documentaire en mijn voorstel is best mogelijk.
Zondag 14 december zond de BOS de documentaire "De toewijding van Matthieu Ricard", op 20 december wordt deze herhaald.
Nu is Ricard iemand die - met zijn boeken - grote positieve invloed heeft gehad op mijn ontwikkeling als boeddhist. Daarom meen ik dat ik mijn kritische recensie van deze documentaire moet schrijven en verspreiden.
Eerst het woord 'documentaire'. De BOS vermeldt trots dat deze een prijs heeft gehad in een documentaire-festival. Misschien was het bij het maken ook wel de bedoeling of de hoop dat deze documentaire een prijs zou winnen.
De prijs is vast wel verdiend; ik ben slechts boeddhist en geen deskundige op het gebied van goed gecomponeerde documentaires, maar ik denk dat niet jury-leden in festivals maar in boeddhisme geinteresseerden de primaire doelgroep van deze BOS-producties en -uitzendingen zijn.
Ondanks alle interessante beelden en verhalen in de documentaire heb ik een fundamenteel probleem er mee. In wezen appelleert hij aan een consumentistische behoefte van de kijker; het is een esthetisch aangenaam uur dat men bij het kijken heeft, ook spiritueel is het correct.
Maar het Dharma-karakter, zo als dat wel voorkomt in de boeken van Ricard, ontbreekt vrijwel geheel.
Het kijken geeft een aangenaam gevoel, maar niets van het verontrustende karakter van het boeddhisme komt erin aan de orde (dukkha, niet-zelf, onbestendigheid)
Matthieu Ricard is toegewijd aan zijn Tibetaanse leraren. Waarom? Toch niet om psychologische redenen? Toch omdat hij overtuigd is van het grote belang van persoonlijke transmissie van de Dharma?
Tegen mijn kritiek zal worden ingebracht: De BOS is er niet om zieltjes te winnen voor het boeddhisme en televisie is ongeschikt om de Dharma uiteen te zetten. Ik geloof er niets van. Een interview met Ricard, gewoon hele lange shots, niet onderbroken door mooie plaatjes, kan heel goed te diepte in gaan: die diepte heeft hij. En dan zal vanzelf de persoon Ricard verdwijnen en de Dharma overblijven.
Misschien overdrijf ik, maar de middenweg tussen deze documentaire en mijn voorstel is best mogelijk.
donderdag 11 december 2008
Boeddhisme en macht
Het onderwerp 'boeddhisme en macht' zou ik willen thematiseren.
Nieuw is het natuurlijk helemaal niet. Vanuit de Pali Canon kan dan begonnen worden met de relatie tussen de Boeddha en de koningen die hem parken gaven etc.
Maar 'gewoner' was het natuurlijk met keizer Asoka die het boeddhisme wenste te homogeniseren.
De Chinese keizers konden er vervolgens ook wat van.
Dit is de lijn van boeddhisme en staatsmacht, en het meestal ontbreken van de scheiding daarvan
De andere lijn is die van macht binnen boeddhistische organisaties, of dat nu binnen de monnikenorganisatie van een klooster of zogeheten sangha is met een ongecontroleerde guru; of dat het om een landelijke vereniging gaat waarvan de naam me even niet te binnen schiet.
Een van de aspecten die een gesprek daarover lastig maakt is de idee die (Westerse) boeddhisten graag naar elkaar en naar de buitenwereld alsmaar herhalen: dat het boeddhisme zo vredelievend is
Dat zou me naar een derde lijn kunnen brengen: boeddhisme en conflicten, tussen landen en burgeroorlogen; één voorbeeld daarvan: de strijd in Sri Lanka tussen Tamils en Sinhalesen, waaronder eng-nationalistische monniken. Maar dat voert nu echt te ver.
Want wat ik zou willen weten wàt er niet zo vredelievend is in het Boeddhisme: is het de leer (Dhamma/Dharma) zèlf zoals volgen sommigen de leer van de Islam is ?
Ik denk het niet. Natuurlijk staan naast onwetendheid de wortels hebzucht en haat centraal waarom we volgens deze leer in samsara blijven leven, maar dat is wat anders.
Mijn vermoeden gaat meer in de richting van:
(1) het boeddhisme is een uitstekende leer om mensen rustig te houden.
Het leerstuk van karma speelt daarin een rol maar ook de ideologie dat verzet tegen een machthebber makkelijk als onheilzaam kan worden weggezet (bovengenoemde wortel 'haat' moet immers 'losgelaten' worden?)
(2) de organisatievorm van boeddhisten maakt het machthebbers makkelijk
In Birma zijn er samenwerkingsvormen tussen (individuele) generaals en (individuele) ambten van kloosters die behoorlijk remmend op opstand werken.
Minister Hirsch Ballin hoeft maar de BUN te erkennen als 'zendende instantie' en we zijn als een kind zo blij: ERKENNING.
Maar ook individuele guru's binnen sekte-achtige sangha's hebben het makkelijk omdat zoiets als collegiale toetsing niet plaatsvindt
Joop (geschreven 23 november)
Nieuw is het natuurlijk helemaal niet. Vanuit de Pali Canon kan dan begonnen worden met de relatie tussen de Boeddha en de koningen die hem parken gaven etc.
Maar 'gewoner' was het natuurlijk met keizer Asoka die het boeddhisme wenste te homogeniseren.
De Chinese keizers konden er vervolgens ook wat van.
Dit is de lijn van boeddhisme en staatsmacht, en het meestal ontbreken van de scheiding daarvan
De andere lijn is die van macht binnen boeddhistische organisaties, of dat nu binnen de monnikenorganisatie van een klooster of zogeheten sangha is met een ongecontroleerde guru; of dat het om een landelijke vereniging gaat waarvan de naam me even niet te binnen schiet.
Een van de aspecten die een gesprek daarover lastig maakt is de idee die (Westerse) boeddhisten graag naar elkaar en naar de buitenwereld alsmaar herhalen: dat het boeddhisme zo vredelievend is
Dat zou me naar een derde lijn kunnen brengen: boeddhisme en conflicten, tussen landen en burgeroorlogen; één voorbeeld daarvan: de strijd in Sri Lanka tussen Tamils en Sinhalesen, waaronder eng-nationalistische monniken. Maar dat voert nu echt te ver.
Want wat ik zou willen weten wàt er niet zo vredelievend is in het Boeddhisme: is het de leer (Dhamma/Dharma) zèlf zoals volgen sommigen de leer van de Islam is ?
Ik denk het niet. Natuurlijk staan naast onwetendheid de wortels hebzucht en haat centraal waarom we volgens deze leer in samsara blijven leven, maar dat is wat anders.
Mijn vermoeden gaat meer in de richting van:
(1) het boeddhisme is een uitstekende leer om mensen rustig te houden.
Het leerstuk van karma speelt daarin een rol maar ook de ideologie dat verzet tegen een machthebber makkelijk als onheilzaam kan worden weggezet (bovengenoemde wortel 'haat' moet immers 'losgelaten' worden?)
(2) de organisatievorm van boeddhisten maakt het machthebbers makkelijk
In Birma zijn er samenwerkingsvormen tussen (individuele) generaals en (individuele) ambten van kloosters die behoorlijk remmend op opstand werken.
Minister Hirsch Ballin hoeft maar de BUN te erkennen als 'zendende instantie' en we zijn als een kind zo blij: ERKENNING.
Maar ook individuele guru's binnen sekte-achtige sangha's hebben het makkelijk omdat zoiets als collegiale toetsing niet plaatsvindt
Joop (geschreven 23 november)
Brief van juni 2008 aan het BUN-Bestuur
Beste mensen van het BUN-Bestuur
Mijn voorstel is dat het Bestuur twee of drie koppels van elk twee of drie sangha's uitnodigt om per koppel tijdens de Ledenvergadering een mogelijk gezamenlijk project te presenteren, waarover dan van gedachten kan worden gewisseld.
Een koppel: mensen (vertegenwoordigers klinkt zo formeel) van sangha-leden van een verschillende traditie (Theravada, Mahayana en Tibetaans) waarvan het centrum in zelfde stad of regio gevestigd is.
Een project: Een activiteit of reeks activiteiten die de sangha's gezamenlijk het komende jaar (2009) kunnen gaan uitvoeren, en dat de mogelijkheid in zich heeft ook voor andere sangha's en steden om te gebruiken.
Naast de reeds door de BUN gesteunde projecten die al een beetje inter-traditioneel zijn (schoolgaan en doodgaan) kan gedacht worden aan:
- gezamenlijk huren of kopen van een gebouw voor sangha-activiteiten (meditatie etc)
- aandacht schenken aan (bewust) ongeorganiseerde boeddhisten in de stad/regio, bv via het Spirit Rocks-model
van huiskamergroepen te steunen (ik neem aan dat m'n artikeltje daarover bekend is)
- gezamenlijke vieringen zoals Vesak
- organisatie van een Change your mind day
- talk gevolgd door discussie met een gastleraar uit andere traditie over diens traditie.
- een geëngageerde activiteit in de stad/regio, bv vrijwilligerswerk
Het hoeft wat mij betreft nog niet heel concreet te zijn, gaat om het op gang brengen van processen.
Als jullie hier iets in zien: doe er iets mee.
Joop
Mijn voorstel is dat het Bestuur twee of drie koppels van elk twee of drie sangha's uitnodigt om per koppel tijdens de Ledenvergadering een mogelijk gezamenlijk project te presenteren, waarover dan van gedachten kan worden gewisseld.
Een koppel: mensen (vertegenwoordigers klinkt zo formeel) van sangha-leden van een verschillende traditie (Theravada, Mahayana en Tibetaans) waarvan het centrum in zelfde stad of regio gevestigd is.
Een project: Een activiteit of reeks activiteiten die de sangha's gezamenlijk het komende jaar (2009) kunnen gaan uitvoeren, en dat de mogelijkheid in zich heeft ook voor andere sangha's en steden om te gebruiken.
Naast de reeds door de BUN gesteunde projecten die al een beetje inter-traditioneel zijn (schoolgaan en doodgaan) kan gedacht worden aan:
- gezamenlijk huren of kopen van een gebouw voor sangha-activiteiten (meditatie etc)
- aandacht schenken aan (bewust) ongeorganiseerde boeddhisten in de stad/regio, bv via het Spirit Rocks-model
van huiskamergroepen te steunen (ik neem aan dat m'n artikeltje daarover bekend is)
- gezamenlijke vieringen zoals Vesak
- organisatie van een Change your mind day
- talk gevolgd door discussie met een gastleraar uit andere traditie over diens traditie.
- een geëngageerde activiteit in de stad/regio, bv vrijwilligerswerk
Het hoeft wat mij betreft nog niet heel concreet te zijn, gaat om het op gang brengen van processen.
Als jullie hier iets in zien: doe er iets mee.
Joop
De BUN en de minister (verstuurd 26 november)
Geacht BUN-bestuur
Justitie heeft de BUN erkend als zendende instantie. "So be it" zoals Upaka hoofdschuddend tegen de Boeddha zei.
"Zo moet de organisatie representatief zijn voor de verschillende stromingen binnen de religie. De BUN is een koepelorganisatie voor meeste grotere Boeddhistische groeperingen en organisaties in Nederland en daarmee aanspreekpunt voor het boeddhisme in onze samenleving." zegt het persbericht van Justitie van 24 november daarover. Daarop is wel wat af te dingen.
Ik ben benieuwd of de afgelopen tijd bij u ook het problematische van het begrip "zendende instantie" zelf wel eens aan de orde is geweest. Justitie loopt natuurlijk achter maar in de Zorgsector (daar moeten toekomstige opgeleide boeddhistische geestelijk verzorgers toch ook gaan werken?) is de "ambtelijke binding" van een geestelijk verzorger aan een "kerk" helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Lees maar eens het artikel "Symposium van geestelijk verzorgers eindigt in crisis" uit Trouw (2006 maar nog steeds actueel) daarover (http://www.trouw.nl/nieuws/religie-filosofie/article1301775.ece).
Waar ik echter meer over wil zeggen is de term "religie" in het persbericht.
We hebben namelijk ook vernomen dat de minister u bij deze gelegenheid heeft gevraagd of het boeddhisme een religie is. Hij bedoelde natuurlijk het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme.
U heeft - neem ik aan - enige bedenktijd gevraagd voor een gedragen en eerlijk antwoord op deze voor velen uiterst belangrijke vraag.
Als een van de 170000 (een woord met slechts een symbolische en niet een getalsmatige betekenis) boeddhisten zou ik u graag mijn mening geven over deze vraag aangezien ik daar intensief over heb nagedacht.
Eerst zou ik me afvragen: waarom wil de minister dat weten? Waarom wil hij ons, boeddhisten in een hokje stoppen? Vraagt hij dat als minister van Justitie of als CDA-er?
Uiteraard is ook een definitie-diskussie nodig, dat sla ik nu even over (voor een handzaam overzicht zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Religie)
Dan zou ik hem erop wijzen dat nauwelijks van "het boeddhisme" gesproken kan worden, dat een Theravadin dit nogal anders zal beantwoorden dan of Zen-boeddhist of een Tibetaans boeddhist. Zeker een Zen-boeddhist zou de vraagsteller uitlachen.
Voor een 'etnisch boeddhist' betekent het boeddhisme heel wat anders dan voor een autochtoon
Maar o.k., ik speel even mee en zou dan zeggen: een 'godsdienst' is het in ieder geval niet, dat moge duidelijk zijn.
Ook dan - zo zou ik vervolgen - heb ik om filosofische redenen moeite met de vraag over "het" boeddhisme. Alsof "het" een ding is. In werkelijkheid is het een proces, een pad; in Azië spreekt men dan ook niet over het boeddhisme maar de Dharma.
(De minister is een intelligent en wijs man en zal zeggen dat dat voor het Chistendom in wezen ook zo is).
Tenslotte zou ik zeggen: alle nuances daargelaten is het boeddhisme oorspronkelijk een religie. Of was het een religie. Voor velen van de tien- à twintig-duizend boeddhisten in Nederland (waarvan de BUN een deel vertegenwoordigt) is dat nog wel het geval.
Dat boeddhisme, zou ik de vraagsteller verzekeren, is niet alleen maar iets aangenaams; net als alle religies hebben heeft het ook een verontrustende kant in zich. Machthebbers hebben altijd al oog voor deze twee kanten; Chinese keizers maakten ruim duizend jaar geleden al gebruik van "erkenning" als een methode om de verontrustende kant te neutraliseren.
Voor de meeste van honderdduizend of meer Nederlanders die zeggen (enige) affiniteit met het boeddhisme te hebben is het boeddhische etiket echter eerder een methode om stress te reduceren, of zich tijdelijk een mind-style aan te schaffen of om spirituele gevoelens te koesteren, vergelijkbaar met het 'Ietsisme. Zaken waar langzamerhand goed aan verdiend kan worden.
Het zou kunnen zijn dat een deel van hen zijn of haar (amalgaan van) opvattingen wel als 'religie' of zichzelf als 'religieus' omschrijft.
Uiteraard zijn er allerlei overgangsvormen tussen de twee hier beschreven categorieen.
Niet als verontschuldiging maar als feitelijke constatering: de BUN representeert deze categorie mensen met (enige) affiniteit tot het boeddhisme niet.
Of het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme (in brede zin) zich in de toekomst meer in de richting van een religie ontwikkeld of juist meer een seculiere vorm aanneemt, daarover is - in BUN-kringen - nog weinig nagedacht.
Tenslotte zou ik de vragensteller zeggen: ik hoop dat u hier iets aan heeft.
Wat de BUN betreft hoop ik dat ook.
Wat denkt u: kunt u deze reaktie meenemen in uw antwoord aan de minister of is het beter dat ik het hem zelf meld?
Joop
Justitie heeft de BUN erkend als zendende instantie. "So be it" zoals Upaka hoofdschuddend tegen de Boeddha zei.
"Zo moet de organisatie representatief zijn voor de verschillende stromingen binnen de religie. De BUN is een koepelorganisatie voor meeste grotere Boeddhistische groeperingen en organisaties in Nederland en daarmee aanspreekpunt voor het boeddhisme in onze samenleving." zegt het persbericht van Justitie van 24 november daarover. Daarop is wel wat af te dingen.
Ik ben benieuwd of de afgelopen tijd bij u ook het problematische van het begrip "zendende instantie" zelf wel eens aan de orde is geweest. Justitie loopt natuurlijk achter maar in de Zorgsector (daar moeten toekomstige opgeleide boeddhistische geestelijk verzorgers toch ook gaan werken?) is de "ambtelijke binding" van een geestelijk verzorger aan een "kerk" helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Lees maar eens het artikel "Symposium van geestelijk verzorgers eindigt in crisis" uit Trouw (2006 maar nog steeds actueel) daarover (http://www.trouw.nl/nieuws/religie-filosofie/article1301775.ece).
Waar ik echter meer over wil zeggen is de term "religie" in het persbericht.
We hebben namelijk ook vernomen dat de minister u bij deze gelegenheid heeft gevraagd of het boeddhisme een religie is. Hij bedoelde natuurlijk het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme.
U heeft - neem ik aan - enige bedenktijd gevraagd voor een gedragen en eerlijk antwoord op deze voor velen uiterst belangrijke vraag.
Als een van de 170000 (een woord met slechts een symbolische en niet een getalsmatige betekenis) boeddhisten zou ik u graag mijn mening geven over deze vraag aangezien ik daar intensief over heb nagedacht.
Eerst zou ik me afvragen: waarom wil de minister dat weten? Waarom wil hij ons, boeddhisten in een hokje stoppen? Vraagt hij dat als minister van Justitie of als CDA-er?
Uiteraard is ook een definitie-diskussie nodig, dat sla ik nu even over (voor een handzaam overzicht zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Religie)
Dan zou ik hem erop wijzen dat nauwelijks van "het boeddhisme" gesproken kan worden, dat een Theravadin dit nogal anders zal beantwoorden dan of Zen-boeddhist of een Tibetaans boeddhist. Zeker een Zen-boeddhist zou de vraagsteller uitlachen.
Voor een 'etnisch boeddhist' betekent het boeddhisme heel wat anders dan voor een autochtoon
Maar o.k., ik speel even mee en zou dan zeggen: een 'godsdienst' is het in ieder geval niet, dat moge duidelijk zijn.
Ook dan - zo zou ik vervolgen - heb ik om filosofische redenen moeite met de vraag over "het" boeddhisme. Alsof "het" een ding is. In werkelijkheid is het een proces, een pad; in Azië spreekt men dan ook niet over het boeddhisme maar de Dharma.
(De minister is een intelligent en wijs man en zal zeggen dat dat voor het Chistendom in wezen ook zo is).
Tenslotte zou ik zeggen: alle nuances daargelaten is het boeddhisme oorspronkelijk een religie. Of was het een religie. Voor velen van de tien- à twintig-duizend boeddhisten in Nederland (waarvan de BUN een deel vertegenwoordigt) is dat nog wel het geval.
Dat boeddhisme, zou ik de vraagsteller verzekeren, is niet alleen maar iets aangenaams; net als alle religies hebben heeft het ook een verontrustende kant in zich. Machthebbers hebben altijd al oog voor deze twee kanten; Chinese keizers maakten ruim duizend jaar geleden al gebruik van "erkenning" als een methode om de verontrustende kant te neutraliseren.
Voor de meeste van honderdduizend of meer Nederlanders die zeggen (enige) affiniteit met het boeddhisme te hebben is het boeddhische etiket echter eerder een methode om stress te reduceren, of zich tijdelijk een mind-style aan te schaffen of om spirituele gevoelens te koesteren, vergelijkbaar met het 'Ietsisme. Zaken waar langzamerhand goed aan verdiend kan worden.
Het zou kunnen zijn dat een deel van hen zijn of haar (amalgaan van) opvattingen wel als 'religie' of zichzelf als 'religieus' omschrijft.
Uiteraard zijn er allerlei overgangsvormen tussen de twee hier beschreven categorieen.
Niet als verontschuldiging maar als feitelijke constatering: de BUN representeert deze categorie mensen met (enige) affiniteit tot het boeddhisme niet.
Of het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme (in brede zin) zich in de toekomst meer in de richting van een religie ontwikkeld of juist meer een seculiere vorm aanneemt, daarover is - in BUN-kringen - nog weinig nagedacht.
Tenslotte zou ik de vragensteller zeggen: ik hoop dat u hier iets aan heeft.
Wat de BUN betreft hoop ik dat ook.
Wat denkt u: kunt u deze reaktie meenemen in uw antwoord aan de minister of is het beter dat ik het hem zelf meld?
Joop
Brief ter opname het Zomer/Herfst - nummer 2008 (van V&L)
Het boeddhisme straks weer uit de mode
Regelmatig lees ik - ook in 'Vorm en Leegte' - over het groeiend aantal boeddhisten in Nederland.
Daarmee worden zowel degenen bedoeld die zich 'boeddhist' noemen als degenen die er (enige) affiniteit mee hebben. Deze laatste, en meest vluchtige, groep is verreweg het grootst.
Volgens mij is er een kentering aan het optreden: het modieuse van het boeddhisme is er af, de spirituele tocht van velen gaat verder, gezond en gelukkig zijn krijgen toenemende prioriteit.
Ook bestaat het aantrekkelijke 'exotische boeddhisme' steeds minder, de mooie plaatjes van het geheimzinnige Azië zijn vervangen door grimmige TV-beelden.
Het zou goed zijn dat degenen die zich 'boeddhist' noemen, zich bezinnen op de toekomst, als na de groei er weer krimp is.
Zal het strovuur van de groei achteraf ook de inhoud - de Dharma - beinvloed hebben?
Zullen de vele oppervlakkige teksten verdwijnen en de stevige kost overblijven?
Zullen ook de therapeuten hun belangstelling voor het boeddhisme verliezen?
Komen de sangha's dichter tot elkaar of gaan ze verder los van elkaar werken?
Kunnen allerlei instituties ermee omgaan dat het boeddhisme als consumptie-artikel steeds minder aftrek gaat vinden?
Boeddhisten als 'helden van de terugtocht': stof tot nadenken.
Joop Romeijn
Regelmatig lees ik - ook in 'Vorm en Leegte' - over het groeiend aantal boeddhisten in Nederland.
Daarmee worden zowel degenen bedoeld die zich 'boeddhist' noemen als degenen die er (enige) affiniteit mee hebben. Deze laatste, en meest vluchtige, groep is verreweg het grootst.
Volgens mij is er een kentering aan het optreden: het modieuse van het boeddhisme is er af, de spirituele tocht van velen gaat verder, gezond en gelukkig zijn krijgen toenemende prioriteit.
Ook bestaat het aantrekkelijke 'exotische boeddhisme' steeds minder, de mooie plaatjes van het geheimzinnige Azië zijn vervangen door grimmige TV-beelden.
Het zou goed zijn dat degenen die zich 'boeddhist' noemen, zich bezinnen op de toekomst, als na de groei er weer krimp is.
Zal het strovuur van de groei achteraf ook de inhoud - de Dharma - beinvloed hebben?
Zullen de vele oppervlakkige teksten verdwijnen en de stevige kost overblijven?
Zullen ook de therapeuten hun belangstelling voor het boeddhisme verliezen?
Komen de sangha's dichter tot elkaar of gaan ze verder los van elkaar werken?
Kunnen allerlei instituties ermee omgaan dat het boeddhisme als consumptie-artikel steeds minder aftrek gaat vinden?
Boeddhisten als 'helden van de terugtocht': stof tot nadenken.
Joop Romeijn
Dharma Vrienden
Start een groep van 'Dharma Vrienden' door Joop Romeijn (versie maart 2008)
Tijdens zijn retraite afgelopen herfst sprak Stephen Batchelor het vermoeden uit dat er steeds meer zelfstandige groepen boeddhisten, met opvattingen uit diverse tradities, zullen gaan ontstaan.
Dit sluit aan bij het feit dat veel mensen die zichzelf - voorzichtig - 'boeddhist' noemen, dit solitair praktiseren. Sommigen doen dit omdat ze zich niet willen binden; anderen voelen zich in geen van de bestaande groepen thuis of er is geen enkel centrum in de buurt.
Samen doen met anderen kan echter - zo is de ervaring - een bron van van 'medevreugde' zijn en ook verder de beoefening verrijken. Hoe dat moet?
Start zelf een groep!
Zet een advertentie in een plaatselijk blad of bij de supermarkt, vraag kennissen om een keer gezamenlijk te mediteren. Of als je een enkele keer in een meditatiecentrum kom: vraag daar aan anderen om samen een huiskamergroep te starten.
De groepen waar de beste ervaring mee is, bestaan uit 3 à 8 mensen die betrekkelijk dicht bij elkaar wonen en naast - regelmatig - mediteren ook ervaringen uitwisselen over boeddhist zijn in het dagelijks leven; eventueel ook het bespreken van een door ieder vooraf gelezen tekst.
Zulke groepen zijn er zowel voor beginners als voor meer ervaren mediterenden. Voor beginners is echter als start het volgen van een meditatie- en dharma-cursus wel gewenst; het uit een boek aanleren van een meditatievorm die men later moeizaam moet afleren omdat die niet heilzaam blijkt te zijn, is niet denkbeeldig.
Autonoom of wat steun van een sangha?
Een groep 'Dharma vrienden' kan ook gestart worden vanuit een bestaande boeddhistische organisatie, een sangha. Die zijn er ook al; we kennen vipassana-zitgroepen en 'Leven in aandacht' groepen geïnspireerd door het werk van Thich Nhat Hanh. Maar lang niet alle tradities hebben er ervaring mee.
We denken verder ook aan groepen boeddhisten die met meer dan één leraar affiniteit hebben; met Batchelor vinden we dat vrij onderzoek van de Dharma de gedachte blijft achter deze formule.
Het moet niet een vorm van werving worden.
Begeleiding van een groep door een ervaren lid van een sangha kan zorgen voor een blijvende gerichtheid op het boeddhisme en een juiste meditatie-methode. In de V.S. is er ervaring met deze vorm van een Dharma vrienden (Kalyana Mitta) netwerk vanuit het meditatiecentrum Spirit Rock. Op www.spiritrock.org zijn op hun ervaringen gebaseerde richtlijnen voor de begeleiding van groepen te vinden.
Een uitdaging!
Meerdere boeddhistische organisaties (sangha's) vinden het hebben van een leraar een noodzakelijke voorwaarde om boeddhisme te kunnen beoefenen. Ik daag echter deze sangha's uit, samen iets te doen met het feit dat er in Nederland wel tien keer zoveel boeddhisten zijn als er ooit aan deelnemers naar sangha-bijeenkomsten komen. Daar hebben we toch ook mee te maken?
Ik hoop vooral dat individuele geïnteresseerden iets met deze suggesties doen: een uitdaging en een uitnodiging, aan jezelf.
Op de website van Vorm en Leegte is binnenkort meer informatie en discussie over dit onderwerp te vinden.
Joop Romeijn
(Versie aangeboden aan de redactie van 'Vorm en Leegte' t.b.v. het Lentenummer 2008)
Tijdens zijn retraite afgelopen herfst sprak Stephen Batchelor het vermoeden uit dat er steeds meer zelfstandige groepen boeddhisten, met opvattingen uit diverse tradities, zullen gaan ontstaan.
Dit sluit aan bij het feit dat veel mensen die zichzelf - voorzichtig - 'boeddhist' noemen, dit solitair praktiseren. Sommigen doen dit omdat ze zich niet willen binden; anderen voelen zich in geen van de bestaande groepen thuis of er is geen enkel centrum in de buurt.
Samen doen met anderen kan echter - zo is de ervaring - een bron van van 'medevreugde' zijn en ook verder de beoefening verrijken. Hoe dat moet?
Start zelf een groep!
Zet een advertentie in een plaatselijk blad of bij de supermarkt, vraag kennissen om een keer gezamenlijk te mediteren. Of als je een enkele keer in een meditatiecentrum kom: vraag daar aan anderen om samen een huiskamergroep te starten.
De groepen waar de beste ervaring mee is, bestaan uit 3 à 8 mensen die betrekkelijk dicht bij elkaar wonen en naast - regelmatig - mediteren ook ervaringen uitwisselen over boeddhist zijn in het dagelijks leven; eventueel ook het bespreken van een door ieder vooraf gelezen tekst.
Zulke groepen zijn er zowel voor beginners als voor meer ervaren mediterenden. Voor beginners is echter als start het volgen van een meditatie- en dharma-cursus wel gewenst; het uit een boek aanleren van een meditatievorm die men later moeizaam moet afleren omdat die niet heilzaam blijkt te zijn, is niet denkbeeldig.
Autonoom of wat steun van een sangha?
Een groep 'Dharma vrienden' kan ook gestart worden vanuit een bestaande boeddhistische organisatie, een sangha. Die zijn er ook al; we kennen vipassana-zitgroepen en 'Leven in aandacht' groepen geïnspireerd door het werk van Thich Nhat Hanh. Maar lang niet alle tradities hebben er ervaring mee.
We denken verder ook aan groepen boeddhisten die met meer dan één leraar affiniteit hebben; met Batchelor vinden we dat vrij onderzoek van de Dharma de gedachte blijft achter deze formule.
Het moet niet een vorm van werving worden.
Begeleiding van een groep door een ervaren lid van een sangha kan zorgen voor een blijvende gerichtheid op het boeddhisme en een juiste meditatie-methode. In de V.S. is er ervaring met deze vorm van een Dharma vrienden (Kalyana Mitta) netwerk vanuit het meditatiecentrum Spirit Rock. Op www.spiritrock.org zijn op hun ervaringen gebaseerde richtlijnen voor de begeleiding van groepen te vinden.
Een uitdaging!
Meerdere boeddhistische organisaties (sangha's) vinden het hebben van een leraar een noodzakelijke voorwaarde om boeddhisme te kunnen beoefenen. Ik daag echter deze sangha's uit, samen iets te doen met het feit dat er in Nederland wel tien keer zoveel boeddhisten zijn als er ooit aan deelnemers naar sangha-bijeenkomsten komen. Daar hebben we toch ook mee te maken?
Ik hoop vooral dat individuele geïnteresseerden iets met deze suggesties doen: een uitdaging en een uitnodiging, aan jezelf.
Op de website van Vorm en Leegte is binnenkort meer informatie en discussie over dit onderwerp te vinden.
Joop Romeijn
(Versie aangeboden aan de redactie van 'Vorm en Leegte' t.b.v. het Lentenummer 2008)
Uit een discussie over 'boeddhisme en wetenschap'
(Omdat ik hier alleen mijn deel van de discussie met Rob opneem, is wellicht niet alles helemaal te begrijpen)
De evolutietheorie als belangrijk thema, al was het maar dat het in de relatie Christendom-wetenschap zo'n centrale rol speelt (zij het vooral in de VS)
In de serie Mind&Life-publicaties ben ik niet echt dit thema in titels tegengekomen. Wel bij het artikel van Flanagan dat je me ook gestuurd heb. In par. 4 (de tweede par. 4, vanaf pagina 17, de eerste begint op pag 13) staan volgens mij twee sleutelpassages.
De eerste: The Dalai Lama says: "My own view is that the entire process of the unfolding of a universe system is a matter of the natural law of causality" (2005, p. 90). Said this way, his position is perfectly consistent with the combined story of physics, chemistry, and biology.
But then His Holiness makes clear there is another kind of causality, karmic causality.
Volgens mij mij mogen deze twee causale principes niet zo naast elkaar gezet te worden, de Dalai Lama maakt volgens mij een ongeoorloofde sprong: tussen individueel niveau en niveau van de soort. 'Karma' werkt op individueel niveau, niet op dat van de soort.
Als 'karma' ingevoegd wordt in een evolutietheorie, is dat een riskante zaak: de vraag zou dan moeten zijn: is 'karma' van een soort een eigenschap die effect heeft op 'natural selection' tussen soorten ? Hebben soorten met gemiddeld veel positief karma meer kans om te overleven dan soorten met gemiddeld weinig positief karma?
Bovenal: is het terecht dat 'karma' als causaal principe wordt gezien? De Boeddha bedoelde het primair als ethisch principe: niet op het verleden gericht maar toekomst-gericht.
De tweede sleutelpassage is wat dit betreft: " Thus His Holiness asks: How do Buddhist cosmological theories envision the unfolding of the relationship between the karmic propensities of sentient beings and the evolution of a physical universe? What is the mechanism by which karma connects to the evolution of a physical system? On the whole, the Buddhist Abhidharma texts do not have much to say on these questions, apart from the general point that the environment where a sentient being exists is an "environmental effect" of the being’s collective karma shared with myriad other beings."
Eerst het begrip 'unfolding'; dat schijnbaar onschuldige woord dat in beide passages voorkomt, past m.i. niet in een evolutietheoretisch kader; het suggereert dat er iets (bv een levensvorm) al is - misschien altijd al is geweest - voor het zich 'ontvouwt'
Met de term 'collective karma' komt misschien de aap uit de mouw. Ik weet niet of dat begrip past in Tibetaans boeddhisme (ik heb het wel eens eerder gelezen in dat kader) maar in Theravada past het in ieder geval volstrekt niet.
Verder zijnis boeddhisme en evolutietheorie lastig met elkaar te verenigen omdat er in het boeddhisme geen begin is van een bepaalde soort, en al helemaal niet een soort die voortkomt uit een andere soort.
Er is een verband met thema: is er iets voor de Big Bang en komt er (weer) een Big Crunch ?
De vraag namelijk 'WAT IS TIJD' ?
En: verloopt 'tijd' lineair (Westerse natuurwetenschappelijk model, tijd als een pijl die één kant uitgaat: naar voren) of circulair (Indiase en mogelijk ook Tibetaans boeddhistische model)?
Zijn deze meta-vragen ook in Mind en Life aan de orde geweest?
Het artikel van Victor Mansfield ('Time and impermanence') gaat daar helaas nauwelijks over.
…
Bewustzijn als thema. Het unique selling point van een triomfalistisch boeddhisme: meditatie werkt echt en/want het effect is bij neurologisch onderzoek zichtbaar.
Toch vanuit Theravada-perspectief (ik denk tenminste dat dit in Tibetaans boeddhisme minder zwaar speelt) een kanttekening daarbij: een bepaald resultaat bij meditatie, bv zoveelste jhana, is niet waar het uiteindelijk om gaat, is slechts midel. Doel is verlichting/ontwaken en of daarover natuurwetenschappelijk iets zinnigs te zeggen is, betwijfel ik (heb ik niets over gelezen.)
(enkele dagen later)
Verder nog wat opmerkingen over evolutietheorie.
Ik ga daarbij uit van het artikel van Flanagan … Flanagan stelt: "George Johnson in his New York Times review (September 18, 2005) of the Dalai Lama’s new book, The Universe in a Single Atom (2005), suggests that there are shadows of intelligent design (ID) lurking in the text, and that there is no doubt that His Holiness, despite his close collaboration with neuroscientists, thinks the issue of the immateriality of mind is hardly ruled out scientifically.
My own view is that the proponents of ID will find no friend in His Holiness’s views about evolution. One reason is that he is barred, based on his own anti-theological views, which include finding no credibility in cosmological or design arguments, from thinking that complexity in evolution is best explained by the occasional interventions of an intelligent designer or a team of them." (pag. 8/9)
Johnson zegt in z'n boekbespreking: "But when it comes to questions about life and its origins, this would-be man of science begins to waver. Though he [de Dalai Lama] professes to accept evolutionary theory, he recoils at one of its most basic tenets: that the mutations that provide the raw material for natural selection occur at random. Look deeply enough, he suggests, and the randomness will turn out to be complexity in disguise - "hidden causality," the Buddha's smile. There you have it, Eastern religion's version of intelligent design."
Het is inderdaad ongelukkig geformuleerd deze idee van de Dalai Lama "ID" te noemen (het heetste thema in de discussie wetenschap-Chistendom in de VS) maar ze is wel in strijd met de evolutietheoretische principes.
Ik zou zeggen: HHDL gelooft in 'Design', niet zozeer in 'Intelligent Design'
Mijn vraag: waarom zegt de Dalai Lama niet gewoon tegen evolutietheoretici: we agree to disagree?
De evolutietheorie als belangrijk thema, al was het maar dat het in de relatie Christendom-wetenschap zo'n centrale rol speelt (zij het vooral in de VS)
In de serie Mind&Life-publicaties ben ik niet echt dit thema in titels tegengekomen. Wel bij het artikel van Flanagan dat je me ook gestuurd heb. In par. 4 (de tweede par. 4, vanaf pagina 17, de eerste begint op pag 13) staan volgens mij twee sleutelpassages.
De eerste: The Dalai Lama says: "My own view is that the entire process of the unfolding of a universe system is a matter of the natural law of causality" (2005, p. 90). Said this way, his position is perfectly consistent with the combined story of physics, chemistry, and biology.
But then His Holiness makes clear there is another kind of causality, karmic causality.
Volgens mij mij mogen deze twee causale principes niet zo naast elkaar gezet te worden, de Dalai Lama maakt volgens mij een ongeoorloofde sprong: tussen individueel niveau en niveau van de soort. 'Karma' werkt op individueel niveau, niet op dat van de soort.
Als 'karma' ingevoegd wordt in een evolutietheorie, is dat een riskante zaak: de vraag zou dan moeten zijn: is 'karma' van een soort een eigenschap die effect heeft op 'natural selection' tussen soorten ? Hebben soorten met gemiddeld veel positief karma meer kans om te overleven dan soorten met gemiddeld weinig positief karma?
Bovenal: is het terecht dat 'karma' als causaal principe wordt gezien? De Boeddha bedoelde het primair als ethisch principe: niet op het verleden gericht maar toekomst-gericht.
De tweede sleutelpassage is wat dit betreft: " Thus His Holiness asks: How do Buddhist cosmological theories envision the unfolding of the relationship between the karmic propensities of sentient beings and the evolution of a physical universe? What is the mechanism by which karma connects to the evolution of a physical system? On the whole, the Buddhist Abhidharma texts do not have much to say on these questions, apart from the general point that the environment where a sentient being exists is an "environmental effect" of the being’s collective karma shared with myriad other beings."
Eerst het begrip 'unfolding'; dat schijnbaar onschuldige woord dat in beide passages voorkomt, past m.i. niet in een evolutietheoretisch kader; het suggereert dat er iets (bv een levensvorm) al is - misschien altijd al is geweest - voor het zich 'ontvouwt'
Met de term 'collective karma' komt misschien de aap uit de mouw. Ik weet niet of dat begrip past in Tibetaans boeddhisme (ik heb het wel eens eerder gelezen in dat kader) maar in Theravada past het in ieder geval volstrekt niet.
Verder zijnis boeddhisme en evolutietheorie lastig met elkaar te verenigen omdat er in het boeddhisme geen begin is van een bepaalde soort, en al helemaal niet een soort die voortkomt uit een andere soort.
Er is een verband met thema: is er iets voor de Big Bang en komt er (weer) een Big Crunch ?
De vraag namelijk 'WAT IS TIJD' ?
En: verloopt 'tijd' lineair (Westerse natuurwetenschappelijk model, tijd als een pijl die één kant uitgaat: naar voren) of circulair (Indiase en mogelijk ook Tibetaans boeddhistische model)?
Zijn deze meta-vragen ook in Mind en Life aan de orde geweest?
Het artikel van Victor Mansfield ('Time and impermanence') gaat daar helaas nauwelijks over.
…
Bewustzijn als thema. Het unique selling point van een triomfalistisch boeddhisme: meditatie werkt echt en/want het effect is bij neurologisch onderzoek zichtbaar.
Toch vanuit Theravada-perspectief (ik denk tenminste dat dit in Tibetaans boeddhisme minder zwaar speelt) een kanttekening daarbij: een bepaald resultaat bij meditatie, bv zoveelste jhana, is niet waar het uiteindelijk om gaat, is slechts midel. Doel is verlichting/ontwaken en of daarover natuurwetenschappelijk iets zinnigs te zeggen is, betwijfel ik (heb ik niets over gelezen.)
(enkele dagen later)
Verder nog wat opmerkingen over evolutietheorie.
Ik ga daarbij uit van het artikel van Flanagan … Flanagan stelt: "George Johnson in his New York Times review (September 18, 2005) of the Dalai Lama’s new book, The Universe in a Single Atom (2005), suggests that there are shadows of intelligent design (ID) lurking in the text, and that there is no doubt that His Holiness, despite his close collaboration with neuroscientists, thinks the issue of the immateriality of mind is hardly ruled out scientifically.
My own view is that the proponents of ID will find no friend in His Holiness’s views about evolution. One reason is that he is barred, based on his own anti-theological views, which include finding no credibility in cosmological or design arguments, from thinking that complexity in evolution is best explained by the occasional interventions of an intelligent designer or a team of them." (pag. 8/9)
Johnson zegt in z'n boekbespreking: "But when it comes to questions about life and its origins, this would-be man of science begins to waver. Though he [de Dalai Lama] professes to accept evolutionary theory, he recoils at one of its most basic tenets: that the mutations that provide the raw material for natural selection occur at random. Look deeply enough, he suggests, and the randomness will turn out to be complexity in disguise - "hidden causality," the Buddha's smile. There you have it, Eastern religion's version of intelligent design."
Het is inderdaad ongelukkig geformuleerd deze idee van de Dalai Lama "ID" te noemen (het heetste thema in de discussie wetenschap-Chistendom in de VS) maar ze is wel in strijd met de evolutietheoretische principes.
Ik zou zeggen: HHDL gelooft in 'Design', niet zozeer in 'Intelligent Design'
Mijn vraag: waarom zegt de Dalai Lama niet gewoon tegen evolutietheoretici: we agree to disagree?
Text as Father
Alan Cole.
Text as Father: Paternal Seductions in Early Mahayana Buddhist Literature
"Thus, whereas the author of the Lotus Sutra took the Law into his own hands and manipulated it as he chose, the author of the Vimalakirti seems to have read the Lotus Sutra and took away from it not the desire to reproduce the Lotus Sutra as instructed but the desire to reproduce the more basic act of rewriting the Buddhist tradition.
Thus the author of the Vimalakirti appears to have seen through prior attempts at seduction and, having seen just those attempts at seduction, borrowed key elements that would strengthen his own efforts at the same literary game of seducing readers into a new, more immediate version of the Law. Onve looked at in this light, tradition was reconstructed by authors who shared in the unadmitted tradition of stealing from each other the very techniques for stealing the voice of tradition."
Text as Father: Paternal Seductions in Early Mahayana Buddhist Literature
"Thus, whereas the author of the Lotus Sutra took the Law into his own hands and manipulated it as he chose, the author of the Vimalakirti seems to have read the Lotus Sutra and took away from it not the desire to reproduce the Lotus Sutra as instructed but the desire to reproduce the more basic act of rewriting the Buddhist tradition.
Thus the author of the Vimalakirti appears to have seen through prior attempts at seduction and, having seen just those attempts at seduction, borrowed key elements that would strengthen his own efforts at the same literary game of seducing readers into a new, more immediate version of the Law. Onve looked at in this light, tradition was reconstructed by authors who shared in the unadmitted tradition of stealing from each other the very techniques for stealing the voice of tradition."
Redactioneel
Al langer ben ik van plan, een 'blog' te maken en er regelmatig in te schrijven
Zeg maar: een publiek boeddhistisch dagboek, want het zal vooral gaan over mijn boeddhistische pad, mijn boeddhologische interesse en mijn wel en wee in boeddhistische Nederlandse organisaties.
Om een versneld begin te maken met het vullen van dit blog, een aantal stukken door mij in het afgelopen jaar geschreven.
Zeg maar: een publiek boeddhistisch dagboek, want het zal vooral gaan over mijn boeddhistische pad, mijn boeddhologische interesse en mijn wel en wee in boeddhistische Nederlandse organisaties.
Om een versneld begin te maken met het vullen van dit blog, een aantal stukken door mij in het afgelopen jaar geschreven.
dinsdag 9 december 2008
Schrijven aan De Vimalakirti Neerlandica Sutra Een nieuwe vertelling
De meeste Mahayana en vele Theravada boeddhisten kennen wel de Vimalakirti Nirdesa Sutra. Zie bv de Nederlandse vertaling (naar de Engelse uit het Tibetaans van Robert Thurman) in www.zenantwerpen.be/Dharma/Sutras/Vimala/Vimala.htm
Een boeiend deel ervan is het verhaal dat de leek Vimalakirti zich ziek meldt en de Boeddha z'n leerlingen naar hem toestuurt op ziekenbezoek. Een voor een proberen ze daar onderuit te komen, hun argument komt steeds neer op: ik ben al eens bij Vimalakirti op bezoek geweest en zijn kennis van de Dharma is zo superieur en hij liet me dat ook zodanig merken dat ik me een beginneling voelde.
Uit de Inleiding: "Steeds blijkt dat de nabije leerlingen net naast de kern van de leer zitten, en telkens openbaart Vimalakirti hen precies die kern: de leegte, waarin de tegenstellingen opgeheven worden." Hieronder een voorbeeld uit het origineel.
Nu speelt dit - zowel diepe als humoristische - verhaal zich af in een andere tijd en een andere cultuur, maar het is ook hier actueel.
Om dat nog helderder te maken, zou het naar de situatie van het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme verplaatst kunnen worden.
En daar begint ons verzoek aan de lezers:
een vertelling te schrijven over een Nederlands Vimalakirti-bezoek.
De vorm die we voorstellen:
Bekende boeddhisten (vooral Nederlanders) worden door de Boeddha gevraagd Vimalakirti op te zoeken. U kunt denken aan leraren, (vertaalde) schrijvers, bestuurders, of uzelf.
En dezen geven aan waarom ze dat liever niet doen. In de argumenten daarvoor worden stukjes Dharma in de huidige maatschappelijke context (in al z'n dubbelzinnigheid) verduidelijkt, op een milde opbouwende kritische manier. Dus zowel compassie als verontrusting is op z'n plaats.
Het liefst zien we het bezoek aan een Nederlandse Vimalakirti; wie dat is, is vrij: een 'echt' of een fictief persoon, uzelf; of toch de oorspronkelijke Vimalakirti. Of een minder hilarisch en meer bescheiden type waardoor er een nieuw genre sutra ontstaat:
een horizontaal boeddhistische gesprek tussen mensen die het niet helemaal
met elkaar eens zijn, en geen probleem hebben om dat te laten merken;
een genre gesprekken zoals die nog te weinig in Nederland plaatsvinden.
Het taalgebruik van de oorspronkelijke sutra hoeft niet te worden overgenomen, het mag wel in makkelijk leesbaar Nederlands wordt, ook voor niet-insiders te begrijpen.
En verder: hoe korter, hoe beter!
Het is geen echte prijsvraag maar we streven er wel naar dat de naar de mening van de (nog niet ingestelde) jury meest authentieke inzendingen voorgelezen worden bij de BOS en/of gepubliceerd worden in Vorm en Leegte.
We hopen dat eind januari er voldoende inzendingen binnen zijn.
Joop Romeijn
jwromeijn@hotmail.com
(Uit hoofdstuk 3)
Toen zei Boeddha tot de eerbiedwaardige Mahakatyayana: "Katyayana, ga naar de Licchavi Vimalakirti om naar zijn ziekte te vragen."
Katyayana antwoordde: "Heer, ik zie er eigenlijk tegenop om hem naar zijn ziekte te gaan vragen. Waarom? Ik herinner me dat ik op een dag, nadat Boeddha de monniken een korte inleiding had gegeven, de uitdrukkingen van die toespraak aan het uitleggen was en de betekenis van ‘vergankelijk’, ‘ellendig’, zelfloos’ en ‘vredig’ onderrichtte. De Licchavi Vimalakirti kwam naar me toe en zei: ‘Eerbiedwaardige Mahakatyayana, onderricht geen hoogste werkelijkheid alsof die gekenmerkt wordt door activiteit, productie en vernietiging. Eerbiedwaardige Mahakatyayana, niets werd ooit vernietigd, niets wordt vernietigd en niets zal ooit vernietigd worden. Dat is de betekenis van ‘vergankelijk.’
Begrijpen dat de vijf aggregaten leeg zijn van een eigen natuur en dus zonder geboorte zijn, dat is de betekenis van ‘ellendig’. Het feit van de nondualiteit van het zelf en de zelfloosheid is de betekenis van ‘zelfloosheid’. Wat geen intrinsieke substantie en geen andere soort van substantie heeft, brandt niet, en wat niet brandt, wordt niet geblust. Zulk een afwezigheid van uitdoving is de betekenis van ‘vrede’.’
Toen hij zo gesproken had, werd de geest van de monniken bevrijd van hun bezoedelingen en gingen ze een staat van niet-grijpen binnen.
Daarom, Heer, zie ik ertegen op om deze goede man naar zijn ziekte te gaan vragen."
Een boeiend deel ervan is het verhaal dat de leek Vimalakirti zich ziek meldt en de Boeddha z'n leerlingen naar hem toestuurt op ziekenbezoek. Een voor een proberen ze daar onderuit te komen, hun argument komt steeds neer op: ik ben al eens bij Vimalakirti op bezoek geweest en zijn kennis van de Dharma is zo superieur en hij liet me dat ook zodanig merken dat ik me een beginneling voelde.
Uit de Inleiding: "Steeds blijkt dat de nabije leerlingen net naast de kern van de leer zitten, en telkens openbaart Vimalakirti hen precies die kern: de leegte, waarin de tegenstellingen opgeheven worden." Hieronder een voorbeeld uit het origineel.
Nu speelt dit - zowel diepe als humoristische - verhaal zich af in een andere tijd en een andere cultuur, maar het is ook hier actueel.
Om dat nog helderder te maken, zou het naar de situatie van het reeel bestaande Nederlandse boeddhisme verplaatst kunnen worden.
En daar begint ons verzoek aan de lezers:
een vertelling te schrijven over een Nederlands Vimalakirti-bezoek.
De vorm die we voorstellen:
Bekende boeddhisten (vooral Nederlanders) worden door de Boeddha gevraagd Vimalakirti op te zoeken. U kunt denken aan leraren, (vertaalde) schrijvers, bestuurders, of uzelf.
En dezen geven aan waarom ze dat liever niet doen. In de argumenten daarvoor worden stukjes Dharma in de huidige maatschappelijke context (in al z'n dubbelzinnigheid) verduidelijkt, op een milde opbouwende kritische manier. Dus zowel compassie als verontrusting is op z'n plaats.
Het liefst zien we het bezoek aan een Nederlandse Vimalakirti; wie dat is, is vrij: een 'echt' of een fictief persoon, uzelf; of toch de oorspronkelijke Vimalakirti. Of een minder hilarisch en meer bescheiden type waardoor er een nieuw genre sutra ontstaat:
een horizontaal boeddhistische gesprek tussen mensen die het niet helemaal
met elkaar eens zijn, en geen probleem hebben om dat te laten merken;
een genre gesprekken zoals die nog te weinig in Nederland plaatsvinden.
Het taalgebruik van de oorspronkelijke sutra hoeft niet te worden overgenomen, het mag wel in makkelijk leesbaar Nederlands wordt, ook voor niet-insiders te begrijpen.
En verder: hoe korter, hoe beter!
Het is geen echte prijsvraag maar we streven er wel naar dat de naar de mening van de (nog niet ingestelde) jury meest authentieke inzendingen voorgelezen worden bij de BOS en/of gepubliceerd worden in Vorm en Leegte.
We hopen dat eind januari er voldoende inzendingen binnen zijn.
Joop Romeijn
jwromeijn@hotmail.com
(Uit hoofdstuk 3)
Toen zei Boeddha tot de eerbiedwaardige Mahakatyayana: "Katyayana, ga naar de Licchavi Vimalakirti om naar zijn ziekte te vragen."
Katyayana antwoordde: "Heer, ik zie er eigenlijk tegenop om hem naar zijn ziekte te gaan vragen. Waarom? Ik herinner me dat ik op een dag, nadat Boeddha de monniken een korte inleiding had gegeven, de uitdrukkingen van die toespraak aan het uitleggen was en de betekenis van ‘vergankelijk’, ‘ellendig’, zelfloos’ en ‘vredig’ onderrichtte. De Licchavi Vimalakirti kwam naar me toe en zei: ‘Eerbiedwaardige Mahakatyayana, onderricht geen hoogste werkelijkheid alsof die gekenmerkt wordt door activiteit, productie en vernietiging. Eerbiedwaardige Mahakatyayana, niets werd ooit vernietigd, niets wordt vernietigd en niets zal ooit vernietigd worden. Dat is de betekenis van ‘vergankelijk.’
Begrijpen dat de vijf aggregaten leeg zijn van een eigen natuur en dus zonder geboorte zijn, dat is de betekenis van ‘ellendig’. Het feit van de nondualiteit van het zelf en de zelfloosheid is de betekenis van ‘zelfloosheid’. Wat geen intrinsieke substantie en geen andere soort van substantie heeft, brandt niet, en wat niet brandt, wordt niet geblust. Zulk een afwezigheid van uitdoving is de betekenis van ‘vrede’.’
Toen hij zo gesproken had, werd de geest van de monniken bevrijd van hun bezoedelingen en gingen ze een staat van niet-grijpen binnen.
Daarom, Heer, zie ik ertegen op om deze goede man naar zijn ziekte te gaan vragen."
Abonneren op:
Posts (Atom)